lormoonkuur voor groeigestoorde kind Itrechts plan: de aardetram terug 4 schade regeling? R. Steendijk (Groei Stichting): 'We willen geen reuzen maar een aanvaardbare lengte' Successen met therapie iatiefnemer wil op bevrijdingsdag beginnen Langs bekende punten in de binnenstad Ik had aan andere kant kunnen staan direkf naar de vakman let op dit bord! V/KWARTET ZATERDAG 11 JANUARI 1975 BINNENLAND T17/K17 [TERDAM De behandeling van mensen met groeistoornissen mag dan 'in de kinderschoenen staan, de laatste jaren worden succesvolle resul- 1 bereikt bij een groep kinderen wier lichamen niet in staat zijn groeihor- te produceren. Volgens een schatting, die berust op een onderzoek in land, telt Nederland ongeveer 150 van deze kinderen. Momenteel onder- 185 van hen een therapie bij de Nederlandse Groei Stichting. Dit jaar j; dat aantal nog met 25 uitgebreid. Er hoeft geen meetlat aan te pas te n om het resultaat ervan te ontdekken: de groeisnelheid van de behan- i kinderen verdubbelt zich. En in veel gevallen is van een nog verheu- Ir resultaat sprake. |n degenen die in Nederland wieg van deze nieuwe the- j- injecties met menselijk jrmoon hebben gestaan, is Bteendijk, lector in de groei wikkeling van het kind aan persiteit van Amsterdam en [is-penningmeester van de tadse Groei Stichting, die in I eerste drie patiënten onder ile nam. Om wellicht veler ing te voorkomen stelt dr. met nadruk dat deze be enkei en alleen goed is bij een relatief zeer oep kinderen, bij wie de >rstand het gevolg is van k aan groeihormoon. An- tllen van groeistoornissen eg het merendeel zijn ment vrijwel niet of maar jn deel te behandelen. 'Voor iten ligt helpen niet om de ildus dr. Steendijk. 'Het is hten tegen de bierkaai'. at rmoon is een eiwit, dat zeer kleine hoeveelheden in id van gezonde mensen be- per etmaal produceert een ts minder dan een duizend- Een uitermate belangrijke iswaar, die bepalend is voor rmale groei van bijna alle en organen. Groeihormoon [eproceerd door een al even lig orgaantje, de hypofyse of janhangsel, dat met een is bevestigd aan de onder en de hersenpan. Naast an- jelangrijke functies (onder let op gang brengen van de lier en de geslachtsklieren) valt een normale menselij- li met dit orgaantje. Als de je niet of niet goed functio- izal het lichaam weliswaar groeien, maar veelal niet verder dan 1,40 meter, terwijl dit proces zich uitermate traag voltrekt. Ge woonlijk wordt deze lengte pas tus sen dé twintig en de dertig jaar bereikt. Dr. Steendijk is behoorlijk bekend met de psychische gevolgen van zulk een handicap: 'Deze mensen worden behoorlijk gediscrimineerd. Een winkeljuffrouw, die 1,40 meter lang is, heeft toch mooi geen kans bij een sollicitatie. Daarom zijn we blij dat we juist deze mensen naar een aanvaardbare lengte kunnen helpen. We willen geen reuzen, maar gewoon een aanvaardbare lengte. En dat lukt in veel gevallen'. Toch staan enkele zaken nog een geslaagde behandeling met groei hormoon-injecties in de weg. Het grootste probleem, waarmee de Groei Stichting kampt, is een tijdi ge ontdekking van de handicap. 'Dat is de moeilijkheid', zegt dr. Steendijk. 