Stoepwoningen in Sliedrecht bedreigd :en vijf eeuwen oud gymnasium hkit jji de plaat Actiegroep die voor herstel ijvert teleurgesteld in houding van gemeente roeders des Gemenen Levens konden 'in eigen huis' latijn leren Poco op een driesprong iUW/KWARTET ZATERDAG 7 DECEMBER 1974 BINNENLAND T17-K13 uEl IDRECHT Met een 'Stoepkrant' en een 'Stoepgroep' hopen ongeveer vijftig inwoners van iedrecht de verkrotting van hun huisjes te stuiten. De woningen, die Sliedrechtse baggeraars na I eeuwwisseling tot in de jaren twintig langs de Merwededijk bouwden, lijken tenonder te gaan ti hetzelfde op afbraak gerichte saneringsbeleid, waartegen ook in Rotterdams Oude Westen en Amsterdams Dapperbuurt actiegroepen ageerden. In Sliedrecht gaat het om huizen, die staan pgs de smalle binnendijkse afritten, die daar 'Stoepen' worden genoemd: vandaar de benaming ppgroep. je Sliedrecht binnenrijdt wordt frrast door het volstrekt eigen ka- jkter van deze stoepen en hun Itimiteiteen element, dat onze lidige stedebouwers tevergeefs b hun ontwerpen trachten mee [geven. De namen van de stoepen |en in schilderachtigheid niet on- jr voor het uiterlijk: Salonstoep, lulsteeg, Orleans, Parijs, Kikker- •eg en Leeuwenkuil. De stoepen, ak uitlopend tot in straatjes vèr polder in, waren lange tijd ar- Idersbuurten met een bijklank armoede. Toen aan het eind n de jaren vijftig er enige wei- art kwam begon dan ook het gtrekken naar betere huizen ooral de huurwoningen waren icht onderhouden). de eerste Stoepkrant een urig verzorgd en strijdvaardig mflet tegen de verkrotting, die ;in oktober uitkwam wijst de lepgroep vooral de gemeente als ïuldige aan voor de dreigende dergang van de stoepen. De lepkrant vertelt: 'Aan de zaak ed opknappen leek (zo'n tien ir geleden) niemand te denken, gemeente niet en de bewoners enmin. Die verhuisden veelal lie- naar een nieuwbouwhuis of ar een comfortabel flatje. Voor habbekrats, vaak niet meer dan ee- tot drieduizend gulden, kocht gemeente zoveel mogelijk leeg- mende huisjes op, om ze vervol- af te breken. ude gedeelten gemeente had zich onder leiding n de vorige burgemeester Van ifwegen in het hoofd gezet, dat edrecht moest worden uitgebreid, ide gedeelten moesten worden geruimd zodat er nieuwbouwwij- n en flats voor in de plaats nden komen. Zo'n vijf jaar gele- n stelde men zelfs een bestem- Ingsplan op, waarin stond dat de iepen plat moesten om plaats te aken voor enorme sterflats. Ge- kkig is het daar nooit van geko- in. Maar sindsdien is de gemeen- wel doorgegaan met het opko- in, afbreken en laten verkrotten n de stoepwoningen', aldus de oepkrant, die werd samengesteld lor leerlingen van de School voor Journalistiek in Utrecht. Zij wa- en voor dit werk in de arm geno men door uit Sliedrecht afkomstige pdio-journalist Roel van Broekho ren. fan Broekhoven is coördinator van e Stoepgroep. Hij vertelt hoe de oep is ontstaan. 'In het afgelopen orjaar richtte de partij Progres- f Sliedrecht De 'Werkgroep Stoe- op, waarna er in juli een Sprek met B. en W. kwam. Het door Huib Goudriaan college reageerde toen opvallend positief op de door de werkgroep gevraagde sloopstop: voor vijf leeg staande huizen mocht de groep een verbeteringsplan opstellen, waarbij de gemeente ervan zou uitgaan dat deze huizen nog tien jaar konden blijven staan'. Inmiddels werden Roel van Broek hoven en zijn medestrijders Nel Mooy, Agnes van Diest, Paul Koot en Bert Verhoef teleurgesteld in de houding van de gemeente. Paul Koot: 'Op 23 september is een ver beteringsplan voor de vijf huizen ingediend, dat inhoudt dat niet- Sliedrechters, kennissen van ons, ze zullen opknappen en erin willen komen wonen. We hebben toen zelf na lang bellen een afspraak met wethouder R. C. de Bruijn (CHU- /ARP), van ruimtelijke ordening kunnen maken. Hierna bleek dat de wethouder de boot wil afhouden, omdat onze gegadigden geen Slie- drechters zijn. Wij vinden dit geen argument, omdat mensen van bui ten Sliedrecht wèl premiewoningen en koopwoningen kunnen krijgen'. De domper, die de gemeente op de geestdrift van de werkgroep had gezet, werkte als een overigens po sitieve boemerang. De bewoners van de stoephuizen (nog ongeveer tweehonderd zijn er bewoond) wer den opgeroepen voor een vergade ring op 16 oktober met als resultaat de oprichting van de Stoepgroep. De groep heeft sympathie verwor ven onder raadsleden en in de be gin november uitgekomen tweede Stoepkraht wordt opgemerkt, dat wethouder De Bruyn ('vroeger fel tegenstander van de stoepen') bij draait. 