Brakels dorpsarts: Het is om te huilen Een nieuw begin, dank zij omscholing Pop met dubbele bodem Pop op Veel karakteristieke bebouwing verdwijnt voor verbreding rivierdijken Ruim tachtig procent van cursisten slaagt erin: TROUW/KWARTET ZATERDAG 1 MAART 1975 BINNENLAND PS17/RH19 door Fred Lammers BRAKEL 'Het is echt geen gril van mij, al beweren sommige mensen dat wel, dat ik me intensief ben gaan inzetten voor het behoud van het mooie dorpje Brakel. Wat hier gebeurt is ontstellend. Ik heb er geen ander woord voor. Dit gaat te v.er. Brakel wordt op een vreselijke manier aangetast door de dijkverzwaring. Er gaat ontzettend veel weg wat de mensen dierbaar is'- Ab van Beek (49), sinds 1959 Brakels dorpsdokter, is langzamerhand heel wat gewend. Dat er de laatste tijd op grote schaal huisjes worden gesloopt langs de dijk is echter iets waaraan hij niet kan wennen. Sterker nog: het gaat hem zo aan het hart dat het oude Brakel bezig is deels te verdwijnen dat hij er 'wel eens slapeloze nachten 'van heeft. 'Dit dorpje verdient een beter lot. Dat de dijken verzwaard moeten worden, oké. Daar wil ik me niet tegen verzetten, maar wel tegen de manier waarop dat gebeurt. De bevolking had vertrouwen in de overheid dat alleen dat zou verdwijnen wat om redenen van vei ligheid echt weg moet. Dat vertrouwen is beschaamd. Het is om te huilen', aldus dokter Van de Beek. Hij is de laatste tijd een geëmotioneerd man, omdat hij soms het gevoel heeft tegen de bierkaai te vechten. Het hele punt is dat de acties in Brakel eigenlijk te laat zijn begonnen. Ab van de Beek geeft dat zelf toe. 'Die plannen voor de verzwa ring van de rivierdijken zijn al jaren geleden gemaakt. Niemand heeft er bij stilgestaan wat die plannen eigenlijk in houden. Het is als met zoveel dingen; je schrikt pas als je dicht bij huis de gevol gen ziet. Dat is hier in Brakel ook gebeurd. Wij werden wakker geschud toen wij in 1973 (in een plaatselijke krant lazen, dat niet 'alleen buitendijks staande woningen zouden moeten verdwijnen maar ook tal van huizen binnen de dijk. Ook het oude raadshuisje met omliggende bebouwing, aangeduid als Het Ronduit wil men afbre ken. Als ze dit doen verliest Brakel het meest karakteristieke deel van zijn lintbe bouwing' aldus dokter Van de Beek. jarige: Dirk Willem van Dam van Brakel weinig meer in te brengen. Dat was in het verleden anders. De heren van Brakel wa ren tot het midden van de vorige eeuw automatisch burgemeester. Daarin kwam verandering omdat de toenmalige h~:r van Brakel er niet voor voelde om, zoals hij zei, te dansen naar de pijpen van de hoge ambtenaren in Den Haag. In de jaren, dat de heren van Brakel nog niet zo recalcitrant waren kreeg het dorp het raadhuisje ten geschenke. In de schenkingsacte staat duidelijk, waaraan de gemeentelijke overheid zich zoal had te houden. Zorg dragen voor een goed onder houd van het gebouw behoord» daar mede toe. Daarin is de klad gekomen. Het oude raadhuis betrokken, een afschuwelijke be- Sinds enige jaren maakt de plaatselijke wandelsportvereniging er gebruik vim. Door '.afregelen in Duitsland met .1 - me ontbossing, het indijken van; z;ijtak- m vpri.dë. Rijn en veel nieüwbóuw in het Roergebied, dat afwatert op de Hijn, is de Weerstand in de rivier verandérd. Alter natieven zijn bekeken, maar en zoü, als Het Ronduit wordt gehandhaafd,zoveel waardevols in 'de uiterwaarden j moeten worden prijsgegeven, zoals de móóie Veer- weg in Brakel, dat de beslissing' in ;het nadeel" van Het'Ronduit ts uitgevallen: 'Een lachertje' Betonklomp Heerlijkheid De bevolking is zo aan het oude raadhuisje gehecht omdat het een geschenk is van een van de vorige heren van Brakel. Het dorp is nog steeds een heerlijkheid, al heeft de laatste heer van Brakel, de nu 73- De gemeente heeft in 1958 een nieuw raadhuis betrokken, een afshuwlijke be-' tonklómp, gebouwd op een steenworp af