Aandacht voor de kleine
rne/n in het Réveil
Kerk in de wereld
Vandaag t
I
Dominee las het
gedicht niet voor
Niets aan
de hand
toch zeker
Boeiende studie van dr. P. W. Holtrop
Onze
adressen
Bisschop roept op
tot samenwerking
met VRR
Kinderboeken
TROÜW/KWARTÖT DINSDAG 6 MEI 1975
KERK/BINNENLAND
door dr. \K. Elisabeth Kluit
l
Lange jaren is de invloed van het in de achttiende
eeuw gestichte Deutsche Christentumsgesellschp.ft
(D.C.G.), in Nederland nagenoeg doodgezwegen,
terwijl we juist als we ons daarmee bezighouden
iets meor te weten komen over 'de kleine man'
in het Réveil. Nu ligt voor ons een boek dat volle
aandacjht besteedt zowel aan het ontstaan van de
D.C.G. f als aan de Nederlandse vèrtakkingen ervan.
Hierover, en in verband hiermee
over invloeden op het Réveil, op de
lutherse en de hersteld lutherse
kerk en op het ontstaan van het
zendelinggenootschap te Rotter
dam, h«»bben we nu een duidelijk
en leesbaar verhaal, resultaat van
een uiterst minutieus historisch en
theologisch onderzoek.
Bijbelstudie
Dr. 'Holtrop begint zijn eerste
hoofdstuk met de uitroep van ds.
Pauluis Kind uit Chur; 'Gesegnet
sey t'ftrlsperger! Gesegnet die Basle-
rische und Londnische Gesell-
schaC't.Johann August Urlsperger
was i de grondlegger van het Deut
sche/ Ohristentumsgesellschaft, als
uitgangspunt voor de strijd tegen
de nieuwlichterij van de 18e eeuw.
Hij stuitte op veel tegenstand. Hij
me<ijnde hulptroepen nodig te heb-
Dr. Kohlbrugge
ben en trachtte daarom een 'Ge
selschaft' op te richten, maar vond
ook hiervoor hulp noch instem
ming. Toch begon heel langzaam
bij de Duitse theologen een zwakke
medewerking te groeien. Opnieuw
schreef Urlsperger twee tractaten
tot uitlegging van zijn ideeën. Het
op te richten gezelschap zou zich
moeten bezighouden met bijbelon
derzoek en -verspreiding. Daarnaast
moest een 'Akademie' opgericht
worden, die zich moest wijden aan
de allerhoogste wijsheid en zich
moest richten op de doorgronding
van het geheim der Triniteit om
hierdoor licht, geluk en zaligheid
onder de mensen te brengen.
Na dit op schrift te hebben gesteld,
nam hij zijn wandelstaf op en be
gaf zich op reis om vrienden en
begunstigers voor zijn plannen te
vinden. Hij bereisde Duitsland,
Zwitserland, Engeland en Neder
land. In Bazel kwam een gezelschap
tot stand, evenals tijdelijk in Lon
den. Van de weidse plannen kwam
weinig tot stand, feitelijk was
slechts de 'Erbaulichkeit' over ge
bleven. Het in Bazel gestichte
Deutsche Christentumsgesellschaft
had tal van kringen, 'Partlkularge-
sellschaften', verspreid over geheel
Duitsland, Duits-Zwitserland' en
Nederland. Bazel was het middel
punt en stond in voortdurende cor
respondentie met de Partikular-Ge-
sellschaften.
Deze correspondentie werd ver-
HOOFDKANTOOR:
Nieuwe Zijds Voorburgwal
276-280, Amsterdam-
Tel. 020-220383.
Postbus 859.
ROTTERDAM:
Westblaak 9-11, Rotter
dam. Tel. 010-115588.
Postbus 948.
DEN HAAG:
Parkstraat 22, Den Haag.
Tel. 070-469445.
Postbus 101.
LEIDEN:
Steenstraat 37, Leiden.
Tel. 071-31441.
Postbus 76.
DORDRECHT:
Scheffersplein 1, Dor
drecht. Tel. 078-33370.
Postbus 118.
GRONINGEN:
Nieuwe Ebbingestr. 25.
