Proza met gemengde gevoelens van drie debutanten Cobra's wilde kunst werd kijkvoer voor brave burgers 'Destijds in Nederland' Tentoonstelling in Haarlem Aan debutanten geen gebrek. Een vorige keer besprak ik uit voerig Doeschka Meijsings uit gebalanceerde bundel 'De ha nen en andere verhalen', nu wachten Loesberg, Anne Ma rie Baart en Kees Verheul op commentaar. Robert Loesberg heeft van zich laten horen als redacteur van het (literaire) tijdschrift Propria Cu res voorheen Amsterdams stu dentenblad waarin hij zich ge heel in de huidige traditie van dat blad liet kennen als een pester bij uitstek, een onaangenaam mens dat weigaarne deel wil uitmaken van De Literatuur. Wie er zijn zinnen op zet. komt er wel en zo ligt er op het ogenblik een dikke roman van Loesberg, 'Enige de fecten'. waar alle haat en nijd tegen het mensdom op echt lite raire wijze, in een ingenieuze ro manstructuur, is vormgegeven. In zeven episoden leren we ene Loesberg kennen in zeven ver schillende stadia van zijn leven, van jeugd tot ouderdom. Welis waar ls elke Loesberg weer een ander en lijken de episoden ln tijd een pas op de plaats te ma ken, maar de suggestie van een doorsnee door het leven van één figuur blijft bestaan. (Iedereen is trouwens in andere perioden van zijn leven een ander). Llterair- technisch gesproken ls "Enige de fecten' dus een gedurfd geval. Niet alleen in het groot, ook meer in detail past Loesberg allerlei kunstgrepen toe. zoals wisseling van vertel-standpunt, die de In druk van secuur maakwerk ver sterken. Daaraan kan het geloof ik niet liggen, dat de roman zo onmoge lijk vervelend ls. In de aanvang gaat het nog wel. maat hoe ouder Loesberg wordt, hoe vermoeider zijn lezer raakt. Ik ben ervan overtuigd dat het verband houdt met de kijk op de wereld die Loesbergs waarnemingen en ge dachten representeren. Ergens wordt de vraag gesteld: "Waar is het goed voor? Al die mensen te ontmoeten, wier vervelende smoe len ik tot aan mijn dood in mijn ingebouwde dia-apparaat zal moe ten meedragen'. Je kunt niemand verplichten van de mensen te houden ze geven er dikwijls maar weinig aanleiding toe maar bij Loesberg wordt een hau taine mensenhaat in een kille, pesterige en shockerende formule ring gevat. Die erg vervelend ls. Loesberg is ontegenzeggelijk een zoals dat heet scherp waar nemer. maar hij cultiveert zijn onaangename eigenschappen dus danig dat zijn roman niet slechts enige defecten toont, maar een overvloed ervan. 'Irriteren is mijn grootste hobby', zegt Loesberg. Geïrriteerd worden trouwens ook. Een citaat illustreert dat: 'Dahli a's moeder had het haar gepropt onder een netje dat van zulk een dichtgeweven nylon gemaakt was. dat het leek alsof zij een klets natte badmuts droeg. Zij was een oliedomme vrouw met een voort durend grijnslachend gezicht, waarmee te kennen gegeven wil worden: ik ben u vriendelijk ge zind. Daardoor hopend van de te genpartij onuitgesproken te kun nen afdwingen ook haar geen kwaad te doen. Doodknuppelen zou ik haar daardoor kunnen. De man, vóór zijn gedeelte lijke invalide-verklaring werk zaam als autogeen lasser, was eveneens erg dom. maar hij was op een onbepaalde wijze trots op het feit dat hij niets wist. Een bontgekleurd hemd met korte mouwen dat open over zijn broek hing ('Op m'n Amerikaans') toon de harig wit vlees, uitgekookt kip- pevlees. dat nog niet aan de zon was blootgesteld. Ik zal maar niet proberen hem aan het lachen te krijgen, dacht Robert-Anton over de norse man. Want hij ziet er naar uit dat hij kan lachen. En dus is er alleen maar Iets onsma kelijks te verwachten'. Een roman die uitmunt ln dit soort passages ls mogelijk in geheel andere zin slecht te noemen. In elk geval is 'Enige defecten' maar het best te