Nieuw mandaat voor Kaoenda's contacten met Zuid-Afrika Voorlopige regering blijft hameren op Parijse akkoorden Jyerere: 'mensen niet onnodig laten sterven' lUW/KWARTET ZATERDAG 19 APRIL 1975 BUITENLAND 11 tenelle opmars in Zuid-Vietnam van Noordvietnamese troepen feenheden van de Voorlopige Revolutionaire Regering (VRR) Zuid-Vietnam heeft in de Verenigde Staten en Noord-Vietnam te verbazing gewekt. Terwijl de Amerikaanse inlichtingendienst repelde dat de VRR niet voor 1976 tot een groot offensief in Pt zou zijn, hebben haar troepen met steun van Noord-Vietnam afgelopen maanden het door haar beheerste grondgebied uitge- I tot ruim driekwart van Zuid-Vietnam. Je weken nadat de regering president Ngoejen Van Thieu .igon de stad Phoeoc Binh als provinciehoofdstad verloor het bewind in Saigon aan in oorsprong de strategische liming heette van de dunbe- en slechte verdedigbare cen- hoogvlakte. Deze ontruiming echter tot gevolg dat in korte het hele midden en noorden Zuid-Vietnam in handen van ivolutionaire troepen viel. •erbazing gold niet zozeer de ihtskracht en het elan dat de lutionaire troepen bezaten, (dat wel bekend), maar de snelle ;torting van het enorme leger Thieu. Enige verbazing is ook >p zijn plaats als men de troe- rkte van de strijdende partij- ■rgelijkt. Zo had het in Londen tigde Internationale Instituut Strategische Studiën nog on- becijferd, dat de regering in m een strijdmacht van 565.000 aan geregelde troepen en nog 2 miljoen aan para-militaire len op de been kon brengen. (d-Vietnam heeft een leger- it van 570.000 man geregelde >en en ruim 1,5 miljoen aan -militaire eenheden. Volgens Pentagon zitten er nu ongeveer 00 man Noordvietnamese fcroe- in Zuid-Vietnam. Tenslotte de VRR volgens het Londense tuut beschikken over 30.000 geregelde troepen en ongeveer 0 guerrillastrijders. Neemt men anmerking dat het bewind in on nog over een zeer modeme tmacht beschikte (vlak na de jse akkoorden de vierde in de ld) en dat de vuurkracht van u's leger zich tot die van de lutionaire troepen verhield als 1. dan kan men in ieder geval Amerikaanse verbazing eenigs- begrijpen. Gaat men nog ver terug. tot vóór het bestand van ari 1973, dan komt men tot grotere verschillen: de Ame- len hebben acht jaar daad- elijk aan de kant van Saigon gevochten, op een gegeven mo lt meer dan een half miljoen aten. Geen enkele Russische of iese soldaat heeft ooit aan de ire kant gevochten. Amerikaan- immenwerpers hebben enorme .Hen tonnen bommen, napalm ontbladeringsmiddelen uitge lid, de andere kant niets, aldus tony Lewis in het Amerikaanse Herald Tribune. Wordt hier nog bij gevoegd de 3,98 miljard dollar Amerikaanse militai re hulp aan Saigon, vergeleken met de 1,48 miljard Sowjet- en Chinese hulp aan Noord-Vietnam na de ak koorden, dan begrijpt men de ver zuchting van het Pentagon bij de ineenstorting van het leger van Thieu 'dat er iets fundamenteel mis moest zijn'. En wat er in dat leger allemaal mis was kwam duidelijk naar voren toen de strategische te rugtocht uitliep in een wanordelij ke vlucht van militairen, die zonder noemenswaardig verzet te bieden naar het zuiden trokken. Met hen honderdduizenden in paniek ge raakte burgers die voor de zoveelste maal het oorlogsgeweld trachtten voor te blijven. Ook de schrijnende taferelen op de vliegvelden en ha vens van Zuid-Vietnam, waar mili tairen zich ten koste van burger vluchtelingen een weg vochten naar vliegtuigen en schepen, getui gen van het gebrek aan discipline en élan om ergens anders voor te vechten dan voor het