Amerika liet gras over zijn spoorwegnet groeien Strauss dramt door naar de top 'AMTRAC' moet loop der treinen herstellen Treinsnelheid Chicago-St. Louis in 1920: 140 kilometer per uur in 1975: 80 kilometer per uur De helpende hand van Mao Tse-toeng CDU in een moeilijke situatie BUITENLAND T11-K13 door Jaap van Wansbeek WASHINGTON Spoorwegen in Amerika vormen een treurig hoofdstuk uit de technologische geschie denis van de late twintigste eeuw. Een vervoers- stelsel dat nog in 1945 zpn weerga niet kende in de hele wereld, is binnen dertig jaar opzettelijk ver waarloosd, grotendeels afgebroken, totaal achterop geraakt. Vooral het personenvervoer is het - slachtoffer geworden van deze ont wikkeling: er viel niet voldoende mee te verdienen in een tijdvak van moderne autowegen en com fortabele vliegtuigen. En dus lieten de honderd vijf tig Amerikaanse spoorwegmaatschappijen alle particulier, de lijn in Alaska uitge zonderd hun reizigers in de steek. Pas in de vroege jaren zeventig werden met overheidsgeld de eerste serieuze pogingen ondernomen het personenvervoer over lange afstand - te herstellen. De energiecrisis leek op het eind van 1973 dé geweldige stimulans voor deze inspanning. Maar hetzelfde gebeurde als in Ne- derland: toen in het voorjaar van 1974 de oliekraan weer volop liep, verdween bij de politici zowat alle belangstelling voor openbaar perso- nenvervoer. Het leek allemaal zo veelbelovend toen ik in februari 1974 voor het eerst binnenliep in het spectaculai- re torengebouw in de Amerikaanse hoofdstad Washington om e r te praten met mensen van Amtrak. Deze naam staat voor een wonder- 'i baarlijke organisatie die op 1 mei 1971 begon te functioneren als een 'dak' boven het restant van de Amerikaanse personentreinen. Am- trak krijgt zijn geld van de Ameri kaanse overheid, organiseert In het hele land personentreinen en be gint zelfs met nieuwe routes over bestaande rails. Tegelijk is Amtrak een vrijwillig samenwerkingsver band tussen een dozijn particuliere spoorwegmaatschappijen dat wil meedoen aan de Amtrak-plannen om het aantal intercity-reizigers dat in Amerika per trein reist te verheffen boven die twee procent waarin thans het aandeel van de spoorwegen wordt uitgedrukt. Begin 1974 werd ten burele van Amtrak heel optimistisch gedaan over ziilke verwikkelingen. Er over heerste toen een algemeen geloof in de toekomst van de nieuwe on derneming. .Geheel in overeenstem ming met de Amerikaanse folklore kwamen Amtrak-mensen op tafel met de meest indrukwekkende sta tistieken. Alle moesten ze bewijzen dat een revolutie op verkeersgebied aan de gang was: massale terug keer naar railvervoer. Verval Helaas, eerherstelvoor de milieu vriendelijke, energie-besparende, ruimte-ontziende treinen is een moeilijker opgaaf gebleken dan de Amtrakmensen nog maar luttele maanden geleden verwachtten. Subsidies aan Amtrak zijn in het afgelopen najaar tegengehouden door de Amerikaanse volksverte genwoordiging; bovendien blijkt herstel van de verwaarloosde infra structuur (de rails, stations enz) aanzienlijk kostbaarder dan ver wacht. Miljoenen dollars heeft Am trak moeten besteden aan het op lappen van stations die al jaren wegkwijnden. Toen een station in Philadelphia zou worden opgenomen in het routepatroon van Amtrak die per dag totaal 250 personen treinen in het land laat rijden, bleek het danig vervuild. De Am trak-mensen ontdekten dat de di rectie van de betreffende spoorweg maatschappij dit stationsgebouw sinds het veertig jaar geleden was Union Station in New Orleans, vroeger een komen en gaan van passagierstreinen nu een trieste verlatenheid. Hier groeit het gras tussen de rails. gebouwd, nooit een complete schoonmaakbeurt had laten geven! Verval, dat is inderdaad overheer send in de meeste stations van Amerika. Ik herinner me Union Station in. New Orleans, vroeger hét knooppunt van het zuiden der VS. Er arriveerden en vertrokken vele honderden treinen per dag. Een im