VOEL ME EIGENLIJK ■EEN VOLKSONDERWIJZER 'IK Dr. H. M. de Lange: vaste econoom van oecumene in ons land): Vandaag Gesprek over: Wederopbouw Werkloosheid De olie De PPR Het kabinet De Kerk De Broederschap De A.R. TROUW/KWARTET DINSDAG 31 DECEMBER 1974 KERK/BINNENLAND T2/1 door Aldert Schipper Dr. H. M. de Lange was voor mij als jong broekie een uitdaging. Van dat moment af heb ik contact gehad met het volksho- geschoolwerk. Ik heb zowat twee honderd mannencursussen gegeven. Uitleggen wat economische politiek was. Uitleggen is een van mijn hartstochten. Ik heb honderden kerken over ontwikkelingssamen werking gesproken. Avond aan avond. En dan kom je 's nachts om een uur thuis. Soms vraag je je af of dat zin heeft. Ik ga er mee door.' 'Volksontwikkeling. vormingswerk is geweldig belangrijk en nodig voor onze democratische samenle ving. De mensen moeten goede in formatie hebben. De laatste jaren heb ik gemerkt hoeveel angst er bij de mensen is. Als je over het oecu menische programma tot bestrij ding van het racisme praat, dan lijkt het of je in een afgrond kijkt. Ik weet soms niet anders dan te vertellen hoe ik het zelf geleerd heb. Ik heb makkelijk praten. Ik ken al die mensen. Ik loop al zo'n twintig jaar mee in de oecumeni sche beweging. De anderen moeten .'"MMmJUIM II Ill alles maar zo'n beetje van radio en tv oppikken. Veel mensen kunnen eenvoudig niet anders dan afha ken Openbaring In 1951 begon prof. Tinbergen naar de ontwikkelingslanden te reizen. Voor Harry de Lange waren de verslagen van Tinbergen een open baring. 'Ik begon me als een razen de voor de ontwikkelingsproblema tiek te interesseren.' In die jaren vroeg prof. Banning aan De Lange secretaris te worden van de afde ling sociale vragen van de toenma lige oecumenische raad van kerken. Ook in de nieuwe raad van kerken heeft dr. De Lange deze functie gehouden. Op deze post heeft hij gadegeslagen hoe de kerken in ons land zich meer voor de samenlé- vingsvragen gingen interesseren. Dat de kerken zijn aangeland op het punt waar zij nu zijn is beslist in belangrijke mate daaraan te danken dat dr. De Lange zich niet meer tot gadeslaan beperkt heeft. Werkgevers De Lange bezit ook wel vijanden. Hijzelf is bijvoorbeeld helemaal niet te spreken over de rol van de werkgevers in ons land. 'De werk gevers reageren niet passend op de verlangens die er bij de mensen leven. Door het betere onderwijs en zo gaan veel meer mensen hun eigen mogelijkheden ontdekken. Die mogelijkheden kunnen in de industrie niet verwerkelijkt worden. Veel werk past niet meer bij de mensen. Werkgevers houden ver nieuwing steeds af. Ik denk dat ze in hun grote werkgeversorganisaties te weinig aan wetenschap doen. De economen en sociologen die zij hebben worden opgeslorpt, door de beleidsvoorbereidingen. Een werke lijk royaal aansluiten bij de ten- denzen, die er in onze samenleving zijn, dat heb ik eerlijk gezegd nau welijks van de werkgevers gezien. Wat er tot stand komt maakt op mij steeds de indruk te zijn afge dwongen.' 'Kijk maar eens naar zo'n man als Pecei, een van de industriëlen ach ter de Club van Rome. Die stimu leert het denken naar een andere samenleving. Dat ontbreekt hier ei genlijk.' 'Het lijkt of men de problemen pas gaat ontdekken als anderen ze aan de orde stellen. Hun eerste reactie is dan heel menselijk, afwijzend. En na verloop van tijd worden die kwesties toch gehonoreerd.' Centraal Accoord We kunnen over de houding van de werkgevers te spreken naar aanlei ding van de mislukte onderhande lingen over een centraal akkoord mede omdat de werkgevers niet zo veel voélden voor verruiming van de medezeggenschap van de werk nemers.: Deze medezeggenschap zou een stap kunnen zijn om hét werk voor veel meftsen wat gezelliger te ■maken, 'Wij moeten niet de weg blijven voortgaan van de voordurende ar beidsbesparing. Eventueel zul je