eigen lijfsbe houd. Een élan dat wel degelijk aanwezig is bij de troepen van de VRR. Ondanks hun geringere aantal heb ben zij in de loop der jaren grote delen van het Zuidvietnamese plat teland in handen gekregen. De kracht van de VRR-troepen ligt in het feit dat zij zich net als elke succesvolle guerrilla-strijdmacht de steun van een groot deel van de plattelandsbevolking wisten te krij gen. zodat ze zich op het platteland en in de jungle als de bekende vis in het water voelen. Daarnaast hebben deze troepen een ideologie en een toekomstbeeld waarvoor ze strijden en zijn ze gewend aan het sobere en harde bestaan van de arme boer op het Zuidvietnamese platteland. Een bestaan dat in schrille tegenstelling staat tot het leven van de elite in de steden, die aan een op Amerikaanse leest ge schoeid luxe leventje gewend was geraakt en waar de Zuidvietnamese officieren het hunne van wisten te krijgen, terwijl de soldaten er zich aan konden vergapen. Voorloper Tafereel op het vliegveld van Nha Trang, vlak voor de overname door de troepen van VRR. De guerrilla-mentaliteit van de VRR-troepen is terug te voeren tot die van de in 1939 opgerichte Viet- minh. waarin verschillende natio nalistische organisaties, en groepe ringen tot een breed front worden gebundeld in de strijd tegen de Franse koloniale overheersers. Lei der van dit front werd Ngoejen Ay Quoc, Ho Tsji Minh die in Europa met het communisme in aanraking was gekomen, maar vóór alles een fervent nationalist was. In 1945, na de Japanse capitulatie, waar de Vietminh het hare toe bijgedragen had, riep 'oom Ho' de onafhankelij ke Democratische Republiek Viet nam uit. De Fransen keerden in september 1945 terug om hun ko lonie weer in bezit te nemen en uit die tijd dateert de Vietnamese be vrijdingsoorlog. Bij de Geneefse akkoorden van 1954 werd Vietnam langs de zeven tiende breedtegraad verdeeld in twee militaire zones. Voorts werd afgesproken, dat er na twee jaar in het land verkiezingen zouden wor den gehouden. Uit de uitslag daar van zou kunnen blijken welk be wind het Vietnamese volk wilde, dat van de DRV (Noord-Vietnam) of dat van de in 1950 onder Franse voogdij gestichte Staat Vietnam, de latere Republiek Zuid-Vietnam. Deze herenigingsverkiezingen werden nooit gehouden omdat het toenma lige bewind van Ngo Din Diem in Zuid-Vietnam zich niet gebonden achtte aan de Geneefse akkoorden. In 1960 richtten oude verzetsstrij ders van de Vietminh in Zuid-Viet nam een organisatie op met het doel Diem ten val te brengen. Het Nationale Bevrijdingsfront (FNL) of Vietcong. onder voorzitterschap van Ngoejen Hoe Tho. Zowel de militaire als de bestuurlijke taken van dit front werden in juni 1969 overgenomen door de Voorlopige Revolutionaire Regering van Zuid- Vietnam. die bij de Parijse akkoor den van januari 1973 een status kreeg welke gelijkwaardig is aan die van de regering-Thieu in Sai gon. In de loop der tijd wist het FNL en later de VRR grote gebie den van het Zuidvietnamese platte land in handen te krijgen, waar ze voleens de schaarse berichten van vooral Franse journalisten naar communistische maatstaf gematig de hervormingen doorvoerde. Zo komen er ook uit de recent vero verde gebieden, in tegenstelling tot hetgeen Thieu de angètige bevol king heeft doen geloven, berichten dat de VRR alles doet om het leven weer zo snel mogelijk zijn normale gang te laten gaan. Natuurlijk zul len op wat langere termijn ook hier de socialistische hervormingen wor den doorgevoerd en zullen bepaalde groeperingen aan een totaal ander