11.500 16.500 21.500 Leven op de grens van het bestaan TROUW/KWARTET ZATERDAG o Ai-xvi-i ly.J BINNENLAND 17 ■Wanneer mijn man met een p^nt. r thuiskomt, denk ik 'leuk, maar -ik had er een paar kousen voor kunnen hebben'. Eigenlijk denk je bij elke uitgave, die je doet. Je kunt nooit zo maar een winkel binnenstappen, wanneer je in de etalage iets gezien hebt, dat je wilt hebbed. Er moet al tijd van tevoren gerekend en gedacht worden. Neem nou bijvoorbeeld ons eten: we eten hoogstens drie keer in de week vlees, en dan nog geen bief stuk, maar een pondje gehakt, een >aar schouderkarbonaden of een rib- apje, wat maar in de reclame is. Ach, we -mogen niet ontevreden zijn, maar ik zou zo graag eens één keer in-m'n leven zomaar een winkel bin nenstappen om te kopen, wat ik leuk vind'. de 72-jarige mevrouw Roos weet waaro or ze het heeft, wanneer ze zegt. dat ze tltijd moet rekenen en nog eens rekenen ira elke maand weer uit te komen. Zij en ïaar 73-jarige man wonen nu vier en en halfjaar in een- béjaardenwoning. Aan inkomsten hebben Ze elke maand jngeveer 940 gulden (909 gulden AOW. >eertien gulden rentezegels en negentien julden pensioen). Hun huur (inclusief rerwarming en water) bedraagt 163.50 >er maand. Verder hebben ze aan vaste asten per maand 166.50 36.50 gas en ieht, 22,- abonnement telefoon, 20.- esprekken telefoon, 56,- ziekenfonds, 9,- luister- en kijkgeld, ƒ8,50 kerk. ƒ3,- ïdmaatschap NCRV, 6,50 krant 1,50 [erkblad (krant en kerkblad worden sa- jien gelezen) ƒ2,- contributie zangkoor). Ia aftrek van de huur en dé vaste lasten ilijft er per maand ongeveer 610" gulden ver om van te leven. Ik' pak daar per week honderd gulden lanaf voor eten en drinken en kleine eparaties. Dat is maar erg krap-aan. De ne week lukt het je er beter ermee rond e komen dan de andere. Wanneer je een peek hebt, dat bijvoorbeeld je koffie op 5 en je schoenen moeten verzoold wor- len, dan haal ik hefr niet. Dan moet er eld bij. Kijk nou eens naar zo'n schoe- enreparatie: zomaar 12.50. Dat zijn erge Ingen voor ons. Die betekenen een gro- e hap uit je budget. En toch zijn het ingen, die regelmatig voorkomen. Dan eken je nog niet eens met echt onver- rachte dingen, zoals een reparatie van en bril of van de televisie. Of een tezoekje aan de dierenarts met de kana- ie. Laatst moesten we voor de kanarie en potje spul hebben tegen de rui. Dat ost dan 6,50. Je staat dan te dubben zo'n zaak: zal ik het wel nemen of iet. Dat,is toch eigenlijk te gek. Dat iertje heeft het nodig. Goed, je koopt iet dus, maar je moet het weer ergens nders op bezuinigen', zegt mevrouw Roos. )at de heer Roos maar zo'n klein pensi- entje heeft, komt doordat hij een groot ieel van zijn leven in ziekenhuizen en sanatoria heeft doorgebracht met t.b.c. ]In 1930 kreeg hij deze ziekte voor het ;t,.toen hij als broeder in de verple- werkte. Daarna kwam de aandoe- nog eens terug in 1942, 1946 en 955. Van regelmatig v/erken (en een pbouwen van een pensioen) kwam dus iets terecht. Wat een geschiedenis, wat een ellende, als er nu op terugkijkt', zegt hij. 'Eigen- jk zijn. mijn laatste jaren de beste van lijn leven. Ik ben echt een laatbloeier, verigens zet de voprtdurende pijn in ijn rug (op de plek waar in 1955 een mg werd weggenomen)' toch wel een omper op zijn doorgaans zeer opgewekte ivenskijk. lij heeft ook niet zo veel moeite met de inanclële toestand, in zijn gezin, het is leer zijn vrouw, die hierover inzit. 