Brakels dorpsarts: Het is om te huilen
Een nieuw begin,
dank zij omscholing
Pop met
dubbele
bodem
Pop op
Veel karakteristieke bebouwing verdwijnt voor verbreding rivierdijken
Ruim tachtig procent van cursisten slaagt erin:
TROUW/KWARTET ZATERDAG 1 MAART 1975
BINNENLAND PS17/RH19
door Fred Lammers
BRAKEL 'Het is echt geen gril van mij, al beweren sommige mensen dat
wel, dat ik me intensief ben gaan inzetten voor het behoud van het mooie
dorpje Brakel. Wat hier gebeurt is ontstellend. Ik heb er geen ander woord
voor. Dit gaat te v.er. Brakel wordt op een vreselijke manier aangetast door de
dijkverzwaring. Er gaat ontzettend veel weg wat de mensen dierbaar is'-
Ab van Beek (49), sinds 1959 Brakels
dorpsdokter, is langzamerhand heel wat
gewend. Dat er de laatste tijd op grote
schaal huisjes worden gesloopt langs de
dijk is echter iets waaraan hij niet kan
wennen. Sterker nog: het gaat hem zo aan
het hart dat het oude Brakel bezig is deels
te verdwijnen dat hij er 'wel eens slapeloze
nachten 'van heeft. 'Dit dorpje verdient
een beter lot. Dat de dijken verzwaard
moeten worden, oké. Daar wil ik me niet
tegen verzetten, maar wel tegen de manier
waarop dat gebeurt. De bevolking had
vertrouwen in de overheid dat alleen dat
zou verdwijnen wat om redenen van vei
ligheid echt weg moet. Dat vertrouwen is
beschaamd. Het is om te huilen', aldus
dokter Van de Beek.
Hij is de laatste tijd een geëmotioneerd
man, omdat hij soms het gevoel heeft
tegen de bierkaai te vechten. Het hele
punt is dat de acties in Brakel eigenlijk te
laat zijn begonnen. Ab van de Beek geeft
dat zelf toe. 'Die plannen voor de verzwa
ring van de rivierdijken zijn al jaren
geleden gemaakt. Niemand heeft er bij
stilgestaan wat die plannen eigenlijk in
houden. Het is als met zoveel dingen; je
schrikt pas als je dicht bij huis de gevol
gen ziet. Dat is hier in Brakel ook gebeurd.
Wij werden wakker geschud toen wij in
1973 (in een plaatselijke krant lazen, dat
niet 'alleen buitendijks staande woningen
zouden moeten verdwijnen maar ook tal
van huizen binnen de dijk. Ook het oude
raadshuisje met omliggende bebouwing,
aangeduid als Het Ronduit wil men afbre
ken. Als ze dit doen verliest Brakel het
meest karakteristieke deel van zijn lintbe
bouwing' aldus dokter Van de Beek.
jarige: Dirk Willem van Dam van Brakel
weinig meer in te brengen. Dat was in het
verleden anders. De heren van Brakel wa
ren tot het midden van de vorige eeuw
automatisch burgemeester. Daarin kwam
verandering omdat de toenmalige h~:r van
Brakel er niet voor voelde om, zoals hij zei,
te dansen naar de pijpen van de hoge
ambtenaren in Den Haag.
In de jaren, dat de heren van Brakel nog
niet zo recalcitrant waren kreeg het dorp
het raadhuisje ten geschenke. In de
schenkingsacte staat duidelijk, waaraan de
gemeentelijke overheid zich zoal had te
houden. Zorg dragen voor een goed onder
houd van het gebouw behoord» daar mede
toe. Daarin is de klad gekomen. Het oude
raadhuis betrokken, een afschuwelijke be-
Sinds enige jaren maakt de plaatselijke
wandelsportvereniging er gebruik vim.