mense stationshal, waar - overdadig is gewerkt met marmer," herinnert aan die voorbije glorie: thans wordt dit station door drie perso nentreinen per dag bediend. Tussen de meeste rails groeit gras. Elders op het onafzienbare emplacement is de ruimte tussen perrons opge vuld met asfalt, zodat de Grey- hound^bussen er kunnen stoppen om klanten op te nemen. Houston, Los Angeles, Washington, in al die steden staan paleis-achtige eindsta tions, die ooit elk tientallen per rons bevatten. Thans zijn drie of vier sporen meer dan voldoende, elk van die stations is uitgerust met rijen van tientallen "loketten, waarvan er nog maar twee of drie worden bemand. Nieuw uit oud Op breukvlak Amtrak is wel eigenaar van locomo tieven en wagons, maar niet van rails of stations. Zó scherp balan ceert Amtrak op het breukvlak van 'staats' en 'particulier', dat sommi ge in Amtrak participerende spoor- wegmaatschappijen, met name de Santa Fé, er helemaal niet voor terugdeinzen met hun eigen treinen Amtrak regelrecht te beconcurre ren. Terwijl dezelfde maatschappij en hun stations, banen en overige uitrusting tegelijk aan Amtrak af staan voor Amtrak-treinen die de zelfde routes beri j den. Dagelijkse expres van Amtrack tusen Seattle en San Francisco langs de oever van de Stille Oceaan. Juist de sfeer van 'redden-wat-er- te-redden-valt' maakte het leven bij Amtrak zo opwindend. Begin 1974 trof ik Amtrak-mensen bezig met het analyseren van verse gege vens: voor het eerst had men eens onderzocht wat voor spoorlijnen er nog waren en in welke staat ze verkeerden. De eerste inventaris van de rail-infrastructuur die ooit in de VS was ondernomen werd rond 1972 door Amtrak verricht! Ook na de energiecrisis bleef er leven in de brouwerij van Amtrak. Men ging voort met het opkopen van gebruikte locomotieven en wa gons, die elk grondig werden gere videerd. De meeste locomotieven waarmee Amtrak zijn diensten moet uitvoe ren zijn meer dan 21 jaar oud. Uit onderdelen van 'gekannibaliseerde' locomotieven werd bovendien in 1973 een vijftiental, in 1974 een veertigtal defecte locomotieven herbouwd. Daarnaast schafte Am trak zich, zij het mondjesmaat, nieuw materieel aan, waaronder in '73 en '74 tezamen 150 dieselloco motieven van elk 3.000 pk trek kracht voor hoge snelheden alsme de 26 elektrische loks. Diesel-elektrische turbine-treinstel len, die gelijken op de TEE's van Europa, geschikt voor snelheden tot 180 kilometer per uur, betrekt Am trak regelrecht uit Frankrijk, om dat de Amerikaanse industrie ge heel achterop is geraakt bij de spoorweg technieken. Afgelopen zo mer bestelde Amtrak dertien van zulke stellen bij. ANF-Frangeco. Een Zweeds bedrijf, ASEA, probeert de Amerikanen te helpen bij het Inhalen van de achterstand op het gebied van de elektrische tractie (elektrische, treinen worden alom ter wereld erkend als superieure vorm van vervoer). ASEA bouwt twee proef-exemplaren van een modern type elektrische locomotief voor Penn-Central, een van de deelnemers aan het Amtrak-plan. De Zweden krijgen hiertoe de kans omdat General Motors, het grootste bedrijf ter wereld, blijkens recente uitlatingen van zijn vice-president H. L. Smith nog steeds niets ziet in elektrische treinen. Van het gehele spoorwegnet van de V.S. is nog niet één procent geëlek trificeerd, terwijl in Rusland 25 procent onder de draad is gebracht, in Nederland 52 procent en in Zwitserland 99 procent. Elektrische personentreinen rijden in Amerika uitsluitend op enkele forensen lij nen en in de relatie Boston-New York-Washington. Terwijl Amtrak energiek zijn plan nen doorzet (er is sinds kort een reserveringssysteem, dag en nacht per telefoon gratis te bellen, voor alle Amtrak-treinen. Je kunt de kaartjes per post thuis ontvangen, enz.), blijken telkens weer opnieuw de rampzalige gevolgen van de Amerikaanse opvatting dat vervoer in beginsel een winst-object is. Veel spoorwegmaatschappijen heb ben de bochten van hun lijnen vlakgelegd, zodat