leven moeten wennen, maar de door de Saigon gevreesde bijltjes dag heeft niet plaats gevonden. Natuurlijk is het huidige offensief van de VRR-troepen en de 'in Zuid- Vietnam aanwezige Noordvietname- zen (welke aanwezigheid op zichzelf niet door de akkoorden wordt verbo den) een schending van 't bestand, zoals dat in de loop der jaren dat het bestaat (of niet bestaat) door beide partijen meermalen geschon den is. De akkoorden van Parijs waren een politieke overwinning voor de VRR, die hiermee formeel op gelijke voet kwam met de regering in Saigon. Niet voor niets is Thieu pas na grote druk van de Amerikanen tot ondertekening over gegaan. Waar schijnlijk heeft de 'geheime belofte' van oud-president Nixon, 'krachtig te reageren op Noordvietnamese schendingen van het bestand' daar het zijne toe bijgedragen. Thieu zal dit zeker uitgelegd hebben als een hernieuwd Amerikaans militair in grijpen. De beslissing van het Ame rikaanse Congres van augustus '73, militair ingrijpen in Indochina te verbieden, zal in Saigon dan ook wel evenveel deining hebben ver oorzaakt als de bekendmaking van de geheime afspraak tussen Thieu en Nixon vorige week in Washing ton. Een afspraak die wel degelijk INEENSTORTING IN ZUID-VIETNAM militair ingrijpen beoogde, maar waar het Congres niets van wist toen het in augustus '73 de wet aannam. De regering-Thieu was van het begin af aan gekant tegen de Parijse akkoorden en wilde niet met de VRR en de neutralistlsche zgn. 'Derde Macht' praten over een nationale raad van verzoening, die vrije verkiezingen zou moeten uit schrijven. Het verzet van Thieu tegen het akkoord van Parijs was goed te begrijpen. Hij had te weinig steun bij de bevolking om de politieke confrontatie met de VRR en de Derde Macht aan te kunnen. Hij bleef gokken op de militaire con frontatie. Schendingen Een dag na de ondertekening ver klaarde hij al: 'het staakt-het-vu- ren verandert niets. De vernietiging van het communistisch netwerk moet doorgaan. Nu breekt de fase van de politiële acties aan.' En een jaar later kondigde hij aan dat 'wij ook in de gebieden waar VRR- troepen zijn, tot acties moeten overgaan'. Het Saigon-leger vero verde dan ook vlak na de bestands overeenkomst van de VRR. iets en nederzettingen van de VRR. iets wat in de pers nauwelijks aandacht heeft gehad. Het veroveren van dorpen is natuurlijk ook niet zo spectaculair als het veroveren van een stad. Bovendien hadden vooral de Amerikaanse persbureaux meer aandacht voor de 'communistische aggress ie' van de VRR-troepen, die tot de tegenaanval overgingen. De Amerikaanse Quaker-organisatie, die na het bestand een onderzoek in Zuid-Vietnam deed, citeert een Amerikaans militaire waarnemer: 'Thieu's leger heeft verschillende acties ondernomen om de gebieden onder zijn controle uit te brei den, terwijl de activiteiten van de vijand (VRR) grotendeels verde digend waren en vertragend werk ten'. De VRR was in eerste instantie bereid de akkoorden van Parijs uit te voeren. Niet omdat ze zo aardig was. maar omdat de akkoorden gunstig voor haar waren. En ook omdat ze de vaste overtuiging had, dat Thieu de interne moeilijkheden niet de baas ,zou kunnen en het land in een economische chaos zou storten, waardoor het volk zich steeds meer van hem zou afkeren. Kortom: het regiem in Saigon zou vanzelf wel in elkaar storten. Maar de oppositie tegen Thieu in Saigon slaagde er ondanks heftig aandrin gen op zijn aftreden en ondanks enkele pogingen tot een staats greep. niet in zijn macht te ontne men. Een verklaring hiervoor is