'Het kind, dat wij kun nen helpen is er één op dertigdui zend. Met andere woorden: onge veer één op de dertig huisartsen moet de kwaal ontdekken. Hij moet dus bij de pinken zijn. In ieder geval hebben we hem volge stopt met aanwijzingen, maar dat neemt niet weg dat een toenemen de groeiafwijking vaak nog te laat wordt ontdekt'. In het eerste levensjaar maakt de mens zijn snelste groei door. Ook kinderen met een gebrek aan groeihormoon meten bij ae geboor te doorgaans ongeveer vijftig centi meter. In het eerste jaar is de kwaal niet te ontdekken Dr. Steen dijk: 'Pas bij een leeftijd van twee a drie jaar zou je het moeten zien. Maar dan ben je er wel héél vroeg bij. Wij zijn al blij als we op zesjarige leeftijd met de behande ling kunnen beginnen. Daar willen we naartoe. Maar de afwijking is vaak zo onduidelijk, dat de arts vaak aanzienlijk later met de groei achterstand wordt geconfronteerd. Want wat zegt men vaak? Je hoort dooddoeners als: 'Ik was ook klein vroeger; een paar flinke schoppen gehad en toen ging het wel over'. Dat soort opmerkingen worden nu eenmaal gemaakt. De moeilijkheid is dat het kind geen duidelijke klachten heeft, het is verder vrij gezond. Er is dus niet veel reden om naar een arts te gaan. Daarom brengen we tegenwoordig ook de tandartsen op de hoogte, want daar komen ze elk half jaar. Ook de schoolarts is natuurlijk in staat om de kleintjes eruit te halen. Lukt dat, dan komt zo'n kind vla de huisarts bij een specialist terecht, waar het een groeihormoontest krijgt. Valt die negatief uit, dan komt het kind uiteindelijk bij de Nederlandse Groei Stichting te recht. Ik mag zeggen dat hier zeer scherpe diagnoses gemaakt worden. Elk kind wordt jaarlijks helemaal doorgesproken. Maar ontdekken blijft moeilijk. Een dergelijk kind is vaak wat aan de dikke kant. Maar op zichzelf is dat geen symptoom'. door Willem Schrama aan het behandelde kind worden toegediend. Twintigduizend hypofy sen per jaar zijn nodig. Uit Neder land kunnen er jaarlijks niet meer dan tweeduizend worden betrokken. Zuinig Dr. R. Steendyk: 'Als elke Nederlander eens zijn hypofyse af stond Toestemming Een tweede probleem is het verkrij gen van menselijk groeihormoon. Zoals gezegd wordt het eiwit gepro- ceerd door het hersenaanhangsel (Hypofyse), dat bij obductie (lijk schouwing) aan het lichaam moet worden onttrokken. In landen als Zweden, Zwitserland en Engeland wordt bij het overlijden van een staatsburger automatisch lijkschou wing verricht, tenzij de nabestaan den bezwaren hebben. In andere landen (bijvoorbeeld Nederland, België en Duitsland; schrijft de wet op de lijkbezorging voor, dat slechts tot obductie mag worden overgegaan als de betrokkene tevo ren toestemming heeft verleend of als de nabestaanden dat doen. Een ethisch spaak jé in het wiel van de Groei Stichting, die daardoor niet in staat is voldoende hor moonpreparaat uit eigen land te betrekken. Bij Organon wordt slechts een deel bereid van wat m feite nodig is. Een extra moeilijkheid is in dit verband een ongeschreven wet in Nederland, dat voor schedelsectie (noodzakelijk om ile hypofyse aan het lichaam te onttrekken) apart toestemming moet worden ge vraagd. Dr. Steendijk: 'Het staat niet in de wet, maar het is een gewoonte. En een wet kun je veranderen, maar een gewoonte niet. Als iedereen met zijn rechterhand in de zak loopt, moet je het maar eens zo ver weten te krijgen dat men dat met de linkerhand gaat doen. Lukt je niet'. Het gevolg van dit alles is dat de Groei Stichting sedert enkele jaren duurder groeihormoon uit Zweden betrekt. Het merendeel dat nodig is om de Nederlandse patiëntjes te behandelen. Elke hvpofyse levert ongeveer vijf milligram groeihor moon. Dat is véldoende voor één injectie, waarvan er wekelijks twee Reden waarom de Nederlandse Groei. Stichting zuinig omspringt met het schaarse groeihormoon. Dr. Steendijk: 'Er zit een ethisch kant je aan dit