Groningen.
Tel. 050-125307.
Postbus 181.
ZWOLLE:
Melkmarkt 56, Zwolle.
Tel. 05200-17030.
Postbus 3.
werkt ln de Protokollen en vanaf
1786 in het periodiek 'Sammlungen
flir Liebhaber christlicher Wahrheit
und Gottseligkeit'. Eerst de Proto
kollen, later het periodiek werden
trouw rondgezonden naar de1 ver
schillende gezelschappen zodat men
volkomen van eikaars streven en
werken op de hoogte bleef. Ook v.an
het werk: men ondersteunde de
Oostenrijkse protestanten, zorgde
voor de opvoeding van wezen,
schonk aandacht aan het onderwijs
en verspreidde christelijke lectuur.
Men had oecumenische contacten
met de Nennonieten, met de Evan
gelical Revival in' de anglicaanse
kerk, zelfs met de rooms-katholieke
'Erweckungsbewegung' in de Allg&u
in Zuid-Duitsland.
Handwerkslieden
Dr. Holtrop geeft -ip zijn volgende
hoofdstukken volle aandacht' aan
het Amsterdamse PG. Ook uit soci
ologisch oogpunt is hier veel inte
ressants te vinden. Het is een
groepje kleine zelfstandigen, dat
samenkomt. Er is een meesterkleer
maker, een beeldhouwer-spiegel-
koopman met een eigen atelier, een
meesterbakker, een gistkoopman,
sen papierkoopman, eei^ waagdra
ger, een dagloner. Het zijn van
origine bijna allemaal Duitse hand
werkslieden. Waarom waren deze
mensen geëmigreerd? Dr. Holtrop
legt verband tussen de ongunstige
economische situatie in Noordwest-
Duitsland, het verdwijnen van de
textiel-industrieën in de kleinere
Duitse steden en deze verhuizing
naar Nederland, de schrijver somt
kort de kaders op, waarbinnen het
gezelschap ontstond. Duitsers van
geboorte, lidmaten van de lutherse
kerk, minder gegoeden. Hij geeft
een beschrijving van de bijeenkom
sten. De wederzijdse "Erbauung'
stond op de voorgrond.
Het was een open gezelschap dat
veel contacten had. In dit verband
spreekt Holtrop van de groep der
'evangellschen' waartoe hij ds. J. L.
Verster, ds. C. Boers, M. Tydeman,
Hlëronymus van Alphen, in bepaal
den opzichten ook ds. M, Jorissen
rekent. Contact was er natuurlijk
ook met de elders in Nederland
ontstane Partlkular Gesellschaften
b.v. in Monnikendam, Harlingen.
Meh had geregeld omgang met ver
schillende lutherse en gereformeer
de predikanten. Men onderhield een
goede verstandhouding ihet de hern
hutters. Dit alles wordt met veel
détails, stoelend op uigebreide do
cumentatie, verteld. Het Amster
damse PG werd gemengd in de
spanningen van de lutherse en her
stelde lutherse gemeenten, zodat
wij ook daar een goede kijk op
krijgen.
Bijzonder aardig en belangrijk is
het hoofkstuk dat gewijd is aan de
zending, beginnende met: 'het
nieuwe missionaire élan dat tegen
het einde der achttiende eeuw
vooral door Engelse Impulsen in
brede kringen in Europa en ook
binnen het Ohristentumsgesell
schaft ontwaakte, maakte zich ook
meester van de kleinere kring van
het Amsterdamse PG.' Op deze wij
ze krijgen wij een gedocumenteerde
geschiedenis van de oprichting en
de eerste fase van het 'Neder-
landsch Zendelinggenootschap' te
Rotterdam. Wij ontdekken hierdoor
betrekkingen, die wij niet kenden.