dat de oppositie lange tijd hopeloos verdeeld is geweest en vooral dat Thieu er met behulp van zijn enorm politieapparaat erin slaagde de leiders van de oppositie volko men te scheiden van de massa van de bevolking. Al deze factoren, ge koppeld aan het idee bij de VRR dat er met Thieu niet op basis van de akkoorden te onderhandelen is. deden ook de VRR de politieke strategie inruilen voor de militaire. Nog steeds herbergt de VRR tal van nationalistische groeperingen waar onder ook niet-marxistische, maar de harde kern, de kaders en de militaire leiders zijn nationalisti sche communisten uit de traditie van Ho Tsji Minh en generaal Glap (het meesterbrein van Dien Blen Phoe). Zij vormen de voorhoede van de partij en organiseerden het leger dat de Fransen verjoeg, de Amerikaanse inmenging weerstond en nu het regiem in Saigon onder de voet dreigt te lopen. Het zijn overigens communisten bij wie de Vietnamese onafhankelijk heid hoog aangeschreven staat. Nog steeds hebben zij (en ook Noord- Vietnam) zich niet gemengd in de ideologische strijd tussen Moskou en Peking of voor een van de twee communistische blokken gekozen. Te zeer herinneren zij zich de be zoeken van Kissinger en Nixon aan Peking in 1971-72 en de al even gastvrije ontvangst die de Sowjet- Unie Nixon bereidde in het voor jaar van 1972 toen de Amerikaanse bombardementen op hun hoogte punt waren. Geen verlengstuk Wat niet genoeg benadrukt kan worden is het authentiek Zuidviet namese van de VRR. De versimpe ling dat in Vietnam alleen Noord- vietnamezen tegen Zuidvletname- zen vochten reduceert de VRR tot een verlengstuk van Hanoi. In de akkoorden wordt terecht over de 'beide Zuidvietnamese partijen' ge sproken en het is niet voor niets dat de VRR hier steeds de nadruk od legt. Een rechtstreekse militaire over winning van Noord-Vietnam en de VRR op het bewind in Saigon zou de Noordvietnamese factor te sterk doen uitkomen. De VRR lijkt dan ook meer gebaat te zijn bij een omverwerping van het regiem- Th leu door de oppositie ln Saigon. Deze oppositie zou een regering moeten vormen waarin de neutra listen vertegenwoordigd zijn en waarmee de VRR kan onderhande len. Zodat de nationale raad van verzoening eindelijk gevormd kan worden. Kortom de uitvoering van de Parijse akkoorden, waar vooral de VRR nu nog steeds op hamert. door Nico Kussendrager 'Geef Zuid-Afrika een kans van zes maanden. U zult verbaasd zijn waar wij dan staan'. Dat zei Zuid-Afrika's eerste minister John Vorster vorig jaar november. Dat halve jaar is bijna voorbij. Binnenlands is in Zuid-Afrika al les bij het oude gebleven. De ipartheidspolitiek' (gescheiden ontwikkeling van rassen) geldt onverminderd. ongelijkheid op irond van huidskleur duurt voort. )p Robben Eiland zitten nog .leeds zwarte nationalisten onder )arre omstandigheden gevangen. Alleen aan de 'kleine apartheid' (de scheiding tussen rassen in nissen en bioscopen, in schouw burgen en stadions) zal voorzich tig iets worden gedaan. Iet buitenlands beleid is wél ver anderd. Er is een streven naar mtspanning, een streven naar een betere verhouding met zwart Afrika. Vorster heeft gepleit voor een vreedzame oplossing van de conflicten in plaats van een ge welddadige. De Zuidafrikaanse ïerste minister heeft 'geheime' bezoeken gebracht aan de Westafri- kaanse landen Ivoorkust en Li beria en aangeboden zwarte sta ten te helpen bij hun ontwikke ling. Voor die verzachting van het Zuidafrikaanse standpunt zijn oorzaken t MILITAIR. Zuid-Afrika's buur landen Angola en Mozambique staan op