de trage doch winstgevende graan- en andere vrachttreinen, soms 300 wagens lang, er niet uit kunnen kieperen. Maar nu Amtrak tracht snelle per sonentreinen te laten rijden over dezelfde uitgereden, bochtige ba nen, blijken de curven een groot probleem: personentreinen moeten daar aanzienlijk snelheid minderen om te voorkomen dat ze ontsporen (doordat beide rails op precies ge lijk niveau liggen). In 1973 is door het tijdschrift Business Week bere kend dat het 3,6 miljard dollar oftewel 9 miljard gulden per jaar zou kosten om de Amerikaanse per- sonenspoorwegen in het komende decennium terug te brengen op fat soenlijk peil. Zo bedraagt de ge middelde snelheid op het traject Chicago-St Louis thans nog geen tachtig kilometer per uur. Maar vlak na de Eerste Wereldoorlog was deze route 's werelds snelste, met honderd veertig kilometer! Sinds kort heeft Amtrak de wette lijke bevoegdheden om vrachttrei nen te laten stoppen. Voorheen hadden de particuliere maatschap pijen, dezelfde die notabene samen werken met Amtrak, er een handje van voorrang te geven aan hun (winstgevende, maar trage) vracht- treinen, ten nadele van de perso nentreinen van Amtrak, die hier door vertragingen van een uur of meer konden oplopen. Er wordt nu over gedacht om Amtrak of een ander (semi-)overheidsorgaan ook te bevorderen tot eigenaar van de spoorbanen, althans van een be paald aantal lijnen, die algemeen worden beschouwd als onmisbaar. De Democratische senator Les As- pin heeft zoiets nog een half jaar geleden voorgesteld: banen in staatshanden, exploitatie voor de particuliere maatschappijen, Am trak de algehele regie. één van de moeilijkheden is de ondoorzichtigheid van de structu ren: veel spoorwegmaatschappijen zijn ook exploitanten van kolen mijnen, elektriciteitscentrales, ho tels alsmede speculanten in groot grondbezit. Hoe moet je daaruit het spoorwegdeel halen? Wanneer Amtrak wordt beoordeeld met dezelfde maatstaf die wordt gehanteerd door de Nederlandse overheid tegenover de NS, dan moet de onderneming een succes heten: het aantal vervoerde reizi gers stijgt elk achtereenvolgend jaar sings het begin in 1971. De vervoersstijging in 1974 (kilometra- ge) bedraagt 9,7 procent. Dank zij Amtrak is de gestage daling van het interstedelijk reizigersvervoer per trein, die in Amerika al op het eind van de jaren twintig inzette, omgezet in een opwaartse trend. Maar er moet per jaar 200 miljoen dollar bij, wat neerkomt op 12 dol lar (dertig gulden) voor iedere rei ziger. Tegenover elke dollar inkom sten staat 1,82 dollar aan uitgaven. En zulke waarheden worden vooral in Amerika als uitermate pijnlijk ervaren. Daarbij komt dat Amtrak een merk waardig apparaat is. Het is bijna helemaal, behalve formeel, een staatszaak. Via Amtrak krijgen de twaalf deelnemende spoorwegmaat schappijen de garantie dat ze al thans een minimale winst maken op de personentreinen-die ze voor de Amtrak laten rijden (voorheen verloren ze geld op de personen treinen die ze op eigen gelegenheid exploiteerden). De zekerheid dat er in elk geval winst wordt gemaakt, schijnt remmend te werken op de vlijt van de deelnemende spoor wegmaatschappijen. Beloning Ondoorzichtig De vraag rijst Intussen of het niet de hoogste tijd is alle spoorwegon dernemingen in de VS te nationali seren, omdat zij hun verantwoorde lijkheden als het openbaar vervoer zo slecht hebben verstaan. Maar Het ergst is nog, dat politici die erin slagen gelden voor Amtrak los te peuteren als beloning een Am- trak-expreslijn eisen naar de staat die zij vertegenwoordigen. Zo heeft Amtrak velen miljoenen moeten toeleggen op een lijn die zij moest exploiteren naar het district in West-Virginia dat de thuisbasis is van het parlementslid Staggers. De ze man is voorzitter van de Kamer commissie die 'gaat' over subsidies aan Amtrak. Het is een race tegen de klok: toen Amtrak dit jaar een directe Chica- go-Boston-lijn zou beginnen, bleek ter hoogte van de stad Albany 