stand van de fraaie dertiende-eeuwse kerk. Het valt op die plek totaal uit de toon.. Het is daarom begrijpelijk dat minister Van Doorn önlangs liet weten -het hart van Brakel niet als beschermd dorpsgezicht te kunnen voordragen omdat het raadhuis 'een dissonant' vormt. Bij zijn collega van Verkeer en Waterstaat heeft minister Van Doorn echter wel gepleit voor het wijzigen van het dijkverzwaringsplan in Brakel, zo dat Het Ronduit behouden kan blijven. Het heeft niet geholpen. Minister Wester terp heeft vorige week laten weten dat dit niet mogelijk is omdat de rivier de Waal juist ter hoogte van Het Ronduit een bociu maakt en daar vrij smal is. Zodoende valt niet te denken aan een buitendijkse ver breding van de rivierdijk, de rivierbedding zou dan nog smaller worden. Als de dijk buitendijks zou worden verzwaard zou in de directe omgeving compensatie moeten worden gezocht voor het rivierwater. De heer Van 'dëi'Beek, die zich sinds vorig jaar met zijn medestanders heeft verenigd in de stichting 'Dorp en Landschap Bom- melerwaard', noemt de argumenten van minister Weslerterp 'een lachertje'. Hij vermoedt dat de minister alleen is afge gaan op de informaties van het polderdis trict Bommelerwaard, gestalte wordt ge geven door dijkgraaf J. Stuvers. Deze man wordt door dokter Van de Beek en de zijnen afgeschilderd als de kwade genius op de achtergrond. 'Hij is een „nnd, die niet gewend is aan tegenstand. Hij werkt nu zo'n jaar of dertig in dit gebied en heeft in zoveel functies gekregen,die allemaal met elkaar verweven zijn, dat er een ongezonde situatie is ontstaan. Hij is, behalve de man die met de uitvoering van de dijkverzwaring is belast, ook degene die aan de touwtjes trekt bij de ruilverkave ling. Dat moet wel leiden tot vreemde situaties. Waarom wordt een huis afgebro ken en blijft het huis, dat er pal naast staat en waarin een tuindersbedrijf was gevestigd, ongemoeid? Als het wonen op Bij de foto's Het Ronduit in Brakel moet wijken voor de dijkplannen. De sloop van het oude raadhuisje is nu stopgezet in afwachting van het kort geding dat 11 maart dient (links). Dit landelijke stukje Waaldijk in Brakel zal er eind dit jaar totaal anders uit- L il. Eea groot deel van de bebouwing, met name die links op de foto, zal wor den afgebroken (midden). Het polderdistrict sloopt elk huis dat het maar kan aankopen. Met de belan-' gen van degenen die er nog blijven wo nen wordt geen rekening gehouden (rechts). I die plek bij de dijk zo gevaarlijk is, waarom worden er dan uitzonderingen ge maakt?' aldus dokter Van de Beek. Dijkgraaf Stuvers wijst deze beschuldigin gen van de hand. Voor mij tellen slechts de belangen van de bevolking. Daar heb ik me al die jaren voor ingezet. Je kunt het hier overal aan de mensen vragen. Er gaat geen pand weg zonder dat er uitvoerig over is gepraat. We doen niet anders dan wikken en wegen, zegt Dijkgraaf Stuvers. In zijn werkkamer in het kantoor van het polderdistrict Bommelerwaard op de Waalka- dè> in Zaltbommel vertelt de heer Stuvers mij, dat hij beslist wel oog heeft voor de schoonheid van het rivierlandschap'. Maar de veiligheid van de mensen is belangrij ker. De plannen voor het ophogen van de rivierdijken zijn mede een gevolg van de Watersnoodramp in 1953. Er zijn in het verleden diverse malen overstromingen ge weest in dit gebied. In 1970 is een ramp in de Bommelerwaard nog net aan ons voor bij gegaan omdat allerlei factoren voor ons gunstig waren. Anders zou een gebied van vijftienhonderd hectare onder water zijn gelopen en zouden er in de dorpen Brakel (dat op een heel gevaarlijk punt ligt - vandaar dat wij met die dijkverzwa ring hier zijn begonnen), Kerkwijk Am- merzoden en Zuilichem en ook in het stadje Zaltbommel zeker mensenlevens te betreuren zijn geweest. 