FEIKE ASMA en de kerkse lezeres daardoor beklemmend Zakelijk, en dr. Kr. Strijd Nieuw boek van prof. Vandaag OOK DAT WAS AMSTERDAM TROUW/KWARTET ZATERDAG 14 DECEMBER 1974 KERK T2/J door A. J. Klei Het zal een jaar of vijftien geleden zijn dat we op de krant een briefje kregen van een juffrouw die ons meedeelde, dat als wij nog eens lelijk over Feike Asma schreven, zij uit de kerk zou stappen. Hoewel het verband tussen in deze krant geplaatste bespre kingen van Asma's orgelspel en het kerkelijk lid maatschap ons niet terstond duidelijk was, maakten we er meteen werk van: teneinde onze lezeres voor een misstap te behoeden werd ik ingehuurd om de lof van Feike Asma te verkondigen. Ik vatte mijn taak zeer ernstig op. Waar Feike Asma maar speelde (en waar deed hij dat niet?) daar zat ik gehoorzaam te luisteren en na af loop legde ik mijn bewondering neer in pakkende volzinnen. Aldus verhinderde ik onze abonnée de komende zondagochtend als een werelds meisje uit te blijven sla pen. Achteraf moet ik zeggen dat als het om Feike Asma gaat, mijn proza verbleekt bij dat van Marius Monnikendam. Want die schrijft in het album dat hoort bij de onlangs bij Philips uitgekomen doos met negen orgelplaten van Asma deze vlammende woorden: 'Plotseling scheen de ruimte als met een he melvuur doorkliefd' en daarmee be- doelt-ie dan dat Feike Asma de bekende toccata in d van Bach begon te spelen. Ik schreef in zo'n geval heel gewoontjes dat Asma een levendige vertolking ten beste gaf van enz. Anderzijds was ik, al verwerkte ik dan geen natuurverschijnselen in mijn recensies, vindingrijk genoeg om ook bij minder geslaagde avon den van Asma op opgewekte toon van het gebeuren verslag uit te brengen. Dan prees ik de kwalitei ten van het orgel dat Asma onder handen nam of ik loofde de samen stelling van het programma. Verder liet ik niet na op het groot aantal bezoekers te wijzen: dat zag je toch maar bij niemand anders! En zo leverde ik op mijn wijze een niet eenvoudige maar veel voldoe ning schenkende bijdrage in de strijd tegen de om zich heen grij pende ontkerkelijking. Beproevin gen zijn me daarbij niet bespaard gebleven. Ik kreeg vanwege mijn fleurige berichtgeving over Asma aanvallen te verduren van uiterst ernstige leden van de gereformeer de organistenvereniging. Eén van hen, vrijgemaakt van synodale en romantische banden, gaf te kennen dat mijn geschrijf over Asma's ver richtingen 'kerkverwoestend' was. Zoiets komt natuurlijk hard aan als je juist met een tegenovergesteld doel voor ogen aan de gang bent. Inmiddels zijn jaren verstreken. De tijden veranderen en Feike Asma alsmede de gereformeerde organis tenvereniging met hen. Asma is aanmerkelijk zuiniger geworden met het Scheepke en gereformeerde organisten mogen zomaar muziek uit de vorige eeuw spelen. Het is dan ook met grote onbevangenheid dat ik vandaag de grammofoonpla ten van Asma aankondig, die ik terloops al even ter sprake bracht: negen stuks in een doos waarop fier vermeld wordt dat Feike Asma achttien beroemde Nederlandse or gels bespeelt. Er hoort een uitgebreid album bij dat ons niet in het ongewisse laat omtrent het uiterlijk van de con certgever. Er zijn ook foto's van de achttien orgels plus nauwgezette bijzonderheden van bouw en dispo sitie. Deze gaan telkens vergezeld van een kort levensbericht van de componisten van wie op het orgel in kwestie werk ten gehore wordt gebracht. De informatie