geneesmiddel. Het is tenslotte van menselijke oorsprong en dat maakt ons voorzichtig. Na een zorgvuldige selectie wordt het te behandelen kind door een speci alist volledig onderzocht. We willen twee testen met groeihormoon. Je moet een kind een half jaar behan delen om enig verschil in het groeiproces te kunnen waarnemen. Daarvoor zijn vijftig schaarse hypofyses nodig. Voorzichtigheid is dus geboden. Geeft de behandeling geen resultaat, dan gaan we niet gauw door. Lukt het wel, dan wordt het kind gratis behandeld. Vroeger stuurden we de rekening naar het ziekenfonds, maar sinds 1973 wor den we door de Ziekenfondsraad gesubsidieerd'. Voor 1975 is uit dc Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een bedrag van 640.000 gulden toegekend voor de behandeling van groeigestoorde kinderen. Dit bedrdg wordt vrijwel uitsluitend besteed aan aankoop en bereiding van groeihormoon. Dr. Steendijk: 'Men zou in Neder land eens wat ruimer over lijk schouwing moeten denken. Het be sef moet postvatten dat het mense lijk lichaam na de dood anderen kan helpen. Van harttransplanta ties is in feite nog niets terecht gekomen, maar met hypofyse, nier en hoornvlies kunnen we heel wat doen'. Dr. Steepdijk heeft zelf het voor beeld gegeven. Sinds 15 maart van het vorig jaar draagt hij in de achterzak een codicil, een soort vervangingstestament, waarin hij na zijn dood afstand doet van zijn hypofyse. Ogenschijnlijk een onbe tekenend prul, maar van groot be lang voor het groeigestoorde kind. Dr. Steendijk (mompelend)'Stel dat elke Nederlander dat eens deed, dan hadden we er minstens vijf tienduizend per jaar. Want of je nu jong of oud bent, elkp hypofyse is goed voor een injectie'. Fred Lammers 3:ht De kans is groot dat de paardetram in de loop van dit jaar weer een vertrouwd beeld tden in de straten van de Utrechtse binnenstad. Dat zal dan zijn te danken aan een initiatief ft Utrechtse C.D.A.-raadslid J. A. J. van Maarseveen. In november vorig jaar lanceerde hij in mmissievergadering van de gemeenteraad zijn plannetje. Later sprak hij er tijdens de begro- pbatten opnieuw over. In eerste instantie werd er een beetje om geglimlacht. De heer Van pveen wilde het jeugdsentiment dat velen thans op allerlei manier doet teruggrijpen naar de |ijd, te ver doorvoeren, vonden degenen die van het idee van het ondernemende raadslid hoor- ,n de zijde van het dagelijks van Utrecht werd niet if tig gereageerd. 'Wij zullen :1 eens zien', zei de wethou- vervoer, de heer Vergeer, actie had ik wel verwacht' me er echter niet door laten digen, temeer niet omdat ik lan voor die paardetram niet ir heb gelanceerd. Ik heb er ver nagedacht. Eigenlijk be er al over te denken, toen tiatief, een paar jaar geleden in, met het laten rijden van asjes in de Utrechtse bin- i was mislukt', zegt de heer aarseveen nu. rvolgt: 'Het Utrechtse voet- igebied is al aardig groot en de toekomst mogelijk nog worden. Dan moet je er toch k wel een vorm van open- irvoer hebben. Daar komt bij straten in de binnenstad )als de Zadelstraat, waar de ers actie voeren, óók bij het ïgersgebied te mogen komen. Mlijkheid is dat je het open- ervoer, met name uit de Za- at, eigenlijk niet kunt weren, in grote moeilijkheden te Die paardetram zou een Iternatief zijn', elopen weken is de heer Van :veen (49 jaar en in het dage wen slager van beroep) diep paardetram-materie gedoken, eeft contacten opgenomen lerlei instantits om aan de e komen wat het realiseren n plan zal gaan kosten. 