VOEL ME EIGENLIJK
■EEN VOLKSONDERWIJZER
'IK
Dr. H. M. de Lange: vaste econoom van oecumene in ons land):
Vandaag
Gesprek over:
Wederopbouw
Werkloosheid
De olie
De PPR
Het kabinet
De Kerk
De
Broederschap
De A.R.
TROUW/KWARTET DINSDAG 31 DECEMBER 1974
KERK/BINNENLAND T2/1
door Aldert Schipper
Dr. H. M. de Lange
was voor mij als jong broekie een
uitdaging. Van dat moment af heb
ik contact gehad met het volksho-
geschoolwerk. Ik heb zowat twee
honderd mannencursussen gegeven.
Uitleggen wat economische politiek
was. Uitleggen is een van mijn
hartstochten. Ik heb honderden
kerken over ontwikkelingssamen
werking gesproken. Avond aan
avond. En dan kom je 's nachts om
een uur thuis. Soms vraag je je af
of dat zin heeft. Ik ga er mee door.'
'Volksontwikkeling. vormingswerk
is geweldig belangrijk en nodig
voor onze democratische samenle
ving. De mensen moeten goede in
formatie hebben. De laatste jaren
heb ik gemerkt hoeveel angst er bij
de mensen is. Als je over het oecu
menische programma tot bestrij
ding van het racisme praat, dan
lijkt het of je in een afgrond kijkt.
Ik weet soms niet anders dan te
vertellen hoe ik het zelf geleerd
heb. Ik heb makkelijk praten. Ik
ken al die mensen. Ik loop al zo'n
twintig jaar mee in de oecumeni
sche beweging. De anderen moeten
.'"MMmJUIM II Ill
alles maar zo'n beetje van radio en
tv oppikken. Veel mensen kunnen
eenvoudig niet anders dan afha
ken
Openbaring
In 1951 begon prof. Tinbergen naar
de ontwikkelingslanden te reizen.
Voor Harry de Lange waren de
verslagen van Tinbergen een open
baring. 'Ik begon me als een razen
de voor de ontwikkelingsproblema
tiek te interesseren.' In die jaren
vroeg prof. Banning aan De Lange
secretaris te worden van de afde
ling sociale vragen van de toenma
lige oecumenische raad van kerken.
Ook in de nieuwe raad van kerken
heeft dr. De Lange deze functie
gehouden. Op deze post heeft hij
gadegeslagen hoe de kerken in ons
land zich meer voor de samenlé-
vingsvragen gingen interesseren.
Dat de kerken zijn aangeland op
het punt waar zij nu zijn is beslist
in belangrijke mate daaraan te
danken dat dr. De Lange zich niet
meer tot gadeslaan beperkt heeft.
Werkgevers
De Lange bezit ook wel vijanden.
Hijzelf is bijvoorbeeld helemaal
niet te spreken over de rol van de
werkgevers in ons land. 'De werk
gevers reageren niet passend op de
verlangens die er bij de mensen
leven. Door het betere onderwijs
en zo gaan veel meer mensen hun
eigen mogelijkheden ontdekken.
Die mogelijkheden kunnen in de
industrie niet verwerkelijkt worden.
Veel werk past niet meer bij de
mensen. Werkgevers houden ver
nieuwing steeds af. Ik denk dat ze
in hun grote werkgeversorganisaties
te weinig aan wetenschap doen. De
economen en sociologen die zij
hebben worden opgeslorpt, door de
beleidsvoorbereidingen. Een werke
lijk royaal aansluiten bij de ten-
denzen, die er in onze samenleving
zijn, dat heb ik eerlijk gezegd nau
welijks van de werkgevers gezien.
Wat er tot stand komt maakt op
mij steeds de indruk te zijn afge
dwongen.'
'Kijk maar eens naar zo'n man als
Pecei, een van de industriëlen ach
ter de Club van Rome. Die stimu
leert het denken naar een andere
samenleving. Dat ontbreekt hier ei
genlijk.'