produktieprocessen moeten aanvaarden die een hogere kostprijs per eenheid product meebrengen maar die een veel gro ter menselijk geluk kunnen veroor zaken. In kleinere eenheden wer ken en waarschijnlijk wat minder arbeidsbesparing maar iets meer arbeidsvreugde.' Niet op eigen houtje Wat kun je daar dan mee winnen? De Engelse econoom E. F. Schuma cher verwacht dat de menselijke contacten in kleinere overzichtelij ke 'bedrijven veel beter zullen wor den. En dat de mensen weer een relatie krijgen tot het produkt dat zij maken. Dat zijn de twee bron nen van de vervreemding waar we nu mee zitten. .Stel dat Nederland die richting uit gaan, kan zo'n gedecentraliseerde economie dan de concurrentie van de andere landen aan? Op ons eigen houtje kan dat niet. Maar We moeten eerst wat meer kennis verzamelen. In Engeland zijn al verscheidene bedrijven, die zo werken. Daar zou den. we eens een voox-beeld aan kunnen nemen. We moeten wat in Engeland gebeurt niet alleen maar als puur verkeerd zien. In ons land zou de regering ook eens met een paar bedrijven proeven kunnen ne men. In de kring van minister Lub bers, hoor ik, neigt men er toe in het noorden van het land bedrijven Hoe erg met overheidsdeelneming te stich ten. Daarmee zou men wat kunnen experimenteren. Een particulier kan het misschien niet. maar een overheid wel, want die kan wat grotere risico's nemen. Die kan best eens wat belastinggeld gebruiken voor zo'n proef. Het is bovendien nog helemaal niet zeker dat nieuwe economische technieken onze concurrentiepositie aantasten. Je moet natuurlijk naar het geheel van de economische kosten kijken. Zoals we nu produ ceren wordt de kostprijs voor de begrip. Je zou nu proeven kunnen nemen met mensen die werkloos geworden zijn. Die kun je dit soort werk laten doen, na eerst te zijn geschoold. Je krijgt dan een uitke ring van de werkloosheidswet en dat geldt dan als een basis om dit soort werk te gaan doen. Dat zou een oefening kunnen zijn om te komen tot een nieuwe maatschappij. Daar moesten we maar eens gauw mee beginnen. Samen met prof. Tinbergen hebt u steeds geroepen dat de derde we reld een hogere prijs moest krijgen voor de grondstoffe!} die deze lan den leveren. Hebben jullie je zin, nu de olielanden hun prijzen lieb- privé-ondernemer weliswaar steeds lager, maar de grote maatschappe lijke kosten in de zin van gebrek aan arbeidsvreugde en het daaruit- voortkomende verzuim moet je ook rekenen. En denk eens aan de enorme transportkosten die het ge volg zijn van onze gecentraliseerde productie. Ongenoegen Ik kom de laatste tijd erg onder de indruk van het ongenoegen van de mensen in hun werk. Mensen die snakken naar het einde van de vrijdag; mensen die voor geld be zwijken voor de verleiding in de ploegen te gaan, maar die uiteinde lijk met de dood in hun lijf dit soort werk doen. Dat is toch niet goed. Als je dat dertig, vijfendertig jaar doet, dan vraag je je af. hoe is het mogelijk dat mensen dit slik- ken. Maar ze hebben geen keuze. ben verhoogd? Olieprijzen Er zijn wel allerlei gevaren, maar ik vind het toch een heel gunstige ontwikkeling. Tijdelijk krijg je een klassieke economische inzinking, omdat die olielanden niet weten hoe ze al dat geld kunnen besteden. Als je geld aan jeen samenleving onttrekt en er staat geen goederen aankoop tegenover, dan schep je werkloosheid. Als die goederenaan koop nu weer op gang komt, dan gaat het wel weer draalen. Die olie landen komen in een machtsposi tie. Dat vind ik eigenlijk goed. Ik luister heel nauwkeurig, naar wat die mannen nu gaan zeggen. Of ze zich anders gaan gedragen. Ze gedragen zich niet zoveel anders dan wij. Het kan alleen maar goed gaan als macht gepaard gaat met verantwoordelijkheid. Twijfelt u daaraan? Nee, maar het bewijst wel, dat het nodig is dat we als kerk met de islam een gesprek voeren oyer de verantwoordelijkheid