beschouwen als een langdurige vorm van irritatie. Gekwetstheid Ook geïrriteerd is Dora Verhulst, de hoofdfiguur uit Anne Marie Baarts debuutroman 'Meisjes van dertig', al is haar irritatie meer gekwetstheid. Zij rekent af met haar opvoeding en het ls vooral de moeder die het zwaar te verdu ren krijgt. De roman is analy tisch in zoverre het heden erin wordt afgezet tegen het verleden en de gebreken van de moederlij ke opvoeding wat hun noodlottig vervolg in de geest van Dora Ver hulst betreft worden benadrukt. Alleen door zich sterk af te zetten tegen het ouderlijk milieu weet zij enigermate over gevoelens van ja loezie en frustratie heen te ko men, maar het lukt haar maar zelden die overwinning van het verleden met allure te vieren. Niet alleen het parket waarin zij zit, ook de mate waarin zij zich be vrijd voelt, laat zich aflezen aan het tussenzinnetje waarmee dit citaat besluit: 'Er was nog wat rijst en ik maakte een omelet met champignons en sla en komkom mer en tomaten (ja. ma. ik kan al koken"). Zo'n toevoeging ver sterkt de gedachte, na lezing van deze roman, dat de afrekening nog wat tijd gegund had moeten zijn. om meer vorm en minder kleingeestige inhoud te krijgen. De hele roman laboreert trouwens aan onevenwichtigheid ik geef toe: niet vreemd in het geval van dit onderwerp, maar wel een be zwaar. Ook onevenwichtigheid im mers komt. het hardst aan wan neer er zorgvuldig een vorm voor wordt gekozen. Anne Marie Baart schrijft nog met te weinig distan tie. Er zijn gedeelten vol babbela rij. al zeg ik er meteen bij dat de vlotheid van vertellen op een an der moment weer heel animerend werkt. Ik citeer een stukje, waar in een beter verleden wordt opge roepen dan over het algemeen in deze roman (ik besef dat dit soort herinneringen als vanzelf iets ge slaagds hebben): 'En de fietstoch ten op zondag. Voorbij de boerde rij van Vermeulen stond een grenspaal. 'Nu zijn we in het bui tenland', zei m'n vader. Hobbelige kasseien, slingerende zandpaden, mannen met petten op en vrou wen in gebloemde schorten. On der een moerbeiboom nuttigden we de meegenomen boterhammen. Op de terugweg een glas ranja in de uitspanning. omdat Ellen klaagde over zadelpijn. De bossen van Wachtebeke. waar we kanta- rellen gingen zoeken. De winters met hun bloemen op de ramen en ijs op het slootje achter ons huis. Terug van het schaatsenrijden is er hete chocolademelk. En de re genachtige zondagmiddagen die we kleiend en vervend doorbrach ten, niet gelovend dat het ooit weer voorjaar zou worden. O, en hoe hij fietste. Rechtop en statig dreef hij iedere ochtend, als zij nog in peignoir bezig was ons aan te kleden, z'n hoge, roestige rijwiel over de brug naar de wereld die hem nodig had'. Terugblikken De derde debutant. Kees Verheul, een beginneling noemen gaat te ver. Hij vertaalde immers de twee kloeke delen memoires van Nad- jezjda Mandelstam uic het Rus sisch, alsmede poëzie van Mandel stam zelf ('Wie een hoefijzer vindt en andere gedichten', 1974). Ter voorbereiding van een proef schrift over de dichteres Anna Achmatova was hij in 1967 een jaar in Rusland. In het zopas verscheen 'Kontakt met de vij and' geeft hij door middel van een aantal terugblikken een onge- romantiseerd verslag van zijn stu dietijd ln Moskou en Leningrad. Ik zeg ongeromantlseerd en daar mee bedoel ik dat Verheul geen moeite heeft gedaan een 'roman' te schrijven. De negen hoofdstuk ken die dit boek bevat zijn eerder hoofdstukken uit Verheuls leven dan uit een roman. Hij centreert zijn Russische bele venissen voornamelijk rond per sonen (studievrienden, literato ren. kamergenoten). Naast veel interessante informatie over hel leven van een buitenlandse lette renstudent in Rusland, geeft het boek een zorgvuldige