De laatste maanden in het jappenkamp de moeilijkste M 'We wisten eind juni pas dat Nederland bevrijd was' J. Presser De nacht der Girondijnen meulenhoff amsterdam VERZETSBOEKEN VAN UITZONDERLIJK GEHALTE! EEN GRONINGER PASTORIE IN DE STORM burgemeester in bezettingstijd p BURGEMEESTER IN BEZETTINGSTIJD UITGEVERIJ T. WEVER B.V. ANTWOORDNUMMER 5 FRANEKER TE MOGEN LEVEN EEN MENS IN HAATUNIFGRM BON TROUW/KWARTET ZATERDAG 3 MEI 1975 BINNENLAND 10 door Jan Brokken Mevrouw A- H. Joustra (78), oud-hoofd van de Indische afde ling van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, was met een korte onderbreking van mei 1943 tot september 1945 leidster van het vrouwenkamp Kampili op Celebes. Zij vertelde onze verslaggever enkele persoonlijke herinneringen aan de laatste maanden van de oorlog- Voor de tienduizenden Nederlanders in Indië kwam het einde van de oorlog pas op 17 augustus 1945. De laatste vier maanden waren voor deze Nederlanders, die door de Japanners in internerings kampen waren ondergebracht, de zwaarste en de moeilijkste. In Kampili zaten 1653 personen: drie mannen, een arts, een dommee en een pastoor, ruim achthonderd vrouwen en ruim achthonderd kin deren. Het kamp lag twintig kilo meter van Makassar, tussen de sa wa's, ver van de hoofdwegen, totaal afgezonderd van de buitenwereld. De vrouwen vernamen anderhalf jaar lang niets over' het verloop van de oorlog, want de Japanners vertelden hun daarover nooit iets en het duurde tot eind 1944 voor de geallieerde vliegtuigen van tijd tot tijd enkele pamfletten boven het kamp uitwierpen. Van hun man nen, die tientallen of soms zelfs honderden kilometers verder in an dere kampen zaten, kregen de vrouwen zelden een levensteken. Een enkele keer ontvingen zij via de Japanners van hun echtgenoot een briefje met de mededeling dat hij het goed maakte. Maar omdat alle mannen in de briefjes schre ven dat zij het goed maakten, ge loofde geen enkele vrouw dat op den duur meer. Die onwetendheid over wat er elders gebeurde maakte de kampbewoonsters soms radeloos. Niet het slechte voedsel, niet de harde arbeid op de rijstvelden, niet de dysenterie of andere infectie ziekten. maar het isolement deed het moreel van de vrouwen vooral in dat laatste jaar sterk zakken. Mevrouw Joustra: 'Tijdens de laat ste maanden is een aantal vrouwen krankzinnig geworden'. Pas in oktober 1944 vonden enkele kampbewoonsters pamfletten waar in vermeld stond dat de geallieer den op 17 september 1944 de Ne derlandse grens waren overgesto ken. Mevrouw Joustra: 'Wij hadden toen de indruk dat Nederland spoe dig bevrijd zou zijn'. Op een ander pamflet stond een kaartje afge drukt waarop was aangegeven wel ke gebieden in Oost-Azië al bevrijd waren. De hoop op een snel einde van de oorlog werd bij mevrouw Joustra door een volgend pamflet de bodem ingeslagen. In december vond ie mand tussen het brandhout een vlugschrift waarop melding werd gemaakt van het Ardennen-offen sief. Slechts enkele mensen in het kamp zijn op de hoogte geweest van de inhoud van dit pamflet. Me vrouw Joustra: 'Wij vermoedden namelijk dat de geallieerden aan de Nederlandse kust geland waren en dwars door Nederland naar Duits land waren getrokken. In de Ar dennen, zo veronderstelden wij. waren zij door de Duitsers terugge slagen. Van Nederland zou wel niet veel meer over zijn, dachten wij en daarom vertelden wij niets aan de kampbewoonsters'. Het zou een half jaar duren eer de