Geschiedenis-studenten kijken vreemd aan tegen 5 mei-viering 'ALLES 00L VAN VREUGD' M Wat scholen eraan doen 'Op school wel over bevrijding praten maar dan in verband met wat vandaag gebeurt' Hoe Ina Boudier-Bakker de bevrijding beleefde: Stellingen 'De dingen die nu gebeuren staan veel dichter bij' Over oorlog gesproken Jan Wolkers Hans Koning meulenhoff amsterdam TROUW/KWARTET ZATERDAG 3 MEI 1975 BINNENLAND 15 ■jkiïïf 'Officiële viering suggereert dat we op een eiland van rust leven.' UTRECHT 'Op het Janskerkhof de intocht onzer bevrijders gezien. Het enthousiasme was over weldigend. Tanks met Tommies en overladen met meisjes en jongens met serpentines, bloemen en allen zingend. Toen de infanterie, de mannen in hun kakipakken slordig en los, om hun lijf hangend, zo totaal anders dan de gehate stijf en strak zittende keurige Duitse grijze uniformen, die ons vijf jaar lang hebben gekweld. Het zijn losse, zwierige jongens, één type, rood, moe, bezweet, lachend; blijkbaar hadden ze ver gelopen, en ze konden zich haast geen weg banen door de juichende opge wonden jeugd; met moeite kwamen ze vooruit. En daartussen weer de wagens vol jongens en meis jes, verpleegsters, alles dol van vreugd. Opeens speelde het muziekkorps der Engelsen het Wilhelmus en luid zongen we het mee, op het stampvolle Janskerkhof een prachtig moment. En alles over- schenen door een heerlijke meizon, 't Is warm weer opeens. De IJsheiligen zijn afgereisd.' Wat doen scholen aan de herdenking van de bevrijding? Drs. T. M. Gilhuis, wiens studenten hiernaast aan het woord zijn, vroeg het enkele scholen. Een school in Amersfoort: We hopen dat de geschiedenisleraar er aandacht aan besteedt. Een school in Doornniets. Een school in Dordt is een uitzondering. Daar is een oorlogsmonument in de buurt, waar elk jaar een krans gelegd wordt. Daar gaat ook een deputatie van de scholieren naar toe. Een Voorburgse school: als school doen we niks, in de klassen wordt er wel enige aandacht aan gegeven. Een school in Zwolle reageert ook zo. Daar hangt op de prikborden ook nog iets over de oorlog. Tenslotte een school in Amsterdam. In de hoogste klassen wordt de film over de kamparts van Auschwitz vertoond. Die wordt na afloop besproken. De jongere leerlingen krijgen een verzetsfilm te zien en hebben een vóórbespreking. Op deze manier beschreef Ina Bou dier-Bakker op de avond van de zevende mei 1945 hoe zij het einde van de Duitse bezetting onderging. In een gewoon schoolschrift met een grauw kaft legde zij haar emo ties vast. Zestien van deze schriften had zij al volgeschreven met deze oorlogsnotities. Dit was het zeven tiende en laatste. Op de dag dat de oorlog uitbrak, vrijdag 10 mei 1940, maakte mevrouw Boudier haar eer ste aantekeningen. Zij voelde toen al duidelijk aan dat er een bewo gen periode was aangebroken. Ruilm vijf jaar lang, tot september 1945, bleef de schrijfster dit merk waardige dagboek bijhouden, al leen maar met de bedoeling dat zij zelf later nog eens zou kunnen nalezen hoe het allemaal was ge gaan. Telkens als er een schrift vol was werd het verstopt. Na de oorlog borg mevrouw Boudier ze op een in een la van haar chiffonnière. Een schrift handelend over de periode 30 april - 18 november 1943 werd zo goed verstopt dat het spoorloos bleek te zijn toen mevrouw Boudier de schriften in 1945 uit kastjes en zelfs uit oude theepotjes tevoor schijn haalde. Aan niemand liet zij haar oorlogsaantekendngen lezen. Pas na haar overlijden, in december 1966, kwamen ze voor de dag en in bezit van Hans Edlnga, de man die de literaire nalaten schap van de schrijfster beheert. 