'Het lijkt of men de problemen pas
gaat ontdekken als anderen ze aan
de orde stellen. Hun eerste reactie
is dan heel menselijk, afwijzend.
En na verloop van tijd worden die
kwesties toch gehonoreerd.'
Centraal Accoord
We kunnen over de houding van de
werkgevers te spreken naar aanlei
ding van de mislukte onderhande
lingen over een centraal akkoord
mede omdat de werkgevers niet zo
veel voélden voor verruiming van
de medezeggenschap van de werk
nemers.: Deze medezeggenschap zou
een stap kunnen zijn om hét werk
voor veel meftsen wat gezelliger te
■maken,
'Wij moeten niet de weg blijven
voortgaan van de voordurende ar
beidsbesparing.
Eventueel zul je produktieprocessen
moeten aanvaarden die een hogere
kostprijs per eenheid product
meebrengen maar die een veel gro
ter menselijk geluk kunnen veroor
zaken. In kleinere eenheden wer
ken en waarschijnlijk wat minder
arbeidsbesparing maar iets meer
arbeidsvreugde.'
Niet op eigen houtje
Wat kun je daar dan mee winnen?
De Engelse econoom E. F. Schuma
cher verwacht dat de menselijke
contacten in kleinere overzichtelij
ke 'bedrijven veel beter zullen wor
den. En dat de mensen weer een
relatie krijgen tot het produkt dat
zij maken. Dat zijn de twee bron
nen van de vervreemding waar we
nu mee zitten.
.Stel dat Nederland die richting uit
gaan, kan zo'n gedecentraliseerde
economie dan de concurrentie van
de andere landen aan?
Op ons eigen houtje kan dat niet.
Maar We moeten eerst wat meer
kennis verzamelen.
In Engeland zijn al verscheidene
bedrijven, die zo werken. Daar zou
den. we eens een voox-beeld aan
kunnen nemen. We moeten wat in
Engeland gebeurt niet alleen maar
als puur verkeerd zien. In ons land
zou de regering ook eens met een
paar bedrijven proeven kunnen ne
men. In de kring van minister Lub
bers, hoor ik, neigt men er toe in
het noorden van het land bedrijven
Hoe erg
met overheidsdeelneming te stich
ten. Daarmee zou men wat kunnen
experimenteren. Een particulier
kan het misschien niet. maar een
overheid wel, want die kan wat
grotere risico's nemen. Die kan best
eens wat belastinggeld gebruiken
voor zo'n proef.
Het is bovendien nog helemaal niet
zeker dat nieuwe economische
technieken onze concurrentiepositie
aantasten. Je moet natuurlijk naar
het geheel van de economische
kosten kijken. Zoals we nu produ
ceren wordt de kostprijs voor de
begrip. Je zou nu proeven kunnen
nemen met mensen die werkloos
geworden zijn. Die kun je dit soort
werk laten doen, na eerst te zijn
geschoold. Je krijgt dan een uitke
ring van de werkloosheidswet en
dat geldt dan als een basis om dit
soort werk te gaan doen. Dat zou
een oefening kunnen zijn om te
komen tot een nieuwe maatschappij.
Daar moesten we maar eens gauw
mee beginnen.
Samen met prof. Tinbergen hebt u
steeds geroepen dat de derde we
reld een hogere prijs moest krijgen
voor de grondstoffe!} die deze lan
den leveren. Hebben jullie je zin,
nu de olielanden hun prijzen lieb-
privé-ondernemer weliswaar steeds
lager, maar de grote maatschappe
lijke kosten in de zin van gebrek
aan arbeidsvreugde en het daaruit-
voortkomende verzuim moet je ook
rekenen. En denk eens aan de
enorme transportkosten die het ge
volg zijn van onze gecentraliseerde
productie.