over de gespeelde composities is veel ge brekkiger, daar komt Marius Mon nikendam in zijn meeslepende in leiding (waaruit we al één vurig zinnetje heben laten proeven) nauwelijks aan toe. Maar daar staat dan weer tegenover dat hij ons al lerlei soorten organisten voorhoudt, die binnen de kortste keren als kneusjes door de mand vallen, om ons dan ademloos neer te zetten bij Feike Asma, 'een figuur op zich'. Achttien beroemde orgels.nou ja. Het orgel in de Utrechtse Buurkerk is niet beroemd, maar het is wel een fijn klinkend orgel van Witte uit de vorige eeuw, waarop Asma ongeremd Boëlmann (Suite gotique), Langlais (Acclamations) en Pierné (Cantilène) kan weggeven. We ko men trouwens nog een Witte-orgel tegen, nl. dat in de Oude Kerk van Delft en op dit instrument (even eens een voorbeeld van gedegen vakmanschap) speelt Asma een werk van Amerikaanse makelij Baroque suite van G. Young, die in zijn Parijse studiejaren aardige, maar toch zeer vergankelijke din gen heeft leren componeren. Uit Delft klinken verder Choral 2 van Hendrik Andriessen en Lento van Hendrik de Vries. Asma's voorkeur voor het werk van Andriessen (diens Fête Dieu krij gen we voorgeschoteld in de Grote Kerk van Haarlem) begrijp ik niet, 't is net Franck die niet op gang kan komen en dan maar alle regis ters opentrekt. Als het om Neder landse orgelmuziek gaat geef ik at voorkeur aan Bijster (Variaties op Ik wil mij gaan vertroosten; Grote Kerk, Zaltbommel), Zwart (Sombe re muziek over psalm 103 vers 8; Grote Kerk, Nijmegen) en De Wolf (Passacaglia, koraal en fuga over Wie maar de goede God laat zor gen: Grote Kerk, Gouda). En niet te vergeten Marius Monnikendam himself, van wie een alleszins fleu rige Toccata (O.L. Vrouwe, Maas tricht) bewijst dat-ie minstens zo virtuoos muziek als proza schrijft. We ontmoeten nog meer Nederlan ders en dan ook een echt beroemd, althans bekend orgel: het oudste bespeelbare in ons land, dat in Oosthuizen staat. Blijkens het ver haal dat de technische meneer Ri- ne Geveke achter in het album doet, sputterde Asma eerst tegen: 'Wat moet ik nou op dat kleine orgeltje spelen?', maar hij liet zich overhalen en zette dapper de ze- ventiende-eeuwers Sweelinck en Van Noordt op de lessenaar. Hij kreeg erkennelijk aardigheid in, want Van Noordt komen we ook nog tegen in Uithuizermeeden (ge liefd oord voor orgelminnaars) en in Zwolle (Grote Kerk). Sweelinck krijgt een tweede beurt in Amster dam (Oude Kerk). Rine Geveke deelt ons ook mee dat Feike Asma niet van de Franse keuken houdt Gesterkt door die wetenschap gaan we verder. Hoe plezierig het ook is dat Asma ons niet bombardeert met overbe kende werken uit zijn (uitgebreid) repertoire, de heren Gade en Kühnstedt zullen respectievelijk een brave Deen en een brave Duit ser geweest zijn, hun in Zierikzee (Grote Kerk) gespeelde muziek had wat ons betreft op de plank mogen blijven liggen. Gelukig zijn daar Reger- (twee grote koraalfantasieën, één in Breda's Grote Kerk en één op Asma's eigen fraaie orgel in Maassluis vertolkt), Liszt (te horen op het Nijmeegs orgel), Mendels sohn (in Zierikzee) en Franck (Grand pièce symohnique op het Cavaillé Coll-orgel in de Haarlemse concertzaal) om mijn geloof in de negentiende eeuw overeind te hou den. Asma's geringe lust in Frande hap jes doet geen afbreuk aan zijn zin voor Franse orgelmuziek en hij pakt (in Maastricht) zelfs het ver velende Alleluia van Dubois