Door '.afregelen in Duitsland met
.1 - me ontbossing, het indijken van; z;ijtak-
m vpri.dë. Rijn en veel nieüwbóuw in het
Roergebied, dat afwatert op de Hijn, is de
Weerstand in de rivier verandérd. Alter
natieven zijn bekeken, maar en zoü, als
Het Ronduit wordt gehandhaafd,zoveel
waardevols in 'de uiterwaarden j moeten
worden prijsgegeven, zoals de móóie Veer-
weg in Brakel, dat de beslissing' in ;het
nadeel" van Het'Ronduit ts uitgevallen:
'Een lachertje'
Betonklomp
Heerlijkheid
De bevolking is zo aan het oude raadhuisje
gehecht omdat het een geschenk is van
een van de vorige heren van Brakel. Het
dorp is nog steeds een heerlijkheid, al
heeft de laatste heer van Brakel, de nu 73-
De gemeente heeft in 1958 een nieuw
raadhuis betrokken, een afshuwlijke be-'
tonklómp, gebouwd op een steenworp af
stand van de fraaie dertiende-eeuwse kerk.
Het valt op die plek totaal uit de toon.. Het
is daarom begrijpelijk dat minister Van
Doorn önlangs liet weten -het hart van
Brakel niet als beschermd dorpsgezicht te
kunnen voordragen omdat het raadhuis
'een dissonant' vormt. Bij zijn collega van
Verkeer en Waterstaat heeft minister Van
Doorn echter wel gepleit voor het wijzigen
van het dijkverzwaringsplan in Brakel, zo
dat Het Ronduit behouden kan blijven.
Het heeft niet geholpen. Minister Wester
terp heeft vorige week laten weten dat dit
niet mogelijk is omdat de rivier de Waal
juist ter hoogte van Het Ronduit een bociu
maakt en daar vrij smal is. Zodoende valt
niet te denken aan een buitendijkse ver
breding van de rivierdijk, de rivierbedding
zou dan nog smaller worden. Als de dijk
buitendijks zou worden verzwaard zou in
de directe omgeving compensatie moeten
worden gezocht voor het rivierwater.
De heer Van 'dëi'Beek, die zich sinds vorig
jaar met zijn medestanders heeft verenigd
in de stichting 'Dorp en Landschap Bom-
melerwaard', noemt de argumenten van
minister Weslerterp 'een lachertje'. Hij
vermoedt dat de minister alleen is afge
gaan op de informaties van het polderdis
trict Bommelerwaard, gestalte wordt ge
geven door dijkgraaf J. Stuvers.
Deze man wordt door dokter Van de Beek
en de zijnen afgeschilderd als de kwade
genius op de achtergrond. 'Hij is een
„nnd, die niet gewend is aan tegenstand. Hij
werkt nu zo'n jaar of dertig in dit gebied
en heeft in zoveel functies gekregen,die
allemaal met elkaar verweven zijn, dat er
een ongezonde situatie is ontstaan. Hij is,
behalve de man die met de uitvoering van
de dijkverzwaring is belast, ook degene die
aan de touwtjes trekt bij de ruilverkave
ling. Dat moet wel leiden tot vreemde
situaties. Waarom wordt een huis afgebro
ken en blijft het huis, dat er pal naast
staat en waarin een tuindersbedrijf was
gevestigd, ongemoeid? Als het wonen op
Bij de foto's
Het Ronduit in Brakel moet wijken voor
de dijkplannen. De sloop van het oude
raadhuisje is nu stopgezet in afwachting
van het kort geding dat 11 maart dient
(links).
Dit landelijke stukje Waaldijk in Brakel
zal er eind dit jaar totaal anders uit-
L il. Eea groot deel van de bebouwing,
met name die links op de foto, zal wor
den afgebroken (midden).
Het polderdistrict sloopt elk huis dat
het maar kan aankopen. Met de belan-'
gen van degenen die er nog blijven wo
nen wordt geen rekening gehouden
(rechts). I
die plek bij de dijk zo gevaarlijk is,
waarom worden er dan uitzonderingen ge
maakt?' aldus dokter Van de Beek.