'Ik heb dat dagboek toen vluchtig gelezen maar er verder niets mee gedaan. Vorig jaar, toen de vraag aan de orde kwam wat er moest worden gedaan aan de honderdste geboortedag van mevrouw Boudier ontstond het plan het oorlogsdag boek uit te geven. Ik ben toen alles gaan uittikken. Ongeveer een vijfde heb ik er uit gelaten. Dat betrof wat de uitgever (Van Kampen in Antwerpen), 'koffiepraatjes' noem de. Voor buitenstaanders waren die gedeelten ook weinig interessant', aldus Hans Edinga. Het dagboek, dat deze week uit komt. is authentiek. Hans Edinga door Piet Hagen 'Wat moet je op school over de bevrijding vertellen? Kinderen die nu op school zitten zijn nooit bevrijd. Je kunt ze hoog stens laten zien dat het niet vanzelfsprekend is te leven in vrede en vrijheid. Dat er overal in de wereld nog tegen het fa- cisme gevochten wordt. Dat ook onze eigen samenleving steeds weer bedreigd wordt door fas cistische tendenzen'. 1945 is lang geleden. De studenten die hier aan het woord zijn stude ren geschiedenis als hoofd- of bij vak aan de Vrije Universiteit. De meesten hebben hun kandidaats examen. Ze zijn een jaar of 22, geboren omstreeks 1953, acht jaar na de bevrijding. Ze kijken een beetje vreemd aan tegen het be vrijdingsritueel van de oudere ge neratie. Over een paar jaar staan ze zelf voor de klas. Dan moeten ze over de Tweede Wereldoorlog vertellen aan kinderen die er nog verder vanaf staan. Zelfs de ouders van die kinderen kunnen het niet meer uit eigen ervaring vertellen. Mis schien leeft opa nog. Maar dat is wel iets van heel vroeger. Wat doe je dan op school aan de herdenking van de bevrijding? Drs. T. M. Gilhuis, wetenschappe lijk hoofdmedewerker aan de Vrije Universiteit, heeft twee uur van zijn college didaktiek ingeruimd voor een gesprek over deze vraag. Het is een groep van ongeveer vijf tien studenten. Sommigen van hen zien nauwelijks de noodzaak om eens in de zoveel jaar de bevrijding te vieren. Maar als het dan toch gevierd wordt, dan vinden de mees ten wel dat de school daar ook iets aan moet doen. Meer omdat zo'n nationale feestdag nu eenmaal be staat, dan omdat ze het zelf zo voelen. Robert: 'De dingen die vandaag gebeuren staan veel dichter bij je De fascistische tendenzen die er nu zijn, dat is veel belangrijker voor ons. De oorlog in Vietnam. Daar voel je je meer bij betrokken. Als je over vrijheid moet praten, kun je het misschien beter over de Spaanse burgeroorlog hebben. Dat is in Spanje nog altijd actueel'. Ook Aad zegt zich meer betrokken te voelen bij de ellende in Vietnam dan bij het leed van de Tweede Wereldoorlog. Maar hij vindt '40-'45 zegt er over: 'Ik heb geen pogingen gedaan onnauwkeurigheden te cor rigeren. De oorlog was een tijd vol van geruchten, die je niet kon na trekken. Mevrouw Boudier noteerde hetgeen ze hoorde en meemaakte. Het is een fel dagboek. Het zal velen mogelijk te fel zijn, omdat zij na dertig jaar pleiten voor vergeten en vergeven. De schrijfster doopte haar pen om zo te zeggen in vitri ool. Maar met klassieke deernis be schreef zij de grote catastrofen in het wereldgebeuren en de te rugsdag ervan op ons eigen geteis terde land. In die tijd fungeerde zij, al publiceerde zij niet, eigenlijk als het geweten van ons volk'. 'Verslagen' Het oorlogsdagboek van mevrouw Boudier, dat als titel kreeg 'Met de tanden op elkaar' is boeiende lec tuur; persoonlijk vind ik het het meest pakkende boek dat zij heeft geschreven en zo zal het denk ik velen vergaan. Telkens Is er een toch wel onthullend voor de on menselijkheid waartoe het fascisme de mens kan brengen. Het zijn de uiterste consequenties van een systeem dat de mens ondergeschikt maakt aan de massa. Het is een gevaar dat ons ook nu nog be dreigt, zowel van rechts als van links. Aan de ene kant de TROS- mentaliteit, waardoor de mensen in Voor het gesprek dat hier naast staat afgedrukt had een van de studenten, Johan Sturm, een aantal stellingen op papier gezet. Hier volgen er twee: Zolang elders in de wereld op dit moment groepen bezig zijn om hun bevrijding te be werken, moet het vrijblijvend 'vieren' van onze bevrijding in het verleden en de eenzij dige historische aandacht voor '40-'45 als misplaatst na tionalisme, kortzichtig groepscentrisme en als gebrek aan realiteitszin, solidariteit en medemenselijkheid worden beschouwd. 