op. Couperin krijgen we ook, maar die leverde m.i. meer achtergrondmu ziek bij een rommelige misviering dan dat je er voor moet gaan zitten. Dan zijn me de Italiaanse sierlijkheden van Pescetti (Bols- ward) en Martini (Breda en Zalt bommel) heel wat liever. Opmerke lijk is de aandacht voor Bach's begaafde leerling Krebs^(we horen hem in Bolsward, Uithuizermeeden en Zwolle). Tenslotte is er veel Bach (o.m. in Alkmaar, Grote Kerk; Arnhem, Eusebius, en Am sterdam, Oude Kerk), door Asma stevig aangepakt, waar de fuga's wel eens onder kreunen maar wat de koraalvoorspelen zich laten wel gevallen. Zo heb ik wat rondgetuind in de negen platen en ik zal dat voor mezelf nog vaker doen, want ik houd nog steeds van Feike Asma's orgelspel. Niet dat ik alles op elke plaat even mooi of mooi gespeeld vind, maar de manier waarop Asma de zaken aanpakt, is altijd aanste kelijk en hij is ook de aangewezen man om iedere mogelijkheid van het orgel dat hij bespeelt, te etale ren. 'Zakelijk, en daardoor beklemmend' noemt profes sor Strijd het boek van P. E. Kraemer over de be weging voor mensenrechten in de VS, 'Het ontwa ken uit de Amerikaanse droom'. Het is voor Strijd typerend dat hij gevoelig is voor zakelijkheid en dat hij door zakelijkheid beklemd raakt en in beweging komt. Dezelfde kwalificatie zou ik willen gebruiken voor Strijds eigen nieuwe boek over geweldloze weerbaarheid: zakelijk, en daardoor beklemmend. door dr. Herman Wiersinga Prof. dr. Kr. Strjjd Gewoonlijk zijn wij gevoeliger voor spectaculaire verhalen, ook al zijn ze ónzakelijk. Er moeten vaak grote woorden gebruikt worden om ie mand vandaag nog te beklemmen. Maar Strijd gelooft niet aan nog weer grotere woorden om het kri tieke van onze situatie ingeprent te krijgen. Hij gaat zakelijk te werk en laat de feitelijkheden voor zich zelf spreken. Zijn boek heeft iets van een rekensom: wat zijn deze middelen waard? welk doel staat ons eigenlijk voor ogen? bedriegen we ons niet door steeds maar een wissel te trekken op een andere afloop, niet in de lijn van het gebruikte middel? Afkortingen Strijd wijst er allereerst op hoe we een en ander camoufleren met de taai. We spreken in afkortingen die de werkelijkheid op een afstand houden: ABM-wapens en ABC-wa pens. Met het zogenaamde machts evenwicht wordt feitelijk een machtsoverwicht bedoeld. We spre ken over 'onderontwikkelde' gebie den, maar het gaat om bewust on derontwikkeld gehouden wereldde len. De nuchtere zakelijkheid van Strijd richt zich niet alleen op het gewelddadig middel, maar evenzeer op het nieuwe verzetsmodel van geweldloze weerbaarheid. Vanwege het 'nieuwe' van dit model moet je volgens Strijd voorzichtig zijn in je oordeel: het betreft tot nu toe ex perimenten (Gandhi. King, Luthu- li) en geweldloze actie is nog nooit volledig toegepast. Maar Strijd heeft open oog voor de teleurstel lingen en mislukkingen van ge weldloze acties, al hoeft aan deze negatieve resultaten niet het laat ste woord te zijn.Het gaat hem om een werkelijke mogelijkheid in de feitelijke situatie en niet om enig 'idealisme'. Ook geweldlozen hou den hun geweten en handen niet 'schoon', maar de werkelijkheid verleidt Strijd om deze alternatieve methode te kiezen. Hij wil dat doen in de lijn van Jezus' bergrede, waarvan het anti-idealistische slot (over de man die zijn huis op een rots of op zand bouwt) moet opval len: ons wereldhuis staat of valt met het 'doen' van