Réveil
De laatste twee hoofdstukken gaan
over het Amsterdamse gezelschap
en het RéveiJ. Hoofdpersoon vanuit
het gezelschap is J. H. Albrecht. Hij
was het, die contact had met het
vroeg Rotterdamse Réveil en het
Haagse, dit laatste door zijn "con
tact met C. baron vgn Zuylen van
Nijevelt. Albrecht was vermoedelijk
ln 1782in Hessen geboren en op
zesjarige leeftijd in Holland geko
men. Hij werd gereformeerd en
HANOI In een brief aan zijn
priesters, katechisten en alle gelo
vigen van zijn bisdom heeft de r.k.
bisschop Ngoejen Kim Dien van
Hoeé in Zuid-Vletnam zijn vreugde
uitgesproken over het einde van de
oorlog en opgeroepen tot samen
werking met de voorlopige revoluti
onaire regering.
In zijn brief schrijft de bisschop:
'Voorbij Ls de tijd, waarin wij leef
den in onrust en angst. De tijd,
waarin elkaar verdachtten, waarin
wij van elkaar gescheiden waren en
elkaar haatten tot dodens toe. Wij
moeten gezamenlijk de-goede God
danken voor deze grote gunst'.
De brief vervolgt: 'Het ts thans
tijd, dat wij ln vreugde en blijheid
steeds klaar staan om samen te
werken met alle mensen van goede
wil teneinde onder leiding van de
VRR ons vaderland opnieuw op te
bouwen, dat zoveel lijden en rouw
heeft doorgemaakt, .opdat wij aan
onze landgenoten vrijheid, rijkdom
en geluk brengen'.
Mevrouw U. Ph. Kohlbrugge-
baronesse Verschi^er
sloot zich na 1810. bij het Amster
damse PG aan.
Het gezelschap keerde zich tegen de
tijdgeest en was zeer onder de in
druk van de geschriften van Da
Costa en Thellwall. Of er persoon
lijk contact is geweest valt niet te
zeggen. Bijzonder belangrijk wordt
in de jaren 1830-1833 het contact
van het gezelschap met Kohlbrugge
en Laatsman. Albrecht vertaalde in
1830 en volgende jaren tal van
preken van F. W. Krummacher uit
Elberfeld, die ook in Réveilkringen
druk gelezen werden. Het was ook
Albrecht, die Kohlbrugge's preek
over Rom. VII: 14 vertaalde. Origi
neel en vertaling ontketenden een
geweldig conflict onder de Réveil
mensen.
Reeds was het Amsterdamse gezel
schap en met name Albrecht in
levendig cohbact gekomen met ds.
W. Laatsman en zijn Rhedense pa-
••och'cnen. Dankzij Holtrop's ge
bruik van een tot nu toe onge
bruikte bron nl. de correspondentie
van Urseline Philippine baronesse
van Verschuer (de latere 2e vrouw
(oct. 1834) van Kohlbrugge), vin
den wii in zijn boek eèn uitsteken
de ickening van het veel geliefde
en door anderen min of meer ge
keesde Rheden. Al met al, het
proefschrift van Pieter Nanne Hol
trop biedt vele verrassingen. Wij,
zijn er bijzonder blij mee en hopen'
van harte dat het niet bij deze
eerstelings-arbeid blijft.
door A. J. Klei
t Dr. M. Elisabeth Kluit, erelid van
de stichting Het Revell-Archief, be
spreekt: Tussen Piëtisme en Ré
veil' (ondertitel: Het 'Deutsche
Christentumsgesellschaft in Neder
land, 1784-1833) door dr. P. N. Hol
trop. Uitg. Rodopi NV, Keizers
gracht 302-304, Amsterdam: 311
pag., prijs 38 gulden. De hierbij
afgedrukte illustraties zijn overge
nomen uit het boek.
In 1785 kwam de Amsterdamse afdeling van het D.C.G. bijeen in
de Barndesteeg, ten huize van G. S. Schuppius (vermoedelijk nr.
5, het hoogste huis rechts)
fiet gebeurde kort na 1917 in
een Gronings dorp vlak bij
Spijk. Er was een reciteerwed-
strijd. De dominee deed ook mee
en zou een gedicht van Willem
de Mérode voordragen. Opeens
zag hij een boerenzoon uit Spijk
onder zijn gehoor zitten. Hij
schoot op hem af en zei: dit kan
ik jou niet aandoen, ik verander
mijn programma.