'Het ende is dat er ook tal van i waren die, nadat ze van plan hadden gehoord, zelf t met mij opnamen. Allerwe- ijkt het plan bijval te krij- r is zelfs een groot Utrechts Jrtbedrijf, dat de paardetram an exploiteren', zegt de initi- mer. Dat transportbedrijf is na Van Straaten. aan het hart e- 'ur H. van Straaten bevestigt bedeling van de heer Van ween. 'Ik wil er heel graag aan meewerken dat die paardetram er weer komt. Dat doe ik gewoon omdat de stad Utrecht mij na aan het hart ligt. Mijn ouders hebben tot 1953 een slopersbedrijf in de stad gehad. In mijn jeugd ging ik zodoende dagelijks met paarden om. Zoiets vergeet je niet een, twee, drié. Die paardetram gedachte van de heer Van -Maarseveen spreekt mij erg aan. Niet uit com- merciëel oogpunt, laat ik dat voorop stellen. Als exploitant van een paardetram moet je in deze tijd niet op het maken van grote win sten uit zijn. Dat ik aan het plan wil meewerken is alleen uit recrea tief oogpunt. De paardetram moet geen modern namaaksel worden van de tram, die vroeger in Utre'cht reed. Als het plan doorgaat zal die tram worden gebouwd identiek aan de wagens van de Utrechtse Tram Maatschappii, zoals die tot 1907 in gebruik waren. Een van de wagens is bewaard gebleven en staat nu in het spoorwegmuseum in Utrecht. Aan de hand van die wagen zullen de twee paardetrams die in Utrecht gaan rijden, worden gebouwd. Alles zal in stijl zijn, de conducteurs krijgen uniformen uit de tijd van 1900 aan, de koetsiers zullen even eens in stijl worden gekleed. Het zelfde geldt voor de tuigen van de paarden en voor de reclameop schriften die eventueel op de trams komen. Slechts op die voorwaarden wil ik meedoen aan het realiseren van het plan', aldus de heer H. van Straaten, directeur van het tran sportbedrijf. Hij heeft al contacten met vakmensen die bereid zijn twee tramstellen te bouwen volgens het model uit het spoorwegmuseum. Garantie De heer Van Straaten hoeft er niet op te verdienen, maar hij wil even min dat hij jaarlijks een fiks be drag moet toeleggen op die paarde tram. Vandaar dat hij van de ge meente een garantie vraagt van zo'n dertig mille per jaar. 'Meer is echt niet nodig en naar ik ver- wacht zal de gemeente die dertig mille ook niet hoeven uit te beta len', meent de heer Van Straaten. De Utrechtse paardetram wordt een open geheel, voorzien van een kap met een opstapplank aan beide kanten. Het is de bedoeling de tram zowel in de zomermaanden als 's winters te laten rijdén van twaalf uur tot zes uui en tevens op de koopavonden. Op zondagen zal de paardetram op stal blijven. De heer Van Maarseveen verwacht geen problemen in de winter met koulijdende passagiers. 'De tram rijdt alleen in de binnenstad. Door de bebouwing is het daar al enigs zins besloten. Vroeger waren de trams ook niet verwarmd. Men zit er trouwens maximaal een half uurtje in, ajs men de hele route meerijdt. Dat kan geen problemen opleveren'. J. A. J. van Maarseveen: 'Ik laat me niet ontmoedigen' De route die in principe is vastge steld voor de paardetram begint en eindigt op de Vismarkt De meest bekende punten in de binnenstad zijn in de route opgenomen. Zo zal de paardetram langs het stadhuis, het cultureel centrum 't Hoogt, en Attractie Het Vredenburg rijden. Ook de Ou degracht, de Ganzenmarkt, het Cla- renburggebied, de Bakkerstraat, de Lange Elisabethstraat en de Maria- straat zullen het 'werkterrein' van de tram worden. zal er een paardetram gaan passe ren. Lang wachten Is er dus niet bij. Het tarief zal ongeveer twee- kwartjes voor een enkele rit gaan bedragen. Het