'per ongeluk' vijftien kilometer spoor baan in 1973 te zijn opgebroken. Daardoor moet deze nieuwe Am- traktrein met een omweg gaan rij den, wat de reisduur met een half uur verlengt. Van een onzer redacteuren In de Westduitse poiltiek is een ontwikkeling aan de gang die niet alleen in re geringskringen maar ook in de rijen van de christendemocratische oppositie met bezorgdheid wordt gevolgd. Aanleiding hiertoe is het feit dat de Beierse politieke bulldozer Frans-Josef Strauss zich opmaakt om na de parlementsver kiezingen van volgend ja^r de leiding over te nemen in het kamp van de chris tendemocraten, als dezen naar verw achting de absolute meerderheid in de Bondsdag veroveren. Strauss heeft al vele jaren achtereen ge probeerd om bij de christen-democraten het heft in handen te krijgen. Daartoe sloot hij coalities met tegenstanders die toevallig zij het uit andere overwegin gen eenzelfde doel nastreefden, nl. te voorkomen dat eeh bepaalde politicus de kanselierskandidaat van de CDU en haar Beierse zusterpartij CSU (onder leiding van Strauss) zou worden. Op deze wijze heeft Strauss weten te bereiken, dat Lud- wig Erhard die Konrad Adenauer als kanselier was opgevolgd als zodanig on mogelijk werd gemaakt, al vóórdat de libe rale FDP hem haar steun onthield. Barzel Ook later heeft Strauss geestverwante po litici tegen elkaar uitgespeeld. Zo werd Kurt Georg Kiesinger kanselier als opvol ger van Erhard, omdat Strauss wilde voor komen dat de toen nog als staatsman populair zijnde Gerhard Schroder de lei ding in handen zou krijgen. Hij sneed daarmee tevens de weg naar de top af voor Rainer Candidus Barzel, de fractie voorzitter van de Bondsdag, die zich drif tig had voorgenomen tot de eerste plaats door te dringen. Nadat de christen-demo craten naar de oppositiebanken waren verwezen, toen in 1969 de sociaal-demo- cratien een coalitie sloten met de libera len, slaagde Strauss er tenslotte niet in om de 'gegadigden voor de kanselierskandida tuur tegen elkaar uit te spelen. Barzel was hem te slim af. De kandidatuur voor het kanselierschap heeft Barzel echter geen vreugde gebracht. Bij de verkiezingen van november 1972 moest hij het afleggen tegen zijn sociaal democratische tegenstander Willy Brandt, zij het met gering verschil. Eén van de oorzaken was het feit dat hij tijdens zijn verkiezingscampagne met Strauss werd op gezadeld, wiens al te vrijmoedige en vaak bijzonder Irriterende optreden op verkie zingsbijeenkomsten en bij televisie-debat ten bij vele kiezers averechts bleek te werken. De basis voor de nederlaag van Barzel was echter al eerder in 1972 gelegd bij de stemming over de motie van wan trouwen, die tegen Willy Brandt was ge richt, maar zich tegen Barzel zelf keerde, toen er geheel onverwacht geen (absolute) meerderheid voor bleek te zijn. Barzel had lang geaarzeld, voordat hij besloot de motie van wantrouwen tegen Brandt in te dienen. In die periode viel het op dat Franz-Josef Strauss zijn uiter ste best deed om de man wiens rivaal hij toen nog steeds was er van te overtuigen, dat hij op een royale meerder heid kon rekenen. Het valt dan ook niet te verbazen dat in politieke kringen in Bonn werd verondersteld dat Strauss willens en wetens op een nederlaag voor Barzel had aangestuurd. Een dergelijke interpretatie van de feiten kan natuurlijk, nooit worden bewezen, maar het was wel erg opvallend dat Strauss na afloop van de dramatische stemming in de Bondsdag niet de indruk maakte tot de verliezende partij te beho ren. Er was niets aan de hand, zei hij. Alleen Barzel had een nederlaag geleden. En die zou daar wel weer overheen komen. Barzel in de functie van partijleider en aanvaardde Karl Carstens als de nieuwe fractievoorzitter. Langzaamaan bleek ech ter dat hij hen geen van beiden als serieu ze kandidaten voor het kanselierschap zag. Met zijn bekende laatdunkende opmerkin-' gen probeerde hij het (overigens tóch al geringe) prestige van Kohl en Carstens aan