Willem de Mérode was de
(schuilnaam van de) broer van
P. Keuning en deze P. Keuning
had in 1917 de verhalenbundel
'Kinderen in verstand en in
boosheid' uitgegeven, waarin hij
de christelijke boeren van Spijk,
het Noordgroriingse dorp waar
zijn vader hoofdonderwijzer was,
nogal behoorlijk in hun liberale
hemd had gezet. De namen wa
ren veranderd, dat wel, maar
voor het overige was alles wat je
noemt uit het volle leven gegre
pen e*i niemand had moeite de
door P. Keuning beschreven per
sonen te, herkennen. De opwin
ding en verontwaardiging erover
waren zo groot, dat je zelfs in
naburige dorpen niet straffeloos
gedichten van familie van de
schrijver kon voordragen.
Dit verhaal haal ik achter uit de
pas verschenen zesde druk van
'Kihderen in verstand en in
boosheid' uit het uitgebreide na
woord van drs. Hans Werkman,
die de naam van Abraham Kuy-
per Verkeerd spelt maar verder
mooie verhalen over boek en au
teur weggeeft. Zo krijgen we te
horen dat P. Keuning geld heeft
aangenomen van een der rijke
en gelovige bo?ren uit Spijk en
in ruil daarvoor het verhaal Ons
'gymnasiast', waarin deze boer
zich had herkend, uit de volgen
de drukken van zijn boek weg
liet. Pas ln 1942 bij de vijfde,
druk, kwam 'Kinderen in ver
stand en in boosheid' weer com
pleet op dé markt en het bewus
te verhaal staat natuurlijk ook
in deze zesde druk.
Toen onlangs uitgeverij Bosch
en Keuning te Baarn vijftig jaar
bestond, heb ik in hooggestemd
proza vermeld hoe bij mij
thuis deze firma in aanzien
stond vanwege de firmant P.
Keuning. Mijn vader had ln Ui-
rum bij P. Keuning (die zijn
carrière als onderwijzer begon) ln
de klas gezeten en bewonderde
zeer diens 'Kinderen in verstand
en in boosheid.' Hoewel hij
(mijn vader) zonder^mankeren
Colijn stemde, liep er toch een
rood streepje door hem heen en
dat kwam omdat hij net als
Keuning iets had meegemaakt
van de hardheid en hoogheid der
Groningse boeren van weleer.
Het verbaasde me, dat de nieuw
ste druk van 'Kinderen in ver
stand en iq boosheid' niet bij
Bosch en Keuninguitkwam,
maar dat de mensen van de
Vuurbaak in Groningen en van
T. Wever in Franeker ten gerie
ve van deze heruitgave de res
pectievelijk Wél- en niet-vrij ge
maakte gereformeerde koppen
bij elkaar gestoken hebben
(hierover gesproken: in de ne
gotie kan' meer dan in de kerk).
Zou de (hervormde) directeur
Aize de Visser van Bosch en
Keuning dit geesteskind van zijn
voorganger verloochenen?
Bezorgd belde ik hem op. Ik
vernam, dat Bosch en Keuning
tegenwoordig geen roman? meer
uitgeeft en uit het verdere ver-
haal^van de heer De Visser over
licentie en zo maakte ik op, dat
de verhuizing van 'Kinderen in
verstand en in boosheid' naar de
Vuurbaak-Wever geen lelijke
streek, maar juist een goeie
daad was: anders was het boek
onder het stof blijven liggen.
Rest mij nu nog mee te delen
dat Kinderen in verstand en in
boosheid' 220 pagina's telt. teke
ningen van Evert Musch bevat
(hierboven staat er éen) en
19.50 kost. Uit het al genoemde
nawoord geef ik nog door dat
de Groningse bperen plachten te
zeggen dat ze drie knechten
hadden: 'aln ien 't goul, ain'op
stoul, aln ln schoul', hetgeen
zeggen wil dat zij op hun be
drijf, in de kerk en in de school
de baas waren.
Het was toch even geruststellend te
horén dat het nog steeds goed gaat
met de kerk in Tsjechoslowakije. Er
bestaan nog 18 verschillende kerk
genootschappen. En alhoewel de
meerderheid van de bevolking 'niet
meer gelovig' is, krijgen de pries
ters en predikanten van de staat
per maand 1410 kronen salaris; on
geveer de helft van het gemiddelde
loon in Tsjechoslowrkije.
