Toerist kan in Israël nog geen speld binnen smokkelen Superboek voor boom-bewusten' Feiten en tips Geschiedenis van de wereld in zes delen Toerisme Uitvoerige gids en kijkboek (ROUW/KWARTET ZATERDAG 1 MAART 1975 BINNENLAND RH27 Cteinftrau Paffendorf Hepd Orthodoxe joden bij de Jaffa-poort in het oude Jeruzalem, dat ook voor de toerist weer bereik baar is. bewoning van het land. Zoveel eeuwen lateT wordt de burcht nog steeds als een symbool gezien: elke nieuwe lichting para's zweert er na de basis-opleiding de eed op de wapens. Overigens is de tocht er naar toe, dwars door de gloeiend hete woes tijn van Judea, langs de Dode Zee op zich al een belevenis. Evenzeer als trouwens een rit naar het verdere zuiden, naar Beersheba aan de rand van de Negev-woes- tijn, waar niidden in de kale brui ne vlaktes door irrigatie grote stukken groen zijn ontstaan. Steden Op zulke tochten proeft men Is raël puurder dan bij de ook door onchristelijke concurrerende kerkgenootschappen verminkte heilige plaatsen. Trek bijvoorbeeld ook eens door het groene vrucht bare Galilea, rond het meer van Tiberias met zijn decors waarte gen de bijbelse verhalen beter zijn te projecteren dan in de be dompte sfeer van oude kerken en moskeeën, waar je bovendien toch maar onder de voet wordt gelopen door duizenden andere pelgrims. Neem royaal tijd voor de drie grote steden, die elk weer een ander gezicht van Israël tonen: het zoals de Israëli's zelf schertsend typeren biddende Jeruzalem, werkend Haifa en dan send Tel Aviv. Vooral die laatste stad boeit omdat het meer dan welke andere plaats ook de jónge staat symboliseert: drukke boule vards, westers aangeklede winkels, bioscopen, theaters, nachtclubs en naar de laatste mode geklede pas santen. Een vrolijke, maar ook nuchtere stad, zonder kitsch en hinderlijke commercie. Een beetje als het nieuwe Jeruzalem, dat vooral de laatste jaren meer en meer de allure van een hoofdstad krijgt nu er om de hele stad, ook in het Arabische deel, uitgebreide nieuwbouwwijken verrijzen. Zulke ervaringen geven een veel beter beeld van de staat Israël dan alle heilige plaatsen bij elkaar, al zal men die zeker als men voor het eerst gaat niet mogen over slaan. Als het waar is wat de oude rabbi zei, dat de 'lucht van Israël wijs maakt', dan zal de toerist ook deze bezwaren van een hinderlijke marskramerij overwinnen. Handig om te weten voor wie een Israël-vakantie gaat maken: 0 Het Israëlisch verkeersbureau in Amsterdam (Wijde Kapel steeg 2, tel. 020-249642) geeft een brochure uit, waarin alle reizen van Nederlandse reis organisaties zijn opgenomen. De prijzen variëren grofweg van 1500 tot 2500 gulden voor 15 dagen. 0 De prijs wordt vooral bepaald door de accommodatie en de mate waarin excursies in de reis zijn opgenomen. Arran gementen met overnachtin gen in jeugdherbergen of kibboets-hotels (meestal ook erg comfortabel) zijn door gaans stukken goedkoper dan hotelreizen. 0 Zijn excursies niet in het pro gramma opgenomen, dan moet men rekenen op vrij aanzienlijke extra kosten. Een paar voorbeelden: een dagexcursie uit Tel Aviv naar de Dode Zee (400 meter on der de zeespiegel: het laagste punt van de wereld) en Mas- sada kost 50 gulden, een dag Caesarea-Akke 40 gulden, een dag Nazareth-Tiberias 35 gul den. twee dagen Eilat 135 gulden (heen en terug met de bus vijf uur rijden) of 210 gulden (heen met de bus en terug vliegen). Speciale attracties sindskort zijn ex cursies naar de Sinaï (het klooster Santa Katarina bij de berg Sinaï (één dag 250 gulden) en naar Sharm el Sheikh. Wie die trips op ei gen gelegenheid wil maken kan voor 27 gulden per dag een kleine auto huren.. (120 km. vrij daarna 16 ct. per km. De benzine kost 1.25 gul den per liter). 