Flavius Josephus, de kinderbijbel van onze vaderen Van ene oma naar andere Vandaag Rome eist geen ontslag gehuwde priesterdocenten Conferentie Dr. Terlaak Poot (64) overleden Trouw K wart et Indonesië laat mr. Yap vrij TROUW /KWARTET VRIJDAG 27 DECEMBER 1974 KERK/BINNENLAND UTRECHT De Romeinse co gatie voor de katholieke opv< heeft geen spoedontslag geëis de ongeveer twintig gehuwde ters, die doceren aan de katli theologische hogescholen van sterdam. Utrecht en Tilburg e de theologische faculteit va universiteit van Nijmegen. Dit heeft de delegatie van personen, die begin decemb Rome besprekingen heeft g( met deze Romeinse congr meegedeeld op de halfjaa vergadering van de Neder bisschoppen met vertegenw gers van de priesters-religieuz Men beseft in Rome, dat de k van de gehuwde priesterdo< j niet met een soort algemene 1 regel van bestuur kan worden geld. De congregatie heeft v de Nederlandse delegatie oog: de hier gegroeide situatie. In Rome is niet gesproken docenten, die gaan trouwen.1 over prof. dr. H. van Luijk, I oktober getrouwd is en wien^ slagprocedure is begonnen, zo de Romeinse gesprekspartnersJ gerept zijn. r i r Zendingsstudiedag, speciaal fs< aan Zuid-Amerika. Zaterdag k cember van half tien tot ha n in De Nijenhove, Burgen) Praamsmalaan 18, Bolsward. e medewerking van ds. P. Gilhi t; Cascavel, ds. W. H. van Halsei r Sao Paulo en dr. L. Schuurm s Buenos Aires. door L. P. M. Scholten ONBESTEMDE DAGEN De dagen na kerstfeest hebber onbestemds. Ze vormen een interim tussen de kerstdagen t jaarswisseling. Ze hebben zelf nig betekenis, zodat zelfs de zo na kerst als zondag een beetj de toon valt. We laten ons na lijk niet zo gemakkelijk een dag afnemen, maar 't blijft we vraag. Dat onbestemde van dagen hangt ook samen me vraag die na kerst op ons af k wat nu? We hebben het eei ander gezongen of op verht toon gezegd, we hebben ons schien laten vertederen of zijn aktief geworden op het fron bestrijding van de eenzaamhei hebben verre verwanten opge om tot de ontdekking te komei ook anderen dit plan hadden vat zodat 't bij tante Mies tocl een hele toestand werd, maar nu? Is de boodschap van het k feest houdbaar? Of is ze even I als de kerstkransjes, even gam gebrand als de kaarsen en snel aan uitval onderhevig al n iet-geprepareerde kerstboom, je er wat mee? Slaat het ergei behalve op de doorgaande wi lijkheid van liefde onder de i sen? Slaat het ergens konkreel Ook ten aanzien van die i hebben deze dagen iets onbesti Ze bieden ons weinig te vieren! eerder iets om op te ruimen, q het precies in dat laatste en ten we dan maar even doorb met dat opruimen en tegelijk overbodige standpunten en j houdbare (tegenover dit ontij nende kind onhoudbare) steil! maar wegdoen? Dan vinden zei schien toch nog een goede bes ming. NED. HERV. KERK Beroepen te Zwijndrecht: S Verploeg te Oudshoorn; te Bn se: E. Kempenaar te Werkends Aangenomen naar Utrecht: C. kers te Vriezenveen. Bedankt voor Wezep (toez.) Breure te Westbroek. Afscheid op 29 dec. van Maar dr. W. Dorresteijn wegens b< ming tot leraar aan de chr. M" Utrecht; van Lemelerveld: G. wegens benoeming tot leraar chr. lyceum te Leiden; van 1 karspel: K. A. Reehorst, be Wageningen; van Middelbur) vj3. Veer, ber. te Ridderkerk; Wezep: P. Koeman, ber. te van Amsterdam: C. B. Posth Meijjes, ber. té Gouda. Intrede te Goudriaan: D. van len, kand. uit Utrecht; te Boer: kand. G. Keizer uit Wijc GEREF. KERKEN Eeritaat met ingang van 1 jai A. van den Hoorn te West (blijft daar hulpdiensten vei ten). CHR. GEREF. KERKEN Bedankt voor Zwaagwesteind van Amstel te Enschede-W. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Hilversum: N Schreuder te Goes. Bedankt voor Gorinchem: J. Haaren te Amersfoort. ALG. DOOPSG. SOC. Afscheidsreceptie te St. Anna chie van mevr. G. van Zettei door de streekgemeente Fries West (oudejaarsdag neemt Van Zetten te St. Anna Parocl te Oude Bildtzijl afscheid). Emeritaat met ingang van 1 Tli. v.d. Veer te Arnhem. BAPT. GEMEENTEN Afscheid van Staveren: E. J.: zing ber. te Hartogen. VRIJE EV. GEMEENTEN Bedankt voor Utrecht-N.: J. tanus te Winschoten (verb, be Flavius Josephus was vroeger geen onbekende. In de achttiende eeuw nam lijn verzameld werk in talloze gezinnen een ereplaats in, naast de Statenbijbel, Vader Brakel en Vader Cats. Zij vonden daarin een beschrijving van de geschiedenis van Israël, vanaf de schepping tot en met de opstand tegen de Romeinen en de verwoesting van Jeruzalem. Je krijgt de indruk, dat Josephus in die tijd zo'n beetje de functie ver vulde van de kinderbijbel nu: hij vertelt de bijbelse geschiedenis in een aaneengeschakeld verhaal. Met behulp van overleveringen en der gelijke weet hij nog meer te vertel len. dan er in de bijbel staat. Daar bij levert hij een schat aan archeo logische kennis in een tijd, dat er vrijwel nog geen opgravingen wa ren. In de negentiende eeuw werd de belangstelling minder. De laatste complete uitgave was die van W. A. Terwogt in 1873. Daarna was Jo sephus alleen nog antiquarisch te krijgen, maar nu heeft de Utrechtse uitgeverij De Banier voor een zeer fraaie facsimile-uitgave gezorgd van de uitgave van 1722. Leven Wie was Josephus? Bij zijn verza melde werken is ook een autobio grafie. Daarin lezen we, dat hij geboren is in het 37 na Chris tus. uit een voornaam priesterge slacht Van moederskant was hij nog familie van de Makkabeeën. Hij kreeg een degelijke rabbijns e op voeding, zozeer dat toen ik nog maar veertien jaar oud was, de priesters en de voornaamsten van Jeruzalem mij de eer deden van mij mijn gevoelen wegens de zin en mening onzer wetten af te vra gen." Op zijn 26e jaar maakte hij een reis naar Rome, waar een Joodse toneelspeler hem introdu ceerde bij de vrouw van keizer Ne ro, Poppaea. Terug in Palestina merkte hij, dat een opstand broeide. Josephus doet het voorkomen, dat hij en andere Joodse aristocraten alles deden wat zij konden om hun volksgenoten 'van die uitzinnigheid te genezen' en dat hij tegen zijn zin in de opstand meegesleept werd. Hij werd commandant in Gallilea. Daar nam Vespasianus hem gevangen. Door hem het keizerschap te voorspellen, redde Josephus zijn leven. Vespasi anus voerde hem mee naar Rome en liet hem enkele jaren later vrij. Uit dankbaarheid nam hij diens door A. J. Klei Toen ik de dag voor kerst vernam van het overlijden van dr. L. D. Terlaak Poot, schoot me direct het verhaal te binnen over een Haagse hervormde ouderling die van zijn dominee zei: 'Terlaak Poot brengt de gereformeerde waarheid, verpakt in het zilverpapier van de liturgie'. Dat was in het vooroorlogse Den Haag. toen dr. Terlaak Poot daar de man was van de liturgische dien sten in de Dulnzichtkerk. Niet ie dereen was volstrekt gerust op der gelijke activiteiten van een confes sioneel predikant en vandaar de geruststellende opmerking over ver pakking. Dr. Terlaak Poot zelf heeft me dit verhaal