Geruststellend nieuws allemaal. De
staatssecretaris voor kerkelijke
aangelegenheden, dr. Karei Hruza,
was er speciaal voor uit de coulis
sen getreden om deze blijde bood
schap te brengen. Het was riota
bene de eerste persconferentie, die
ooit in Tsjechoslowakije gehouden
was met als onderwerp de verhou
ding tussen kerk en staat.
Het gaat goed, het gaat zeer goed
met de kerk. Er zijn 1550 dominees
en 3310 priesters aan het werk.
Hun gemiddelde leeftijd is ongeveer
46 jaar. Er zijn 570 theologie-stu-
denten. Elk jaar komen er zo'n
honderd geestelijken bij. Het gaat
prima met de kerk. In Praag kan
met een gerust hart op 6 juli her
dacht worden dat de Praagse pries
ter en hervormer Johannes Hus 560
jaar geleden in Konstanz verbrand
werd.
Het klinkt als een idylle. Maar aan
mij knagen de namen van elf jon
ge predikanten, aan wie de preek-
bevoegdheid is ontnomen. Ze heb
ben eind vorig Jaar in onze krant
gestaan: Milos Rejchrt, Jan Dus,
Vladimir Slama, Alfred Kocab, Ja-
cub Trojan, Vladimir Kalus, Jaro-
mir Dus, Miroslav Rodr, Jiri Weber,
Petr Capek en Jan Simsa.
In 'In de Waagschaal' van 22 maart
schrijft een anonieme kenner van
Tsjechoslowakije dat deze elf theo
logen binnen de kerk van de Bo-
een bepaalde richting horen, de
Nieuwe Oriëntatie. Een groep theo-
theologen binnen de kerk van de Bo
heemse Broeders, die elkaar in de
YMCA gevonden hadden en samen
geluisterd hadden naar Karl Barth
en Josef Hromadka (overleden
kort na de Russische machtsover
name in Tsjechoslowakije in 1968).
Jonge theologen, die soms uit een
atheïstisch milieu afkomstig waren
en die vonden dat Christus ook in
een socialistisch land zoals Tsjecho
slowakije nog iets te betekenen heeft
voor de mensen. Voor alle mensen,
ook voor de marxisten en de 'onge
lovigen'. waar staatssecretaris Hru
za zo tróts over sprak.
Teveel gevraagd
Dat is kennelijk in het huidige
Tsjechoslowakije van de 'normali
satie' onder Hoesak teveel ge
vraagd. Het is best dat de christen
mensen in hun kerk van alles over
hun Christus te melden hebben,
maar wie doet alsof dat geloof ook
nog betekenis heeft, die kan alsof
dat geloof ook nog iets te beteke
nen heeft voor moderne mensen in
een maatschappelijke orde, die ge
leid wordt vanuit het principe van
het marxisme-leninisme, die is ge
vaarlijk op de preekstoel. Om het
eens in Nederlandse termen te zeg
gen: Jan van der Graaf kan er mee
door: Anton Dronkers moet de lik
in.
Mevrouw Bozena Komarkova, een
vróeger synodelid van de Boheemse
Broeders, schrijft blijkens het ge
noemde nummer van In de Waag
schaal: 'In de kerk is een scheiding
ontstaan op andere dan theologi
sche gronden. Meer dan een gene
ratie lang bestaan er naast eikaar
Johannus Hus
fundamentalisten, piëtisten, libera
len,- Barthianen, Hromadkisten en
Bultamannianen en zij hebben
nooit een gevaar voor de kerkelijke
eenheid opgeleverd'. Mevrouw Ko
markova gaat verder met te vertel
len dat de onenigheid is ontstaan
doordat de staatssecretaris voor
kerkelijke zaken begon met zijn
veldtocht tegen mensen van Nieu
we Oriëntatie. 'Het is betreurens
waardig, dat de Synodale Raad op
deze taktiek van het staatsbestuur
is Ingegaan'.