0 Vliegen naar Israël zonder een arrangement te boeken, kan óók. De laagste retourprijs is 865 gulden. Het speciale je'ugdtarief bedraagt 634 gul den (van 12 tot en met 25 jaar en voor studenten van 25 tot en met 30 jaar). In het land kan goedkoop worden overnacht op kampeerplaat sen (waar tenten klaar staan) en in jeugdherbergen. 0 De geldeenheid is het Israëli sche pond (45 cent). Het voordeligst wisselt men in Is raël zelf. 0 Het prijspeil ligt ongeveer op Nederlands niveau. Een lunch of een diner heeft men al voor een tientje, een pulletje (halve liter) Israëlisch bier voor 1.80 gulden. Voor sou- veniers is men het beste, uit in de door de regering gecon troleerde winkels, herkenbaar aan het schild met twee mannetjes, die een druiven tros dragen. 0 Het openbaar vervoer is spot goedkoop. De voordeligste taxi's zijn de sherets, die pas afrijden als er voldoende pas sagiers zijn (10 gulden voor de 60 km. lange rit van het vliegveld Ben Gurien bij Tel Aviv naar (Jerusalem). Een ritje van het ene eind van Jerusalem naar het andere in een gewone taxi kost 7,50 gulden. 0 Reken in de zomerop zeer heet weer met temperaturen tot 40 graden (vooral in het gebied van de Dode Zee en Eilat). De beste tijd om Israël tc bezoeken is april-mei, of in het najaar. 0 Strandgangers dienen er op voorbereid te zijn, dat de kust bij Natanya (dé bad plaats) steil afloopt en ge vaarlijk voor zwemmers kan zijn. Het strand bij Akke in het noorden is het best voor kinderen. 0 Wie winkelt in Arabische wij ken moet afdingen (er wordt meestal tweemaal zoveel ge vraagd als wat men werkelijk heeft te betalen). door Dick Ringlever tingen. Want juist die heilige plaatsen kunnen een fikse kater achterlaten. Niet alleen omdat de meeste van die plekken nooit wa terdicht historisch zijn gelocali- seerd (zo zijn er in Jeruzalem tenminste twee plaatsen, die als Christus' graf worden aange merkt), maar vooral ook omdat er veel commercie en kitsch omheen geweven is. Het komt als een wat koude dou che óver als je na het devoot uitgesproken standaardverhaal van de gids in de Heilige grafkerk van Jeruzalem de spelonk be treedt en daar ineens bovenop de sponde een bakje aantreft, waar op je wordt verondersteld een vijf pond-biljet te deponeren. En wat te zeggen van de geboortekerk in Bethlehem, waar je nog voor er binnen te gaan wordt overvallen door een horde jongetjes met dia's en andere handelswaar? Of van dat soevenierwinkeltje naast die kerk, waar van riet gevlochten doornenkroontjes voor één-vijf- en-twintig te koop hangen? Of van die' bejaarde Arabier aan de muur van het tempelcomplex, die je ongevraagd meesleept naar het punt, dat een imposant gezicht biedt op de Olijfberg en de Hof van Gethsmané en je dan niet loslaat voor je tenminste een rijksdaalder hebt betaald? Je moet als een kruisvaarser ge harnast zijn om zo'n kermis zon der deuk te overleven. En dat geldt niet alléén voor Jeruzalem. Ook de heilige plaatsen elders vragen een harde huid. Waarom toch Waarom dan tóch naar Israël als die Via Dolorosa met zijn veertien statiën waarschijnlijk niet de echte kruisweg is, de plaats waar Maria Christus' geboorte werd aangekondigd en waarop een mo numentale nieuwe kerk is ge bouwd door archeologen wordt betwist en de rots in de 'Dom van de rots' slechts uit nooit bewezen verhalen de plek zou zijn geweest, waar