5-mei-vieringen zoals we die vaak op scholen zien moeten als niet meer aan sprekend en verwerpelijk be schouwd worden; wel is 5-mei nog één van de (duidelijkste) handvaten om de algemene problematiek van oorlog, fas cisme en verzet aan te vat ten. herkennen van situaties, die velen aan den lijve hebben ondervonden. We kunnen lezen hoe mevrouw Boudiier de Nederlandse overgave beschrijft op 14 mei 1940. 'Het is half zeven geworden. Daar komt door de radio de tijding van de opperbevelhebber Winkelman: 'Het Nederlandse leger legt overal de wapens neer'. We zitten doodstil. Verpletterd. Het onheil hangt om en over ons waaruit onze verwe zen gedachten als opgejaagd fiad-t derende vogels een weg zoeken Dan klikt voor 't laatst in die stilte het Wilhelmus. Lied des lijdens en der glorie. Een afscheidsgroet. Wij zitten verslagen en wanhopig, kun nen het niet geloven'. Mevrouw Boudier heeft oog voor details. Op 19 mei 1940 noteert zij: 'Het Is een meimaand zo verrukke lijk mooi als ik me niet herinner. Het Is alsof de natuur een troost wil bieden voor zoveel leed. De serlingen bloeien, de blauwe regen, het gouden regentje ook gele en rode tulpen en alles onder een strakblauwe hemel en stralende zon'. Reuzenhamer... Op donderdag 27 jund 1940 gaat de schrijfster op bezoek bij een vrien din in Hiilegersberg en ziet dan het verwoeste Rotterdam. 'Wat er van Rotterdam is overgebleven is niet te beschrijven. Ik kon alleen maar stom toekijken en er gebeurde iets in me. dat ik niet kende. Het is alsof een reuzenhamer met verplet terende slagen een speelgoeddoos tot gruis heeft geslagen'. In haar woning aan de Oudegracht in Utrecht ondergaat Ina Boudier het invoeren van de distributie en het arresteren van bekende landge noten. 'Ik overweeg, of ik niet een koffertje pakken zal, want ze ko men onverwacht, soms half In de nacht en dan heb je geen hoofd om alles te bedenken', schrijft zijnde vijfde oktober 1940. In februari 1941 worden de berichten over de eerste jodenrazzia's in de hoofdstad genoteerd. De kranten zijn niet meer te lezen. Zestaan vol met kolommen over Hitlers verjaardag. Walgelijk kruiperige stukken' (21 april 1941). Een week later: Utrecht is een verlaten, doodstille stad geworden. Ik kwam ontdaan thuis. Nu pas heb ik begrepen wat er in elf maanden van ons arme land geworden is. Een uitgeplun derd, leeggestolen, vernield en ver trapt land'. Soms zijn het kleine aantekenin gen, die veelzeggend zijn: 'Er mo gen zaterdag geen oranje bloemen slaap gesust worden, waardoor ze een 'american way of life' krijgen opgedrongen, zodat ze niet meer hoeven na te denken. Aad ziet dat gevaar ook bij uiterst links, t voorbeeld bij de CPN, waarin de partij heerst over de mening van het individu. Er ontspint zich een hele discussie over de vraag wat precies fascisme is en welke gevaren de Nederlandse samenleving nu bedreigen. Sommi gen denken vooral aan het bolwerk van Telegraaf en TROS. Anderen zien het gevaar in het economisch- polltieke systeem van de kapitalis tische wereld. Buiten Nederland is de vijand ge makkelijker te lokaliseren. Franco in Spanje, de Amerikanen in Cam bodja en Vietnam, de fascisten in Italië. Voor de meesten is dat reë ler dan de Tweede Wereldoorlog. Je zou kunnen zeggen dat de Twee de Wereldoorlog toch van een an dere orde is geweest dan bijvoor beeld de oorlog in Vietnam. Je kunt de beestachtigheid van gaska mers niet gaan vergelijken met de wreedheid van napalm en fragmen- tatiebómmen. Maar misschien kun je toch zeggen dat het nihilisme van de nazi's zijn weerga niet ge kend heeft. Daarom zou juist deze oorlog voor volgende generaties een waarschuwend voorbeeld moeten blijven. Dat brengt Gilhuis in het midden. 