'Dat natuurlijk ook wel logisch', vindt hij, rant zij komt in de huishouding meer in anraking met- het geld'. Het is twee jaar eleden, dat hij een nieuw pak kocht een combinatie, heus geen duur maat- erk maar nu moet er nodig een nieu- e combinatie_ komen. Ook moet hij een egenjas hebben. Hijzelf tilt er niet zo waar aan, maar zijn vrouw vindt het pognodig, dat deze kledingstukken er omen en zij probeert er dan ook ergens en gaatje voor te vinden. )it zijn gelijk van die grote uitgaven, lisschien moet het maar weer van het akantiegeld. Dat gebruiken we altijd oor dit soort dingen. Met "vakantie gaan e nooit.' en paar jaar geleden heeft het echtpaar oos nog eens pen tijdje bijstand gehad, er maand kregen- ze toen zo'n twintig ulden erbij. Toen later ble^k, dat ze Itijd een te hoge ziekenfondspremie be- tald hadden en déze per maand een aar tientjes naar beneden ging, kwam een einde aan deze uitkering. 'We regen toen een terugbetaling van ze shonderd gulden van het ziekenfonds oor teveel betaalde premie. Dat was een eel bedrag. We hebben het keurig be- aard, want we dachten' dat zullen we wel oeten teruggeven aan de bijstand'. En hoor, we hadden de overschrijving nog et binnen, of daar stond de man van bijstand al. Daar hoefden we niet drie eer voor te bellen, zoals andere keren. atuurlijk hebben ze recht op dat geld, laar je hoopt toch ergens, dat je zo'n erugbetaling zelf mag houden. Maar niks oor, tot op de laatste cent teruggeven, ^e zijn trouwens blij, dat ifre van die ijstand af zijp, want dat is eèn ellende, loet je voorstellen, ik kreeg van een roeger baantje 3,45 aan rentezegels per 'ar. Toen de man van de bijstand dat oorde telde hij 29 cent per maand bij ns inkomen op. Dat scheelde zegge en drijven één cent in de bijstand. Wat en verschrikkelijke kleinzieligheid', zegt levrouw Roos. Vij nemen niet aan het sociale leven eel, gewoon omdat het teveel geld kost. 'iet alleen dat dat biscoopje of die itvoering ons te duur is, maar je moet >ch goede kleren hebben om zulke din- en te kunnen 'bezoeken. Je haar moet etjes zitten en je moet de bus kunnen stalen, om erheen te gaan. Nou. dat unnen we ons gewoonweg niet veroorlo- eri: die kleren niet, die kapper niet en ie-bus niet. We hebben elk een fiets en etsen overal heen. Laatst moesten we iet een bus. gewoon hier in de plaats, aar een kennis toe. Dat kostte zomaar 3.20 voor ons samen. Dat kan een keer, 'aar niet vaker. Het is dat ik op het ejaardenkoor zit, anders kwam ik eigen- ik niet onder de mensen. En als ik op at koor de andere dames zie: elke keer eer een andere japonnetje of een nieu- fe jas. Ik heb twee, drie jurken en dan het op. Ik zou graag nog eens wat e'er in de kleren zitten, maar ja. dat zal el nooit gebeuren', aldus mevrouw Roos. Het arbeidersgezin De Vries uit Beverwijk. HOE KOMEN ZIJ ROND? Nederland is een welvaartsstaat met uitstekende sociale voorzieningen en het béste minimumloon van Europa. In vergelijking met toestanden elders op de wereld hebben we ook geen enkele reden tot klagen, maar toch is het leven in deze welvaart niet voor iedereen een onverdeeld ge noegen. Niet omdat we met ons streven naar steeds meer groei, de tak afzagen waarop we zelf zitten of omdat carrièremaken slecht voor de gezondheid is, maar omdat die welvaart ook hier nóg aah menige neus voorbij gaat,. - - Eigerilijk heeft de welvaartsstaat net ais e.::: ine faille twee kanten. Een luxe kant die zich luidruchtig maruiesteert in de Ster-reclame, in ad vertenties, in folders en een kant die je zoveel mogelijk voor de buren verborgen houdt. Dat is de kant die wordt aangeduid met uitdrukkin gen als 'stille armoede, minimumloners, de bodem van de welvaarts- staat, leven op de bestaansgrens of onder de weistandsgrens'. Een paar salarisklassen verder wordt het wat dragelijker. Dan ben je plotseling ,een zogenaamde modale werknemer of zelfs iemand uit de middengroe pen. Wié zijn die mensen? En hbeveel? Volgens ruwe schattingen verdient tachtig procent van alle werkne mers in Nederland minder dan 23.000 gulden per jaar. Veel mensen in dienstbetrekking, loonafhankelijken dus, zitten niet zo heel ver van die 23 mille vandaan. De modale