'Dankdienst' Die dijkverzwaring is echt noodzakelijk. Het zijn plannen van de regering, wij voeren ze uit, hetgeen niet inhoudt dat ik er niet volledig achter zou staan. Als het zover is dat de dijken in de Bommerler- ur.^rd volgens plan zijn verzwaard voel ik er veel voor een dankdienst in de kerk in Zaltbommel te houden. Dokter Van de Beek heeft door zijn actie vooral voor het behoud van Het Ronduit, onze plannen bijna een jaar vertraagd', vindt dijkgraaf Stuvers. Dokter Van de Beek noemt de voorstelling van zaken die dijkgraaf Stuvers geeft over Het Ronduit pertinènt onjuist. Het oude raadhuisje staat ér al 113 jaar. In het werkschema, voor de dijkverzwaring opge steld, staat duidelijk dat met het dijkvak kom-Brakel-dorp niet vóór 1976 zal wor den begonnen. Er is zodoende alle tijd om rustig te praten over de gang van zaken. Typerend voor de heer Stuvers noemt hij wat er vorige week is gebeurd nadat mi nister Westerterp had laten weten geen' bezwaar te hebben tegen de sloop van Het Ronduit. Meteen nadat de brief van de minister binnen was .ontbood burgemeester J. van Eek, na een onderhoud met dijk graaf Stuvers, het bestuur van de wandel sportvereniging en vertelde dat het ge bouwtje zo spoedig mogelijk ontruimd moest worden. De leden van de wandel sportvereniging zijn er tot diep in de nacht mee doende geweest. De volgende ochtend, dat was vorige week dinsdag, gingen arbeiders van de gemeente aan het breken in het oude raadhuis. Dat gebeurde met zoveel geweld, dat de mar meren plaat in de hal, die herinnert aan de schenker, aan gruzelementen ging. Een van de raadsleden ging er met de fraaie gietijzeren trapspijlen vandoor, de marme ren schoorsteenmantel werd door een an dere gegadigde weggehaald. Voor de heer Van Dam van Brakel was dit alles aanlei ding een kort geding aan te spannen tegen het dagelijks bestuur van de ge meente en tegen het bestuur van het polderdistrict. Het zal op 11 maart dienen voor de president van de rechtbank in Arnhem. De belangen van de heer Van Dam van Brakel worden behartigd door zijn neef; de heer J. Scheltus, die eveneens in het bestuur van de stichting 'Dorp en Landschap zitting heeft'. Oom voelt er op zijn leeftijd begrijpelijk niet voor zelf in actie te komen. Maar hij is het roerend met mij eens dat je niet alles hoeft te accepteren. Het is een schandaal zoals hier in Brakel met de rechten van de burgers wordt omgesprongen', zegt de heer Scheltus. De vele gaten die de laatste tijd zijn gevallen in de dijkbebouwing zijn een dagelijkse ergernis voor dokter Van de Beek. 'Het menselijke wordt uit het oog verloren', zegt hij, als hij me een huisje laat zien, waarvan de helft is afgebroken. 'Voor de bewoners is een onhoudbare situ atie ontstaan. Het vocht trekt naar binnen door de halfsteens muur, die nu als bui tenmuur dienst doet. Deze toestand is. al een paar jaar zo. Vroeger woonde er een oude vrouw in, een van mijn patiënten. Zij werd er op zeker dag mee geconfronteerd hoe het huisje dat onder één kap met haar woning was gebouwd in een paar uur tijd tegen de wereld ging. Ik durf rustig te stellen dat de laatste levensfase van deze vrouw door deze gang van zaken onnodig verdrietig is geweest', meent dokter Van de- Beek. door Huub Elzerman Je kunt jarenlang in een mijn Werken, fruittelen, op een binnennschip zitten, melkbezorgen of ge woon ongeschoolde arbeid verrichten. Ma ar op een goede dag is het afgelopen. De mijn wordt ge sloten, de boomgaard valt in een bestemmingsplan, de binnenvaart gaat slecht, de koude sanering krijgt je te pakken of je bedrijf gaat failliet. De tijd dat het leren van een vak voldoende was voor het leven, is voorbij. De behoefte van de maatschappij aan een grote verscheidenheid aan kundig- digheden en ervaringen is omvangrijk en neemt jaarlijks toe. doen zich op de arbeidsmarkt wonderlijke situaties voor: in een en dezelfde plaats is er grote werkloos heid en er is een groot tekort aan arbeidskrachten. Vraag en aanbod