Dijkgraaf Stuvers wijst deze beschuldigin
gen van de hand. Voor mij tellen slechts
de belangen van de bevolking. Daar heb ik
me al die jaren voor ingezet. Je kunt het
hier overal aan de mensen vragen. Er gaat
geen pand weg zonder dat er uitvoerig
over is gepraat. We doen niet anders dan
wikken en wegen, zegt Dijkgraaf Stuvers.
In zijn werkkamer in het kantoor van het
polderdistrict Bommelerwaard op de Waalka-
dè> in Zaltbommel vertelt de heer Stuvers
mij, dat hij beslist wel oog heeft voor de
schoonheid van het rivierlandschap'. Maar
de veiligheid van de mensen is belangrij
ker. De plannen voor het ophogen van de
rivierdijken zijn mede een gevolg van de
Watersnoodramp in 1953. Er zijn in het
verleden diverse malen overstromingen ge
weest in dit gebied. In 1970 is een ramp in
de Bommelerwaard nog net aan ons voor
bij gegaan omdat allerlei factoren voor
ons gunstig waren. Anders zou een gebied
van vijftienhonderd hectare onder water
zijn gelopen en zouden er in de dorpen
Brakel (dat op een heel gevaarlijk punt
ligt - vandaar dat wij met die dijkverzwa
ring hier zijn begonnen), Kerkwijk Am-
merzoden en Zuilichem en ook in het
stadje Zaltbommel zeker mensenlevens te
betreuren zijn geweest.
'Dankdienst'
Die dijkverzwaring is echt noodzakelijk.
Het zijn plannen van de regering, wij
voeren ze uit, hetgeen niet inhoudt dat ik
er niet volledig achter zou staan. Als het
zover is dat de dijken in de Bommerler-
ur.^rd volgens plan zijn verzwaard voel ik
er veel voor een dankdienst in de kerk in
Zaltbommel te houden. Dokter Van de
Beek heeft door zijn actie vooral voor het
behoud van Het Ronduit, onze plannen
bijna een jaar vertraagd', vindt dijkgraaf
Stuvers.
Dokter Van de Beek noemt de voorstelling
van zaken die dijkgraaf Stuvers geeft over
Het Ronduit pertinènt onjuist. Het oude
raadhuisje staat ér al 113 jaar. In het
werkschema, voor de dijkverzwaring opge
steld, staat duidelijk dat met het dijkvak
kom-Brakel-dorp niet vóór 1976 zal wor
den begonnen. Er is zodoende alle tijd om
rustig te praten over de gang van zaken.
Typerend voor de heer Stuvers noemt hij
wat er vorige week is gebeurd nadat mi
nister Westerterp had laten weten geen'
bezwaar te hebben tegen de sloop van Het
Ronduit. Meteen nadat de brief van de
minister binnen was .ontbood burgemeester
J. van Eek, na een onderhoud met dijk
graaf Stuvers, het bestuur van de wandel
sportvereniging en vertelde dat het ge
bouwtje zo spoedig mogelijk ontruimd
moest worden. De leden van de wandel
sportvereniging zijn er tot diep in de
nacht mee doende geweest.
De volgende ochtend, dat was vorige week
dinsdag, gingen arbeiders van de gemeente
aan het breken in het oude raadhuis. Dat
gebeurde met zoveel geweld, dat de mar
meren plaat in de hal, die herinnert aan
de schenker, aan gruzelementen ging. Een
van de raadsleden ging er met de fraaie
gietijzeren trapspijlen vandoor, de marme
ren schoorsteenmantel werd door een an
dere gegadigde weggehaald. Voor de heer
Van Dam van Brakel was dit alles aanlei
ding een kort geding aan te spannen
tegen het dagelijks bestuur van de ge
meente en tegen het bestuur van het
polderdistrict. Het zal op 11 maart dienen
voor de president van de rechtbank in
Arnhem. De belangen van de heer Van
Dam van Brakel worden behartigd door
zijn neef; de heer J. Scheltus, die eveneens
in het bestuur van de stichting 'Dorp en
Landschap zitting heeft'. Oom voelt er op
zijn leeftijd begrijpelijk niet voor
zelf in actie te komen. Maar hij is het
roerend met mij eens dat je niet alles
hoeft te accepteren. Het is een schandaal
zoals hier in Brakel met de rechten van de
burgers wordt omgesprongen', zegt de heer
Scheltus.