Na ditverwijt zegt mevrouw Ko
markova dat de synode onder druk
van - de machthebbers een eigen
'thaologie' hebben ontworpen en zij
zegt dat de kerk net als in de jaren
'50 verstrikt dreigt te raken in
half-waarheden en haar innerlijke
authenticiteit verliest.
'De kerk wordt op zo'n manier niet
gerad. De kerk is ook niet geroepen
om zichzelf te redden, maar om
getuigenis af te leggen over haar
Heer, en Hij is de Waarheid. Met
Zo'n dag na de feestdag doet i
altijd denken aan die koster die j
de vraag van een vreemdeling na
het aanvangsuur van de kerkdiei 1
een uur later opgaf dan op h
bord stond. Hij vond namelijk
de eigenlijke kerkdienst pas beg IT
wanneer de mensen de kerk uitgj q
gen naar huis. In zekere zin had!
groot gelijk. Na de bevrijdingsd
de dag daarna, begint het pas. D
zal blijken of we ons maar e
beetje hebben laten meenemen
een algemene roes van bevrijdini u;
herdenken of dat we begrepen he 1{
ben. Je kunt namelijk zo gemak! f
lijk formeel blijven. Je zegt in 1 -
algemeen wat over de dankbaarhi
jegens de bevrijders, de verplic
ting jegens hen die vielen, ma
- het komt er niet van om er gesta fs
aan te geven. Want aan woord Ju
alleen heeft niemand wat. Wat 1
tekent onze bevrijding voor z,
gang van zaken in ons eigen lac g
Zijn >we alleen bevrijd om iedere
zijn gang weer te laten gaan
hebben we nu oog gekregen voor g
voortdurende worsteling om werl i
lijke levensruimte voor iederee ji
Een liberale vrijheid is geen vr
heid. In de oorlog hebben vel
zich ingezet voor de onderligge ffl|
de onderduikers, de vervolgden. I in
zullen we vandaag moeten we; j,(
aan te wijzen. En hen te h'i
komen en dan met diezelfde o
baatzuchtigheid die het verzet va
kenmerkte, dus niet alleen voor 1
en leden van de eigen< club, ma d
voor mensen op aarde. De dag
het feest, dan ls het de vraag
alles een feest waard is. En b
antwoord op die vraag wordt v L
ons verwacht.
door Aldert Schipper
zijn naam al die half-waarheden te
verbinden, is blasfemie'.
Waartegen verzet mevrouw Kotnar-
kova zich? Wat houdt de nieuwe
'theologie' van het moment ln?
Punt 20 van het ln 1973 officieel
gepubliceerde stuk luidt: 'Wij gelo
ven, dat de meest eigenlijke dienst,
waardoor de wereld en de mensen
die daarin wonen geholpen worden,
de voorbede ls. Als het de taak
van de kerk is te bidden voor de
wereld en daarin te dienen, dan
moet ze zich daarin ook naar waar
heid en terzake kunnen oriënteren'.
In volgende punten sluit de kerk
zich aan bij de heersende maat
schappelijke orde, het socialisme en
keert zij zich tegen anarchisme
(het scheldwoord voor alles dat
echt radicaal links is). In het stuk
keert de kerk zich met name tegen
de zgn. innerweltliche (binnenwe-
reldse) theologie, die zich toelegt op
een maatschappelijke reorganisatie
van de wereld, ln de veronderstel
ling dat ze daarmee het koninkrijk
Gods realiseert'.
Het is alsof men bepaalde passages
leest, die afkomstig zijn uit het
Getuigenis, dat destijds in sommige
Nederlandse kringen nogal opgeld
deed en waarin ook stond: de
prediking der kerk (zal) de mensen
moeten oproepen tot persoonlijk
geloof en bekering. Maatschappelij
ke en politieke problemen kunnen
alleen op de rechte wijze worden
aangevat en opgelost, als de mens
persoonlijk door Christus gegrepen,
vernieuwd en veranderd is'.