sluiten dan niet op elkaar aan. Er lopen bijvoorbeeld werkloze textiel arbeiders en schoenstikkers rond, maar er is ook een grote behoefde aan metaalarbeiders. Een van de belangrijkste wapens tegen deze vorm van werkloosheid is omscholing. Vorig jaar zijn er via omscholing tienduizend werklo zen of bijna werklozen aan een andere baan geholpen. Dit jaar zul len het er vijftienduizend zijn. Merkwaardig is wel. dat de om-, her- en bijscholing zowel bij werk nemers^ als bij werkgevers nog be trekkelijk onbekend is. De overheid probeert daar onder andere via de bekende STER-tv-spot wat aan te doen. Wat zijn de mogelijkheden? Om te beginnen zijn er in ons land 27 centra voor vakopleiding van vol wassenen (CVV). Op deze centra worden cursisten tegen- vergoeding van ongeveer het bruto minimum loon - bijna driehonderd gulden per week - in gemiddeld acht maan den omgeschoold tot vakman in de metaal of in de bouw. Er zijn 2600 plaatsen, maar voor sommige vakken - loodgieter en elektrotechnicus - is er af en toe een wachtlijst. Andere mogelijkhe den zijn: kosteloze om- of bijscho ling bij particuliere onderwijsin stellingen of een vakopleiding bin nen een bedrijf. Alle wegen naar de om-, her- of bijscholing lopen overigens via het gewestelijk ar beidsbureau; via gesprekken met de bemiddelaar en een test gaat de aspirant-cursist naar de omscho ling. Daar wacht hem dan een zeer Praktisch gerichte opleiding. Dankbaar werk, maar moeilijk, zegt J. K. Dijkema Aangortdroge theorie of aan wei nig praktische wetenswaardigheden wordt geen aandacht besteed. Het gaat er om snel de handvaardighe den en de benodigde theorie onder de knie te krijgen. Ruim tachtig procent ^an de cursisten slaagt daarin. 'Het is dankbaar werk' zegt de heer J. K. Dijkema (53) directeur van het Centrum voor Vakopleiding Volwassenen in Amsterdam. 'Je weet dat je veel mensen de gele genheid geeft een nieuw begin te maken, een goede boterham te ver dienen. Maar het is ook moeilijk werk. Veel mensen komen pas hier wanneer ze in hun vorige baan zijn vastgelopen. Ze voelen zich mislukt. Kleine middenstanders bijvoorbeeld die jarenlang proberen de touwtjes aan elkaar te knopen en die dan toch moeten opgeven. Die mensen moet je weer op het goede spoor zetten, motiveren. Soms denk ik wel een§: was maar vijf jaar eerder gekomen. Had die winkel of dat bedrijfje er maar aan gegeven. Niet dag, en nacht blijven doorsappelcn, met alle narigheid van dien. Er is voor een goede vakman nog steeds werk en gele genheid een goede boterham te verdienen. Ook zonder maagklach ten'. De heer Dijkema geeft toe dat er ook wel kritiek is. 'Voor sommigen ben je een soort kopelbaas van 'het kapitalisme. Maar wat is het al ternatief? Moet je zo'n man maar naar de bijstand sturen of onge schoolde arbeid laten verrichten?' De directeur van het CVV vindt dat zijn cursisten maar voor zich zelf moeten spreken. Geheel wille keurig laten wij er hierbij drie aan het' woord. Drie mensen met een arbeidsverleden, dat niet meer be viel of dat hen benauwde. Met 150 andere cursisten wilden ze om wat voor reden dan ook dat arbeidsver leden afschudden. Opnieuw begin nen. Sommigen willen dat zeer hardgrondig. In een van de in structie-lokalen zegt een ex-melk- boer: 'Er zijn geen grotere ego ïsten dan huisvrouwen. Voor geen vijfhonderd gulden schoon per week zou ik terug willen'. 'Eerst een vak leren' P. C. Olijdam (37) werkte als ad ministratieve kracht op een kan toor in Haarlem, toen hij ziek werd. Dat duurde acht maanden. Op de dag dat hij zich weer op zijn werk meldde, zei zijn baas dat hij niet meer nodig was. Olijdam: 'Ik had nooit aan om scholing gedacht, maar toen ik op straat stond, dacht ik al: Voor mij geen kantoorwerk meer'. Zo verscheen hij op het gewestelijk arbeidsbureau. Jarenlange erva ring in de administratieve sector en met een goede vooropleiding: HBS. Die baas had natuurlijk geen enkel recht om hem te ont slaan. Olijdam had terugplaatsing kunnen eisen, maar de ambtenaar op het arbeidsbureau ried dat af. Wanneer we nu geen ontslagver gunning verlenen, dan ga je er over een paar maanden wegens een keer te laat komen of zo toch uit, zo werd geredeneerd. 