Abraham zijn zoon Izaak heeft willen offeren? Vooral omdat er in Israël nog zoveel anders is te zien. De 400 meter hoge en nu per kabelbaan bereikbare burcht Massada bij voorbeeld, even teil zuiden van de Dode Zee, waar in 73 een kleine duizend joden na drie jaar Ro meins beleg vrijwillig zelfmoord pleegden en daarmee voor 1875 jaar een einde maakte aan joodse De politieman in de portiersloge van de Knesseth, waar Israëlische parlementariërs achter het kogelvrije glas van de vergaderzaal juist een nieuw debat zijn begonnep, blijft vriendelijk, maar onverbiddelijk. De toerist, die de zitting vanaf de tribune wil bijwonen, moet zijn tas met came ra's achterlaten en de inhoud van zijn zakken op tafel deponeren. Een zakmesje wordt opzij ge legd en mag evenmin mee naar binnen. 'We nemen geen enkel risico en, Sir, 't is ook in uw éigen belang', reageert de agent op de wat gepri kkelde houding van de bezoeker. Extra attractie Israël: een land in oorlog? Je merkt het alleen zo nu en dan. Bijvoorbeeld als je op het landje achter een middelbare school in Jeruzalem ineens een groep scho lieren springoefeningen ziet doen vanaf een buizenstaketsel op een vangzeil. Lessen, die deel uitma ken van de op véél scholen gege ven para-militaire opleiding. Je merkt het ook als je rachter een biertje op een terras aan het strand van Tel Aviv bijna elk kwartier een verkenningsvliegtuig de zee ziet afspeuren. Voor de rest is Israël ogenschijn lijk in volle rust. Voor de meeste toeristen is zo'n ervaring trou wens meer een niet in folders, beschreven ex tra-attractie dan een aanwijzing, dat er nog steeds zoiets als een ernstig conflict be staat. Volle Egged-toeristenbussen rijden af en aan haar de 'high spots' van Israël. De heilige plaat sen, musea, natuurmonumenten, waarmee het land meer dan over vloedig is bedeeld. Zeker nu ook de bezette gebieden voor de toe rist bereikbaar zijn en het oude Jeruzalem; Jericho en Bethlehem, Hebron en Bethandë, dus ook in vrijwel alle programma's zijn op-: genomen. Commercie Na de kaping en bomaanslagen van de laatste jaren is Israël ex tra alert geworden. Op het Ben Gurion vliegveld bij Tel Aviv is de controle strenger dan ooit tevo ren. Niet alleen worden koffers van onder tot boven grondig doorzicht en elk in papier gewik keld pakje opengemaakt, ook de vulpen in de binnenzak gaat uit elkaar, terwijl een wat hoogge hakte jonge toerist zelfs zijn schoen moet laten doorlichten. Camera's worden opengeklapt en wanneer er nog een film inzit vraagt de controleur een foto te mogen maken en zich ervan te verzekeren, dater geen explosie ven inzitten. Bij warenhuizen en theaters is die controle nauwelijks minder grondig. Weliswaar wordt de bezoeker niet gefouilleerd, maar elke tas, die naar binnen gaat, moet open en onderzocht. Zulke veiligheids-checks kosten tijd. Wie vandaag als toerist naar Israël gaat, kan op de luchthaven (en dat geldt ook voor Schiphol) rekenen op zeker één uur (maar soms ook het dubbele), queuen achter drie, vier balies. Maar en dat is opvallend vrijwel niemand mort daarover. De con troleurs putten zich uit in excu ses, werken snel en efficiënt hun vragehlijstje af (heeft u pakjes van anderen in ontvangst geno men, kocht u souventers in Arabi sche winkels, was u al eerder in Israël of een Arabisch land?) en zijn behulpzaam bij het weer in pakken van de koffers. De bezoe ker ondergaat dat alles meestal begrijpend in de wetenschap, dat niet alleen de Israëliërs, maar ook hijzelf gebaat is met dit soort voorzorgsmaatregelen. In