Aandacht voor de kleine rne/n in het Réveil Kerk in de wereld Vandaag t I Dominee las het gedicht niet voor Niets aan de hand toch zeker Boeiende studie van dr. P. W. Holtrop Onze adressen Bisschop roept op tot samenwerking met VRR Kinderboeken TROÜW/KWARTÖT DINSDAG 6 MEI 1975 KERK/BINNENLAND door dr. \K. Elisabeth Kluit l Lange jaren is de invloed van het in de achttiende eeuw gestichte Deutsche Christentumsgesellschp.ft (D.C.G.), in Nederland nagenoeg doodgezwegen, terwijl we juist als we ons daarmee bezighouden iets meor te weten komen over 'de kleine man' in het Réveil. Nu ligt voor ons een boek dat volle aandacjht besteedt zowel aan het ontstaan van de D.C.G. f als aan de Nederlandse vèrtakkingen ervan. Hierover, en in verband hiermee over invloeden op het Réveil, op de lutherse en de hersteld lutherse kerk en op het ontstaan van het zendelinggenootschap te Rotter dam, h«»bben we nu een duidelijk en leesbaar verhaal, resultaat van een uiterst minutieus historisch en theologisch onderzoek. Bijbelstudie Dr. 'Holtrop begint zijn eerste hoofdstuk met de uitroep van ds. Pauluis Kind uit Chur; 'Gesegnet sey t'ftrlsperger! Gesegnet die Basle- rische und Londnische Gesell- schaC't.Johann August Urlsperger was i de grondlegger van het Deut sche/ Ohristentumsgesellschaft, als uitgangspunt voor de strijd tegen de nieuwlichterij van de 18e eeuw. Hij stuitte op veel tegenstand. Hij me<ijnde hulptroepen nodig te heb- Dr. Kohlbrugge ben en trachtte daarom een 'Ge selschaft' op te richten, maar vond ook hiervoor hulp noch instem ming. Toch begon heel langzaam bij de Duitse theologen een zwakke medewerking te groeien. Opnieuw schreef Urlsperger twee tractaten tot uitlegging van zijn ideeën. Het op te richten gezelschap zou zich moeten bezighouden met bijbelon derzoek en -verspreiding. Daarnaast moest een 'Akademie' opgericht worden, die zich moest wijden aan de allerhoogste wijsheid en zich moest richten op de doorgronding van het geheim der Triniteit om hierdoor licht, geluk en zaligheid onder de mensen te brengen. Na dit op schrift te hebben gesteld, nam hij zijn wandelstaf op en be gaf zich op reis om vrienden en begunstigers voor zijn plannen te vinden. Hij bereisde Duitsland, Zwitserland, Engeland en Neder land. In Bazel kwam een gezelschap tot stand, evenals tijdelijk in Lon den. Van de weidse plannen kwam weinig tot stand, feitelijk was slechts de 'Erbaulichkeit' over ge bleven. Het in Bazel gestichte Deutsche Christentumsgesellschaft had tal van kringen, 'Partlkularge- sellschaften', verspreid over geheel Duitsland, Duits-Zwitserland' en Nederland. Bazel was het middel punt en stond in voortdurende cor respondentie met de Partikular-Ge- sellschaften. Deze correspondentie werd ver- HOOFDKANTOOR: Nieuwe Zijds Voorburgwal 276-280, Amsterdam- Tel. 020-220383. Postbus 859. ROTTERDAM: Westblaak 9-11, Rotter dam. Tel. 010-115588. Postbus 948. DEN HAAG: Parkstraat 22, Den Haag. Tel. 070-469445. Postbus 101. LEIDEN: Steenstraat 37, Leiden. Tel. 071-31441. Postbus 76. DORDRECHT: Scheffersplein 1, Dor drecht. Tel. 078-33370. Postbus 118. GRONINGEN: Nieuwe Ebbingestr. 