Ongenoegen
Ik kom de laatste tijd erg onder de
indruk van het ongenoegen van de
mensen in hun werk. Mensen die
snakken naar het einde van de
vrijdag; mensen die voor geld be
zwijken voor de verleiding in de
ploegen te gaan, maar die uiteinde
lijk met de dood in hun lijf dit
soort werk doen. Dat is toch niet
goed. Als je dat dertig, vijfendertig
jaar doet, dan vraag je je af. hoe is
het mogelijk dat mensen dit slik-
ken. Maar ze hebben geen keuze.
ben verhoogd?
Olieprijzen
Er zijn wel allerlei gevaren, maar
ik vind het toch een heel gunstige
ontwikkeling. Tijdelijk krijg je een
klassieke economische inzinking,
omdat die olielanden niet weten
hoe ze al dat geld kunnen besteden.
Als je geld aan jeen samenleving
onttrekt en er staat geen goederen
aankoop tegenover, dan schep je
werkloosheid. Als die goederenaan
koop nu weer op gang komt, dan
gaat het wel weer draalen. Die olie
landen komen in een machtsposi
tie. Dat vind ik eigenlijk goed.
Ik luister heel nauwkeurig, naar
wat die mannen nu gaan zeggen.
Of ze zich anders gaan gedragen.
Ze gedragen zich niet zoveel anders
dan wij. Het kan alleen maar goed
gaan als macht gepaard gaat met
verantwoordelijkheid.
Twijfelt u daaraan?
Nee, maar het bewijst wel, dat het
nodig is dat we als kerk met de
islam een gesprek voeren oyer de
verantwoordelijkheid die we geza
menlijk hebben voor het geheel.
Die discussie van de wereldraad
met de islam is geen dag te vroeg
gekomen. Er wordt alleen nog te
veel gesproken over de structuur
van onze godsdienst, over de rol
van de bijbel en d$ koran. We
moeten snel naar een gesprek over
de verantwoordelijkheid voor de
wereld.
Pas de laatste tijd heeft de kerk
ontdekt dat je de politici moet
bewaken. Je moet ze ook bemoedi
gen, als ze het goed doen. Dat is
een wezenlijk onderdeel van de po
litieke taak van de kerken. Niet dat
gehakketak over de^ bede in de
troonrede.
Hoe staan we er op het moment
economisch voor. Hoe erg is de
economische terugval.
Het is onmogelijk te zeggen hoe
ernstig de situatie precies is op het
moment. Een gevaar is het maat
schappelijk pessimisme. Dat is een
proces dat wij economen nog hele
maal niet in de hand hebben. Als
iedereen zegt: ik wacht nog maar
even met die investering, dan sta
pel je die beslissingen op elkaar.
Maar als je vraagt hoe we er
afgezien van deze inzinking
voorstaan, dan denk ik dat het
beter is dan vijf., jaar geleden. Er
zijn ontstellend moeilijke proble
men, die aangepakt moeten wor
den. Vijf jaar geleden dachten een
heleboel mensen dat we op de ver
trouwde voet door konden gaan. Nu
zien veel mensen in dat het zo niet
verder kan. Dat is in korte tijd ge
groeid.
Verkijkt u zich niet een beetje op
de Nederlandse situatie?
Nederland ligt wat voor. Daarom
heb ik besloten mijn aandacht nu
wat meer naar buiten ons land te
richten.
U hebt steeds aangedrongen op een
langzamer economische groei. Is de
huidige teruggang niet een mooie
aanleiding om daarmee te beginnen?
Ik heb laatst tot mijn verbazing
nog eens gezien dat ik al in de
jaren vijftig in een artikel in Wen
ding heb gewaarschuwd tegen de
enorme welvaartsgroei.
Een economische teruggang heeft
iets willekeurigs. Als we praten
over een nieuwe opzet van de eco
nomie opdat er perspectief komt
voor de derde wereld, dan bedoelen
we niet iets toevalligs, maar een
planmatige politiek. Als er dan las
ten te verdelen zijn. dan niet op de
schouders van de 200.000 mensen
die nu werkloos zijn.