burger geklede veiligheidsagenten zitten overal, ook in de uitgaanscentra. Een groep toeristen ervaarde dat nog onlangs toen in de bar in de buurt van Tel Aviv's etalage-bou levard Dizengof een ordinaire ru zie ontstond tussen twee bezoe kers. Binnen een minuut waren zij door twee met walkie-talkies uitgeruste burger-agenten, die zich ook in de bar bevonden, bui ten gevecht gesteld. Rust Israël wil rust binnen zijn gren zen. Niet in de laatste plaats om de vakantieganger niet af te schrikken. De praktijk heeft na melijk geleerd, dat elk incident van omvang directe invloed heeft op de toeristenstroom. Zo liep het aantal vakantiegangers vorig jaar (toen de Yom Kippoer-oorlog al was afgelopen) met zes procent terug tot 'ruim 660.000 (van Ne derlandse kant zelfs met zeven procent: tot 19.000). En waar het toerisme dé belangrijkste bron van inkomsten is (vorig jaar bracht het 250 miljoen foliar bin nen), is er de regering dus alles aan gelegen dié op peil te houden, vooral nu het land met ernstige economische problemen kampt. Bij het ministerie van toerisme in Jeruzalem verwacht men, dat dit deze zomer wel weer' zal lukken. Op grond van het aantal al geda ne boekingen rekent ipen zelfs, op een vrij forse stijging, oók vanuit Nederland. Die hoop lijkt gerechtvaardigd, want hoewel aan de fronten de kanonnen weliswaar zwijgend, maar gericht staan opgesteld merkt men binnen de grenzen nauwelijks iets van een oorlogs toestand. Het leven in de steden gaat zijn gewone gang. Op zater dagavond, als de sabbath is afge lopen, stromen de terrassen aan de Ben Yehuda- en de Dizengo f - boulevard in Tel Aviv vol. In Je- ruzalems oude stad wordt in de donkere steegjes gehandeld als was er nooit een conflict geweest en was Israëlische bezetting slechts een formaliteit. In het bij na geheel uit Arabieren bestaande Nazareth schudt de Arabische ei genaar van het restaurant zijn joodse gast welhaast hartelijker de hand dan die van de buiten lander. Militair vertoon is er veel minder dan in de tijd vlak na de oorlog van 1967. Gewapende solda ten lopen er nog wel, maar meer in het Israëlische dan in het be zette gebied. Deel van de kruisweg. Zien die toppers? Jawel. Maar doe dat dan niet boordevol verwach- door W. F. Stafleu Drs. S. de Vries, redacteur van de nieuwe Winkler Prins Grote We reldgeschiedenis, ziet kans in een inleiding, vier kolommen groot, in nog geen vijftienhonderd woorden heel de wereldgeschiedenis kundig en glashelder samen te vatten. Veel praktische waarde zal dat wel niet hebben. Wie leest er nu een inleiding in een naslagwerk? Het tekent wel de aanpak van deze nieuwe uitgave, van Elsevier, waar van de delen I en II nu verschenen zijn. De taal is helder, de indeling overzichtelijk, de illustratie royaal en toepasselijk, de registers be trouwbaar, de uitvoering stevig. Wat je zoekt, blijkt makkelijk te vinden. Als je eenmaal bezig bent, blijf je bladeren. De overvloedige geheel in kleur uitgevoerde illustra tie is gewoonweg boeiend. En func tioneel bovendien, het beeld zegt soms meer dan vele woorden. Een uitgave ook en vooral voor de geïn teresseerde leek; de tekst graaft minder diep dan bijvoorbeeld de meer professionele - maar dan ook voor een kleiner publiek geschikte Universele Wereldgeschiedenis, die eveneens aan het verschijnen is. Cultuur Wat de inhoud betreft: deze WP- uitgave weerspiegelt de overtuiging dat geschiedenis meer en meer cul tuurgeschiedenis wordt, ofwel inte grale geschiedschrijving, zoals Jan Romein het noemde. Ook daardoor zal het komen