werknemer een vakterm voor een werk nemer boven de 25 jaar met twee kinderen beneden de zestien bij voorbeeld verdient volgens de statistieken 19.500 gulden. Er zijn in ons land ongeveer twee miljoen 'modale werknemers'. Daarna wordt het beeld wat waziger. Het bedrijfsleven kent 125.000 minimumloners, die met 15.300 gulden moeten rondkomen. Maar de to tale groep mensen die ongeveer het netto minimumloon krijgen is veel en veel'groter: vier- a vijfhonderdduizend. Bijstandtrekkers, ve.el be- en de kleinste zelfstandigen zitten in déze groep. Maar ook tienduizenden met een WW- of eeh WWV-uitkering. Want als je plotse ling op tachtig of vijfenzeventig procent van je salaris wordt gezet, komt de grens van het minimumloon snel in zicht. Vervolgens leeft er in ons land een groep van ruim negenhonderddui zend bejaarden, die een AOW-uitkering krijgt: gehuwde bejaarden 11.316 gulden, ongehuwden 7986 gulden. Maar het is niet bekend hoe veel bejaarden er een aanvullend pensioen bij krijgen. Dat geldt trou wens ook voor de 160.000 weduwen die ons land telt. Zelfs deze summiere cijfers berusten op globale schattingen. De exacte cijfers zijn niet bekend, worden niet geregistreerd of ze zijn verouderd. Maar de boodschap die er uit spreekt is duidelijk: er leven in Neder land duizenden mensep op de bodem van de welvaartsstaat. Want al hebben we dan een pensioenvoorziening voor iedereen of 'het beste mi nimumloon van Europa', het zal je AOW en je minimumloon maar we zen. Over deze mensen-uit-de-statistiek en hun 'modale1 buurman gaan on derstaande artikelen. Mensen, die geen schrijnende armoede meer ken nen, maar die wel moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Toch zijn de financiële consequenties slechts een deel van het probleem. Over de gevolgen voor het wooncomfort, de ontplooiingskansen, het onder wijs, prestige en sociaal aanzien is dan nog niet gesproken. Dat ver haal is in veel gevallen veel triester. Met drie vertegenwoordigers van de laagste inkomensgroepen: een be- 'jaard echtpaar, een kleine zelfstandige en een arbeider, hadden wij een gesprek. 'Mijn vrouw en ik werken beiden zes volle dagen in de zaak. Toch verdie nen we samen nog maar net het mi nimumloon. Ruim zestienduizend gulden per jaar, waar dan nog alles vanaf moet. Eigenlijk is het geen doen meer om als kleine zelfstandige te werken. Het is alleen maar keihard werken, een afschuwelijke hoop zor gen, en een minimum inkomen. Waarom je het dan toch blijft doen? Nou kijk, wij zijn nog heel jong en hebben goede hoop, dat we het nog eens beter krijgen. Bovendien trekt de vrijheid, die aan dit werk vast zit, me heel erg. Maar wanneer je minder zorgen wilt hébben, kun je -veel beter in loondienst gaan'. De jongeman, die dit vertelt is 22 jaar en sedert twee en een half Jaar eigenaar van een kleine zelfbedieningszaak in kruidenierswaren, groenten en vleeswa ren. Zijn zaak ligt in een groot dorp in het midden van het land. Zijn vrouw, die twintig jaar is. werkt volledig in de zaak mee, ook nu ze elk ogenblik haar eerste kind kan krijgen. 'Wanneer het kind er eenmaal is, komt mijn moeder wat helpen in de zaak, maar daarna komt mijn vrouw weer he lemaal meewerken. De eerste tijd zal dat wel gaan. We hebben een Intercom naar ons woonhuis en in het begin slaapt zo'n baby toch de meeste tijd. Over een paar maanden wordt dat al anders. Ik weet nog niet hoe we het dan moeten oplos sen. Hulp is niet te krijgen en boven dien: een vaste winkelkracht kost ook heel wat geld'. In de zelfjjedieningszaak moeten eigenlijk vast drie mensen helpen: één bij de kassa, één bij de vleeswaren en één bij de groente- en fruitafdeling. 