Nieuw soort werk
Ik ben er voor dat we het denken
over arbeid in onze samenleving
veranderen. Arbeid aan het herstel
van de menselijke betrekkingen,
aan de opheffing van de vereenza
ming. moeten we ook arbeid gaan
noemen. Dat is een nieuw arbeids-
Hartstocht
U bent nogal te spreken over de
politiek van het kabinet Den Uyl.
Ik herken bij dit kabinet de be
kommernis voor 'de arme sodemie
ters'. Ik kijk met belangstelling uit
naar de nota van minister Boersma
over de inkomenspolitiek. In wat
staatssecretaris Meyer doet, zei ik
dat de noodzaak herkend wordt van
volwassenvorming. Er is een grote
behoefte om grote groepen mensen
te bevrijden van hun angst. De
kerk loopt tegenover dit soort poli
tiek op. twee benen. Je zit met het
hachelijke probleem van het CDA.
Ik kan daar geen lid zijn. Hoe je de
politiek met Christus kunt verbin
den zie ik niet in. In de politiek
moet je compromissen sluiten. Ik
voel meer voor een christelijke po
litiek in afgeleide zin. Zo'n CDA is
een geweldige ballast voor de kerk.
die maakt het -evangelie tot iets
compromis-achtigs. Als er behoefte
is aan een middenpartij, dan zeg ik
o.k. Ik aanvaard dat er tussen
PvdA en de telegraafpartij iej-r
moet zijn. Maar het evangelie heer
niets met .het politieke midden
maken. Sommige stukken uit hje
evangelie zijn juist erg radicaal.
I
Ik proef bij een aantal mensen
onze regering een zekere hartstocl
tot vernieuwing. Om bij de gewor(
mensen te zijn. Die hartstocht dejt
ik. Bij het CDA mis ik die hart
tocht voor de gerechtigheid. Ni
bij een aantal mensen in de ant
revolutionaire partij. Ik sta dicl
bij zo iemand als Boersma of Alb
da. Maar ik krijg de koude krieb
bij het optreden van een man a
Schakel. En ik voel me verwaï1
met Aantjes. En dan vind ik h
niet zo erg dat we in twee partijec
zitten. Als we maar in een regerir
zitten, zoals prof. Verkuyl steei
De heer De Lange heeft ee
curieus spraakgebruik, als hij h
over de derde wereld heeft. H
spreekt dan bij voorkeur over 'wa
me' landen, in plaats van arme.
Voorwaarden
U hoorde in het verleden tot dege
nen, die pleitten voor ontwikke
lingssamenwerking zonder voor
waarde. Minister Pronk heeft nu
gepleit voor een nieuwe soort voor
waarden.
Vooral de kerk heeft boodschap aan
de allerarmsten van de armen. Als
een land dus hulp geeft, mag je
aan de regering vragen vooral die
categorie te steunen. Daarom is het
verheugend dat Pronk tegenwoordig
toenemende belangstelling toont
voor particuliere organisaties (veel
al kerkelijke, a.s.) Daarmee kun je
buiten een regime om de armen
steunen.
Maar dat nieuwe model, waarbij je
weer voorwaarden aan de hulp ver
bindt, dat is wel volstrekt tweezij
dig. Het betekent dat de hulpont
vangers ook kritiek mogen hebben
op onze samenleving.ïDaar moesten
de kerken eens opwat grotere
schaal vorm aan geven.
Ik vind politieke voorwaarden bij
de hulp moeilijk: Ik denk meer aan
voorwaarden zoals de vraag: bent u
bereid uw toenemende welvaart te
delen, bent u bereid goed onderwijs
te geven aan de minderheidsgroe
pen, wat voor buitenlandse politiek
voert U, hoeveel geeft u uit voor
defensie?