het punt onafhankelijk se worden. Zij zijn geen bolwer ken van blanke broeders meer zo- tls in de Portugese periode. Daar- ioor is de verdedigingsgordel, de rifferzone rond Zuid-Afrika ver dwenen. Haar militair-strategi sche positie is verzwakt. ECONOMISCH. De Zuidafri- jkaanse industrie hoopt kopers te vinden in zwart Afrika. De laatste jaren is vooral de lichte industrie l'n Zuid-Afrika snel ontwikkeld om het land minder afhankelijk jte maken van de mijnbouw (goud jen diamant). Die lichte industrie heeft een markt nodig om haar produkten te verkopen en de el- gen zwarte bevolking heeft geen koopkracht. Een tweede econo misch motief: de mijnbouw in Zuid-Afrika drijft voor tachtig pet. op zwarte 'gastarbeiders' van buiten het land. Het wegvallen van die stroom zou eén economi sche ramp zijn. Zimbabwe Voor een betere verhouding met Zuid-Afrika heeft de Organisatie voor Afrikaanse eenheid (OAE) voorwaarden gesteld: de blanke minderheidsregering van een eerste minister Ian Smith in Rhodesië moet verdwijnen: Zuidwest Afrika (Namibië) moet onafhankelijk worden: en de apartheidspolitiek in Zuid- Afrika moet verdwijnen. In de voormalige Engelse kolonie Rhodesië (of, zoals de Afrikaanse naam luidt, Zimbabwe) heerst een kwart miljoen blanken nog steeds over vijf miljoen zwarten. Vorster vindt dat de blanken die macht uit handen moeten geven aan de zwarte nationalisten. Een toespit sing van het conflict in Rhodesië (Zimbabwe) moet worden voorko men. Deze kan een bedreiging vormen voor de ontspanningspoli- tiek van Zuid-Afrika. De Rhodesische eerste minister Ian Smith kan die wens van Vor ster niet naast zich neerleggen. Rhodesië is militair en economisch van Zuid-Afrika afhankelijk, zeker nu Mozambique 'zwart is gewor den'. Ongetwijfeld onder sterke druk van Vorster liet Smith eind vorig jaar politieke gevangenen in zijn land vrij. In ruil daarvoor legden de zwarte nationalisten zich neer bij een wapenstilstand; de guer rilla-oorlog tegen de blanke min derheidsregering werd opgeschort. Maar nog geen vier maanden la ter werd de zwarte leider Ngaba- gingt Sithole opnieuw gearres- Kenneth Kaoenda, Zambia's president, via wiens regering- de contacten niet Pretoria verlopen. teerd wegens 'samenzwering tegen De Afrikaanse nationale raad politieke tegenstanders' en (later) (ANC), waarin de zwarte verzets- 'aanmoediging van guerrillastrijd', bewegingen zijn gebundeld, wei ondanks het staakt het vuren. gerde na de arrestatie nog met Smith te praten. Inmiddels is Si thole (tijdelijk) vrijgelaten om een conferentie in Tanzania bij te wonen. Dat hij zijn woord heeft gebroken en daarvan niet terug keerde zal Vorster niet betreuren. Een tweede tegenslag voor Vor- sters plannen met Rhodesië was de moord op de zwarte leider Herbert Chitepo. Chitepo was voorman van de ZANU, de Zimbabwe Afri kaanse nationale unie. één van de meest strijdvaardige verzeetsbewe- gingen. Hij reed bij zijn huis in de Zambiaanse hoofdstad Loesaka op een landmijn. Deze zou door agenten van de regering-Smith gelegd zijn. Zambia reageerde echter verrassend met de arresta tie van andere ZANU-leiders. Ge ruchten gingen dat Chitepo 't slachtoffer was van geschillen binnen zijn eigen beweging. De daders van de aanslag zouden daar gezocht moeten worden. Waarschijnlijker lijkt dat Zambia de zwarte verzetsstrijders arres teerde om het mislukken van het gesprek tussen blank en zwart in Rhodesië te voorkomen. Ook de aanslag op Chitepo was uiteinde lijk niet meer dan een oneffen heid op Vorsters weg naar ont spanning