kampbewoonsters uit een bizar feit concludeerden dat de oorlog een voor Nederland gunstige wending had genomen. De Japanners beva len dat er een sociëteit moest wor den ingericht waarin de geïnter- (ADVERTENTIE) fraaie heruitgave een monument van literatuur en geschiedenis - Dagblad van htt Oosten dit ontegenzeggelijke knap geschreven verhaal roept zo hallucinerend een afgrijselijke atmosfeer op - Vrij Nederland Deze beschreven werkelijkheid in Westerbork is een spiegel voor onze hele menselijke samenleving - op bepaalde en beslissende momenten. - K.H. Kroon in De Groene Amsterdammer Meulenhoff Editie E 372, 96 blz. Na het Amerikaanse bombardement van 23 juli 1945 halen enkele geïnter neerden nog enige spulletjes uit de smeulende resten van het vrouwen kamp Kampili op Celebes. Van 'Kampali' was na bombardement niets meer heel neerden zich groepsgewijs konden verpozen. Mevrouw Joustra: 'Wij vonden dit een vreemd gebaar, wij zagen het als een soort vleierijvan de Japanners en begrepen hieruit dat het goed ging met de oorlog. Na diit optimisme kwam de kater. In de maand juni begon het grote lucht-offensief boven Celebes. Kampili lag op vijf kilometer af stand van een Japans vliegveld en keer op keer werd deze vliegbasis door de geallieerden aangevallen. Talloze malen drongen bomsplin- ters het kamp binnen. De Japanse kampcommandant was zo humaan geweest loopgraven te laten aanleg gen. Half juni wilde een aantal vrouwen plotseling de loopgraven niet meer in. Voor de tweede maal was in het kamp hondsdolheid uitgebroken, 's Middags was een dolle hond het kamp doorgerend en had enkele kinderen en vrouwen gebeten. In het kamp was natuurlijk geen se rum aanwezig: een beet van een dolle hond betekende een langzame en vreselijke dood. In de loodsen konden de vrouwen nog op een hoog bed vluchten voor de dolle hond. maar in de loopgraven kon men geen kant meer uit. Daarom bleef die avond na het luchtalarm een aantal vrouwen in de loods. Op dezelfde avond trokken een paar vrouwen zonder dat iemand dat wist met bamboestokken in de hand er op uit. Zij vonden de hond en vielen hem aan. De kleine, witte hond beet de vrouwen enkele ma len. Na enige tijd kregen zij het dier te pakken en wurgden hem. Eén van deze vrouwen is aan hondsdolheid overleden, een ander raakte bij het bombardement ern stig gewond en overleed later. Pamfletten Eind juni dwarrelden tientallen pamfletten op het kamp, pamflet ten in een oranje kleur met een foto van koningin Wilhelmina on deraan een vliegtuigtrap. Onder de foto was gedrukt: 'Koningin Wil helmina terug in het vaderland'. Mevrouw Joustra: 'Dat was voor ons een geweldige ervaring. Wij wisten eind juni dus dat Nederland vrij was'. Voor de geïnterneerden was de oorlog echter nog lang niet afgelopen. Het meest tragische hoofdstuk uit de geschiedenis van het kamp moest nog begtinnen. Mevrouw Joustra liep op 23 juli samen met de pastoor naar het kampschooltje, waar zij Franse les gaf. 'We hoorden het geronk van vliegtuigen, keken naar boven en telden 26 Amerikaanse bommen werpers. Eén van die vliegtuigen liet een lange sliert rook achter. 'Wat zou dat zijn', vroeg ik aan de pastoor. 'Oh', zei hij. 