'We hebben vier dagen van de week een jong meisje als winkelhulp. maar die moet maandags en dinsdags naar school (partiële leer plicht). Mijn vrouw zit bij de kassa en ik loop van de vleeswaren naar de groente. Gelukkig helpt er nogal eens iemand van mijn familie, een broertje of m'n moe der. Dat scheelt. In zo'n kleine zaak kun je eigenlijk ook pooit met vakantie. Want sluiten durf ik niet. Dat kunnen we ons niet permitteren, ten eerste niet vanwege de inkomsten, die je dan mist, en ten tweede niet, omdat ik doodsbang ben, dat de klanten niet meer terugko men na die week. Tóen we trouwden, dat is nu al een jaartje of wat geleden, zijn we drie dagen weggeweest. Vrijdag, za terdag en zondag. Maandag stonden we samen weer achter de toonbank. Daarna zijn we nooit meer weggeweest met va kantie'. De zaak draait op net ogenblik met verlies. Op een jaaromzet van ongeveer 750.000 gulden had hij een verlies van 41.500. De jonge eigenaar hoopt dit jaar het verlies te kunnen wegwerken. Winst zal er trouwens ook dit keer niet ge maakt worden. Hij is allang blij, als hij een beetje quitte draait. 'Wanneer wij alleen maar zouden werken en geen loon uit de opbrengst zouden pakken, dan zou je een stuk beter zitten. Maar ja, dat is natuurlijk te gek om los te lopen. We moeten toch ook leven, als Is het maar heel sober. Mijn vrouw Is bij mij ln loondienst Dat kost natuurlijk wel het een en ander aan sociale voor zieningen, maar dat betekent, dat ze nu de bevalling en zo allemaal vergoed krijgt. Anders hadden we dat gewoon niet kunnen betalen. Ja, een kind kost natuurlijk geld. hoe goedkoop je het alle maal oo probeert te doen. We hebben de wieg in bruikleen van kennissen, de kinderwagen goedkoop overgenomen van andere kennissen en de box is een ver jaardagscadeautje van mijn vrouw ge weest. Mijn vrouw heeft voor al die maanden, dat ze in verwachting was, maar twee stuks kleren gekocht. Die draagt ze nu altijd, 's Avonds wast ze ze en de volgende dag gaan ze weer aan. Ik ben trouwens zelf enorm veranderd bij vroeger, toen ik in loondienst was. Ik was toen gek op mooie kleren en kocht verschrikkelijk dure pakken. Dat was vier jaar geleden en m'n pakken kostten toen makkelijk 550 gulden per stuk. Dat zou ik er nu nooit meer voor kunnen maar ook niet meer voor willen uitgeven'. Overigens is de zelfbedieningszaak. waar over het hier gaat, volgens de eigenaar een aflopende zaak. 'Ik heb deze zaak indertijd overgenomen van iemand, die failliet was gegaan. De zaak zit niet in een goeie hoek. Veel oudere mensen, maar ook veel concurrentie. Verder ver koop ik geen vlees en dat is voor heel wat mensen een reden om naar een supermarkt te gaan, waar ze tegelijk met de andere boodschappen ook vlees kun nen kopen. Maar wanneer ik vlees zou willen gaan verkopén, zou dat voor mij een investering van zo'n zeventigduizend gulden betekenen. Dat kan Ik me hele maal niet veroorloven. Ik ben aangeslo ten bij een verkooporganisatie en ik heb al tegen 2e gezegd: wanneer jullie geen ander verkooppunt voor mij vinden, kap ik ermee. Deze zaak is niet bloeiend te maken, dat weet Ik nu wel. Op het ogenblik sta ik op de nominatie een noodwlnkel in een nieuwe buurt te krijgen. Dat ls veel beter. Daar ben je de enige en dan zet je goed om. Ik hoop, dat ik die winkel toegewezen krijg. Wan neer dat niet gebeurt, kap ik toch met deze zaak. Ik zoek wel weer een nieuwe, hoor. Zelfs wanneer ik failliet zou gaan, zou ik, wanneer ik de kans kreeg, toch weer opnieuw beginnen. Wat dat ls? Ja, eigenlijk is het gek. Ik zou best ergens bedrijfsleider of filiaalhouder kunnen worden. Lekker in loondienst, geen zor gen meer aan je kop, een veel beter salaris. Waarom doe je zoiets dan toch niet. hè? Ik denk, dat ik die vrijheid, die Ik nu heb, nooit meer zou kunnen mis sen'. 