'Ik had natuurlijk een andere kantoorbaan kunnen gaan zoeken, aldus Olijdam. Maar dat wilde ik niet meer. Ik was het beu. Dacht dat ik er niet meer tegenop zou kunnen. Toen heb ik de knoop doorgehakt. Als je 36 jaar bent, dacht ik, dan kan je nog opnieuw beginnen. Over een paar jaar kan dat misschien niet meer, Ik heb gekozen voor een timmersmans- opleiding. Timmeren deed ik altijd al graag. Vooral in het begin viel het me hier tegen. Er wordt in een pittig tempo gewerkt. Je staat de hele dag, je moet timmeren, zagen, schaven. Daar wordt je hondsmoe van als je een zittend leven gewend bent. Maar ik denk wel dat ik het red. De stage is me prima bevallen en als ik er spijt van krijg, kan ik altijd nog terug naar het kantoor'. 'Dat lijkt me wel wat' P. Koens (34) uit Huizen werkte al twaalf jaar als gereedschapsmaker in een fabriek. Op een gegeven moment wilde hij een paar maan den naar Schotland om zijn daar wonende zuster te helpen. On betaald verlof werd geweigerd, maar Koens wilde toch zijn zuster gaan helpen. Dat kostte hem zijn baan. 'Het werk in de fabriek beviel me allang niet meer. Als gereed- Schapsmaker ben je de hele dag aan je werkbank in de fabriek gebonden. Dat ging me benauwen. Eenmaal zonder werk ben ik naar het gewestelijk arbeidsbureau ge stapt en ik heb omscholing tot timmerman gevraagd. Eerst zei den ze daar, dat ik goed werk had, maar toen ik voet bij stuk hield, lieten ze me toch testen. Na drie maanden zat ik hier. Straks - ik moet nog een maand of zes - wil ik gaan werken als onder- houdstimmerman of restauratie werk gaan doen. Dan ga je van project naar project. Dat'lijkt me wel wat. Ik zou natuurlijk nooit in een timmerfabriek willen wer ken, dan had ik beter gereed schapsmaker kunnen blijven. 'Denk wel dat ik het red' Kees Breuker (18) uit Amsterdam werkte al een paar jaar als hulp in allerlei winkels. 'Het beviel me nergens. Je hoorde nooit anders dan doe dit, doe dat. De hele dag sjouwen voor een schofterig sala ris. In Rotterdam heb ik in een winkel gewerkt van 's morgens zeven uur tot 's avonds zeven uur. Voor honderd gulden schoon per week. In Krommenie heb ik twee jaar op de ITO, individueel technisch onderwijs, gezeten. Ik was daar de enige met lang haar tussen al die boerenjongens. Dat was geen le ven. Toen ben ik maar in een winkel gaan werken. Eerst bij een slager. Voor 65 gulden per week. Dat was ook pure uitbuiting. Het idee om omscholing aan te vragen is van mijn ooni en eigen lijk ook van mijn vriendin. Nee, ik heb geen trouwplannen, maar je moet toch aan je toekomst denken. Je kunt ook zonder diplo ma's wel werk vinden, maar dan moet je je hele leven hard werken voor een klein loon. Als onge schoolde kan je nog zo je best doen, hard werken, maar het wordt financieel toch niet ge waardeerd. Hier bevalt het me wel. 't Gaat er volwassen aan toe. Als je voorligt op Je schema dan kan je even zitten of een bakkie koffie pakken. Bovendien krijg ik nu 131 gulden schoon per week. Bij mijn laatste baas, De Spar in Purmerend, was dat 121 gulden. Als ik straks klaar ben, wil ik een tijdje weg. Naar Canada of zo, iets van de wereld zien, een beet je avonturieren. Maar eerst moet ik een vak leren'. i de plaat door Willem-Jari Martin Commander Cody: Het verhaal van Commander Cody And Hls Lost Planet Airmen, een opgewekt, acht man sterk gezelschap uit het westen van de Verenigde Staten, is bij mijn weten nog niet eerder, of op zijn hoogst onvolledig tot deze kolommen doorgedrongen. De vijfde, gelijknamige elpee (Warner Bros WB 56.108), die, de overstap markeert van het