eens gedaan en zowel het voorval zelf als het feit dat hij het doorvertelde, was typerend voor hem. Hij is 84 jaar geworden en hij heeft tot het laatst van zijn leven graag en goed verteld: de lezers van het confessionele Hervormd Weekblad hebben dit regelmatig mogen meemaken. Ik ervoer zijn bijdragen altijd als een soort van schriftelijke conversatiekunst: ont spannen en fris, met een pastorale ondertoon die zich nimmer aan je opdrong. Hij kon zo schrijven en vertellen omdat alle verharding van stand punten, waar wij tegenwoordig zo De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Per» Directie: Ing. O. Postma. F. Diemer. Hoofdredactie J. Tammlnga. Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers; N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69 73 60768). Gem.glro X 500. familienaam. Flavius aan. Daarna schreef hij zijn twee grote werken, de Joodse Oorlog in zeven delen en de Joodse Oudheden in twintig de len, beide met de bedoeling bij zijn niet-Joodse lezers (na de geweldige katastrofe van het jaar 70!) weer sympathie te winnen voor het jo dendom. Ijdeltuit Het is niet zo vreemd, dat hij door de Joden zelf als verrader is be schouwd en doodgezwegen. Voor eerst is Josephus niet vrij van ij delheid. Verder plaatst hij zich in zijn ijver om zijn boodschap ingang te doen vinden, in de politieke verhoudingen zonder enige scrupu les steeds op het standpunt van de Romeinse keizers. De leiders van het Joodse verzet zijn niet meer dan rovers en bedriegers. Ook schroomt Josephus niet, de Joodse godsdienst aan te passen aan de opvattingen van zijn lezers. Zo slaat hij aan het ontmythologi seren. Meermalen komt men op merkingen tegen zoals deze, na zijn beschrijving van het wonder van de doortocht door de Roze Zee: 'Dit alles heb ik verhaald zoals ik het in de heilige boeken gevonden heb. Niettemin laat ik het in ieders vrij heid om daarvan te oordelen, zoals het hem goeddunkt.' Wonderen, die hij kén overslaan, slaat hij dikwijls over, zoals dat van de koperen slang in Numeri 21. Af en. toe smokkelt hij zelfs dingen in de wet van Mozes, die zonder meer kwalijke staaltjes van verval sing zijn, zoals in IV, 8 het volgen de gebod, dat haaks staat op de geest van de Thora: 'Men zal niet kwalijk spreken van de goden, welke andere volken eren; men zal hun tempelen niet beroven; en men zal niets van hetgeen aan enige godheid geofferd is, wegne men.' Geitelever Anderzijds kan zijn fantasie soms vreemd op hol slaan, zoals in het AMSTERDAM Samen met elf andere gevangenen, die in januari van dit jaar waren opgepakt en gevangen gezet naar aanleiding van de studentenongeregeldheden ron dom het bezoek van de Japanse premier Tanaka, is de bekende In donesische jurist mr. Yap Thiam Hien door de Indonesische autori teiten vrijgelaten. Zij allen werden zonder proces vastgehouden. Mr. Yap Thiam Hien is contactman van de Indonesische raad van ker ken met de interkerkelijke hulp aan kerken en vluchtelingen in Ge- nève. Hij was tevens secretaris van de vereniging van de rechten voor de mens in Indonesië en verwierf grote bekendheid als verdediger van dr. Soebandrio. de minister van buitenlandse zaken uit het laatste Indonesische kabinet voor de om wenteling in 1965. erg aan lijden, hem vreemd was. Als Haags dominee beijverde hij zich voor een goede liturgie en dat betekende meer dan een stichtelij ke hobby, maar tegelijk kon hij er plezier in hebben wanneer iemand