'Of wij er van kunnen komen, van ons loon? Nou verhongeren doe je in een kruidenierswinkel natuurlijk niet direct. Mijn vrouw pakt 150 gulden per week uit de opbrengst. Daar komen we van rond. Ze koopt al haar levensmiddelen, voor zover wij ze hebben, natuurlijk in de eigen zaak. Die betaalt ze gewoon, net zoals alle andere mensen, geen inkoop prijs. Verder halen we vlees bij eèn goedkope slager, die grote partijen in diepvries verkoopt. Tja en verder.Ei genlijk hebben we niet zo erg veel be hoeften. Ik zou alleen nog wél graag eens een goeie radio hebben, maar die kan ik me niet veroorloven. Dat we zo weinig vrij hebben, heeft toch ook een goeie kant. als je het zo zou willen noemen: we hebben gewoon geen gelegenheid om geld uit te geven'. In militaire dienst gingen Roel de Vries' ogen open. 'Bij de smederij in Usquert in Groningen verdiende ik dertig gulden schoon per week. Mijn maten, die hetzelfde werk in Amster dam of Rotterdam deden, vertelden mij dat zij met honderd gulden schoon thuiskwamen'. Toen de militaire dienst achter de rug was, in 1963, stond het voor Roel al vast dat hij zijn geboorteland de rug zou toekeren, dat hij naar het westen zou gaan. Maar zijn vrouw Siny zag er nogal tegenop. 'Mijn fa milie woonde ook in Usquert. In een dorp kent iedereen elkaar. Ik was echt bang dat ik in het westen ver eenzamen zou'. Roel nam een baan aan bij de haardenfabriek Remmers in Groningen. 'Daar kreeg ik 132 gul den schoon per week'. Twee jaar la ter ging deze fabriek failliet. Roel solliciteerde bij. Hoogovens in IJmui- den, ditmaal met volledige instem ming van Siny. In 1968 trokken zij in een woning van Hoogovens in Bever wijk. Siny: 'Ik zou nu voor geen geld meer naar Groningen terug willen. Je bent hier veel vrijer. Bovendien hebben wij vrij snel een leuke kennis senkring opgebouwd' Roel de Vries (34) werkt als constructie bankwerker bij Hoogovens. Siny (31)* werkt niet. Zij hebben twee kinderen. Tineke (10) en Peter (8). Roel verdient 21.500 gulden per jaar. Omdat hij sinds 1973 in de twee-ploegendienst zit krijgt hij er jaarlijks 3500 gulden aan premies bij. 'Een redelijk inkomen', zegt Roel. die, net zoals Siny, niet van klagen, houdt. Roel en Siny de Vries stellen geen hoge eisen aan het leVen. Zij vinden hun geluk in iets heel eenvoudigs: met de kinderen fietsen ln de duinen en bossen van «ennemerland. Roel: 'Met het gezin de natuur ini dan voel Ik mij helemaal gelukkig'. Tijdens de gesprekken die ik met Roel en Siny voerde wordt slechts eenmaal een wensdroom geuit Roel wilde eerst zee man worden. Hij maakte slechts één reis. Het leven op zee beviel hem niet. Zijn liefde voor de zee en voor schepen is ech ter gebleven, een liefde die hij met Siny deel. Zaterdags rijden Roel en Siny wel eens naar de sluizen van IJmuiden. Zij zien de boten dan voorbijvaren, de passa giersschepen van de Toreline bijvoorbeeld. En dan zegt Roel tegen Siny: 'wat zou ik graag eens met de Tore-line naar Noor wegen gaan met vakantie'. Als Roel mij dit vertelt zegt hij er direct nuchter achter aan: Een mens moet toch iets te wensen hebben, niet?' Roel werkt ln de twee ploegendienst, de ene week werkt hij van zes uur 's mor- gens tot twee uur 's middags en de andere week van twee uur 's middags tot tien uur 's avonds. 'Nee, mijn gezin lijdt niet onder die ploegendienst. Ik hoef 's nachts niet te werken, hè. Ik eet altijd één keer per dag met Siny en de kinde ren'. 'Als ik die toeslagen voor de ploegen dienst niet zou krijgen, dan zouden wij op een paar dingen moeten beknibbelen. Dan zou Tineke niet meer naar wed- -strijdzwemmen kunnen en dan zou Peter niet meer kunnen voetballen. Net de leuke dingen dus'. Roel neemt iedere maand. Inclusief kin derbijslag, een 1450 gulden schoon mee naar huis. Van dit salaris gaat 160 gulden aan huishuur af. 