'De Tweede Wereldoorlog was een strijd tegen het afgronde- lijkste heidendom', zegt hij. 'Daar om moet je erover blijven praten. Deze oorlog is het voorbeeld van de ergste onmenselijkheid. Daarom moet al het onderwijs gericht zijn op de humanisering van het leven. En dan zeg ik er bij: Die humani sering komt niet uit de mens zelf, maar uit God'. 'Boze macht'? Toch is dit een manier van spreken over de Tweede Wereldoorlog die niet ieder van de studenten kan navoelen. Is het werkelijk waar dat worden verkocht'. (28 augustus 1941); 'Het is alles zo somber. Die vreselijke angst, waaronder Joden leven en voor ons de schaamte dat we er niets tegen kunnen doen'. (24 oktober 1941) en óp 25 novem ber 1941, na het instellen van de Cultuurkamer: 'Het is een wonder lijk gevoel bijna veertig jaar ge schreven te hebben en dan opeens niet meer te mogen schrijven van een prul van een mens. Liever schrijf ik nooit meer één letter dan dat ik me bij dat uitvaagsel zou aansluiten'. Wanhopig Diep begaan is mevrouw Boudier met onze Joodse landgenoten. Op 16 juli 1942 zegt ze: 'Ik werd gister avond in bed haast wanhopig over zoveel leed. Mijn God, wanneer is 't einde. Dit is te erg, die arme kléine kinderen en die radeloze ouders'. het in '40-'45 ging tegen een soort Boze Macht? Zou deze oorlog ver schrikkelijker zijn dan alle andere oorlogen? Het voornaamste motief om er eens in de vijf jaar op school extra aandacht aan te besteden is voor deze studenten toch dat de Tweede Wereldoorlog nog altijd doorwerkt in het heden. Phil: 'Met name bij de oudere generatie merk je dat heel sterk. Je kunt geen politieke discussie voeren, of er is wel ie mand die teruggrijpt naar '40-'45'. Tegelijkertijd zijn de meesten erg huiverig voor de herdenkingsroes die om de vijfde mei hangt. Wam mes zegt: 'Al die films over het oorlogsverleden die de televisie om streeks 4 mei vertoont, dat hoeft voor mij niet als je de rest van het jaar alleen maar onzin op het scherm krijgt'. Datzelfde vinden de meesten ook van een al te nadruk kelijke herdenking van 5 mei in schoolverband. Als het nodig is op 5 mei over de Tweede Wereldoorlog Op 27 juli schrijft zij: "t Is om gek te worden. Er is niets menselijks meer aan'. De 18e augustus 1942 moesten de zoons van de Joodse buren van de Boudiers naar het kamp in Westerbork met hun vrou wen. Ina Boudier ging afscheid ne men en vermeldt er Ln haar dag boek over: 'Ik kon er niet overheen en ben de hele dag doodsbedroefd geweest, 's AVonds zijn ze wegge trokken: om acht uur trokken ze langs de grachten, de straten, met hun bundeltje, sommigen schreiend, anderen zich goed houdend we tend: de dood tegemoet'. In haar dagboek vertelt Ina Bou dier af en toe ook iets over het stijgen van de prijzen. 'Ze geven nu voor een pond thee 112 gulden (13 januari 1944) en twee dagen later: 'Voor vijf pond spek 125 gulden, voor een half pond thee 112,50'. Op 21 februari kost een kg thee al zeshonderd gulden. te beginnen, deugt de rest van het onderwijs niet. De meesten zouden de bevrijding wel aan de orde stellen, maar dan vooral met het doel om Iets te laten zien van wat er ook vandaag aan de hand is in de wereld. En alsjeblieft niet in de geest van de officiële herdenkingen die we ge wend zijn. Fred: 'Die herdenkingeh ademen een geest van triomfalisme. Ze suggereren dat '45 de afsluiting is van een glorierijke periode waar we als helden uit tevoorschijn ge komen zijn'. Wim: 'Je moet iets laten zien van de voorlopigheid van de vrede. Dat we in Nederland op een eiland van rust leven. Wat we eigenlijk doen met die vrede. Dat we een tot de tanden bewapende NAVO hebben, met een kernmacht die de hele wereld kan laten ontploffen'. Helène: 'Door onze welvaart zijn we afgestompt. Aan de dagelijkse t.v.