De vele gaten die de laatste tijd zijn
gevallen in de dijkbebouwing zijn een
dagelijkse ergernis voor dokter Van de
Beek. 'Het menselijke wordt uit het oog
verloren', zegt hij, als hij me een huisje
laat zien, waarvan de helft is afgebroken.
'Voor de bewoners is een onhoudbare situ
atie ontstaan. Het vocht trekt naar binnen
door de halfsteens muur, die nu als bui
tenmuur dienst doet. Deze toestand is. al
een paar jaar zo. Vroeger woonde er een
oude vrouw in, een van mijn patiënten. Zij
werd er op zeker dag mee geconfronteerd
hoe het huisje dat onder één kap met haar
woning was gebouwd in een paar uur tijd
tegen de wereld ging. Ik durf rustig te
stellen dat de laatste levensfase van deze
vrouw door deze gang van zaken onnodig
verdrietig is geweest', meent dokter Van
de- Beek.
door Huub Elzerman
Je kunt jarenlang in een mijn Werken, fruittelen, op een binnennschip zitten, melkbezorgen of ge
woon ongeschoolde arbeid verrichten. Ma ar op een goede dag is het afgelopen. De mijn wordt ge
sloten, de boomgaard valt in een bestemmingsplan, de binnenvaart gaat slecht, de koude sanering
krijgt je te pakken of je bedrijf gaat failliet. De tijd dat het leren van een vak voldoende was voor
het leven, is voorbij. De behoefte van de maatschappij aan een grote verscheidenheid aan kundig-
digheden en ervaringen is omvangrijk en neemt jaarlijks toe.
doen zich op de arbeidsmarkt
wonderlijke situaties voor: in een en
dezelfde plaats is er grote werkloos
heid en er is een groot tekort aan
arbeidskrachten. Vraag en aanbod
sluiten dan niet op elkaar aan. Er
lopen bijvoorbeeld werkloze textiel
arbeiders en schoenstikkers rond,
maar er is ook een grote behoefde
aan metaalarbeiders.
Een van de belangrijkste wapens
tegen deze vorm van werkloosheid
is omscholing. Vorig jaar zijn er
via omscholing tienduizend werklo
zen of bijna werklozen aan een
andere baan geholpen. Dit jaar zul
len het er vijftienduizend zijn.
Merkwaardig is wel. dat de om-,
her- en bijscholing zowel bij werk
nemers^ als bij werkgevers nog be
trekkelijk onbekend is. De overheid
probeert daar onder andere via de
bekende STER-tv-spot wat aan te
doen.
Wat zijn de mogelijkheden? Om te
beginnen zijn er in ons land 27
centra voor vakopleiding van vol
wassenen (CVV). Op deze centra
worden cursisten tegen- vergoeding
van ongeveer het bruto minimum
loon - bijna driehonderd gulden
per week - in gemiddeld acht maan
den omgeschoold tot vakman in de
metaal of in de bouw.
Er zijn 2600 plaatsen, maar voor
sommige vakken - loodgieter en
elektrotechnicus - is er af en toe
een wachtlijst. Andere mogelijkhe
den zijn: kosteloze om- of bijscho
ling bij particuliere onderwijsin
stellingen of een vakopleiding bin
nen een bedrijf. Alle wegen naar
de om-, her- of bijscholing lopen
overigens via het gewestelijk ar
beidsbureau; via gesprekken met de
bemiddelaar en een test gaat de
aspirant-cursist naar de omscho
ling.
Daar wacht hem dan een zeer
Praktisch gerichte opleiding.
Dankbaar werk,
maar moeilijk,
zegt J. K. Dijkema
Aangortdroge theorie of aan wei
nig praktische wetenswaardigheden
wordt geen aandacht besteed. Het
gaat er om snel de handvaardighe
den en de benodigde theorie onder
de knie te krijgen. Ruim tachtig
procent ^an de cursisten slaagt
daarin.