25. Groningen. Tel. 050-125307. Postbus 181. ZWOLLE: Melkmarkt 56, Zwolle. Tel. 05200-17030. Postbus 3. werkt ln de Protokollen en vanaf 1786 in het periodiek 'Sammlungen flir Liebhaber christlicher Wahrheit und Gottseligkeit'. Eerst de Proto kollen, later het periodiek werden trouw rondgezonden naar de1 ver schillende gezelschappen zodat men volkomen van eikaars streven en werken op de hoogte bleef. Ook v.an het werk: men ondersteunde de Oostenrijkse protestanten, zorgde voor de opvoeding van wezen, schonk aandacht aan het onderwijs en verspreidde christelijke lectuur. Men had oecumenische contacten met de Nennonieten, met de Evan gelical Revival in' de anglicaanse kerk, zelfs met de rooms-katholieke 'Erweckungsbewegung' in de Allg&u in Zuid-Duitsland. Handwerkslieden Dr. Holtrop geeft -ip zijn volgende hoofdstukken volle aandacht' aan het Amsterdamse PG. Ook uit soci ologisch oogpunt is hier veel inte ressants te vinden. Het is een groepje kleine zelfstandigen, dat samenkomt. Er is een meesterkleer maker, een beeldhouwer-spiegel- koopman met een eigen atelier, een meesterbakker, een gistkoopman, sen papierkoopman, eei^ waagdra ger, een dagloner. Het zijn van origine bijna allemaal Duitse hand werkslieden. Waarom waren deze mensen geëmigreerd? Dr. Holtrop legt verband tussen de ongunstige economische situatie in Noordwest- Duitsland, het verdwijnen van de textiel-industrieën in de kleinere Duitse steden en deze verhuizing naar Nederland, de schrijver somt kort de kaders op, waarbinnen het gezelschap ontstond. Duitsers van geboorte, lidmaten van de lutherse kerk, minder gegoeden. Hij geeft een beschrijving van de bijeenkom sten. De wederzijdse "Erbauung' stond op de voorgrond. Het was een open gezelschap dat veel contacten had. In dit verband spreekt Holtrop van de groep der 'evangellschen' waartoe hij ds. J. L. Verster, ds. C. Boers, M. Tydeman, Hlëronymus van Alphen, in bepaal den opzichten ook ds. M, Jorissen rekent. Contact was er natuurlijk ook met de elders in Nederland ontstane Partlkular Gesellschaften b.v. in Monnikendam, Harlingen. Meh had geregeld omgang met ver schillende lutherse en gereformeer de predikanten. Men onderhield een goede verstandhouding ihet de hern hutters. Dit alles wordt met veel détails, stoelend op uigebreide do cumentatie, verteld. Het Amster damse PG werd gemengd in de spanningen van de lutherse en her stelde lutherse gemeenten, zodat wij ook daar een goede kijk op krijgen. Bijzonder aardig en belangrijk is het hoofkstuk dat gewijd is aan de zending, beginnende met: 'het nieuwe missionaire élan dat tegen het einde der achttiende eeuw vooral door Engelse Impulsen in brede kringen in Europa en ook binnen het Ohristentumsgesell schaft ontwaakte, maakte zich ook meester van de kleinere kring van het Amsterdamse PG.' Op deze wij ze krijgen wij een gedocumenteerde geschiedenis van de oprichting en de eerste fase van het 'Neder- landsch Zendelinggenootschap' te Rotterdam. Wij ontdekken hierdoor betrekkingen, die wij niet kenden. Réveil De laatste twee hoofdstukken gaan over het Amsterdamse gezelschap en het RéveiJ. Hoofdpersoon vanuit het gezelschap is J. H. Albrecht. Hij was het, die contact had met het vroeg Rotterdamse Réveil en het Haagse, dit laatste door zijn "con tact met C. baron vgn Zuylen van Nijevelt. Albrecht was vermoedelijk ln 1782in Hessen geboren en op zesjarige leeftijd in Holland geko men. Hij werd gereformeerd en HANOI In een brief aan zijn priesters, katechisten en alle gelo vigen