te tasten. In elk geval heeft hij bereikt dat er na meer dan twee jaar geen uitgesproken kandidaat voor het kanselier schap is. Soms lijkt het dat Strauss een kandidaat op het oog heeft als hij erg complimenteus is. Dit was niet zo lang geleden nog het geval met Gerhard Stol- tenberg, de premier van de deelstaat Sleeswijk-Holstein. In werkelijkheid beschouwt Strauss alleen zichzelf geschikt om als kanselierskandi daat de christendemocraten opnieuw aan de macht te brengen door bij de verkiezin gen van volgend jaar de absolute meerder heid in de Bondsdag te veroveren. Zonder er openlijk voor uit te komen, dringt hij zich wel als zodanig op sinds op 27 oktober de christen-democraten in de deelstaten Beieren en Hessen enorme verkiezingswin sten hebben geboekt. In Beieren kreeg de CSU niet minder dan 62 procent van de stemmen en in Hessen behaalde de CDU van de conservatieve politicus Alfred Dregger, die krachtig gesteund werd door Strauss, op een haar na de absolute meer derheid, die haar de leiding in een van ouds sociaal-demócratisch bolwerk zou hebben bezorgd. Conclusie Analyseert men echter de wijze, waarop deze overwinningen werden geboekt, dan moet men wel tot de gevolgtrekking ko men dat zij eerder te danken waren aan het feit dat radicale elementen in de sociaal-democratische gelederen talrijke -kiezers de vlucht naar het christen-demo cratische kamp hebben vergemakkelijkt, dan aan de wervingskracht van Dregger en Strauss. Het is zelfs de vraag of de felle nationalistische instelling van Strauss werkelijk veel heeft bijgedragen aan beide overwinningen. In dit verband is het inte ressant om vast te stellen dat al lang vóór de verkiezingen van 27 oktober in Beieren en Hessen, de christen-democraten zege vierden bij verkiezingen in deelstaten als Hamburg en Nedersaksen, eveneens bol werken van de SPD en nog yiel in de periode vóór het aftreden van Willy Brandt als kanselier. Daar komt nog bij dat de kiezers die de SPD en in mindere mate ook de liberale regeringspartner FDP de rug hebben toe gekeerd, niet uit overtuiging op CDU en CSU hebben gestemd. Zij hebben eenvou dig geen andere keus om hun ongenoegen over de invloed van radicale elementen in de SPD en de met haar samenwerkende FDP duidelijk te maken. Zij stemmen daarmee echter op een partij die nooit eerder zo innerlijk verdeeld is geweest als nu het geval is, niet alleen wat de keus van een algemeen aanvaarde leider be treft, maar ook en vooral wat de koers aangaat, die een door christen-democraten geleide of beheerste regering op allerlei gebied zou moeten varen. De kreet van Strauss op een verkiezingsbijeenkomst in Duisburg (Noordrijn-Westfalen) dat een christen-democratisch kabinet een eind zal maken aan de werkloosheid is in dit ver- banfi typerend voor de wijze, waarop oppo sitie wordt gevoerd. Vorstelijk Dreigement Onmiddellijk na de nederlaag bij de ver kiezingen van november 1972 heeft Strauss geprobeerd, Barzel onderuit te halen, on der het motto dat het ijzer gesmeed moet worden als het heet is. De afkeer van Strauss was echter groter dan de teléur- stelling oyer Barzel, aan wie men de eer liet om zelf het tijdstip te bepalen, waarop hij de leiding uit handen zou geven. Strauss nam onmiddellijk tegenmaatrege len en dreigde de CSU van de CDU te zullen afsplitsen. Dit dreigement werd hem echter ook in zijn eigen partij niet in dank afgenomen. Even leek het er zelfs op dat hij zijn politieke doodvonnis had gete kend met zijn poging steun te vinden voor een plan om de Beierse CSU in geheel West-Duitsland als concurrent van de CDU te laten optreden. Na deze escapades zag Strauss zich ge dwongen, pas op de plaats te maken. Hij steunde Helmut Kohl (de premier van de deelstaat Rijnland Palts) als opvolger van Een warme handdruk van voorzitter M ao voor Strauss, die in Peking zodanig werd opgevrèeën dat men in Bonn en v ooral in Moskou een ogenblik van slag raakte. Dit alles neemt niet weg dat Strauss de