EEN LAATSTE DAG n
u
Oudejaarsdag is niet de laatste da;v
maar een laatste dag, nl. die vi u
een jaar. Ergens vastliggend in iD]
loop van zon en maan en aarde, «ei
ergens ook een beetje willekeurig
een laatste dag. Toch komt ni h,
mand er helemaal, onderuit om te
even bij stil te staan. Deze laats n
dag doet hem denken- aan de laa^i
ste dag. 't Is nauwelijks te merkö
maar 't is er toch. De twaalf slagf
komen altijd nog eerder dan r
denkt en dat vinden een helebc
mensen nog maar plezierig oo
Wat moet je met zo'n dag en zo 2
avond? De kerken staan ope
maar trekken vooral in de stedir»
aanmerkelijk minder dan m
kerst. Kerstfeest heeft de stil A
concurrentie gewonnen. Waaro >t
zou je ook, zegt iemand mij. BW
dan is er toch zoiets als je verledi t
dat meespeelt. Dé'herinnering aall
de donkere avond waarin je met ;i
ouders en verdere familie naar
kerk trok. De dominee had het ovjto
de mens die naar zijn eeuwig hi»e
gaat en je dacht: als dat dan maiii
in gezelligheid niet onderdoet votu
wat wij vanavond hopen mee u
maken. Vader haalt grote plateiya
boeken voor de dag, er wordt <G
het orgel gespeeld, er is chocoladjvr
melk en een extra traktatie. Teg< la
twaalven komt er een geur v«e
warme wijn de kamer binnen. Ma
eerst moet psalm 90 nog gelezen u
moet vader met heel andere wooiaa
den dan dagelijks aan tafel biddem
En het zal wel gaan over die ;e
die. die dit jaar verdriet geha_
hebben. Je weet het van te vore
en toch heb je even moeite. En dam
de klok die twaalf slagen slaap
bijna synchroon met het amen vi u
het gebed, de knallen buiten en
boten in de haven. Vader en morfJ
der kussen elkaar en het is ee e
heel gestrompel om de tafel. J a
daar kom, je toch nooit helemai e
van los. En dat hoeft ook nerger a
voor. tc
NED. HERV. KERK
Beroepen te Veenendaal: dr. C.
Tukker te Kamerik; te Voorthuf^
zen: L. Romein, kand. te Vlaardinf
gen; te Nieuweroord: (toez.)
Heikoop te Herwijnen; te Hilverü
sum: A. van Santen, pred. mepj
bepaalde opdracht (geest. ver|B
vrijz. herv.) te Middelburg;
Tjerkgaast: E. Stegenga te Middel;
stum; te Lexmond: T. J. Kamer]
beek te Waarder.
Bedankt voor Doorn: J. M. D.
Berg .te IJmuideh-W; voor Maarsj
sen: K. A. Abelsma te Wateringen}
voor Kenia (zendingspred.)
Beens te Wekerom.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen te tfeerlandia (Alta; Can
ref. church)K. J. Kapteyn te Spa)
kenburg-Noord.
Bedankt voor Terneuzen: D. Noon
te Buitenpost.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Poortugaal: R. Boo
gaard te Leiden; te 's-Gravenpoldel
en te Zeist: J. van Haaren tf
Amersfoort.
Mededeling
We hebben besloten thans een pun
te zetten achter de discussie ovet
en rondom dr. H. Wierslnga en het
'beroep op kerkleden'. Natuurlij!
kunnen te zijner tijd, wanneet
nieuwe (synodale) debatten daartoj
aanleiding geven, weer brieven ovel
deze zaak gestuurd worden. In ver]
band met vragen daarna geven we
nog eens het adres van het 'beroet
op kerkleden': postbus 7455, Am-;
sterdam-1009. Voorts heeft he^
groot aantal inzendingen voor deze
rubriek het onmogelijk gemaakt
nog dit jaar de brieven over Ere zij
God en Stille Nacht te publiceren:
we hebben nu de beslissingen ge-I
nomen deze inzendingen niet meef
te plaatsen: ze worden rechtstreek^
aan de betrokkenen ter inzage ge-i
geven. Secr. hoofdred. Tr.-Kw.