'die heeft een vuile motor'. Hoe konden wij zo onnozel zijn. Dat vliegtuiig gaf met die rooksliert natuurlijk aan waar zo dadelijk de bommen gegooid moesten worden: recht boven ons kamp. Even later ging het luchta larm. De vliegtuigen kwamen terug. Opeens hoorde ik een meisje roe- Noodkamp mocht worden en dat iedereen tot nader order in het kamp moest blijven. Daarna werd het stil. Na enkele minuten hief iemand het Wilhelmus aan en alle vrouwen en kinderen zongen het mee. Daarna werd het weer stil tot het protes tantse koor het gezang 'Dankt, dankt nu allen God' aanvling. 'Dat was het ontroerendste moment uit mijn leven', vertelde een oud- kampbewoonster mijn moeder mij. De meeste vrouwen en kinderen bleven nog een maand in het kamp. Op 26 september verliet me vrouw Joustra als laatste bewoon ster het kamp. Die laatste maand was volgens mevrouw Joustra de naarste, ornaat de ellende die toen kwam, niet veroorzaakt werd door de vijand, maar door de mensen 'die ons lief hadden moeten heb ben'. Die mensen, dat waren Neder landers en Engelsen. Over deze pe riode wil mevrouw Joustra niets kwijt. Op zachte toon zegt zij al leen dit: 'Ik heb toen begrepen waarom in het Engels ik met een hoofdletter wordt geschreven'. De kampcommandant wilde van Kampili een modelkamp maken, omdat hij wist dat hoge Japanse officieren regelmatig op bezoek kwamen. Desondanks sidderden de 1653 gevangenen iedere morgen op het appèl voor de commandant, die een zeer opvliegend karakter had. Op de foto: een bezoek van Japanse officieren. De gevan genen moesten streng in de houding staan. (ADVERTENTIE) pen: het kamp brandt. Ik riep dat iedereen het kamp moest verlaten, het ravijn in. Ik keek om me heen en zag dat het kamp als een fakkel brandde. Iedereen vluchtte de sa wa's in. Achter ons hoorden wij opnieuw het geronk van vliegtuig motoren. Een tweede aanval werd uitgevoerd. Tientallen brandbom men daalden op het kamp neer. Door de snelle vlucht raakten slechts negen mensen zwaar ge wond. Van die negen zijn er later vijf overleden'. Mevrouw Joustra veronderstelt dat de Amerikanen Kampili bij vergis sing gebombardeerd hebben. De Amerikanen hebben later nooit of ficieel willen toegeven dat zij Kam- piili aangevallen hadden. 'Wij heb ben na de oorlog om uitleg ge vraagd maar wij hebben nooit een bevredigend antwoord gekregen'. Er is, zo zegt mevrouw Joustra, vrijwel zeker sprake geweest van een coör- dinatiefout. Ruim een week voor de bombardementen scheerden drie geallieerde toestellen zeer laag over het kamp heen. Zij moeten toen gezien hebben dat onder zich een vrouwenkamp bevond. Maar deze toestellen kwamen van bases op Borneo terwijl de Amerikanen, het kamp bombardeerden, vermoedelijk uit Australië kwamen. Na het bombardement werd het kamp overgebracht naar een nood kamp dat op een kwartier gaans van het oude Kampili lag. Op 25 juli volgde een tweede bombarde ment op het oude kamp. Na dit bombardement was er van het kamp niets meer heel. Na de 25ste juli is met de wederopbouw van het oude kamp begonnen en tegen de tijd dat het kamp geluiquideerd werd, waren de meeste vrouwen en kinderen weer naar het oude Kam pili overgebracht. Het einde van de oorlog kwam voor de geïnterneerden in Kampili toch vrij onverwacht. Op 17 augustus kwam een auto het kamp binnen rijden. Mevrouw Joustra moest sa men met de kampcommandant Ja- madji (toen 27 jaar oud) en een andere officier mee naar Makassar. De vrouwen dachten dat de moedi ge mevrouw Joustra, die er niet voor terugschrikte de Japanners de waarheid te zeggen, (dat hoorde ik van oud-kampbewoonsters) voor goed zou worden weggevoerd. Me vrouw Joustra verkeerde zelf in de veronderstelling dat de Japanners haar in