eer voor zich opeist, in de Bondsrepubliek de christen-democratische 'stemmentrek- ker' te zijn. En om zijn kwaliteiten als staatsman nog eens extra te onderstrepen heeft hij zeer onlangs een bezoek van twee weken aan China gebracht. Hij heeft daar 'wereldpolitiek' gemaakt door als eenvou dig Beiers politicus zij het met enorme aspiraties een vorstelijke ontvangst te krijgen die normaal slechts vooraanstaan de staatslieden ten deel valt. Strauss sprak met niemand minder dan de 'grote leider' Mao Tse-toeng en met premier Tsjoe En- lai, de ministers van buitenlandse zaken en defensie en andere -belangrijke Chine zen. Het voornaamste onderwerp was het •Russische gevaar', waaraan Europa naar het oordeel van Peking bloot staat. Strauss heeft de politieke risico's die aan deze gesprekken verbonden konden zijn, op de koop toe genomen. Aanvankelijk legde hij zelfs eenzelfde anti-Russische gezindheid aan de dag als die van zijn gastheren. Later in IJongkong op de terugweg naar huis deed hij veel moeite om zijn uitspraken in Peking en Sjanghai te bagatelliseren. Hij ontkende dat hij in strijd met de opvattingen van de christen democraten met betrekking tot de sinds 1969 door SPD en FDP gevoerde 'Ostpolitiek' zou hebben gehandeld. En wat zijn reis betreft: zijn partijgenoten Gerhard Schroder en Helmut Kohl en de liberale leiders Walter Scheel en Hans-Dietrich Genscher gingen hem (Strauss) al voor naar Peking, maar ja, zij werden niet allemaal door Mao Tse-toeng ontvangen. Terug in Bonn zal hij dan ook geen moeite hebben om zijn optreden in China aannemelijk te maken. Strauss zal er ook niet van wakker liggen, dat de Chihese leiders van zijn bezoek gebruik hebben gemaakt om in Bonn en Moskou verwarring te stichten. In Peking zou men graag zien dat de betrekkingen tussen deze belde hoofdsteden minder hecht worden en men heeft op demonstra tieve wijze door middel van de besprekin gen met de in eigen land fel omstreden Strauss duidelijk gemaakt, wat men ver wacht van kanselier Helmut Schmidt, als deze in de loop van dit jaar een officieel bezoek aan Peking brengt. Gaat deze niet in op de Chinese avances, dan houden de Chinese leiders nog altijd rekening met de mogelijkheid, dat volgend jaar de chris ten-democraten de leiding in Bonn over nemen en toenadering tot Peking gaan zoeken. Twijfel Onder Willy Brandt hebben de sociaal democraten steeds geweigerd om relaties met China aan te knopen die in Moskou de indruk konden wekken, dat de regering in Bonn een dubbelspel speelde. Brandt ging met grote voorzichtigheid te werk, hetgeen hem vooral door de grote onder nemingen, maar ook door de politieke oppositie kwalijk werd genomen. De terug houdendheid van Bonn ten opzichte van Peking was er inderdaad oorzaak van, dat de Westduitse zakenwereld in tegenstel ling tot die van andere westerse landen heel moeilijk een voet aan de Chinese grond kreeg. Onder de meer pragmatische kanselier Schmidt, die een enorme econo mische crisis tracht te bezweren, zal er ongetwijfeld verandering komen in de Westduits-Chinese betrekkingen. Of die van andere dan economische aard zullen zijn, valt echter te betwijfelen. Vandaar misschien de ontvangst van Strauss als niet eens stille, maar nogal luidruchtige, wenk aan Schmidt. Intussen zitten de christen-democraten in West-Duitsland met Strauss opgescheept. Als Helmut Kohl bij de verkiezingen in de deelstaat Rijnland-Palts die binnenkort worden gehouden, niet een even duidelijke overwinning boekt als vier jaar geleden, is Strauss weer een stap dichter bij zijn doel. En als Gerhard Stoltenberg over enkele maanden in de deelstaat Sleeswijk-Hol stein niet heel duidelijk zijn absolute meerderheid weet te behouden, hoeft de Beier ook met hem geen rekening meer te houden. Alleen ten koste van een breuk tussen CDU en CSU kan dan nog worden voorkomen dat Strauss volgend jaar de kans krijgt om kanselier te worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 13