staat nog niet vast of de tram alleen bij vaste halteplaatsen gaat stoppen of dat het publiek overal onderweg in kan stappen, na de tram met handopsteken tot stoppen te hebben gemaand. Elk .kwartier Volgens dit model uit het Neder lands spoorweg museum zullen de twee nieuwe Utrechtse paar detrams worden gebouwd. Het enige verschil met vroeger zal zijn dat de nieu we paardetrams op luchtbanden gaan rijden. De heer Van Maarseveen heeft zijn plan met een uitvoerige toelichting deze week aangeboden aan de vol tallige CDA-fractie in de gemeente raad. Daar staat men nu unaniem achter de Paardetram. mits dit middel van vervoer wordt gezien als een recreatieve attractie voor de stad. 'Een attractie zal het zeker woeden. Als wij hier in Utrecht ween een paardetram krijgen, zal dat uniek zijn voor Europa. Toeristen zullen er zeker gebruik van maken. Maar ook voor de inwoners van Utrecht zelf zal het een aanwinst zijn. Denk alleen maar eens aan winkelende moeders, die als hoogtepunt van een middagje naar de stad een ritje in de paardetram gaan maken met hun kinderen', zegt de heer Van Maarseveen. Een groot winstpunt is volgens hem ook dat door de paardetram in ere te herstellen het paard weer een vertrouwd verschijnsel in Utrecht zal worden. De "erhouding mens dier zal daardoor worden verbeterd. Door de mechanisering is de mens in deze tijd van auto's en beton ver van het dier af komen te staan. Waar is de tijd dal kinderen nog een suikerklontje konden geven aan het paard van de groenteman?. Als de paardetram weer in Utrecht rijdt zal dat weer kunnen. De heer Van Maarseveen denkt in dit ver band al verder. Hij wil, als de paardetram er is gekomen, de bin nenkort leegkomende gebouwen van de brandweer aan de Minre- broederstraat laten ombouwen tot stallingsruimte voor de paardetrams en de drie paarden die de trams gaan trekken. Het publiek moet, vindt de heer Van Maarseveen, dan vrij toegang krijgen tot die stallen. Hij vreest geen overlast door stank van mest en horden v'. legen die op- de stallen afkomen. Via de gemeen tereiniging kan het heel goed wor den geregeld, dat het vuil regelma tig wordt afgevoerd, meent de heer Van Maarseveen. Zelf verwacht hij nu, ondanks de problemen die nog moeten worden overwonnen, geen mislukken meer van zijn plan De vraag is wannéér de paardetram weer gaat rijden. 'Ik heb als ideaal dat te laren gebeuren op bevrijdingsdag. Maar dan moe ten er op korte termijn knopen worden doorgehakt. Anders zal het later in het seizoen worden aldus de heer Van Maarseveen. die aan al^es schijnt te hebben -ged^clTóók aan de toekomst van de paarden die de trampassag'ers. zullen voort trekken, al dan niet over een route die van een tramr&'ls is voorzien 'Als de paarden bejaagd zijn gewor den en het werk niet rrmer aankun nen' wil ik ze een rustige oude dag bezorgen in een pension voor paai den', zegt hij. Vooral uit de mond van een slager klinkt dat verras send. Na een tv-film Het zien van het eerste deel van de televisie-serie over de tweede wereldoorlog (waarvan de KRO vanavond een tweede aflevering op het scherm brengt) zette een van onze lezers aan het denken. Uit de brief die hij ons stuurde citeren wij het volgende: 'In 1914 emigreerden mijn ou ders met twee kinderen uit de stad Groningen naar een dorpje tussen de grote rivieren. Hij had met zijn diploma ook kunnen emigreren naar bijvoorbeeld Emden in Noordwest-Duitsland. In dat geval zou ik (in 1921) waarschijnlijk als een blond Duits jongetje geboren zijn en zou ik waarschijnlijk