van zijn bisdom heeft de r.k. bisschop Ngoejen Kim Dien van Hoeé in Zuid-Vletnam zijn vreugde uitgesproken over het einde van de oorlog en opgeroepen tot samen werking met de voorlopige revoluti onaire regering. In zijn brief schrijft de bisschop: 'Voorbij Ls de tijd, waarin wij leef den in onrust en angst. De tijd, waarin elkaar verdachtten, waarin wij van elkaar gescheiden waren en elkaar haatten tot dodens toe. Wij moeten gezamenlijk de-goede God danken voor deze grote gunst'. De brief vervolgt: 'Het ts thans tijd, dat wij ln vreugde en blijheid steeds klaar staan om samen te werken met alle mensen van goede wil teneinde onder leiding van de VRR ons vaderland opnieuw op te bouwen, dat zoveel lijden en rouw heeft doorgemaakt, .opdat wij aan onze landgenoten vrijheid, rijkdom en geluk brengen'. Mevrouw U. Ph. Kohlbrugge- baronesse Verschi^er sloot zich na 1810. bij het Amster damse PG aan. Het gezelschap keerde zich tegen de tijdgeest en was zeer onder de in druk van de geschriften van Da Costa en Thellwall. Of er persoon lijk contact is geweest valt niet te zeggen. Bijzonder belangrijk wordt in de jaren 1830-1833 het contact van het gezelschap met Kohlbrugge en Laatsman. Albrecht vertaalde in 1830 en volgende jaren tal van preken van F. W. Krummacher uit Elberfeld, die ook in Réveilkringen druk gelezen werden. Het was ook Albrecht, die Kohlbrugge's preek over Rom. VII: 14 vertaalde. Origi neel en vertaling ontketenden een geweldig conflict onder de Réveil mensen. Reeds was het Amsterdamse gezel schap en met name Albrecht in levendig cohbact gekomen met ds. W. Laatsman en zijn Rhedense pa- ••och'cnen. Dankzij Holtrop's ge bruik van een tot nu toe onge bruikte bron nl. de correspondentie van Urseline Philippine baronesse van Verschuer (de latere 2e vrouw (oct. 1834) van Kohlbrugge), vin den wii in zijn boek eèn uitsteken de ickening van het veel geliefde en door anderen min of meer ge keesde Rheden. Al met al, het proefschrift van Pieter Nanne Hol trop biedt vele verrassingen. Wij, zijn er bijzonder blij mee en hopen' van harte dat het niet bij deze eerstelings-arbeid blijft. door A. J. Klei t Dr. M. Elisabeth Kluit, erelid van de stichting Het Revell-Archief, be spreekt: Tussen Piëtisme en Ré veil' (ondertitel: Het 'Deutsche Christentumsgesellschaft in Neder land, 1784-1833) door dr. P. N. Hol trop. Uitg. Rodopi NV, Keizers gracht 302-304, Amsterdam: 311 pag., prijs 38 gulden. De hierbij afgedrukte illustraties zijn overge nomen uit het boek. In 1785 kwam de Amsterdamse afdeling van het D.C.G. bijeen in de Barndesteeg, ten huize van G. S. Schuppius (vermoedelijk nr. 5, het hoogste huis rechts) fiet gebeurde kort na 1917 in een Gronings dorp vlak bij Spijk. Er was een reciteerwed- strijd. De dominee deed ook mee en zou een gedicht van Willem de Mérode voordragen. Opeens zag hij een boerenzoon uit Spijk onder zijn gehoor zitten. Hij schoot op hem af en zei: dit kan ik jou niet aandoen, ik verander mijn programma. Willem de Mérode was de (schuilnaam van de) broer van P. Keuning en deze P. Keuning had in 1917 de verhalenbundel 'Kinderen in verstand en in boosheid' uitgegeven, waarin hij de christelijke boeren van Spijk, het Noordgroriingse dorp waar zijn vader hoofdonderwijzer was, nogal behoorlijk in hun liberale hemd had gezet. De namen wa