'Hij vindt dat er veertig mille moet worden uitgetrokken voor herstelwerkzaamheden aan de huis jes.' Drie eisen In een brief aan de gemeente heb ben de stoepbewoners drie eisen geformuleerd: Een sloopstop.: er mag niets meer in de stoepen worden afge broken, wat nog maar enigszins be woonbaar is of bewoonbaar te ma ken valt. De groep vreest namelijk, dat hoe minder er overblijven van de eens ongeveer duizend stoepwo ningen, hoe groter de kans ïs' dat de gemeente zal zeggen: voor die paar resterende huisjes kunnen we de stoepen niet handhaven. Normaal onderhoud; de bewo ners vinden dat de gemeente zich niet moet beperken tot het 'hoogst noodzakelijke', maar dat waar no dig bestrating en verlichting wordt aangebracht en dat onder 'hoogst noodzakelijk' ook wordt verstaan het repareren van lekkende w.c.'s. Medezeggenschap; de bewoners willen meepraten en meedenken over de toekomst van hun buurt. Doorstroming Een suggestie van de Stoepgroep aan de gemeente is de goedkope stoepwoningen (uit een enquête blijkt dat 83 procent zestig gulden of minder per maand verwoont) een functie te geven in de door stroming. Waarom, aldus de groep, knapt de gemeente de huizen niet op?' 'Of ziet zij ze liever in elkaar storten?' Kernvraag is: moeten de stoepen nu weg of niet? Sinds april 1971 geldt voor de stoepen een zoge naamd voorbereidingsbesluit. Dit betekent dat de gemeente in het gebied, waarvoor zo'n besluit is ge nomen, 'ongewenste ontwikkelin gen' kan tegengaan. Een aanvraag voor het bouwen van een dakkapel kan dan al door de gemeente wor den afgewezen, omdat nog niet ze ker is of de betreffende woning kan blijven staan. Een voorberei dingsbesluit wordt uitgevaardigd wanneer een bestemmingsplan in de maak is. Het planbureau 'Stad en Landschap' uit Rotterdam is in opdracht van de gemeente Slie drecht bezig met dit bestemmings plan. Het bureau zal bepalen welke zogenaamde waardevolle elementen in de stoepenbuurt mogen blijven staan. 'Het zal van het onderzoek van dit bureau afhangen, welke huizen en stoepen mogen blijven', antwoordden b. en w. in een brief aan de werkgroep stoepen. Meer onzekerheid Zal, zoals gebruikelijk, het kille planologen-potlood, de toekomst van de stoepen bepalen? Uit een door de werkgroep stoepen het af gelopen voorjaar gehouden enquête bleek dat 72 procent van de bewo ners onvoorwaardelijk wil blijven, achttien procent onder bepaalde voorwaarden en dat slechts tien procent wil verhuizen. Niettemin heeft de gemeente door het sinds 1971 jaarlijks verlengen van het voorbereidingsplan, èn door het slechts mondjesmaat uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden, de on-, zekerheid over de toekomst onder de bewoners aoen toenemen. Het voorbereidingsbesluit kan worden misbruikt om, via de weg van ver waarlozing en tenslotte slopen, de stoepenbuurt weg te saneren. Kennelijk dringt het slechts lang zaam tot bestuurders door dat het 'nieuwbouwsyndroom' van de jafen Een van de nog bewoonde Sliedrechtse stoepen zestig en het allesbeheersende ver langen naar comfort, is verdrongen door een woonbeleving, waarbij sfeer ('fomantiek'), fantasie en zelf werkzaamheid een grotere rol gaan spelen. Het aarzelende beleid van b en w van Sliedrecht wat betreft de stoe pen illustreert dit weer eens. Wet houder de Bruijn wilde ons slechts als commentaar leveren: 'Er komt een pre-advies en in afwachting van de commissie-vergadering openbare werken van 9 december kan ik nu niets meedelen'. Op de vraag of er iets over de toekomst van de stoepen valt te zeggen, ant woordde hij: 'Neen'. ICHT Het is een uniek •ileum dat het Utrechts Ste- ijk Gymnasium deze maand irt. Deze onderwijsinstelling in prat gaan op een historie vijf eeuwen en is daarmee van de oudste scholen in Ne- Irland. Honderden jongeren febben er in de loop der eeuwen pn opleiding ontvangen. jder hen bevonden zich tal van kende figuren zoals mr. G. Groen Prinsterer, de beroemde staats- M, en de dichter-schrijver Hie- nymus van Alphen. De laatste W op 20 augustus 1756 als lecr- 6 van de school ingeschreven, oen van Prinsterer was er om- eeks 1816. Opvallend is trouwens t grote aantal oud-leerlingen dat pr predikant is geworden of in politiek