'Het is dankbaar werk' zegt de heer
J. K. Dijkema (53) directeur van
het Centrum voor Vakopleiding
Volwassenen in Amsterdam. 'Je
weet dat je veel mensen de gele
genheid geeft een nieuw begin te
maken, een goede boterham te ver
dienen. Maar het is ook moeilijk
werk. Veel mensen komen pas
hier wanneer ze in hun vorige baan
zijn vastgelopen. Ze voelen zich
mislukt. Kleine middenstanders
bijvoorbeeld die jarenlang proberen
de touwtjes aan elkaar te knopen
en die dan toch moeten opgeven.
Die mensen moet je weer op het
goede spoor zetten, motiveren.
Soms denk ik wel een§: was maar
vijf jaar eerder gekomen. Had die
winkel of dat bedrijfje er maar aan
gegeven. Niet dag, en nacht blijven
doorsappelcn, met alle narigheid
van dien. Er is voor een goede
vakman nog steeds werk en gele
genheid een goede boterham te
verdienen. Ook zonder maagklach
ten'.
De heer Dijkema geeft toe dat er
ook wel kritiek is. 'Voor sommigen
ben je een soort kopelbaas van
'het kapitalisme. Maar wat is het al
ternatief? Moet je zo'n man maar
naar de bijstand sturen of onge
schoolde arbeid laten verrichten?'
De directeur van het CVV vindt
dat zijn cursisten maar voor zich
zelf moeten spreken. Geheel wille
keurig laten wij er hierbij drie aan
het' woord. Drie mensen met een
arbeidsverleden, dat niet meer be
viel of dat hen benauwde. Met 150
andere cursisten wilden ze om wat
voor reden dan ook dat arbeidsver
leden afschudden. Opnieuw begin
nen. Sommigen willen dat zeer
hardgrondig. In een van de in
structie-lokalen zegt een ex-melk-
boer: 'Er zijn geen grotere ego
ïsten dan huisvrouwen. Voor geen
vijfhonderd gulden schoon per
week zou ik terug willen'.
'Eerst een vak leren'
P. C. Olijdam (37) werkte als ad
ministratieve kracht op een kan
toor in Haarlem, toen hij ziek
werd. Dat duurde acht maanden.
Op de dag dat hij zich weer op
zijn werk meldde, zei zijn baas
dat hij niet meer nodig was.
Olijdam: 'Ik had nooit aan om
scholing gedacht, maar toen ik op
straat stond, dacht ik al: Voor
mij geen kantoorwerk meer'. Zo
verscheen hij op het gewestelijk
arbeidsbureau. Jarenlange erva
ring in de administratieve sector
en met een goede vooropleiding:
HBS. Die baas had natuurlijk
geen enkel recht om hem te ont
slaan. Olijdam had terugplaatsing
kunnen eisen, maar de ambtenaar
op het arbeidsbureau ried dat af.
Wanneer we nu geen ontslagver
gunning verlenen, dan ga je er
over een paar maanden wegens een
keer te laat komen of zo toch uit,
zo werd geredeneerd.
'Ik had natuurlijk een andere
kantoorbaan kunnen gaan zoeken,
aldus Olijdam. Maar dat wilde ik
niet meer. Ik was het beu. Dacht
dat ik er niet meer tegenop zou
kunnen. Toen heb ik de knoop
doorgehakt. Als je 36 jaar bent,
dacht ik, dan kan je nog opnieuw
beginnen. Over een paar jaar kan
dat misschien niet meer, Ik heb
gekozen voor een timmersmans-
opleiding. Timmeren deed ik altijd
al graag. Vooral in het begin viel
het me hier tegen. Er wordt in
een pittig tempo gewerkt. Je staat
de hele dag, je moet timmeren,
zagen, schaven. Daar wordt je
hondsmoe van als je een zittend
leven gewend bent. Maar ik denk
wel dat ik het red. De stage is me
prima bevallen en als ik er spijt
van krijg, kan ik altijd nog terug
naar het kantoor'.