analyse van Verheuls persoonlijke verhouding tot Rusland, per traditie het land van de 'vijand'. Hij vertelt dat Rusland hem van jongsaf geïntri geerd heeft: 'Rusland was mijn sprookjesdomein en mijn vlucht- plaats: als ik me thuis onbegre pen of onrechtvaardig behandeld voelde bedacht ik dat ik een af stammeling van de tsarenfamilie was die langs allerlei omwegen tenslotte terecht was gekomen in ons dorp'. Zonder te idealiseren, maar wel met veel sympathie en kennis, treedt Verheul de Russi sche, 'vijandige' wereld tegemoet. Hij merkt meteen maar wist dat natuurlijk allang dat het een Andere wereld is. Dat hij zich daar ongemakkelijk voelt, ligt aan Rusland, maar ook aan hemzelf. Vandaar dat naast een verslag van belevenissen 'Kontakt met de vijand' een verslag van psychische aard bevat. Verheul analyseert verbazend scherp zijn eigen ge moedsbewegingen, waarbij onder andere problemen met betrekking tot zijn homosexualiteit goed uit komen. Trouwens, aan het verblijf in Rusland is een achterblijven gekoppeld van zijn pasverworven vriend Cees. De analyse van hun verhouding in de tijd van afwe zigheid vormt de belangrijke fina le van dit boek. Verheuls werk toont aan dat disstantie niet noodzaselijk tot verzwakking van emotionaliteit hoeft te leiden. Bovendien geven zijn fragmentarisch aangeboden herinneringen hoe weinig spec taculair zo'n vorm ook mag zijn mij meer te beleven dan een ingewikkelde kunst-roman. De schroom om dingen te vertellen èn de scherpzinnigheid waarmee dan uiteindelijk verslag wordt ge daan, maken Verheuls boek tot iets waarlijk bijzonders. Loesberg. Enige defecten.Amster dam, De Arbeiderspers, 1974. 290 blz.. ƒ22.50. Anne Marie Baart. Meisjes van dertig. Amsterdam. De Harmonie. 1974. 124 blz.. ƒ14.50. Kees Verheul. Kontakt met de vij and. Amsterdam. G. A. van Oor schot. 1975. 156 blz., ƒ15.90. Corneille: Exubérance de l'été (lenteweelde), links. Karei Appel: Moeder, rechts. door G. Kruis Cobra in Haarlem tot eind maart in de Vleeshal, dependance van het Frans Halsmuseum is de eerste van een reeks tentoonstellingen, die de verschillende aspecten zal laten zien van de eigen verzameling, 't Is dan ook zeker geen compleet overzicht: met uitzondering van de Belgische kunste naar Alechinsky zijn er alleen Nederlandse leden van de beweging vertegen woordigd. Niet dé Nederlandse leden, want van Jan Nieuwenhuys (de broer van Constant) is er niets te zien en het enige schilderij van Theo Wolvecamp dat ge toond wordt, is afkomstig uit een parti culiere collectie. Verder is er ook heel wat werk van na 1951, het jaar waarin Cobra werd opgeheven. Niettegenstaande deze begrijpelijke be perkingen, kun je je daar in de Vleeshal vooral omdat er ook een uitgebreide collectie publicaties van Cobra te zien is een uitstekend beeld vormen van een korte, maar uiterst woelige periode. Drie jaar immers maar. van 1948 tot 1951 heeft de groep bestaan maar dat was genoeg om wereldgeschiedenis te maken, 'n Stuk geschiedenis, dat de iets oudere generaties kunstliefhebbers nog zonder werkelijk soms ook maar een moment stil te staan bij zijn wensen en verlangens. De door de Cobra-woordvoer ders gebruikte terminologie was revoluti onair en provocerend. Constant schreef nog voor de oprichting: 'Na de macht van keizers en pausen te hebben ver heerlijkt en hun aanzien te hebben be gunstigd, heeft de Westerse kunst zich dienstbaar gemaakt aan de nieuwe machthebber, de bourgeoisie en ls zij geworden tot een instrument ter ver heerlijking van burgerlijke idealen'. Bloeiperiode vers in het geheugen zal liggen. Want Cobra was, daar kom je nu langzamer hand wel achter, de laatste beweging in de beeldende kunst wiens activiteiten grote schandalen verwekte. Schandalen