ren veranderd, dat wel, maar voor het overige was alles wat je noemt uit het volle leven gegre pen e*i niemand had moeite de door P. Keuning beschreven per sonen te, herkennen. De opwin ding en verontwaardiging erover waren zo groot, dat je zelfs in naburige dorpen niet straffeloos gedichten van familie van de schrijver kon voordragen. Dit verhaal haal ik achter uit de pas verschenen zesde druk van 'Kihderen in verstand en in boosheid' uit het uitgebreide na woord van drs. Hans Werkman, die de naam van Abraham Kuy- per Verkeerd spelt maar verder mooie verhalen over boek en au teur weggeeft. Zo krijgen we te horen dat P. Keuning geld heeft aangenomen van een der rijke en gelovige bo?ren uit Spijk en in ruil daarvoor het verhaal Ons 'gymnasiast', waarin deze boer zich had herkend, uit de volgen de drukken van zijn boek weg liet. Pas ln 1942 bij de vijfde, druk, kwam 'Kinderen in ver stand en in boosheid' weer com pleet op dé markt en het bewus te verhaal staat natuurlijk ook in deze zesde druk. Toen onlangs uitgeverij Bosch en Keuning te Baarn vijftig jaar bestond, heb ik in hooggestemd proza vermeld hoe bij mij thuis deze firma in aanzien stond vanwege de firmant P. Keuning. Mijn vader had ln Ui- rum bij P. Keuning (die zijn carrière als onderwijzer begon) ln de klas gezeten en bewonderde zeer diens 'Kinderen in verstand en in boosheid.' Hoewel hij (mijn vader) zonder^mankeren Colijn stemde, liep er toch een rood streepje door hem heen en dat kwam omdat hij net als Keuning iets had meegemaakt van de hardheid en hoogheid der Groningse boeren van weleer. Het verbaasde me, dat de nieuw ste druk van 'Kinderen in ver stand en iq boosheid' niet bij Bosch en Keuninguitkwam, maar dat de mensen van de Vuurbaak in Groningen en van T. Wever in Franeker ten gerie ve van deze heruitgave de res pectievelijk Wél- en niet-vrij ge maakte gereformeerde koppen bij elkaar gestoken hebben (hierover gesproken: in de ne gotie kan' meer dan in de kerk). Zou de (hervormde) directeur Aize de Visser van Bosch en Keuning dit geesteskind van zijn voorganger verloochenen? Bezorgd belde ik hem op. Ik vernam, dat Bosch en Keuning tegenwoordig geen roman? meer uitgeeft en uit het verdere ver- haal^van de heer De Visser over licentie en zo maakte ik op, dat de verhuizing van 'Kinderen in verstand en in boosheid' naar de Vuurbaak-Wever geen lelijke streek, maar juist een goeie daad was: anders was het boek onder het stof blijven liggen. Rest mij nu nog mee te delen dat Kinderen in verstand en in boosheid' 220 pagina's telt. teke ningen van Evert Musch bevat (hierboven staat er éen) en 19.50 kost. Uit het al genoemde nawoord geef ik nog door dat de Groningse bperen plachten te zeggen dat ze drie knechten hadden: 'aln ien 't goul, ain'op stoul, aln ln schoul', hetgeen zeggen wil dat zij op hun be drijf, in de kerk en in de school de baas waren. Het was toch even geruststellend te horén dat het nog steeds goed gaat met de kerk in Tsjechoslowakije. Er bestaan nog 18 verschillende kerk genootschappen. En alhoewel de meerderheid van de bevolking 'niet meer gelovig' is, krijgen de pries ters en predikanten van de staat per maand 1410 kronen salaris; on geveer de helft van het gemiddelde loon in Tsjechoslowrkije. Geruststellend nieuws allemaal. De staatssecretaris voor kerkelijke