met zwart Afrika. Hij zélf drong blank Rhodesië nog verder in het isolement door de terugtrekking van de Zuidafri kaanse troepen uit dat land. Tus sen de twee en vier duizend Zuid afrikaanse militairen steunden tot voor kort de Rhodesische troepen in hun strijd tegen de guerrilla's. De terugtrekking maakte het dui delijk: Vorster vindt dat in Rho desië gepraat moet worden, niet meer gevochten. Het blanke bol werk moet zwichten in het belang van Zuidafrika's ontspannings- politiek. Gisteren zei een Rhode sische regeringswoordvoerder dat het overleg waarschijnlijk komen de week wordt hervat. Het ANC heeft laten weten dat nu een keu ze moet worden gemaakt tussen een regeling of een herleefde guerrilla. Minder duidelijk zijn Vorsters plannen met Namibië (Zuid-west Afrika). In 1919 kreeg Zuid-Afrika het bestuur van dit gebied, zo rijk samen, van de Volkenbond. In 1967 verzocht de Verenigde Na- groot als West-Duitsland en Frank- ties Zuid-Afrika dit gebied onaf hankelijkheid te verlenen. Nu. acht jaar later, is het nog steeds niet zo ver. Zuid-Afrika wil het land opsplit sen in een deel voor de ongeveer honderdduizend blanken en 'thuislanden' voor de zevenhon derd duizend zwarten in Naminië. Zij zijn verdeeld in een tiental etnische groepen (stammen) waar van de Ovambo-stam verreweg de grootste is (45 pet.). De SWAPO bestaat uit Ovambo's en vertegenwoordigt Namibië bij de Verenigde Naties. (SWAPO staat voor Zuidwest Afrikaanse volksorganisaties.) Zij eist totale onafhankelijkheid en niet slechts onafhankelijkheid van de ver schillende thuislanden. Zuid-Afri ka heeft zich echter voortdurend verzet tegen het overdragen van de macht aan SWAPO. Zij be schouwt de organisatie niet als enige vertegenwoordiger van Na mibië. Als bewijs daarvoor worden onder andere de verkiezingen in Ovamboland van afgelopen janu ari aangehaald. Ondanks de op roep van de SWAPO niét te stem men kwam toch 55 pet. van de stemgerechtigden naar de bu reaus. Drie bisschoppen hebben de Zuidafrikaanse regering nu van intimidatie beschuldigd om de Ovambo's naar de stembussen te krijgen. Onlangs heeft Vorster gezegd dat de volken van Zuidwest Afrika de kans moeten krijgen over hun ei gen toekomst te beslissen. Dat was het laatste blijk dat in zijn ogen Namibië niet als één land kan worden beschouwd. 'SWAPO is niet Zuidwest Afrika en Sam Noejoma is noch de gekozen noch de natuurlijke leider van één van de landen van Zuidwest Afrika'. Is daarmee alle hoop vervlogen? Kennelijk niet. Vorige week gaf de Organisatie voor Afrikaanse eenheid (OAE) tijdens een speci ale zitting in Dar-es-salaam steun aan onderhandelingen die zijn ge richt op meerderheldsbestuur in Rhodesië en Namibië. Staten als Al gerije, Guinee en Oeganda wilden die dialoog in de kiem smoren. Zij vonden OAE-leden als Botswana, Tanzania en Zambia tegenover zich. Deze willen de contacten die op gang zijn gekomen voortzetten. Dat zij in deze opzet zijn geslaagd betekent een keerpunt binnen de Organisatie voor Afrikaanse een heid. Nyerere vatte het in zijn openings toespraak zo samen: 'Als onaf hankelijkheid vreedzaam kan worden verkregen moeten mensen niet onnodig sterven. Maar als onafhankelijkheid niet vreedzaam kan worden bereikt moet geweld worden gebruikt In plaats van voortdurende overheersing te aan vaarden'. Dat standpunt, dat gedeeld wordt door Kaoenda van Zambia, ge tuigt van menselijkheid, inzicht en werkelijkheidszin. Wat zal Vor ster daar tegenover zetten? Johan ten Hove

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 11