de liturgie omschreef als pakpapier dat je aan de kant kon gooien om een gereformeerde preek over te houden. De loopbaan van dr. Terlaak Poot laat ook zien dat hij niet star was of zich op één zaak of op één kant van de zaak vastpinde. Behalve Haags predikant, wat toch zeker in liturgische contreien een zekere sjiek meebracht, kon hij volop do minee zijn van de oostelijke Eilan den in Amsterdam. En de jaren vóór zijn, naar zijn eigen zin te vroeg, emeritaat was hij algemeen scheepvaartpredikant en Amster damse havenarbeider. Het 'soort' dominees a la Terlaak Poot sterft uit, is misschien al uit gestorven. Overal in de kerk kom je keffende polemisten tegen, maar Terlaak Poot kon confessionelen (en anderen) bij de hand nemen en afleidend zeggen: kijk eens, wat voor aardige dingen ik beleefd heb. verhaal van Davids ontsnapping aan de soldaten van Saul door de list van zijn vrouw. Josephus wordt misleid door een vertaalfout van de Septuaginta (de vertaling van het oude testament in het Grieks), die in 1 Samuel 19 vers 13 en 16 'geitelever' vertaalt in plaats van 'geitevel.' Josephus schrijft dan: 'Nadat zij aldus gesproken had, maakte zij een touw aan het ven ster vast, en liet hem neder. Ver volgens schikte zij zijn bed gelijk als voor een zieke en legde de lever van een vers geslachte geit onder het dek. Des morgens vroeg zond Saul enigen om David gevangen te nemen. Doch Michal zeide tot hen, dat hij de ganse nacht ziek was geweest. Toen zij de gordijnen van het bed opschoven deed de lever, die nog warm was en zich bewoog het bed ook bewegen, waardoor zij niet twijfelden, of David lag in het bed en was ziek.' Dat alles neemt niet weg, dat Jo sephus waardevol blijft, vooral als de nog altijd onovertroffen bron van kennis van zijn eigen tijd en direct daarvoor: van 135 voor Christus tot 73 na Christus. Jose phus is een voortrefelijk journalist, die ook mensen van nu weet te boeien. De hele bonte mengeling van soldaten, profeten, wonderdoe ners, boeren en buitenlui, intrige rende priesters en rechtschapen stillen in den lande, Duitsers, ne gers die toen allemaal in Palestina rondliepen, worden levend voor ons. De kindermoordenaar van Beth lehem leert men pas goed uit Josephus' werk kennen als grillig (en kennelijk geestelijk gestoord) despoot, ook al trekt men er een zeker percentage overdrijving af. En dan is hij de enige ooggetuige, die ons een uitvoerig verslag doet van de ondergang van Jeruzalem. Johannes door Ton van der Hammen Jakarta is een verzameling van honderden kampongs. Daar wo nen de miljoenen. Ze omsluiten het pralende hart: de monu mentale city van de toekomst, die zich langzaam maar zeker een weg baant door de primitie ve krottenwoestijn. Zo'n kam pong, Kramat-Kwitang, kwam ik in met dames van de alge mene stichting voor sociaal werk in Jakarta, die daar een aantal verpauperde bejaarden gingen bezoeken. Ik hoorde, dat daar ruim 20.000 mensen moeten wonen, opgepropt op nog geen vier kilometer in het vierkant. Ik hoorde ook, dat er op strategische punten toiletten zullen komen, zodat de belendende kali dan niet meer voor 'alles' hoeft te worden gebruikt. Dan zijn er plan nen voor een wijkpolikliniek, initi atief van het ook met hulp uit Nederland gesteunde bejaardenhuis Karya Kasi, dat vlakbij ligt en zó wil beginnen. De vergunning daar voor lijkt nu in zicht. Feit en geen plan was nu in elk geval de hulp, die ongeveer vijftig baj aarden gingen