die we geza menlijk hebben voor het geheel. Die discussie van de wereldraad met de islam is geen dag te vroeg gekomen. Er wordt alleen nog te veel gesproken over de structuur van onze godsdienst, over de rol van de bijbel en d$ koran. We moeten snel naar een gesprek over de verantwoordelijkheid voor de wereld. Pas de laatste tijd heeft de kerk ontdekt dat je de politici moet bewaken. Je moet ze ook bemoedi gen, als ze het goed doen. Dat is een wezenlijk onderdeel van de po litieke taak van de kerken. Niet dat gehakketak over de^ bede in de troonrede. Hoe staan we er op het moment economisch voor. Hoe erg is de economische terugval. Het is onmogelijk te zeggen hoe ernstig de situatie precies is op het moment. Een gevaar is het maat schappelijk pessimisme. Dat is een proces dat wij economen nog hele maal niet in de hand hebben. Als iedereen zegt: ik wacht nog maar even met die investering, dan sta pel je die beslissingen op elkaar. Maar als je vraagt hoe we er afgezien van deze inzinking voorstaan, dan denk ik dat het beter is dan vijf., jaar geleden. Er zijn ontstellend moeilijke proble men, die aangepakt moeten wor den. Vijf jaar geleden dachten een heleboel mensen dat we op de ver trouwde voet door konden gaan. Nu zien veel mensen in dat het zo niet verder kan. Dat is in korte tijd ge groeid. Verkijkt u zich niet een beetje op de Nederlandse situatie? Nederland ligt wat voor. Daarom heb ik besloten mijn aandacht nu wat meer naar buiten ons land te richten. U hebt steeds aangedrongen op een langzamer economische groei. Is de huidige teruggang niet een mooie aanleiding om daarmee te beginnen? Ik heb laatst tot mijn verbazing nog eens gezien dat ik al in de jaren vijftig in een artikel in Wen ding heb gewaarschuwd tegen de enorme welvaartsgroei. Een economische teruggang heeft iets willekeurigs. Als we praten over een nieuwe opzet van de eco nomie opdat er perspectief komt voor de derde wereld, dan bedoelen we niet iets toevalligs, maar een planmatige politiek. Als er dan las ten te verdelen zijn. dan niet op de schouders van de 200.000 mensen die nu werkloos zijn. Nieuw soort werk Ik ben er voor dat we het denken over arbeid in onze samenleving veranderen. Arbeid aan het herstel van de menselijke betrekkingen, aan de opheffing van de vereenza ming. moeten we ook arbeid gaan noemen. Dat is een nieuw arbeids- Hartstocht U bent nogal te spreken over de politiek van het kabinet Den Uyl. Ik herken bij dit kabinet de be kommernis voor 'de arme sodemie ters'. Ik kijk met belangstelling uit naar de nota van minister Boersma over de inkomenspolitiek. In wat staatssecretaris Meyer doet, zei ik dat de noodzaak herkend wordt van volwassenvorming. Er is een grote behoefte om grote groepen mensen te bevrijden van hun angst. De kerk loopt tegenover dit soort poli tiek op. twee benen. Je zit met het hachelijke probleem van het CDA. Ik kan daar geen lid zijn. Hoe je de politiek met Christus kunt verbin den zie ik niet in. In de politiek moet je compromissen sluiten. Ik voel meer voor een christelijke po litiek in afgeleide zin. Zo'n CDA is een geweldige ballast voor de kerk. die maakt het -evangelie tot iets compromis-achtigs. Als er behoefte is aan een middenpartij, dan zeg ik o.k. Ik aanvaard dat er tussen PvdA en de telegraafpartij iej-r moet zijn. Maar het evangelie heer niets met .het politieke midden maken. Sommige stukken uit hje evangelie zijn juist erg radicaal. I Ik proef bij een aantal mensen onze regering een zekere hartstocl tot vernieuwing. Om bij de gewor( mensen te zijn. Die hartstocht dejt ik. Bij het CDA mis ik die hart tocht voor de gerechtigheid. Ni bij een aantal mensen in de ant revolutionaire partij. Ik sta dicl bij zo iemand als Boersma of Alb da. Maar ik krijg de koude krieb bij het optreden van een man a Schakel. En ik voel me verwaï1 met Aantjes. En dan