Jezus' richting gevend WJ£rv. Meten Maar natuurlijk, als geweldloze ac tie naar het resultaat beoordeeld wordt, moet men gewelddadige ac tie met dezelfde maat meten. Hier kan men volgens Strijd niet con creet genoeg zijn. Wat gebeurt er bij de bewapening, inclusief atoom koppen? Europa krijgt binnen de strategie van Amerika en Rusland de positie van gegijzelden. Op af stand gezien praat men de effecten van geweldgebruik (haat, opgeven van de ander, verruwing, vernieti ging, escalatie) gemakkelijk goed vanwege het vaak bereikte resul taat. Bovendien besmet het geweld de erbij betrokken mensen en tast het beoogde doel aan. Heel nuch ter: geweldgebruik is de tegenpartij zelfs welkom, hij is erop berekend en voorbereid! Deze negatieve werking geldt ook van het revolutionaire geweld, ook al staat dit in een volslagen andere context dan het oorlogsgeweld. Re volutionair geweld is reactie op het structurele geweld van een uitbui tingsmaatschappij eh bedoelt ge rechtigheid en levensmogelijkheid, geen beveiliging van alleenrecht. Maar geweld blijft geweld, en Strijd wijst op iemand als Che Guevara die de 'totale liquidatie' van de te genstander, enkel mogelijk achtte door een stelselmatige aanwakke ring van de haat. Vandaar Strijds verwijt aan de 'politieke theologen' van vandaag (dat wil zeggen aan hen die onverbloemd voor de on derdrukten kiezen) dat zij binnen de noodzakelijke sociale revolutie te gemakkelijk ruimte voor geweld dadigheid inbouwen. Ter rechtvaar diging van deze revolutionaire ge welddadigheid maken zij deze zo veel mogelijk los van de concrete situatie (Strijd noemt o.a. Molt- mann, Gollwitzer en Ter Schegget). Verheldering Strijd is ervan overtuigd en dit lijkt mij de bijzondere verheldering van zijn boek dat de keuze van de strijdmethode bepaald wordt door de doeleinden die ons voor ogen staan. Hij wijdt een hele pa ragraaf aan de vraag w&t wij ei genlijk verdedigen willen. Noemen we, zoals gebruikelijk, onze 'vrij heid', dan bedoelen we in onze neo-kapitalistische maatschappij noodzakelijk de vrijheid van onze belangen, onze westerse wereld, on ze klasse. Staat ons echter de ge rechtigheid van de bijbelse profe ten voor ogen. dan slaan blikrich ting en doelstelling radicaal óm. Dan beseffen we dat er én regio naal én op wereldschaal een klas senstrijd aan de gang is en dat het om niet minder gaat dan een uit roeien van het structurele geweld via een 'herverdeling van de macht'. Geweldloos verzet is in Strijds visie enkel bruikbaar als onderdeel van een radikale veran dering van de maatschappijstruc tuur, van de sociale revolutie. Met geweldloze actie kan men niet elk willekeurig doel bereiken. Het is enkel een weg voor wie bereid is ieder een gelijke plaats te gunnen. En het ligt voor de hand dat we voor het afstand-doen van eigen voorrechten terugschrikken. Werke lijke gerechtigheid en gelijkheid kosten meer dan ons lief is. De huidige welvaartsverhoudingen pleiten voor het voortzetten van structureel en incidenteel geweld, en verklaren de weerstand tegen de riskante methode van geweldloos heid. Geloof De keuze voor doel en middel is daarom (behalve zakelijk) een zaak van geloof. Strijd ontmaskert het geloof in geweld, het vertrouwen op de harde lijn, en pleit voor een vertrouwen dat niets met idealisme te maken heeft, maar met verant woord handelen. Verantwoord met het oog op de mensen nu en de .Vmsen in de toekomst. Het gaat om