voor 'woordvoerders': de kri tiek verweerde zich op een enkele uitzon dering na, heftig, er volgden vele ingezon den stukken, maar 'het' publiek liet het allemaal, ook al werd het niet alleen via de kunstrubriek maar ook door de voorpagina's op de hoogte gehouden, volkomen langs zich heen gaan. Het is namelijk zo, dat vernieuwende bewegingen zeker niet alleen die op artistiek gebied dat genoemde 'grote' publiek steeds weer opnieuw in hun acti viteiten te betrekken zonder rekening te houden met zijn bevattingsvermogen. (Maar ook de Nederlandse 17e eeuwse kunst, die een bloeiperiode was in de geschiedenis der schilderkunst, is voort gekomen uit een dergelijke verheerlij king. Toch kan niemand ontkennen dat de kunst toen dienstbaar was aan de gemeenschap). Dotremont. de latere internationale zegs man van Cobra, pleitte voor het afwer pen van de estetische normen die binnen de klasse-structuur van kapitalistische maatschappij waren gegroeid, zodat een natuurlijke drang tot expressie zou kun nen ontstaan, die een 'allen omvattende volkskunst' mogelijk zou maken. Maar. en nu Constant weer: 'een volks kunst is echter niet een kunst die aan de door het volk gestelde normen beant woordt want het volk verwacht niets anders dan datgene waarmee het is op gegroeid, zolang niets anders binnen zijn gezichtskring valt. dat wil zeggen, zolang het volk niet actief in het ontstaan van de kunst wordt betrokken'. Maar het contact met het volk bleef uit. Want hoezeer ze ook schermden met marxistische theorieën, hoe dikwijls ze ook spraken en schreven over een maat schappij, waarin de kunst voor iedereen zou zijn. zijzelf behoorden tot een artis tieke élite en waar het ze wezenlijk om ging was gewoon de vrijheid zich te kunnen uiten zoals ze dat zelf wilden. Ze vonden dat niemand en ook de tradi tie niet. hun iets kon voorschrijven, zij lapten de academische regels volkomen aan hun laars. Ze richtten zich op de volkskunst, exotisch of uit eigen land en de manier waarop het kind zich beelden de uit. En beweerden meermalen dat het werk belangrijker was dan het resultaat ervan. Tijdens dat werk dachten ze waarschijn lijk geen moment meer aan dè mensheid, die in al die hoogdravende manifesten altijd op de voorgrond stond, maar waren ze direct bezig met één mens, zichzelf. Hun strijd was dan ook voor een goed deel: verdediging. Van eigen, innerlijke vrijheid. Want die werd hen toen niet gegund. Iedereen diende in de pas te lopen, ook kunstenaars, ze hadden te doen wat van ze verwacht werd en als ze dat niet deden, werd hen de pas afgesne den. En wat de Cobra-groep maakte, was 'an ders'. dus (volgens de kranten .toen) 'kunst van geesteszieken', gebral van on mondige revolutionairen, werk van klad deraars en bedriegers Maar ze bleven schilderen, na 1951 niet meer in Cobra-verband, ze gingen ieder hun eigen weg. al bleven ze soms nog gezamenijk exposeren. En niet alleen maar in avant-garde galeries of vooruit strevende musea, maar nu werd ze ook gevraagd hun land te vertegenwoordigen op de Biennale van Venetië, de Docu- menta in Kassei en velerlei andere grote internationale manifestaties. En al bleven dt invloeden van de begin periode merkbaar, hun ontwikkeling ver liep zeer persoonlijk. Constant, de theo reticus. bleef doorgaan met zijn nog al tijd niet afgeronde project 'New Babyion' ('de gehele aarde is het woongebied van de gehele aardbevolking Appel is nog steeds, niettegenstaande de tussentijdse- knipogen naar de grote mode. één brok felle schildersdrift: Corneille dé dichter lijke schilder. Tentoonstelling Lucebert de schilderende dichter: Brands, de tedere, de meest kinderlijke van allen. Dan is er Alechinsky. waar Ik het kortgeleden nog over had naar aan leiding van de tentoonstelling in mans-Van Beuningen, Rooskens. de genzinnige. Wolvecamp. de dramatise Werken van toen en van later op H 1 tentoonstelling in Haarlem: het exa 1 ment als museaal geworden kunst. 