vind ik h niet zo erg dat we in twee partijec zitten. Als we maar in een regerir zitten, zoals prof. Verkuyl steei De heer De Lange heeft ee curieus spraakgebruik, als hij h over de derde wereld heeft. H spreekt dan bij voorkeur over 'wa me' landen, in plaats van arme. Voorwaarden U hoorde in het verleden tot dege nen, die pleitten voor ontwikke lingssamenwerking zonder voor waarde. Minister Pronk heeft nu gepleit voor een nieuwe soort voor waarden. Vooral de kerk heeft boodschap aan de allerarmsten van de armen. Als een land dus hulp geeft, mag je aan de regering vragen vooral die categorie te steunen. Daarom is het verheugend dat Pronk tegenwoordig toenemende belangstelling toont voor particuliere organisaties (veel al kerkelijke, a.s.) Daarmee kun je buiten een regime om de armen steunen. Maar dat nieuwe model, waarbij je weer voorwaarden aan de hulp ver bindt, dat is wel volstrekt tweezij dig. Het betekent dat de hulpont vangers ook kritiek mogen hebben op onze samenleving.ïDaar moesten de kerken eens opwat grotere schaal vorm aan geven. Ik vind politieke voorwaarden bij de hulp moeilijk: Ik denk meer aan voorwaarden zoals de vraag: bent u bereid uw toenemende welvaart te delen, bent u bereid goed onderwijs te geven aan de minderheidsgroe pen, wat voor buitenlandse politiek voert U, hoeveel geeft u uit voor defensie? EEN LAATSTE DAG n u Oudejaarsdag is niet de laatste da;v maar een laatste dag, nl. die vi u een jaar. Ergens vastliggend in iD] loop van zon en maan en aarde, «ei ergens ook een beetje willekeurig een laatste dag. Toch komt ni h, mand er helemaal, onderuit om te even bij stil te staan. Deze laats n dag doet hem denken- aan de laa^i ste dag. 't Is nauwelijks te merkö maar 't is er toch. De twaalf slagf komen altijd nog eerder dan r denkt en dat vinden een helebc mensen nog maar plezierig oo Wat moet je met zo'n dag en zo 2 avond? De kerken staan ope maar trekken vooral in de stedir» aanmerkelijk minder dan m kerst. Kerstfeest heeft de stil A concurrentie gewonnen. Waaro >t zou je ook, zegt iemand mij. BW dan is er toch zoiets als je verledi t dat meespeelt. Dé'herinnering aall de donkere avond waarin je met ;i ouders en verdere familie naar kerk trok. De dominee had het ovjto de mens die naar zijn eeuwig hi»e gaat en je dacht: als dat dan maiii in gezelligheid niet onderdoet votu wat wij vanavond hopen mee u maken. Vader haalt grote plateiya boeken voor de dag, er wordt <G het orgel gespeeld, er is chocoladjvr melk en een extra traktatie. Teg< la twaalven komt er een geur v«e warme wijn de kamer binnen. Ma eerst moet psalm 90 nog gelezen u moet vader met heel andere wooiaa den dan dagelijks aan tafel biddem En het zal wel gaan over die ;e die. die dit jaar verdriet geha_ hebben. Je weet het van te vore en toch heb je even moeite. En dam de klok die twaalf slagen slaap bijna synchroon met het amen vi u het gebed, de knallen buiten en boten in de haven. Vader en morfJ der kussen elkaar en het is ee e heel gestrompel om de tafel. J a daar kom, je toch nooit helemai e van los. En dat hoeft ook nerger a voor. tc NED. HERV. KERK Beroepen te Veenendaal: dr. C. Tukker te Kamerik; te Voorthuf^ zen: L. Romein, kand. te Vlaardinf gen; te Nieuweroord: (toez.) Heikoop te Herwijnen; te Hilverü sum: A. van Santen, pred. mepj bepaalde opdracht (geest. ver|B vrijz. herv.) te Middelburg; Tjerkgaast: E. Stegenga te Middel; stum; te Lexmond: T. J. Kamer] beek te Waarder. Bedankt voor Doorn: J. M. D. Berg .te IJmuideh-W; voor Maarsj sen: K. A. Abelsma te Wateringen} voor Kenia (zendingspred.) Beens te Wekerom. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen te tfeerlandia (Alta; Can ref. church)K. J. Kapteyn te Spa) kenburg-Noord. Bedankt voor Terneuzen: D. Noon te Buitenpost. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Poortugaal: R. Boo gaard te Leiden; te 's-Gravenpoldel en te Zeist: J. van Haaren tf Amersfoort. Mededeling We hebben besloten thans een pun te zetten achter de discussie ovet en rondom dr. H. Wierslnga en het 'beroep op kerkleden'. Natuurlij! kunnen te zijner tijd, wanneet nieuwe (synodale) debatten daartoj aanleiding geven, weer brieven ovel deze zaak gestuurd worden. In ver] band met vragen daarna geven we nog eens het adres van het 'beroet op kerkleden': postbus 7455, Am-; sterdam-1009. Voorts heeft he^ groot aantal inzendingen voor deze rubriek het onmogelijk gemaakt nog dit jaar de brieven over Ere zij God en Stille Nacht te publiceren: we hebben nu de beslissingen ge-I nomen deze inzendingen niet meef te plaatsen: ze worden rechtstreek^ aan de betrokkenen ter inzage ge-i geven. Secr. hoofdred. Tr.-Kw. PPR modern confessionalisme Na een radiorede van premier Schermerhorn over de wederop bouw van ons land, besloot Harry te kiezen voor een loopbaan bij het Centraal Planbureau. Hij was er jarenlang directiesecretaris onder prof. Tinbergen. In 1964 werd hij directeur van het universitair insti tuut vormingswerk bedrijfsleven in Utrecht, de voorloper van het insti tuut in Rotterdam waar hij nu nog werkt. Dr. H. M. de Lange niet zonder passie lid van van de partij van de arbeid. Een keer heeft hij op het punt gestaan te bedanken wegens de koloniale politiek na de oorlog. 'Sindsdien heb ik geen enkele keer meer een aanvechting gevoeld. Ook niet om lid te worden van de PPR. Er zitten een paar goede mensen in die partij, bijvoorbeeld Eric Jurgens mijn familie zijn nog bij het on derwijs.' Op een zaterdagochtend, we werk ten toen nog op zaterdag op het Planbureau, vroeg Tinbergen of ik in plaats van hem een lezing wilde houden in het Leidse volkshuis. Het moest gaan over 'de wederopbouw van Nederland. Tinbergen had als student in het volkshuis gewerkt. Dé mensen zouden hem nu weer terugzien als de beberoemde profes sor. Toen kwam ik. Dat was een enorme teleurstelling voor die mensen.. Maar ze bleven beleefd. Ik heb toen erg mijn best gedaan. Het Nederland loopt voorop in de zorg voor de 'warme' landen en de kerken in ons land hebben er flink aan bijgedragen dat hef zo ver is gekomen. Dat dit zo is hebben we voor een niet onbelangrijk deel te danken (sommigen zullen zeggen 'te wijten') aan de eco noom dr. Harry M. de Lange (55 jaar). Synodepraeses, bisschoppen en kardinalen mogen komen en gaan, maar Harry de Lange blijft weliswaar niet eeuwig, maar dan toch wel al de laat ste twintig jaar bestaan als secretaris van de commissie (thans: sectie) sociale vragen van de (oecumenische) raad van kerken. Het is een snel sprekend, opgewekt iemand. In het dagelijks leven is hij directeur van het Instituut voor Normen en Waarden in Rotterdam. Hij is in het begin van zijn bestaan tegen de hervorm de theoloog prof. dr. W. Banning en de econoom prof. dr. J. Tin bergen opgelopen. Sindsdien beoefent hij met grote opgewektheid en op slepende wijze de economische ethiek. 'Banning hoorde ik voor de oorlog preken over de tekst 'Zeg de kinde ren Israëls dat zij voorttrekken.' Dat maakte zo'n geweldige indruk op me, dat ik alles van die man wilde lezen. Na de oorlog werd dr. De Lange medewerker van prof. Tin bergen op het Centraal Planbureau. 'Tinbergen wist alles van werkgele- genheid. Onze eerste industrialisa tieplannen verwekten hoongelach en weerzin bij de industriële leiders. Ze waren bang voor planning. La ter is gebleken dat wij volledig gelijk gehad hebben. De maatrege len die nu genomen worden ter bestrijding van de huidige econo mische terugval hebben wij na de oorlog bij het Centraal Planbureau voor het eerst getoetst.' Dr. De Lange is remonstrants. Hij is jarenlang lid van de kerkeraad in Den Haag geweest. Maar hij komt niet uit een kerkelijk gezin. Hij werd lid van de remonstrantse broederschap omdat een meisje uit de HBS-klas bij die kerk ging. La ter traden zijn ouders ook tot deze kerk toe. Zijn vader was een 'libe raal angehauchte' man. Voor de oorlog, in de crisis door pech ach tervolgd, had hij een klein fabriek je opgericht. Net toen dat ging lopen brak de oorlog uit. In de oorlog kwam hij om als gevolg van de behandeling in een concentra tiekamp, waarin hij zat wegens hulp aan Joden. Nederlandse Unie Voor de oorlog ging Harry naar de Handelshogeschool in Rotterdam. 