'Dat lijkt me wel wat'
P. Koens (34) uit Huizen werkte al
twaalf jaar als gereedschapsmaker
in een fabriek. Op een gegeven
moment wilde hij een paar maan
den naar Schotland om zijn daar
wonende zuster te helpen. On
betaald verlof werd geweigerd,
maar Koens wilde toch zijn zuster
gaan helpen. Dat kostte hem zijn
baan.
'Het werk in de fabriek beviel me
allang niet meer. Als gereed-
Schapsmaker ben je de hele dag
aan je werkbank in de fabriek
gebonden. Dat ging me benauwen.
Eenmaal zonder werk ben ik naar
het gewestelijk arbeidsbureau ge
stapt en ik heb omscholing tot
timmerman gevraagd. Eerst zei
den ze daar, dat ik goed werk
had, maar toen ik voet bij stuk
hield, lieten ze me toch testen. Na
drie maanden zat ik hier. Straks -
ik moet nog een maand of zes -
wil ik gaan werken als onder-
houdstimmerman of restauratie
werk gaan doen. Dan ga je van
project naar project. Dat'lijkt me
wel wat. Ik zou natuurlijk nooit
in een timmerfabriek willen wer
ken, dan had ik beter gereed
schapsmaker kunnen blijven.
'Denk wel dat ik het red'
Kees Breuker (18) uit Amsterdam
werkte al een paar jaar als hulp
in allerlei winkels. 'Het beviel me
nergens. Je hoorde nooit anders
dan doe dit, doe dat. De hele dag
sjouwen voor een schofterig sala
ris. In Rotterdam heb ik in een
winkel gewerkt van 's morgens
zeven uur tot 's avonds zeven uur.
Voor honderd gulden schoon per
week.
In Krommenie heb ik twee jaar
op de ITO, individueel technisch
onderwijs, gezeten. Ik was daar de
enige met lang haar tussen al die
boerenjongens. Dat was geen le
ven. Toen ben ik maar in een
winkel gaan werken. Eerst bij een
slager. Voor 65 gulden per week.
Dat was ook pure uitbuiting.
Het idee om omscholing aan te
vragen is van mijn ooni en eigen
lijk ook van mijn vriendin. Nee,
ik heb geen trouwplannen, maar
je moet toch aan je toekomst
denken. Je kunt ook zonder diplo
ma's wel werk vinden, maar dan
moet je je hele leven hard werken
voor een klein loon. Als onge
schoolde kan je nog zo je best
doen, hard werken, maar het
wordt financieel toch niet ge
waardeerd. Hier bevalt het me
wel. 't Gaat er volwassen aan toe.
Als je voorligt op Je schema dan
kan je even zitten of een bakkie
koffie pakken. Bovendien krijg ik
nu 131 gulden schoon per week.
Bij mijn laatste baas, De Spar in
Purmerend, was dat 121 gulden.
Als ik straks klaar ben, wil ik een
tijdje weg. Naar Canada of zo,
iets van de wereld zien, een beet
je avonturieren. Maar eerst moet
ik een vak leren'.
i de plaat
door Willem-Jari Martin
Commander Cody:
Het verhaal van Commander
Cody And Hls Lost Planet
Airmen, een opgewekt, acht man
sterk gezelschap uit het westen
van de Verenigde Staten, is bij
mijn weten nog niet eerder, of
op zijn hoogst onvolledig tot
deze kolommen doorgedrongen.
De vijfde, gelijknamige elpee
(Warner Bros WB 56.108), die, de
overstap markeert van het
Paramount-label naar het
bedrijf van de gebroeders
Warner, biedt nu een aardige
gelegenheid om aan deze
misstand een eind te maken,
want het gaat hier intussen toch
om een dusdanig standvastig en
aan de overzijde van Het Grote
Water reeds in zo brede kring
doorgedrongen groepje, dat het
de hoogste tijd wordt in deze
contreien de informatie met
betrekking tot CC uit te breiden
buiten de grenzen van het reeds
lang overtuigde clubje Cody-
fanaten.