Makassar zouden meedelen dat de geïntereneerden per boot naar Java zouden worden overge bracht omdat Kampili in de vuurli nies was komen te liggen. Omdat geen enkel schip meer heelhuids door de Indische wateren kwam besloot mevrouw Joustra dit bij voorbaat te weigeren. In Makassar vertelde een Japanse admiraal haar echter dat de vijandelijkheden ge staakt waren. Terug in het kamp riep comman dant Jamadji (hij kwam in 1970 in Tokio bij een verkeersongeluk om het leven) de geïnterneerden op de grote weide samen. Hij prevelde met gebogen hoofd iets onverstaan baars. Vervolgens vroeg hij of me vrouw Joustra het bericht bekend wtilde maken. Zij klom op een stoel en zei dat de vijandelijkheden ge staakt waren, dat op bevel van de Japanners en in verband met de vijandige houding van de bevolking de Nederlandse vlag niet gehesen De geïnterneerden aan het werk. Onder de golf van oorlogs- en verzetsliteratuur waarmee ons land in deze herdenkingsvolle dagen wordt overspoeld, nemen onderstaande uitgaven een bijzondere plaats in, omdat daarin het christelijk getuigenis centraal staat. Deze boeken zijn boven dien van uitzonderlijk gehalte (de voortreffelijke recensies en vele herdrukken bewijzen het!) en verdienen dan ook uw bijzon dere aandacht. oen Groninger pastorie Ia tie storm J. A. ADER-APPELS Omvang 366 tekstpagina's en 8 bladzijden foto's. In fraaie gebonden uitvoering met geplastificeerd stofomslag in vierkleurendruk. Prijs 17,50. Van dit prachtige boek, waarin mevrouw Ader de verzetsstrijd beschrijft van haar man, wijlen Ds. B. J. ADER, die honderden Joodse land genoten een schuilplaats bezorgde en tenslotte zelf gefusilleerd werd, verschijnt deze maand de NEGENDE DRUK! Dr. J. J. BUSKES zei van dit boek: 'Zeer nuchter en reëel, maar juist daardoor bovenmate boeiend. Alleen al de brieven die Ds. Ader vanuit de gevangenis aan zijn vrouw schreef, maken voor mij dit boek tot een kostbaar bezit Aan kerkelijken en niet-kerkelijken, gelovigen en niet-gelovigen van harte aanbevolen!' En TROUW schreef: 'Een aangrijpend en 'sterk' boek sterk door het getuigenis van het geloof in Jezus Christus Het is als veel verzets poëzie, sober, op het kinderlijke af, en misschien juist daardoor zó aan grijpend, dat het ons stil maakt Dit mag ons volk nooit vergeten!' i*- "-1-- J. J. G. BOOT Met een woord vooraf van Prof. Dr. L. de Jong. Derde druk, 416 pagina's. Paperback 9,90 (incl. porto) De heer Boot, laatstelijk burgemeester van de gemeente Hilversum, was geen man die van schipperen hield, maar hij achtte het toch zijn plicht zo lang mogelijk in functie te blijven om. op die wijze zijn gemeente naren tot steun te zijn. In dit boek zijn de aantekeningen gebundeld die hij in die periode heeft bijgehouden. Dat van dit ongewoon boeiende dokument een DERDE DRUK nodig bleek, spreekt boekdelen. 'Van grote historische waarde onopgesmukt en zonder enige bij bedoeling, in alle nuchterheid, eenvoud (en strijdbaarheid!) geschre ven Er is mij geen andere publikatie bekend waaruit zo duidelijk en zo treffend de problematiek toch altijd in de eerste plaats de ge- wetensproblematiek spreekt van de ambtsdrager in de periode van de nationaal-socialistische bezetting'. (Prof. Dr. L. de Jong in zijn WOORD VOORAF) 'Een oorlogsboek dat meer dan gewone aandacht verdient. (Evert Werkman in HET PAROOL) 'Kortom, ik vind het een boeiend boek en heb de ruim 400 pagina's in een avond en nacht achter elkaar