PPR modern
confessionalisme
Na een radiorede van premier
Schermerhorn over de wederop
bouw van ons land, besloot Harry
te kiezen voor een loopbaan bij het
Centraal Planbureau. Hij was er
jarenlang directiesecretaris onder
prof. Tinbergen. In 1964 werd hij
directeur van het universitair insti
tuut vormingswerk bedrijfsleven in
Utrecht, de voorloper van het insti
tuut in Rotterdam waar hij nu nog
werkt.
Dr. H. M. de Lange niet zonder
passie lid van van de partij van de
arbeid. Een keer heeft hij op het
punt gestaan te bedanken wegens
de koloniale politiek na de oorlog.
'Sindsdien heb ik geen enkele keer
meer een aanvechting gevoeld. Ook
niet om lid te worden van de PPR.
Er zitten een paar goede mensen in
die partij, bijvoorbeeld Eric Jurgens
mijn familie zijn nog bij het on
derwijs.'
Op een zaterdagochtend, we werk
ten toen nog op zaterdag op het
Planbureau, vroeg Tinbergen of ik
in plaats van hem een lezing wilde
houden in het Leidse volkshuis. Het
moest gaan over 'de wederopbouw
van Nederland. Tinbergen had als
student in het volkshuis gewerkt.
Dé mensen zouden hem nu weer
terugzien als de beberoemde profes
sor. Toen kwam ik. Dat was een
enorme teleurstelling voor die
mensen.. Maar ze bleven beleefd. Ik
heb toen erg mijn best gedaan. Het
Nederland loopt voorop in de zorg voor de 'warme' landen en
de kerken in ons land hebben er flink aan bijgedragen dat hef zo
ver is gekomen. Dat dit zo is hebben we voor een niet onbelangrijk
deel te danken (sommigen zullen zeggen 'te wijten') aan de eco
noom dr. Harry M. de Lange (55 jaar). Synodepraeses,
bisschoppen en kardinalen mogen komen en gaan, maar Harry de
Lange blijft weliswaar niet eeuwig, maar dan toch wel al de laat
ste twintig jaar bestaan als secretaris van de commissie (thans:
sectie) sociale vragen van de (oecumenische) raad van kerken.
Het is een snel sprekend, opgewekt iemand. In het dagelijks leven
is hij directeur van het Instituut voor Normen en Waarden in
Rotterdam. Hij is in het begin van zijn bestaan tegen de hervorm
de theoloog prof. dr. W. Banning en de econoom prof. dr. J. Tin
bergen opgelopen. Sindsdien beoefent hij met grote opgewektheid
en op slepende wijze de economische ethiek.
'Banning hoorde ik voor de oorlog
preken over de tekst 'Zeg de kinde
ren Israëls dat zij voorttrekken.' Dat
maakte zo'n geweldige indruk op
me, dat ik alles van die man wilde
lezen. Na de oorlog werd dr. De
Lange medewerker van prof. Tin
bergen op het Centraal Planbureau.
'Tinbergen wist alles van werkgele-
genheid. Onze eerste industrialisa
tieplannen verwekten hoongelach
en weerzin bij de industriële leiders.
Ze waren bang voor planning. La
ter is gebleken dat wij volledig
gelijk gehad hebben. De maatrege
len die nu genomen worden ter
bestrijding van de huidige econo
mische terugval hebben wij na de
oorlog bij het Centraal Planbureau
voor het eerst getoetst.'
Dr. De Lange is remonstrants. Hij
is jarenlang lid van de kerkeraad
in Den Haag geweest. Maar hij
komt niet uit een kerkelijk gezin.
Hij werd lid van de remonstrantse
broederschap omdat een meisje uit
de HBS-klas bij die kerk ging. La
ter traden zijn ouders ook tot deze
kerk toe. Zijn vader was een 'libe
raal angehauchte' man. Voor de
oorlog, in de crisis door pech ach
tervolgd, had hij een klein fabriek
je opgericht. Net toen dat ging
lopen brak de oorlog uit. In de
oorlog kwam hij om als gevolg van
de behandeling in een concentra
tiekamp, waarin hij zat wegens
hulp aan Joden.