dat deze uitgave zoveel plaats biedt aan illustratie, die immers in een cultuurgeschie denis meer op zijn plaats is dan in een vooral politiek georiënteerd werk. Een tweede opvallende trek is dat wereldgeschiedenis in deze opvat ting Inderdaad recht doet aan de ontwikkeling van de hele wereld. In de eerste delen zal dat het duidelijkst blijken, want hoe je het ook wendt of keert, de nadruk in later eeuwen komt toch te liggen op de 'determinerende' rol. die West-Europa in deze evolutie speel de. In deel I is Europa nog nauwe lijks aanwezig, deel II begint wel met Rome en het barbaarse Europa maar de rest is gewijd aan Azië. Het eerste deel bevat vijftig blad zijden over de prehistorie, redelijk bijgewerkt tot aan de nieuwste vondsten en theoriën, zestig blad zijden Egypte (waarover ook steeds nog nieuwe Inzichten bekend wor den). vijftig bladzijden Mesopota- mië, dertig Nabije Oosten, en 135 bladzijden Griekenland, (in de en kele aan Israël bestede bladzijden treft het nogal kritiekloos aanvaar den van sommige traditionele voor stellingen zoals 'Mozes' auteurschap van de vijf eerste bijbelboeken, en een archaïsch taalgebruik, dat de schrijvers verleidde de term 'Arke des Verbonds' te bezigen). Het tweede deel behandelt Rome tot en met de uitbreiding van het christendom tot het schisma van 1054. Na een kleine, interessante uitweiding over Europa in de oer tijd en de Westaziatische noma denvolken, worden de grote Aziati sche culturen behandeld, tot onge veer het jaar 1500: Indië, China, Korea, Japan en Zuldoost-Azië. De nog volgende vier delen gaan uiteraard over de middeleeuwen, de nieuwe geschiedenis, de 19de en de 20 eeuw. Al met al een welkome verschij ning. deze WF Wereldgeschiedenis, waarvan ik met nadruk en voldoe ning nog wil vermelden dat elk deel een uitvoerig en overzichtelijk regis ter bevat, dat het laatste deel alle registers nogeens zal samenvatten en dat er dan ook een bibliografie wordt opgenomen. door Henk van der Halm Wij mensen beginnen iets pas te waarderen, wanneer dreigt dat we het moeten missen. Je ziet dat op alle terreinen van het dagelijks leven: zo lang iets er in overvloed is, wordt het als vanzelfsprekend aanvaard en zonder diepgaande interesse gebruikt. Zo is het ook met bomen. Zij waren alleen maar economische objecten, geplant om ze later om te hakken, om er palen, lucifers, pa pier of klompen van te maken. Bij stadsuitbreidingen werden alle bo men verwijderd; later werden ze in de zo ontstane woestenij weer wat geplant. Nu wijzen allerlei tekenen erop dat er in ons land iets aan het veran deren is en dat men begint te beseffen dat bomen meer beteke nen dan in geld is uit te drukken. Zonder bomen is een landschap doodsaai, maar veel belangrijker is hun bijdrage aan het zuurstofgehal te van de atmosfeer. Anderzijds is er het feit dat zij koolzuur opne men, de lucht stofvrij houden, zor gen voor een gelijkmatige vochtig heid, het leven van andere organis men mogelijk maken en verkeersla waai dempen. Men heeft bossen leren waarderen als recreatieterrein en bomen als voorwerpen van schoonheid, men is in deze tijd bereid in het geweer te komen als ergens een rij bomen, die een markant onderdeel van het landschap vormen, gekapt moeten Worden. Nog steeds worden aansla gen gepleegd op schitterende, oude bomen, maar ook werden al voor een stads- of dorpsgezicht belang rijke bomen bij de planning van bouwwerken ontzien, werden kabels en buizen buiten de kruinprojectie van de bomen gelegd en werden bomen, die door velling van buur- bomen