een geloof dat de werkelijkheid onder ogen wil zien en bereid is de verandering te realiseren. Voor Strijd is dat hetzelfde als zien met de ogen van Israëls profeten en van Jezus, de man van Nazaret. Zei deze niet dat de duivel nooit door Beëlzebul uitgedreven kan worden? In het gezelschap van Jezus en de profeten valt Strijd de keuze van doel en methode niet moeilijk. Al thans: de moeilijkheid is meer praktisch dan theoretisch. Zijn we tot eerste stappen bereid? Het boek eindigt met een joodse legende over Israëls doortocht door de Rode Zee. Toen Mozes met zijn stok op het water van deze zee sloeg, ging het niet vaneen. Maar toen de eer ste man in zee sprong toen gebeurde het. In de strategie van de geweldloze weerbaarheid moeten de 'opmaten' tot verandering niet onder-gewaardeerd worden: die be staan bijv. in het stellen van vra gen op een ouderavond van school, in de eerste stap van gedeeltelijke ontwapening, en in het publiekma- ken van 'ander nieuws' (de infor matie die niet in het systeem past) (154; 148 vv.). Zonder een helder doel, en de riskante keus daarvoor, zijn zulke eerste stappen niet te zetten. Allereerst verdient Strijd niet de goedkope reactie: allemaal idealis me! We zijn m.i. gewoon dom als we niet met enige verwachting naar hem luisterèn. Al eens eerder heeft hij 'van te voren' gesproken zonder dat men het hem in dank afnam. Ik denk aan zijn stem te gen de Indonesië-politiek èn tegen de koude-oorlog-mythe (die de Sowjet-Unie zou zijn begonnen) rond het jaar 1950. Strijds realisme is helaas pas achteraf duidelijk ge worden. Daarom heeft hij recht op een open oor. In de tweede plaats is het noodza kelijk dat wij ons niet van zijn twee 'harde' vragen afmaken: 1. wegen wij voldoende wat geweld feitelijk aanricht (zowel in de mili taire als in de revolutionaire situa tie)? 2. willen wij ons doel wijzigen van eigen 'vrijheid' in gerechtig- heid-voor-ieder, zonder de klassen strijd vortijdig te ontkennen. Ook aan prof. Strijd zou ik een vraag willen stellen. Het effect van geweldloosheid in de persoonlijke sfeer lijkt mij duidelijk. Maar hoe verloopt de weg van de bergrede op de grote schaal van de structuren? Verandering in deze schaalvergro ting loopt over veel en gecompli ceerde schakels. Je kunt beginnen met het niet willen 'plannen' van dodend geweld. Maar ook geweldlo ze strategie forceert en al doende zullen toch slachtoffers vallen, en soms nódig blijken. Strijd ontkent zulke vuile handen niet, maar ik heb toch behoefte aan een verhel dering van dit riskante proces. Ik zou er ook graag sociaal-psycholo gisch geschoolde polemologen over horen. Strijds vraag aan ons blijft overi gens het meest klemmend: nemen wij de tijd, brengen wij het geduld op en buiten wij onze fantasie uit. om de bedoelde verandering te be reiken zonder het vreemde vuur van geweld? Van het antwoord op deze vraag zal afhangen of 'zake lijk, en daarom beklemmend' wordt tot 'zakelijk, en daardoor bevrij dend'. Dr. Herman Wiersinga, gerefor meerd studentenpredikant te Am sterdam, bespreekt het boek van prof. dr. Kr. Strijd, hoogleraar van wege de hervormde kerk in de ethiek aan de theologische faculteit van de Universiteit van Amster dam: 'Geweldloze weerbaarheid. Uitvlucht? Uitweg? Uitdaging'. Uit gave Kok, Kampen, 172 pag., 14.90. Feike Asma onder de rook van zijn eigen orgel in de Grote Kerk te Maassluis, temidden van de kosters van de kerken, waar