Nederlandse Unie
Voor de oorlog ging Harry naar de
Handelshogeschool in Rotterdam.
'In de jaren twintig en dertig voel
de ik een voortdurende bedreiging.
Hoe de mensen afgeknepen werden,
hoe hun toekomst werd weggeno
men'. Hij deed zijn candidaats op 9
mei 1940. Toen het bombardement
op Rotterdam kwam. was hij bij
zijn ouders in Amersfoort. In de
oorlog had ik nauwe relaties met de
Nederlandse Unie. Wij beleefden
daar iets heel anders dan je denkt
als je nu de redevoeringen van de
Quay nog eens leest. Wij bereidden
voor ons gevoel daar de wereld van
na de oorlog voor. De unie ervoeren
wij als een soort verzet tegen de
WA. Van de blunders aan de top
hadden wij geen weet.' De student
Harry de Lange weigerde in 1943 de
loyaliteitsverklaring te tekenen.
Het. gevolg was dat hij moest on
derduiken. Tijdens deze periode
ontmoette hij in Naaldwijk op
nieuw dr. W. Banning, die daar
toen predikant was. Rond om diens
pastorie gonsde het van activitei
ten. Steeds werd er gesproken over
de na-oorlogse periode.
'In de oorlog had ik contact met de
Perhimpunan Indonesia (Indonesi
sche vereniging). Dat waren Indo
nesische studenten die in onze
strijd tegen het nationaal socialis
me iets herkenden van hun verzet
tegen het koloniale systeem. Dat
waren dappere jongens in het ver
zet. Na de oorlog heb ik samen met
dominee Buskes. A. J. Koejemans
en Henriette Roland Holst op het
podium van de RAI mogen staan
om namens de Nederlandse jeugd
te protesteren tegen de politionele
acties.'
Dr. De Lange heeft het een en
ander aan oecumenisch werk ge
daan als lid van de remonstrantse
broederschap. De laatste jaren is
hij echter veel in de Haagse Kloos
terkerk te zien. 'De remonstrantse
broederschap heeft weinig toekomst
meer. We hadden ons twintig jaar
geleden bij de hervormde kerk
moeten aansluiten, als een soort
hersteld verband. Die hersteld ver-
banders hebben veel betekend voor
de hervormde kerk. Dat hadden wij
ook gekund. Maar nu hebben we de
grote mannen niet meer. De kerk
gaat financieel naar de bliksem. Ik
heb er veel vriendschap en grote
openheid gevonden. Maar ér is ook
veel conservatisme, net als in de
andere kerken. De tijd van de re
monstrantse broederschap is voor
bij.
De drie reformatorische kerken in
ons land die lid zijn van de wereld
bond van reformatorische kerken,
de hervormde, de gereformeerde en
remonstrantse, zouden meer naar
elkaar moeten toegroeien. Maar we
hebben over en weer nog teveel
vooroordelen. De gereformeerden
komen bij ons over als ruziemakers.
Dat je iemands nieren zowat moet
proeven om te weten of hij~ wel
goed in de leer is, dat kunnen wij
niet begrijpen. Maar er is bij de
gereformeerden van alles aan de
gang. In het laatste nummer van
het Gereformeerd Theologisch Tijd
schrift gfeeft onze Heering kritiek
op de gereformeerde Kuitert, omdat
deze tever gaat.
Volksonderwijzer
en Dolf Coppes, maar ik vind het
modern confessionalisme. Het is-
geen politieke partij. Ik vind de
PPR utopistisch in de slechte zin
van het woord. Bij de PvdA is er
eerst een wetenschappelijk naden
ken. Bij de PPR gaat het niet zo
degelijk toe.'
Broederschap
Ik ben vrij somber over de toe
komst. Maar ik ben optimistisch
over de mens, over zijn verander
baarheid en over de veranderbaar
heid van onze samenleving. Ik voel
me eigenlijk een volksonderwijzer,
een volkspedagoog. Dat is op merk
waardige wijze een familietraditie.
Mijn grootmoeder was en veel van