in 1939 als achttienjarige jongen als mi litair de oorlog ingegaan zijn. Vermoedelijk, volgens mijn inte resse, bij de luchtmacht als pa rachutist, maar het zou ook mo gelijk geweest zijn dat ik als fanatieke noorderling terecht was gekomen bij de SS. Hoe groot zijn de overlevings kansen geweest bij mijn leef tijdgenoten in Duitsland? Het overlevingspercentage van de 1940 achttien jarigen zal wel er gens bekend zijn, ik schat het op nog geen tien procent. Van de SS zullen deze cijfers ver moedelijk moeilijker op tafel ko men, de overlevingskansen zul len er vermoedelijk groter ge weest zijn dan bij de parachutis ten, maar als ik bij de SS te recht gekomen zou zijn zou men in Holland nu misschien spreken over de vier van Breda inplaats van de drie. Ik haalde in mei '40 mijn HBS- diploma maar een studie schei kunde in Delft werd geen succes. In de oorlog heb ik niet veel gepresteerd. Na de weigering om de loyaliteitsverklaring te teke nen als student volgde dankzij een neef een succesvolle onder duikperiode die ik vrij zorgeloos doorstond. De oproep om mee te werken aan de bevrijding (waar van? denk ik achteraf) van In donesië zag ik als een vervulling van een oud ideaal: Max Have- laar van Multatuli had mijn be langstelling voor 'Insulinde' ge wekt. Eindelijk vertrok ik in mei "48 als officier naar Batavia waar ik in 1950 mijn dienst overdroeg aan Indonesiërs. Via Nederland reisde ik met vrouw en kind naar Nieuw Guinea. Naast de houten woning, die ons daar onderdak bood, plantte ik een tweetal klappers. In decem ber 1962 toen onze dienst daar uitgebreid was tot honderd man droeg ik de zaken over aan een Indonesiër die een betere oplei ding gevolgd had dan ik en in goed Nederlands liet blijken dat hij vol bewondering was voor wat onze mensen in 'Irian-Ba- rat' hadden verricht. Ik verliet Hollandia voorgoed, nadat ik nog een dia gemaakt had van de vruchtdragende klapperbomen die ik in 1951 had geplant. Na het zien van de film over Duitsland van 1933 tot 1939 (ik was toen twaalf tot achttien jaar) vraag ik mij af: waarom heb ik de oorlog overleefd, ter wijl zovele Duitse, Nederlandse en andere leeftijdsgenoten ge sneuveld zijn? Waarom ontsnap te ik ternauwernood (in 1947) aan een vliegongeluk, terwijl mijn begaafde en voor zijn gezin onmisbare oudste broer in 1946 op Schiphol neerstortte? Hoe kwam het dat Hitier zo'n enor me aanhang kreeg (het leek op een fanatiek calvinistisch ge loof). Het nazidom vond een goede voedingsbodem in de bit tere armoede van de jaren der tig, toen er geen geld was om de honger van velen te stillen, maar kwam ineens het geld van daan om al die moderne tanks en oorlogsvliegtuigen te finan cieren. Wie verschafte hier het kapitaal? Zijn de (internationa le) banken en levensverzeke ringsmaatschappijen in wezen niet nog meer schuldig dan die fanatieke korporaal, die men dacht te kunnen gebruiken? Wapens moeten eens gebruikt worden. Anders komt er werke loosheid in de wapenindustrie. Ik heb eens ergens gelezen dat de wapenindustrie in het meest gunstige geval de grootste leve rancier Wordt van dikwijls nog moeilijk te verwerken oud-roest. Zijn de voornaamste schuldigen inderdaad die drie zielige man netjes in Breda die overigens terecht zijn gestraft of zitten de grootste schuldigen thans hoog en droog in de overdadig kostbare gebouwen van bank en verzekeringsbedrijven in Duits land, in Nederland en overal in de 'rijke landen' van heel de wereld? (ADVERTENTIE)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 17