1 biedig kijken naar Cobra. Zo bedoek i ze het niet precies in die vroege vijf tij jaren, maar zo betrek je tenminste 1& volk nog passief bij de kunst. En 0 is al heel wat. In ieder geval zijn veel mensen, die kwart eeuw geleden nog helemaal raad wisten met dit werk ik hoor zelf bij dat nu eerlijk gaan waardei Omdat de Cobra-schilders, die eerste x atieve durvers van na de oorlog, aangespoord hebben, eens te probei anders te kijken, met nieiiwe ogen- gaan zien. Daarom staan ze nu ook nu open voor wat zich steeds weer op dat moeilijk te omvatten gebied der beeldt^ de kunst voordoet. Cobra heeft, zo zou je kunnen conclui ren. de weg bereid voor het nieuwe, andere, door de eerste hevige stoot ongefundeerde miskenning op te vangt Cobra mag dan al geruime tijd tot js geschiedenis gerekend worden er i zelfs al mensen op gepromoveerd schilders van Cobra zijn nog volop act Wellicht zal deze kunstrichting, juist deze tijd van koele abstractie en hyp realisme van groot belang kunnen i: ik bedoel: regulerend kunnen werken, i TROUW/KWARTET MAANDAG 10 FEBRUARI 1915 Unieboek-Top-Tien De tien meeat gekochte boeken ln januari 1975. 1. William Gaunt •Fantastische schilders" 19.50. (De Haan). 2. 'Dagelijks leven ln Bljbeltljd" 45.—. (National Geographic Society/ De Haan). 3. Cornelius Ryan 'Een brug te ver' 39.50. (Van Holkema Warendorf). 4. Rla Holleman Uit grootmoeders keuken' 14.25 (Van Dishoeck). 5. Rlen Poortvliet 'HIJ was een van ons 95.—. (Van Holkema Warendorf). 6. Ulrlch Klever 'Slank worden - slank blijven' 14.25. (Van Dishoeck). 7. R. Sodenkamp. 'Scheepsrampen. 1945 tot he den' 37.50. (De Boer). 8. Evert Werkman en Hylke van der Harst 'Amsterdam, beeld van een ba- ven' 37.50. 9 Jean Dulieu/Leen Valkenier 'Paulus de Boskabouter TV-al- bum' 3.95. (De Goolse Uitgeverij). 10. Rlen Poortvliet 'De vossen hebben holen' 55.—. (Van Holkema Warendorf) Verkrijgbaar ln elke boekhandel. O.Z. Achterburgwal, Amster dam, omstreeks 1910. Dit is een van de driehonderd foto's die zijn opgenomen in 'Destijds in Nederland'; één van de fraaiste fotoboeken die in onze nostalgie- tijd over 'vroeger' al zijn ver schenen. Het is samengesteld uit foto's van Bernard F. Eilers (1878-1951) die in 1910 al een internationaal erkende groot heid op zijn terrein was. Hij was vooral sterk in sfeerfoto's van Nederland, met als specialiteit Amsterdam. Hij was ook een be gaafd schilder en een groot be wonderaar van Jacob van Ruys- dael. Zijn schilderachtige foto's van Nederlandse landschappen met indnikwekkende luchten, laten daar wel iets van zien. Van de duizende opnamen die Eilers na de eeuwwisseling maakte, was slechts een zeer beperkt aantal bekend. Onlangs werden bij toeval meer dan tweeduizend glasnegatieven en lantaarnpla ten van Eilers teruggevondei Een vondst waaruit voor di boek rijkelijk is geput. De döo Angèle Manteau gemaakte keu ze geeft een even poëtisch }il realistisch beeld van het land en stadsleven in Nederland in' jaren 1900 tot 1920. Wim Zaa schreef bij de enigszins op ou derwerp gesorteerde platen ée' speels maar ook informatie commentaar, dat mooi op d sfeer van de foto's is afgestemd De kwaliteit van de reproduc ties uit uitstekend, al is bij eei enkele van heel dichtbij te zien dat de tijd op de negatieven ïi gewerkt heelt. Wie dit door sevier Nederland uitgegeven.2* bladzijden tellende, album lüfe voor 19,50 koopt, doet zichzélf tekort, en heeft er misschierrflJ I 1 april spijt van; want <3.3" I wordt het aanzienlijk duurdëE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 8