aangelegenheden, dr. Karei Hruza, was er speciaal voor uit de coulis sen getreden om deze blijde bood schap te brengen. Het was riota bene de eerste persconferentie, die ooit in Tsjechoslowakije gehouden was met als onderwerp de verhou ding tussen kerk en staat. Het gaat goed, het gaat zeer goed met de kerk. Er zijn 1550 dominees en 3310 priesters aan het werk. Hun gemiddelde leeftijd is ongeveer 46 jaar. Er zijn 570 theologie-stu- denten. Elk jaar komen er zo'n honderd geestelijken bij. Het gaat prima met de kerk. In Praag kan met een gerust hart op 6 juli her dacht worden dat de Praagse pries ter en hervormer Johannes Hus 560 jaar geleden in Konstanz verbrand werd. Het klinkt als een idylle. Maar aan mij knagen de namen van elf jon ge predikanten, aan wie de preek- bevoegdheid is ontnomen. Ze heb ben eind vorig Jaar in onze krant gestaan: Milos Rejchrt, Jan Dus, Vladimir Slama, Alfred Kocab, Ja- cub Trojan, Vladimir Kalus, Jaro- mir Dus, Miroslav Rodr, Jiri Weber, Petr Capek en Jan Simsa. In 'In de Waagschaal' van 22 maart schrijft een anonieme kenner van Tsjechoslowakije dat deze elf theo logen binnen de kerk van de Bo- een bepaalde richting horen, de Nieuwe Oriëntatie. Een groep theo- theologen binnen de kerk van de Bo heemse Broeders, die elkaar in de YMCA gevonden hadden en samen geluisterd hadden naar Karl Barth en Josef Hromadka (overleden kort na de Russische machtsover name in Tsjechoslowakije in 1968). Jonge theologen, die soms uit een atheïstisch milieu afkomstig waren en die vonden dat Christus ook in een socialistisch land zoals Tsjecho slowakije nog iets te betekenen heeft voor de mensen. Voor alle mensen, ook voor de marxisten en de 'onge lovigen'. waar staatssecretaris Hru za zo tróts over sprak. Teveel gevraagd Dat is kennelijk in het huidige Tsjechoslowakije van de 'normali satie' onder Hoesak teveel ge vraagd. Het is best dat de christen mensen in hun kerk van alles over hun Christus te melden hebben, maar wie doet alsof dat geloof ook nog betekenis heeft, die kan alsof dat geloof ook nog iets te beteke nen heeft voor moderne mensen in een maatschappelijke orde, die ge leid wordt vanuit het principe van het marxisme-leninisme, die is ge vaarlijk op de preekstoel. Om het eens in Nederlandse termen te zeg gen: Jan van der Graaf kan er mee door: Anton Dronkers moet de lik in. Mevrouw Bozena Komarkova, een vróeger synodelid van de Boheemse Broeders, schrijft blijkens het ge noemde nummer van In de Waag schaal: 'In de kerk is een scheiding ontstaan op andere dan theologi sche gronden. Meer dan een gene ratie lang bestaan er naast eikaar Johannus Hus fundamentalisten, piëtisten, libera len,- Barthianen, Hromadkisten en Bultamannianen en zij hebben nooit een gevaar voor de kerkelijke eenheid opgeleverd'. Mevrouw Ko markova gaat verder met te vertel len dat de onenigheid is ontstaan doordat de staatssecretaris voor kerkelijke zaken begon met zijn veldtocht tegen mensen van Nieu we Oriëntatie. 'Het is betreurens waardig, dat de Synodale Raad op deze taktiek van het staatsbestuur is Ingegaan'. Na ditverwijt zegt mevrouw Ko markova dat de synode onder druk van - de machthebbers een eigen 'thaologie' hebben ontworpen en zij zegt dat de kerk net als in de jaren '50 verstrikt dreigt te raken in half-waarheden en haar innerlijke authenticiteit verliest. 