Het staat er volgens meneer Hruza
met de kerk in Tsjechoslowakije
prima voor. Mensen die groot ge
worden zijn tijdens het schrikbe
wind van Gottwald en Novotny
onder wie ook dr. Karei Hruza zelf
hebben het weer voor het zeg
gen. De vredespriester, de patriarch
ze zijn er weer. Honderden aan
hangers van echt links, journalis
ten, politici, schrijvers, weten
schapsmensen en dominees hebben
hun baan verloren.
'Ik wil van alles weten' is een s
kinderboeken waarin op een sp<
manier verteld wordt over von
over geluiden, planten, dieren, i
tallen en kleuren, over hoe je
windmolen kimt maken
electricitelt opgewekt wordt. Via f
leriei spelletjes kunnen kind»
iets van natuurkundige proc*
leren, de zwaartekracht, ven
ping van water, hoe een magr
werkt enzovoorts. Erg leerzaam
lemaal, maar de boekjes stralen i
een soort 'knapste jongen van
klas-sfeer' uit. Een braaf aftrekfir
van Bram Vingerling, de held
Leonard Roggeveen die heel \t M
lezers inspireerde tot het, uitprob|n
ren van scheikundige proeven. I
het boekje over kleuren wordt i
de doeken gedaan hoe kleuren g
mengd kunnen worden, met i n
'trekker': wie weet, word je lat n(
wel een beroemd schilder. Het dr
me erg denken aan snoepjes die
een kind dat zijn huiswerk niet
maken, belooft. De serie is v
Amerikaanse oorsprong en worf,
uitgebracht door Deltos Elsevier
Amsterdam en BrusseL Prijs
deel 3.25.
Een erg mooi boekje over een!
verscheen bij Gottmer in Haarli
Het is het levensverhaal van
wilde eend, bewerkt door Harr
Laurey en geïllustreerd door Pau
ne Baynes. Het boekje beschri
het leven van eenden op een i
denpiasde paring,, het broeden,
gevaren die kleine en grote eend!
op de walkant en op het wat er
bedreigen. En dat alles ontzettaK
fraai geïllustreerd, niet alleen r' 1
mooi, maar ook voor kinderen
instructief, zoals de serie teken!
gen van het eendeëi waaruit
een kuikentje komt. De prijs
6.50.
Dezelfde Pauline Baynes illustra
de De avonturen van Tom Boml
dil, gedichten van Tolkien, vei
door Max Schuchart, uitgegevi
door Bert Bakker in Den Has
prijs 7.90. Het is een verzamel!
verhalende gedichten die van
Hobbits afkomstig zijn en dan
zeer tot de verbeelding van Tonkia
aanhangers zullen spreken, i
lijken een beetje op de gedichte le
die Lewis Carroll in Alice in Wo
derland opnam: sprookjes die i
leen zinvol zijn voor mensen die
sprookjes geloven. En dat zijn g
lukkig niet alleen kinderen,
vooral in het geval van Tolk!
ook erg veel grote mensen. De
romantische vertelsels uit een a:
dere wereld zijn tamelijk simp
maar wel-iri stijl met de gedicht!
geïllustreerd en erg knap vertaald.
Frangoise Blanchet ls de docht
van een gerenommeerde Parij
^hotelier en de echtgenote van
Nederlandse collega van haar t
der. Zelf leerde ze het vak op
hotelschool in Lausanne. Kortos
de meisjes en jongens boven de
die afvliegen op haar kookboek
'Wat doe ik met een ei?' (uit
Bruna, Utrecht, prijs 8.90) hal?
deskundige lectuur in huis. En n!
alleen dat: ze hebben een boek
voor zichzelf te pakken, wa?d
heel leuk en heel bevattelijk
aan de hand van veel gekleurö
tekeningen van Rinke Doornekan
verteld wordt wat Je allemaal .'t
een el kunt doen, wat voor leut
gerechten, je ermee kunt maken
wat voor lekkere toetjes. Mijn zoo
van tien heeft zich al met vrucl
op de lectuur van dit boekje gewot
pen. Er komen nog meer deeM
(over wat Je met een aardapp
kimt doen, met groenten, m'
vruchten) en het aardige is ook
een boekje als dit kan bevordere
dat jongens niet met een boog
de keuken heen lopen. Met and»
woordendat een starre rolverdf
ling doorbroken wordt.