ontvangen. Sinds het begin van dit jaar krijgen deze oma's extra rijst, kleding en staan ze onder medische controle. Een proefproject, dat misschien later door meer hulp gevolgd kan wor den. Het ging nu om feestgaven in verband met lebaran (islamitisch nieuwjaar). Een gebeurtenis, die ook een Indonesische collega-jour nalist naar Kwitang had gevoerd om erover in zijn krant (Kompas) te rapporteren. Mét foto, waarop naar zijn oordeel ik als belanda niet mocht ontbreken. U vindt hem bijgaand afgedrukt. Kwitang: smalle hoofdstraat met winkeltjes en overwegend ordente lijke woningen, soms op betonnen verhogingen tegen wateroverlast. Maar verder lopend moest het ge zelschap zich door al tengerder steegjes wringen, op het laatst zó smal dat het nog amper gangetjes waren. Onze delegatie, inmiddels gevolgd door een menigte kinderen, de kleintjes naakt, hield stil: het eerste adres. Enkele uitverkorenen, ik ook, gingen binnen. Een houten, donker schuurtje, waarin ruim twintig mensen vier gezinnen bleken te wonen. Wandjes van een soort rietmatten, beplakt met krantepapier tegen tocht, bepaal den ieders domein. Huisraad: een enkele stoel, een tafel, één bed, want bijna allen slapen op matjes. Alles uitgebeten, want in de regen tijd staat de zaak dagenlang kuit- hoog onder water. Uit het verste hoekje kwam oma tevoorschijn, helder, keurig gekapt. Ze kreeg een nieuwe sarong en kebaja, rijst en wat geld. Oprechte vreugde van haar kant die ze uitte met veel handdrukken en armk- kneepjes ook bij mij. die net bij- Oma werd op een stoel gezet en moest meteen passen. kwam van een pijnlijk hoofdelijk contact bij het binnenkomen. Zo ging de tocht door, van het ene oma'tje naar het andere. Hier een bejaarde vrouw die pas haar enige zoon verloor en alleen bleef, zonder geld. Daar een grijze dame want waardig zijn Indonesische vrouwen van nature allemaal die haar schrale kost nog trachtte te verdie nen door in haar summier winkel tje wat vruchten aan te bieden. En zo vervolgens. Overal die oprechte verrassing en dankbaarheid. M'n Indonesische collega schreef in zijn krant: 'Dames-vrijwilligsters van de sociale stichting Jakarta, in haar ongeduld om toch maar meer sociaal zwakkeren te helpen, brach ten een lichtstraal bij bejaarden in Kwitang.' Zo was het. Een lichtpuntje hoop. Josephus noemt Johannes de Do per. Hij oordeelt gunstig over hem ('een zeer godvruchtig man') en merkt op. dat toen Herodes kort na de moord op de Doper een zware nederlaag leed, de Joden dit toe schreven aan 'Gods rechtvaardig oordeel' vanwege de moord. Ook schrijft hij positief over Jacobus de broeder des Heren. In het jaar 62 ontbood de nieuwe hogepriester Ananus 'Jacobus, de broeder van Jezus, die genaamd werd Christus, nevens enige anderen voor de raad. Hij beschuldigde hen, dat zij de wet overtreden hadden en deed hen stenigen. Dit mishaagde al de in woners van Jeruzalem, die enigs zins godvruchtig waren en de on derhouding der wetten behartig den.' Een andere passage waarin hij over Christus schrijft, is zeer omstreden. De vraag of die helemaal een latere christelijke) invoeging Is, dan wel of er oorsprongelijk een soberder stuk stond, is niet opgelost. Het zou goed in Josephus' lijn hebben gele gen. wanneer hij. die Christus en de christenen gekend heeft (zie bo ven), diplomatiek over hen heeft gezwegen. Ook zwijgt de man. die de oudtestamentische eindtijd-visie zo handig op Vespasianus had ge