-beelden van oorlogen elders wen Je. Om de verschrikkingen van een oorlog dichtermij te brengen, kun je scholieren laten praten met oudere mensen'. Wlm: 'Ik zou mezelf ervoor moeten hoeden niet te pessimistisch te zijn. Als ik er aan denk, dat we atoom wapens hebben om alles op aarde te vernietigen. En aan de andere kant het conventionele geweld dat je dageljks op de televisie ziet. Ik vind het zelf moeilijk te verwerken. Het is allemaal zinoos'. door Fred Lammers Als op 6 Jund 1944 de invasie in Normandië is begonnen krijgt ook mevrouw Boudier nieuwe hoop. In haar dagboek beschrijft ze de gang van zaken nauwkeurig. Op 12 sep tember tekent ze een róód-wit blauw-vlaggetje iin haar oorlogsdag boek omdat de Engelsen en Ameri kanen in Nederland zijn. 'Eindelijk! Eindelijk! De spanning werd deze hele week ondragelijk. Iedereen is opgewonden over het grote nieuws. Een strakblauwe lucht en stralende zonneschijn verwelkomt de bevrij ders'. Het zal nog zeven maanden duren eer de bevrijding een feit wordt. Op 3 oktober 1944 schrijft Ina Boudier triest: 'Ik hoop niet meer op een mooi najaar. Ik hoop op niets meer. Ik zie een donkere, ijzige koude, nlieuwe oorlogswinter, zon der voedsel tegemoet'. In de daar opvolgende maanden verhaalt Ina Boudier over de vele razzia's, de geruchten die vaak niet blijken te kloppen en de toenemende voedsel schaarste. De Boudiers slaagden er in zwart nog het een en ander te kopen en deelden het weinige dat ze wisten te bemachtigen met an deren. Welke taferelen aich in de hongerwinter zoal afspeelden typeert hetgeen zaterdag 27 januari 1945 in het schrift van mevrouw Boudiier werd genoteerd: 'Onze pia nostemmer huilde of we niet wat eten voor hem hadden: ze hadden gisteren en vandaag niets gegeten, niets ln huls. Met een pond rogge ging hij een beetje getroost weg. Wat is dat voor een leven geworden hier'. Brood... Op 8 februari: "Deze hele morgen lopen mensen en kinderen de deur plat om brood of eten, wat wij ook niiet hebben' en op 19 februari: 'Vanmiddag liep dk op de gracht en zag een man en een jongetje bede len om brood, huis aan huis. Het kind riep: 'Hier zijn ze ook al weer niet thuis vader'. Hoevelen bellen zo vergeefs. Ik had gelukkig nog twee boterhammen te geven. Maar ach dat kind, dat stemmetje. Ik- heb er vannacht om liggen huilen'. Dan komt als de nood het hoogste is de hulp uit de lucht: de voedsel- droppings. Woensdag 2 mei geeft Ina Boudier er een roerende be schrijving van: 'Ik zag hoe in het westen een regen pakketten uitge worpen werd, zag ze ln schuine richting vallen. De tranen Hepen over mijn gezicht bij 't horen en zien van zoveel blijdschap om dat voedsel uit de lucht. Het is een onbegrijpelijk gelukkige dag'. De bevrijding wordt eindelijk wer kelijkheid. Dinsdag 8 mei 1945 schrijft mevrouw Boudier ln haar schrift: 'Nu ls afgekondigd de vrede voor héél Europa. Goddank, einde lijk aan de afschuwelijke broeder moord een t-ind'. 'De Engelsen en Amerikanen zijn bij Eindhoven in ons land. Eindelijk! Eindelijk!, noteerde Ina Bou dier op 12 september 1945 in haar dagboek. Op die gloriedag tekende zij er een vlaggetje bij. (ADVERTENTIE) Kort Amerikaans De Walgvogel Het aards tekort Ina Boudier-Bakker: reuzenhamer op Rotterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 15