'In de jaren twintig en dertig voel de ik een voortdurende bedreiging. Hoe de mensen afgeknepen werden, hoe hun toekomst werd weggeno men'. Hij deed zijn candidaats op 9 mei 1940. Toen het bombardement op Rotterdam kwam. was hij bij zijn ouders in Amersfoort. In de oorlog had ik nauwe relaties met de Nederlandse Unie. Wij beleefden daar iets heel anders dan je denkt als je nu de redevoeringen van de Quay nog eens leest. Wij bereidden voor ons gevoel daar de wereld van na de oorlog voor. De unie ervoeren wij als een soort verzet tegen de WA. Van de blunders aan de top hadden wij geen weet.' De student Harry de Lange weigerde in 1943 de loyaliteitsverklaring te tekenen. Het. gevolg was dat hij moest on derduiken. Tijdens deze periode ontmoette hij in Naaldwijk op nieuw dr. W. Banning, die daar toen predikant was. Rond om diens pastorie gonsde het van activitei ten. Steeds werd er gesproken over de na-oorlogse periode. 'In de oorlog had ik contact met de Perhimpunan Indonesia (Indonesi sche vereniging). Dat waren Indo nesische studenten die in onze strijd tegen het nationaal socialis me iets herkenden van hun verzet tegen het koloniale systeem. Dat waren dappere jongens in het ver zet. Na de oorlog heb ik samen met dominee Buskes. A. J. Koejemans en Henriette Roland Holst op het podium van de RAI mogen staan om namens de Nederlandse jeugd te protesteren tegen de politionele acties.' Dr. De Lange heeft het een en ander aan oecumenisch werk ge daan als lid van de remonstrantse broederschap. De laatste jaren is hij echter veel in de Haagse Kloos terkerk te zien. 'De remonstrantse broederschap heeft weinig toekomst meer. We hadden ons twintig jaar geleden bij de hervormde kerk moeten aansluiten, als een soort hersteld verband. Die hersteld ver- banders hebben veel betekend voor de hervormde kerk. Dat hadden wij ook gekund. Maar nu hebben we de grote mannen niet meer. De kerk gaat financieel naar de bliksem. Ik heb er veel vriendschap en grote openheid gevonden. Maar ér is ook veel conservatisme, net als in de andere kerken. De tijd van de re monstrantse broederschap is voor bij. De drie reformatorische kerken in ons land die lid zijn van de wereld bond van reformatorische kerken, de hervormde, de gereformeerde en remonstrantse, zouden meer naar elkaar moeten toegroeien. Maar we hebben over en weer nog teveel vooroordelen. De gereformeerden komen bij ons over als ruziemakers. Dat je iemands nieren zowat moet proeven om te weten of hij~ wel goed in de leer is, dat kunnen wij niet begrijpen. Maar er is bij de gereformeerden van alles aan de gang. In het laatste nummer van het Gereformeerd Theologisch Tijd schrift gfeeft onze Heering kritiek op de gereformeerde Kuitert, omdat deze tever gaat. Volksonderwijzer en Dolf Coppes, maar ik vind het modern confessionalisme. Het is- geen politieke partij. Ik vind de PPR utopistisch in de slechte zin van het woord. Bij de PvdA is er eerst een wetenschappelijk naden ken. Bij de PPR gaat het niet zo degelijk toe.' Broederschap Ik ben vrij somber over de toe komst. Maar ik ben optimistisch over de mens, over zijn verander baarheid en over de veranderbaar heid van onze samenleving. Ik voel me eigenlijk een volksonderwijzer, een volkspedagoog. Dat is op merk waardige wijze een familietraditie. Mijn grootmoeder was en veel van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2