projecteerd, tactisch helemaal over de Joodse messias-verwachting. Men verzuime niet, tevens kennis te nemen van zijn kleinere boek Tegen Apion. De kwalijke antise miet Apion bestreed op gezag van Egyptische bronnen Josephus met praatjes als zou Mozes een melaatse Egyptische priester zijn geweest, De titelplaat van de heruitgave die om zijn ziekte met andere me laatsen uit Egypte de woestijn was ingejaagd, en andere laster: dat de Joden in hun tempel een gouden ezelskop aanbaden en jaarlijks een Griek mestten om te offeren. Er is niets nieuws onder de zon. Qat blijkt ook uit het Verhaal van het gezantschap der Joden van Alexan- drië aan keizer Caligula, geschreven door Philo, naar aanleiding van een pogrom in Egypte in het jaar 38. Het is allemaal te vinden in dit verzamelwerk, dat eindigt met een werk van Ilegesippus, een christen- schrijver uit de tweede eeuw, die Josephus christelijk navertelt. Be duidend minder van kwaliteit had dit gevoeglijk gemist kunnen wor den. Jansenist Tenslotte nog iets over de uitgave van 1722. Het is curieus, dat de degelijke reformatorische uitgeverij De Banier juist deze uitgave koos. De vertaler is de Franse rooms- katholiek Robert Arnauld d'Andilly, telg van de bekende Arnauld-fami- lie, wier naam zo nauw verbonden is geweest met het jansenisme en van Josephus stelt de val van Jeru met het klooster Port Royal. Na een lichtzinnig leven vestigde hij zich bij het klooster en hield hij zich verder bezig met het vertalen van heiligenlevens, de werken van de heilige Theresia en de Belijdenis van Augustinus. De man die Josephus vervolgens uit het Frans in het Nederlands ver taalde, was een quaker: Willem Se- wel, journalist (verbonden aan de -Nederduitse Amsterdamse Cou rant), schreef spraakkunsten en woordenboeken en kwam verder met lesgeven (o.a. aan Pieter Lan- gendijk) en vertalen aan de kost. De eerste druk van de vertaling van Sewel verscheen in 1704. De tweede en tevens laatste in 1722. In 1726 kwam namelijk bij Marten Schagen te Amsterdam een nieuwe vertaling uit van de werken van Josephus, ditmaal onmiddellijk uit het Grieks vertaald en door een onverdacht gereformeerd theoloog en graecist, professor Siwart Haver kamp uit Leiden. Diens oordeel over zijn voorgangers was niet mals. Van Arnauld schreef Haver kamp, dat hij 'vele regels somtijds naar zijn zinnelijkheid oversloeg, inzonderheid als hij daar niet wel alem voor. door zag te komen, en de zinnen naar zijn willekeurig oordeel boog. 'Hij verwijt hem ook 'onkunde der Joodse, Griekse en Romeinse oud heden.' En Sewel had de fouten van Arnauld alleen maar vermeer derd. We vermoeden dat de Banier vooral om de platen toch de uitgeve van 1722 zal hebben geprefereerd, want al noemt concurrent Marten Scha gen ze 'van slordige hand' ze zijn aanmerkelijk ingetogener dan in de uitgave van 1726. Het merendeel van de 227 prenten is van Jan Luyken. De meeste anderen zijn van leerlingen van Romeyn de Hooghe, onder wie Jan Lamsvelt. Om eerlijk te zijn, we hadden Jo sephus liever gezien in een geheel nieuwe vertaling, gebruik makend van het vele materiaal, dat nu be schikbaar is geworden en voorzien van een goede commentaar, dan zoals nu door de bril van een Fran se jansenist en een Amsterdamse quaker van drie eeuwen geleden. Maar desondanks hoeft niemand zich bekocht te voelen, die de ge vraagde 240 guldens neerlegt voor dit kapitale werk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2