'De kerk wordt op zo'n manier niet gerad. De kerk is ook niet geroepen om zichzelf te redden, maar om getuigenis af te leggen over haar Heer, en Hij is de Waarheid. Met Zo'n dag na de feestdag doet i altijd denken aan die koster die j de vraag van een vreemdeling na het aanvangsuur van de kerkdiei 1 een uur later opgaf dan op h bord stond. Hij vond namelijk de eigenlijke kerkdienst pas beg IT wanneer de mensen de kerk uitgj q gen naar huis. In zekere zin had! groot gelijk. Na de bevrijdingsd de dag daarna, begint het pas. D zal blijken of we ons maar e beetje hebben laten meenemen een algemene roes van bevrijdini u; herdenken of dat we begrepen he 1{ ben. Je kunt namelijk zo gemak! f lijk formeel blijven. Je zegt in 1 - algemeen wat over de dankbaarhi jegens de bevrijders, de verplic ting jegens hen die vielen, ma - het komt er niet van om er gesta fs aan te geven. Want aan woord Ju alleen heeft niemand wat. Wat 1 tekent onze bevrijding voor z, gang van zaken in ons eigen lac g Zijn >we alleen bevrijd om iedere zijn gang weer te laten gaan hebben we nu oog gekregen voor g voortdurende worsteling om werl i lijke levensruimte voor iederee ji Een liberale vrijheid is geen vr heid. In de oorlog hebben vel zich ingezet voor de onderligge ffl| de onderduikers, de vervolgden. I in zullen we vandaag moeten we; j,( aan te wijzen. En hen te h'i komen en dan met diezelfde o baatzuchtigheid die het verzet va kenmerkte, dus niet alleen voor 1 en leden van de eigen< club, ma d voor mensen op aarde. De dag het feest, dan ls het de vraag alles een feest waard is. En b antwoord op die vraag wordt v L ons verwacht. door Aldert Schipper zijn naam al die half-waarheden te verbinden, is blasfemie'. Waartegen verzet mevrouw Kotnar- kova zich? Wat houdt de nieuwe 'theologie' van het moment ln? Punt 20 van het ln 1973 officieel gepubliceerde stuk luidt: 'Wij gelo ven, dat de meest eigenlijke dienst, waardoor de wereld en de mensen die daarin wonen geholpen worden, de voorbede ls. Als het de taak van de kerk is te bidden voor de wereld en daarin te dienen, dan moet ze zich daarin ook naar waar heid en terzake kunnen oriënteren'. In volgende punten sluit de kerk zich aan bij de heersende maat schappelijke orde, het socialisme en keert zij zich tegen anarchisme (het scheldwoord voor alles dat echt radicaal links is). In het stuk keert de kerk zich met name tegen de zgn. innerweltliche (binnenwe- reldse) theologie, die zich toelegt op een maatschappelijke reorganisatie van de wereld, ln de veronderstel ling dat ze daarmee het koninkrijk Gods realiseert'. Het is alsof men bepaalde passages leest, die afkomstig zijn uit het Getuigenis, dat destijds in sommige Nederlandse kringen nogal opgeld deed en waarin ook stond: de prediking der kerk (zal) de mensen moeten oproepen tot persoonlijk geloof en bekering. Maatschappelij ke en politieke problemen kunnen alleen op de rechte wijze worden aangevat en opgelost, als de mens persoonlijk door Christus gegrepen, vernieuwd en veranderd is'. Het staat er volgens meneer Hruza met de kerk in Tsjechoslowakije prima voor. Mensen die groot ge worden zijn tijdens het schrikbe wind van Gottwald en Novotny onder wie ook dr. Karei Hruza zelf hebben het weer voor het zeg gen. De vredespriester, de patriarch ze zijn er weer. Honderden aan hangers van echt links, journalis ten, politici, schrijvers, weten schapsmensen en dominees hebben hun baan verloren. 