de opna men voor de negen orgelplaten gemaakt werden. Ieder laat de cassette met platen zien. HET VIERDE WOORD: DE DAG De dagen van de mens zijn in bijbel niet allemaal hetzelfde. I zijn vierdagen, dagen die gevlei moeten worden. Een van die dage is de sabbat. Daarover gaat hi vierde gebod. Letterlijk staat er z iets als: Gedenken de dag sabba door die te heiligen. Overigens dat werkwoord 'heiligen' niet hi enige dat met deze dag verbonde wordt. Het eerste is 'gedenken'. G denken is meer dan alleen ma: denken aan. Het precies dat woor( vieren, de daden van God viere d.w.z. die iets van blijdschap lak zijn zodat je leven ervan opveet opademt. Op die dag sabbat zij het de scheppingsdaden van Go (Ex. 20) of de grote daad van i uittocht, de bevrijding (Deutl Van God zijn alle dingen en met sen èn ij is hun bevrijder. D; kan niet vaak genoeg gevierd wo: den. Onderhouden is ook een werl woord uit deze reeks rondom t dag sabbat. Onderhouden is bewi ren. Dat wil zeggen je moet je d dag niet laten afnemen. Ik det dat dat gevaar vooral in de ballini schap groot was. Toen waren h mensen die anderen die dag afni men. De vroegere dienstbodes w ten er nog van. Maar tegenwoord dreigen we ons zelf van die dag beroven, doordat we zelf doorwe ken of drukker zijn dan anders, komen aan de bedoelde gedachten niet toe. Ook onze mismoedighe kan ons de vreugde van die d; benemen. We laten ons de bliji schap dan niet geven. Het deri woord is: Heiligen. Heiligen bet kent onderscheiden. De heilige di is niet een dag waarop van all niet mag, maar juist een dag waa op we met een goed geweten i vrijheid mogen nemen tegen al economische motieven in om i het aanrakingspunt te leven, om t werkelijkheid op te ademen. (Exi dus 20, 8-11), Een dag vol verwac! ting, een adventsdag NED. HERV. KERK Beroepen: te Streefkerk en te R ven-Hardinxveld: L. Romein kan te Vlaardingen; Te Monster; 1 Lekkerkerker te Leerdam. Aangenomen naar Nieuwpoort: 1 B. Plette, kand. te Ermelo, die bj dankte voor Schelluinen en Lon kerkapel. Bedankt voor Rijssen (toez) van Nieuwpoort te Nunspeet. Overleden: Ph. J. Vreugdenhil (81 em. pred. te Gorinchem. Was pred kant te Ottoland, Sprang, Leerdai en te Gorinchem. GEREF. KERKEN Afscheid van Lopik: H. Pol wegen emeritaat. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te MeliskerkeP. Hon koop te Kampen; te Beekbergen: li W. Schreuder te Goes. Bedankt voor Meeuwen: J. Karen te Opheusden. GEREF. GEM. IN NED Bedankt voor Barneveld: M. Beek te Opheusden. Beroepen te Dordrecht: F. Mallai te Vlaardingen. EV. LUTH. KERK Overleden: dr. C. J. Munter (66) Groningen. Stond te Edam en Groningen. (ADVERTENTIE) Nu in de boekhandel Dr. R. B. Evenhuis deel IV De kerk der hervorming in de achttiende eeuw/de grote crisis Prof. dr. C. Augustijn schreef kort geleden in Trouw: 'Wat een prestatie! In 1965 verscheen het eerste deel en nu ligt het vierde deel al voor ons. Ik hoop dat veel mensen dit boek zullen lezen, ook die mensen die geschiedenis maar een dorre en droge zaak vinden. Als één boek geschikt is om hen van dit waandenkbeeld af te brengen, dan wel dit.' Deel IV omvat 384 tekst- 32 illustratie pagina's en kost gebonden 35,- De delen I, II en III zijn nog verkrijgbaar a 32,50. Er is een uitvoerig prospectus beschikbaar, dat u kunt aanvragen bij uw boekhandel of bij Uitgeverij Ten Have b.v. Postbus 1, Baarn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2