plotseling vrij kwamen te staan, beveiligd tegen uiteenvallen door middel van verankeringen. Boomchirurgen 'repareren' en ver zorgen historische bomen, oude exemplaren in belangrijké parken die voor het welzijn van de mens of als heerlijkheid werden aange legd en zeer hebben bijgedragen tot het karakter van een landschap. De belangstelling voor bomen is gewekt en dus wil men meer over bomen weten: hoe ze heten en hoe ze zijn te herkennen, hoe ze groei en en bloeien. Aan die interesse komt een boek tegemoet, zoals dat er tot nu toe nog niet was. Deze rijke informatiebron over de wilde en aangeplante bomen en struiken in ons land is oorspronkelijk in het Engels verschenen, maar de redac tieraad was samengesteld uit inter nationale deskundigen: voor Neder land de directeur van het Trom penburg Arboretum te Rotterdam. J. R. P. van Hoey Smith. 'Het bomenboek' verenigt diverse kwaliteiten in één imposante band: het is een uitvoerige gids waarin alle belangrijke bomen in tuinen, parken, bossen en landschappen beschreven en getoond worden, een kijkboek dat met zijn duizend kleu renafbeeldingen esthetisch genot verschaft en via uitgebreide bij schriften een kort verhaal weer geeft, en een magistraal compendi um (handboek) voor natuurliefheb- Een vliegden houdt zich staande op een stuifheuvel in het Huls- horster Zand. (foto: Henk van Halm) bers, botanici en ecologen. Hoewel afgestemd. Het is zo onderhoudend volstrekt wetenschappelijk van op- geschreven, dat iedereen die van zet, is het op een breed publiek bomen houdt, er meteen door ge grepen moet zijn. Zo verging het mij althans. DRIE DELEN Alles wat met bomen te maken heeft, komt erin aan de orde in drie hoofddelen. In het eerste ge deelte wordt met liefde voor detail een beschrijving met foto's en te keningen gegeven van de structuur en de levenscyclus van de bomen, hun plaats en functie in het milieu, de geschiedenis en de folklore, het planten en snoeien, het onderhoud, de bosbouw vroeger en nu, de aan wending van bomen in de land schapsstructuur, enzovoorts. Het belangrijkste gedeelte van het boek is ongetwijfeld het tweede, een encyclopedie van loof- en naaldbo men, tezamen meer dan zeshon derd, uit Noord-Amerika, Europa, Azië en enige van het zuidelijk halfrond, geïllustreerd met vele honderden magnifieke kleurenfoto's en -tekeningen. De rangschikking volgens families, met van elke boom een uitnemende beschrijving vol informatie en bijzonderheden, maakt het tot een gezaghebbende gids voor het op naam brengen van al die soorten. Het laatste gedeelte bevat onder meer een tabel voor het kiezen van bomen, een verkla rende lijst van botanische namen, informatie over boomziekten en dergelijke en een algemene en een bijzondere index, de laatste met in het kort veel gegevens over alle in het boek voorkomende soorten. Auteur Hugh Johnson zegt dat hij in de bomen een nieuw aanrakings punt vond met de schepping. Hij is er in elk geval in geslaagd dit onderwerp, waarover al heel wat, ook populaire, boeken verschenen zijn, naar voren te brengen met zoveel frisheid en zoveel plezier, dat het met kop en schouders uitsteekt boven alles wat ik er tot nu toe van gezien heb. Hugh Johnson: Het bomenboek. Bomen en struiken in onze tuinen en parken, bossen en landschappen. Uitg. Zomer en Keuning, YVagenin- gen, in samenwerking met de Vere niging tot Behoud van Natuurmo numenten. 288 blz. 1000 kleurenfo to's en -tekeningen. ƒ79.50, voor leden 'Natuurmonumenten' 59.50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 27