uitgelezen'. (Dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot in TROUW) Deze fraai verzorgde paperback-uitgave wordt u aangeboden voor de ongelofelijke lage prijs van 8,50 1,40 porto 9,90. Deze boeken kunnen binnen enkele dagen in uw bezit zijn, als u ge bruik maakt van nevenstaande bon. Zend deze vandaag nog aan uw boekhandel of (in open envelop, zonder postzegel) aan: U kunt natuurlijk ook telefonisch bestellen; onze telefoonnummers zijn: 05170—3147 en 2120; bij geen gehoor 2436. JOHANNA-RUTH DOBSCHINER Een Nederlandse jodin vertelt haar geschiedenis. Omvang 260 tekstpagina's en 16 bladzijden foto's. In fraaie, gebonden uitvoering met geplastificeerd stofomslag in vierkleurendruk. Prijs 17,50. Sinds de verschijning van, dit boek, precies een jaar gëleden, volgen de herdrukken elkaar in een snel tempo op: de VIJFDE DRUK is nog leverbaar, maar zal spoedig uitverkocht zijn; de ZESDE DRUK is reeds in voorbereiding! 'Een boek dat we in zeer veel handen wensen, ook van Hanna Dob- schiners volksgenoten, opdat ze hun Messias herkennen en erkennen'. FRIESCH DAGBLAD 'Een boek dat me diep heeft geraakt U zou het eens moeten lezen, in deze weken die aan de herdenking van de bevrijding voorafgaan, samen met dat andere boek: 'Een Groninger pastorie in de storm' In die pastorie is Johanna-Ruth Dobschiner ondergedoken geweest, nu een aantal afschuwelijke belevenissen in de eerste drie oorlogsjaren, belevenissen die u maar niet op één avond achter elkaar moet lezen' Maar lézen moet u het wel!' Annie Verdelman in DE ELISABETHBODE RIK VALKENBURG Portret van Willy Engbrocks, ex-bewaker van kamp Amersfoort. Omvang 160 tekstpagina's en 24 blz. foto's. Paperback 15,-. Dit boek bevat (in gespreksvorm) het levensverhaal van Willy Eng brocks, een in Nederland wonende Rijksduitser, die na de Duitse inval gedwongen werd als SS-bewaker te fungeren in het beruchte kamp Amersfoort: die getracht heeft onder die omstandigheden zijn christen plicht te vervullen door zoveel mogelijk gevangenen te helpen, vaak met gevaar voor eigen leven, maar desondanks zijn twijfels heeft behouden en deze periode nog steeds ervaart als 'de verschrikkelijkste nacht van zijn leven'. Wie is Engbrocks? Wat heeft hij gedaan en waarom? Daarover spreekt de bekende publicist Rik Valkenburg met hemzelf en met een groot aantal onverdachte getuigen, die Engbrock in zijn kampperiode en daarna (in september 1944 deserteerde hij en dook onder) goed hebben gekend. Rik Valkenburg schreef dit boek in de overtuiging dat 'het geval Eng brocks' niet op zichzelf staat, maar typerend is voor situaties, waarin van een eenvoudig maar eerlijk mens beslissingen worden gevraagd waarvan hij de draagwijdte niet kan overzien. M.a.w. in de tragiek van de mens Engbrocks wordt ons een spiegel voorgehouden, waarin wij de diepste oorzaak van è.1 het menselijk falen, van onszelf en van de samenleving, als gemeenschappelijke schuld onderkennen Zend mij de volgende boeken rechtstreeks/via boekhandel: ex. J. A. Ader-Appels, EEN GRONINGER PASTORIE IN DE STORM. Gebonden 17.50. ex. Joh.-Ruth Dobschiner, TE MOGEN LÉVEN! Gebonden 17.50. ex. J. J. G. Boot, BURGEMEESTER IN BEZETTINGSTIJD. Paperback ƒ9.90 (incl. porto). ex. Rik Valkenburg, EEN MENS IN HAATUNIFORM. Paperback 15, Naam: Straat: Plaats: Datum: Gironummer: (alleen in indien u over een postrekening beschikt) Dooi halen wat u niet wenst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 10