'Ik wil van alles weten' is een s kinderboeken waarin op een sp< manier verteld wordt over von over geluiden, planten, dieren, i tallen en kleuren, over hoe je windmolen kimt maken electricitelt opgewekt wordt. Via f leriei spelletjes kunnen kind» iets van natuurkundige proc* leren, de zwaartekracht, ven ping van water, hoe een magr werkt enzovoorts. Erg leerzaam lemaal, maar de boekjes stralen i een soort 'knapste jongen van klas-sfeer' uit. Een braaf aftrekfir van Bram Vingerling, de held Leonard Roggeveen die heel \t M lezers inspireerde tot het, uitprob|n ren van scheikundige proeven. I het boekje over kleuren wordt i de doeken gedaan hoe kleuren g mengd kunnen worden, met i n 'trekker': wie weet, word je lat n( wel een beroemd schilder. Het dr me erg denken aan snoepjes die een kind dat zijn huiswerk niet maken, belooft. De serie is v Amerikaanse oorsprong en worf, uitgebracht door Deltos Elsevier Amsterdam en BrusseL Prijs deel 3.25. Een erg mooi boekje over een! verscheen bij Gottmer in Haarli Het is het levensverhaal van wilde eend, bewerkt door Harr Laurey en geïllustreerd door Pau ne Baynes. Het boekje beschri het leven van eenden op een i denpiasde paring,, het broeden, gevaren die kleine en grote eend! op de walkant en op het wat er bedreigen. En dat alles ontzettaK fraai geïllustreerd, niet alleen r' 1 mooi, maar ook voor kinderen instructief, zoals de serie teken! gen van het eendeëi waaruit een kuikentje komt. De prijs 6.50. Dezelfde Pauline Baynes illustra de De avonturen van Tom Boml dil, gedichten van Tolkien, vei door Max Schuchart, uitgegevi door Bert Bakker in Den Has prijs 7.90. Het is een verzamel! verhalende gedichten die van Hobbits afkomstig zijn en dan zeer tot de verbeelding van Tonkia aanhangers zullen spreken, i lijken een beetje op de gedichte le die Lewis Carroll in Alice in Wo derland opnam: sprookjes die i leen zinvol zijn voor mensen die sprookjes geloven. En dat zijn g lukkig niet alleen kinderen, vooral in het geval van Tolk! ook erg veel grote mensen. De romantische vertelsels uit een a: dere wereld zijn tamelijk simp maar wel-iri stijl met de gedicht! geïllustreerd en erg knap vertaald. Frangoise Blanchet ls de docht van een gerenommeerde Parij ^hotelier en de echtgenote van Nederlandse collega van haar t der. Zelf leerde ze het vak op hotelschool in Lausanne. Kortos de meisjes en jongens boven de die afvliegen op haar kookboek 'Wat doe ik met een ei?' (uit Bruna, Utrecht, prijs 8.90) hal? deskundige lectuur in huis. En n! alleen dat: ze hebben een boek voor zichzelf te pakken, wa?d heel leuk en heel bevattelijk aan de hand van veel gekleurö tekeningen van Rinke Doornekan verteld wordt wat Je allemaal .'t een el kunt doen, wat voor leut gerechten, je ermee kunt maken wat voor lekkere toetjes. Mijn zoo van tien heeft zich al met vrucl op de lectuur van dit boekje gewot pen. Er komen nog meer deeM (over wat Je met een aardapp kimt doen, met groenten, m' vruchten) en het aardige is ook een boekje als dit kan bevordere dat jongens niet met een boog de keuken heen lopen. Met and» woordendat een starre rolverdf ling doorbroken wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2