De start van de formatie ligt in
1968. Cody (George Frayne) en
gitarist John Tichy besluiten
hun frustraties in reeksen van
andere groepen produktief te
verwerken en vormen het
platform, waarop een eigen
onderneming van de grond moet
komen. Al snel zoekt men zijn
heil in een vrij strikt
aandoende, maar op het tweede
gehoor beslist met de nodige
dubbele bodems toegeruste
interpretatie van puur
Amerikaanse muziek als C W
en 'archetypische' rock-and-roll.
Voor een enkele vroege
medestander is dat aanleiding
om binnen de kortste keren de
biezen te pakken, maar
vervangers stromen in dergelijke
aantallen toe, dat binnen een
jaar alle problemen van de baan
zijn en men op pad kan met een
vaste ritme-sektie alsook het
nodige éigen songmateriaal. De
bezetting noteert dan de namen
van Commander Cody (piano,
zang), John Tichy (gitaar
zang) Andy Stein (viool, sax),
de mysterieuze West Virginia
Creeper (pedal steel), Lance
Dickerson (drums), Buffalo
Bruce Barlow (bas, zang), Bill
Kirchen (gitaar, zang) en Billy
C. Farlow. (zang,-harmonica).
In deze bezetting ook wordt in
'71 de eerste elpee, Lost In The
Ozone opgenomen: c'ountry-
muziek, zwaar 'overdone', meer
dan bij het melodramatische af,
maar daarom juist precies goed
(themakeus en aanpak vormen
een bevrijdende persiflage op de
meer gemeende en daarom
onverteerbare bedoelingen van
lieden als Merle Haggard of
Buck Owens), afgewisseld met
uiterst dansbare rock-and-roll.
Gezelligheidspop bij uitstek
kortom, en ook de heren zelf
hebben er hoorbaar zeer veel lol
in.
Ononderbroken
Van Lost In The Ozone naar
Cody -no. 5 loopt een
ononderbroken lijn. De enige
veranderingen vormen komende
en gaande steelgitaristen (de
Creqper haakt af na Ozone,
Boby Black staat drie platen
later zijn plaats af aan Ernie
Hagar), de muziek wijzigt zich
niet essentieel en zo zijn dan
ook de kwalifikaties van Ozone
vrijwel van toepassing op Cody's
laatste, zij het met dien
verstande, dat men in de
uitvoering eeh grotere mate van
perfektie heeft bereikt dan
tevoren en de verhouding C
W - R R, die per elpee
enigszins varieert, hier in het
voordeel van laatstgenoemde
muzieksoort uitvalt. Sterkste
songs aan die kant: 'The Boogie
Man Boogie, Don't let Go en
Four Or Five Times, in de
afdeling Tranen Met Tuiten:
California Okie, Willin' en - als
absoluut hoogtepunt - Devil And
Me, waarin de nieuwe aanwinst
Ernie Hagar bijna niet te
verdragen patronen uit zijn
instrument schuift. Ga zelf maar
eens luisteren.
Verder met Alquin en Nobody
Can Wait Forever (Polydor 2925
030). Alquin (minus Paul
Westrate, plus Michel van Dijk)
pakt op deze elpee de zaken
strakker aan dan tevoren en dat
komt de muziek zeer ten goede,
heeft tot resultaat een aantal
relatief korte netjes uitgelijnde
nummers, waarin het af en toe
danig swingen geblazen is
(onder meer New Guinea
Sunrise, Mr. Widdow). Vooral de
gitaarbijdragen zijn smeuiig, -
terwijl voorts de goed-passende,
soms enigszins Rod
Stewartachtige zang van Michel
van Dijk moet worden genoemd.
Anderzijds duikt nog af en toe
de neiging op een en ander iets
te wijd uit te spinnen, toch nog
enige mijns inziens niet geheel
nodige versieringen toe te
voegen. Aan het geheel doet dat
echter weinig afbreuk.
De afdeling 'ramsj' tenslotte:
Kenny Rankin met Silver
Morning en de onuitstaanbare
dubbel Physical Graffiti van het
Britse kwartet Led Zeppelin.
Oef, wat een onzin.