'Wij hebben het geluk ln een goedkope flat te wohen. Anders zouden wij veel pioeilijker zitten'. Blijft over 1300 gulden per maand, dat is zo'n 325 gulden schoon per week. Siny: 'Met die driehonderd gulden kan ik wel rond komen. Op het eten beknibbel ik nooit. Iedere dag komt er een stukje vlees op tafel. Nee, dat koop ik niet bij iedere keur slager. En ze krijgen ook niet iedere dag biefstuk. Wat betreft de kleding: voor de mannen koop ik bij C. en A. en voor Tineke en mijzelf naai ik kleren. Wij hebben niet idioot veel kleren nodig. Ik heb in de kast geen jurk voor bijzondere gelegenheden hangen, maar dat hoeft ook niet. Ik wil dat iedereen er netjes uitziet meer niet'. Een auto heeft het gezin De Vries niet Roel: 'Dat scheelt me al zo honderd gulden kosten per maand. Ik mis die auto niet. Ik woon vlak bij mijn werk en als we naar Groningen gaan kunnen we er met de trein komen'. Roken doet Roel niet, Siny wel. 's Avonds krijgt Roel een pilsje met een borreltje en Siny drinkt ook graag een glaasje. 'Dat kon vroeger niet. In Gro ningen haalden we alleen met de ver jaardagen een half litertje jenever'. Roel en.Siny gaan dit jaar voor de derde maal sinds hun huwelijk (in 1963) met vakantie. Roel: 'In 1973 zijn we één week in het vakantiecentrum van de Hoogo vens ln de provincie Utrecht geweest. Dat is ons zo goed bevallen dat we dit jaar twee weken zijn geweest. Dit Jaar zijn we afgewezen, er waren te veel aanvragen. We hebberi nu tweedehands kampeerspullen gekocht en gaan in de Flevopolder of de provincie Utrecht kam peren. Vroeger besteedden wij het vakan tiegeld aan nieuwe vloerbedekking of meubelen'. Uitgaan doen de De Vriezen nooit. Siny: 'Ik zou wel eens naar Henk Elsink willen. Dat zou financieel ook wel Jcunnen. Maar wij zijn misschien wat te bescheiden. Wij durven niet aan kennissen te vragen of de kinderen daar mogen slapen'. In het weekeinde gaat Roel 's zaterdags voetballen, 's Zondagsmorgens vroeg gaat hij vissen en daarna trekt hij met vrouw en kinderen de natuur in. Door de week leest hij 's avonds de plaatselijke courant of kijkt hij naar de televisie, vooral actualiteitenrubrieken. Roel en Siny hebben bewust voor twee kinderen gekozen. 'Ik had eigenlijk nog een kind erbij gewild', vertelt Siny, 'maar wij hebben eens nagegaan welke conse quenties dat zou hebben. Allereerst zou den wij van huls moeten veranderen, want deze flat ls te klein voor drie kinderen. Een grotere sflat kost meer aan huur en bovendien brengt een derde kind extra kosten mee. Daarom hebben we besloten het niet te doen'. De kinderen krijgen een gulden zakgeld per week. Verwennen is er niet bij, maar. zo zegt Siny, 'ze zijn nog blij met een dubbeltje, en dat krijgen ze van tijd tot tijd'. Siny werkt niet. 'Ik wil niet voor een kleurentelevisie of zo gaan werken. Maar als de kinderen ouder zijn, zij verder willen leren en daar geld voor nodig is dan wil ik best gaan werken'. Het gezin De Vries kan het met Roel's inkomen financieel dus bolwerken, hoe wel zuinigheid moet worden betracht en luxe een woord is dat het niet kent. Roel: Als ik dan ln de krant lees dat er welvaart heerst in Nederland, dan vraag 'uïen wlj in hetzelfde land? Wij hebben het goed, maar ik zie het in de fabriek: de meesten verdienen minder dan ik. De grootste groep, geloof me, leeft op de rand van het bestaan Er ls nog zoveel ellende. En dan is het hier in het westen nog goed vergeleken bij het noorden en het oosten. En die kerken die zeggen dat wij moeten versoberen'. Vertel mij waar ik op moet bezuinigen' Nee, voor de vakbonden ligt nog veel werk te wachten. Het wordt tijd dat de kwestie centen-procenten eens uitee- vochen word. Wij hebben er destijds bij Hoogovens voor gestaakt. Ik wil er wel weer voor staken. Niet tegen Hoogovens maar voor het principe'. Aan deze pagina werkten mee: Jan Brokken, Cisca Dresselhuys en Huub Elzerman.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 17