Paramount-label naar het bedrijf van de gebroeders Warner, biedt nu een aardige gelegenheid om aan deze misstand een eind te maken, want het gaat hier intussen toch om een dusdanig standvastig en aan de overzijde van Het Grote Water reeds in zo brede kring doorgedrongen groepje, dat het de hoogste tijd wordt in deze contreien de informatie met betrekking tot CC uit te breiden buiten de grenzen van het reeds lang overtuigde clubje Cody- fanaten. De start van de formatie ligt in 1968. Cody (George Frayne) en gitarist John Tichy besluiten hun frustraties in reeksen van andere groepen produktief te verwerken en vormen het platform, waarop een eigen onderneming van de grond moet komen. Al snel zoekt men zijn heil in een vrij strikt aandoende, maar op het tweede gehoor beslist met de nodige dubbele bodems toegeruste interpretatie van puur Amerikaanse muziek als C W en 'archetypische' rock-and-roll. Voor een enkele vroege medestander is dat aanleiding om binnen de kortste keren de biezen te pakken, maar vervangers stromen in dergelijke aantallen toe, dat binnen een jaar alle problemen van de baan zijn en men op pad kan met een vaste ritme-sektie alsook het nodige éigen songmateriaal. De bezetting noteert dan de namen van Commander Cody (piano, zang), John Tichy (gitaar zang) Andy Stein (viool, sax), de mysterieuze West Virginia Creeper (pedal steel), Lance Dickerson (drums), Buffalo Bruce Barlow (bas, zang), Bill Kirchen (gitaar, zang) en Billy C. Farlow. (zang,-harmonica). In deze bezetting ook wordt in '71 de eerste elpee, Lost In The Ozone opgenomen: c'ountry- muziek, zwaar 'overdone', meer dan bij het melodramatische af, maar daarom juist precies goed (themakeus en aanpak vormen een bevrijdende persiflage op de meer gemeende en daarom onverteerbare bedoelingen van lieden als Merle Haggard of Buck Owens), afgewisseld met uiterst dansbare rock-and-roll. Gezelligheidspop bij uitstek kortom, en ook de heren zelf hebben er hoorbaar zeer veel lol in. Ononderbroken Van Lost In The Ozone naar Cody -no. 5 loopt een ononderbroken lijn. De enige veranderingen vormen komende en gaande steelgitaristen (de Creqper haakt af na Ozone, Boby Black staat drie platen later zijn plaats af aan Ernie Hagar), de muziek wijzigt zich niet essentieel en zo zijn dan ook de kwalifikaties van Ozone vrijwel van toepassing op Cody's laatste, zij het met dien verstande, dat men in de uitvoering eeh grotere mate van perfektie heeft bereikt dan tevoren en de verhouding C W - R R, die per elpee enigszins varieert, hier in het voordeel van laatstgenoemde muzieksoort uitvalt. Sterkste songs aan die kant: 'The Boogie Man Boogie, Don't let Go en Four Or Five Times, in de afdeling Tranen Met Tuiten: California Okie, Willin' en - als absoluut hoogtepunt - Devil And Me, waarin de nieuwe aanwinst Ernie Hagar bijna niet te verdragen patronen uit zijn instrument schuift. Ga zelf maar eens luisteren. Verder met Alquin en Nobody Can Wait Forever (Polydor 2925 030). Alquin (minus Paul Westrate, plus Michel van Dijk) pakt op deze elpee de zaken strakker aan dan tevoren en dat komt de muziek zeer ten goede, heeft tot resultaat een aantal relatief korte netjes uitgelijnde nummers, waarin het af en toe danig swingen geblazen is (onder meer New Guinea Sunrise, Mr. Widdow). Vooral de gitaarbijdragen zijn smeuiig, - terwijl voorts de goed-passende, soms enigszins Rod Stewartachtige zang van Michel van Dijk moet worden genoemd. Anderzijds duikt nog af en toe de neiging op een en ander iets te wijd uit te spinnen, toch nog enige mijns inziens niet geheel nodige versieringen toe te voegen. Aan het geheel doet dat echter weinig afbreuk. De afdeling 'ramsj' tenslotte: Kenny Rankin met Silver Morning en de onuitstaanbare dubbel Physical Graffiti van het Britse kwartet Led Zeppelin. Oef, wat een onzin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 19