is gegaan, t was op een heel bijzondere •nier dat de school ontstond. Een lament van Johannes Reiners- jn van Zevenaar en zijn vrouw Marina vormde de directe aan- «ng. in 1474 lieten zij in recht een huis plus de nodige Melen na aan de Broeders des •inenen Levens van het fraterhuis Delft. Het nagelaten huis stond n .de Kromme Nieuwe Gracht M 'den Regenbooch' genaamd, fcwel deze kloosterorde zich tot tijd niet erg druk had gemaakt er onderwijszaken en er ook ets over een bestemming in" het •tament stond werd al gauw be ten dat de fraters in Utrecht upen gaan wonen in hun nieuwe ut en daar tevens - zij het op jcneiden basis - zouden beginnen seven van onderwijs. Dat fa niet gedaan omdat zij zo jag hun werkgebied wilden uit boen. Het had in de eerste plaats Hieronymus van Alphen was een van vele beroemde leerlin gen van de latijnse school in Utrecht. een praktische reden. Nieuwe leden van de broederschap konden op die manier in eigen huis leren lezen, schrijven, zingen en zich in de kennis van het latijn bekwamen. Het onderwijs aan de Hieronymus- school, dat in 1475 begon, werd door de fraters toevertrouwd aan deskun dige leken. ""WCMV. Jij. - ■X. •>:- f door Fred Lammers werd rector Sarcerius met zijn me dewerkers ontslagen omdat hij rooms-katholiek was. Het stadsbe stuur had zich achter de hervor ming gesteld, vandaar. Drie jaar later mocht Sarcerius terugkomen. Het is niet meer te achterhalen of dat kwam doordat de stedelijke overheid milder ging denken over andersdenkenden of doordat de rector inmiddels ook protestant was geworden. 'Te godsdienstig' Nog geen halve eeuw later waren er weer godsdienstige problemen. De toenmalige rector Hinne Rode. die intensieve contacten onderhield met Maarten Luther en een even bekende hervormer Zwingli, werd aan de dijk gezet omdat hij te godsdienstig was. Hij maakte zich daarna verdienstelijk als predikant, al bleef hij een omstreden figuur. Het stadsbestuur bemoeide zich uit gebreid met het wel en wee van de school. In 1674 werd een maatregel genomen die dit illustreert: de schoolgelden moesten njet meer in de stadskas gestort worden maar rechtstreeks aan de docenten uitbe taald. Deze maatregel diende om de docenten ertoe te brengen 'meer gemotiveerd hun best te doen'. Dit als gevolg van een direct contact met de ouders van hun pupillen. De honoraria waren niet vet. maar voor die tijd in vergelijking met andere scholen ook niet karig. In het begin van dc achttiende eeuw- verdiende een rector, zo'n duizend gulden per jaar. Ook had hij gratis wonen. Dat was ten tijde van rec tor Reitz, de man die er voor zorg de dat de docenten jaarlijks van de gemeente boven het schoolgeld van de ouders tweehonderd gulden aan 'stookgeld' kregen. De Latijnse school was in de loop der eeuwen op enige plaatsen in Utrecht gevestigd. Jarenlang op de Kromme Nieuwe Gracht en daarna op het Dom plein, in de Minrebroederstraat, waarvan deze prent een beeld geeft, op het Janskerkhof en sinds 1932 aan de Homeruslaan. Privileges Hoewel er in die tijd in Utrecht al vijf kapittelscholen waren, waar men latijn kon leren, werd de Hieronymus school, genoemd naar een beschermheilige van de Broeders des Gemenen Levens, in korte tijd de belangrijkste school op dit gebied, niet in de laatste plaats dankzij de vele privileges die de kerkelijke overheid de school gaf, privileges welke reeds in 1476 door bisschop David van Bourgon- diê werden erkend en zelfs uitge breid. Rijk en arm was welkom op de nieuwe school. De fraters voel den na enige tijd toch niet voor de problemen die de school met zich bracht en in 1565 verhuurden ze 'hun school' aan rector Lauwerman en zijn twee leraren. Dit drietal pakte de zaken fiks aan. stelde een echt lesrooster op en breidde het onderwijspakket uit. De goede wil van de drie heren was echter groter dan de resultaten in de praktijk. Die vielen tegen, zodat de school inplaats van vooruit te gaan snel aan betekenis verloor. Het stadsbestuur nam in 1578 de school over en dat is sindsdien zo gebleven. De problemen waren daarmee niet uit de wereld. In 1586 Universiteit De Hieronymusschool had inmid dels nauwe banden aangeknoopt met de in 1636 gestichte rijksuni versiteit. In 1634 was in Utrecht de Illustere School gesticht. Daar de medische faculteit ontbrak werd de huidige rijksuniversiteit in 1634 nog geen academie. In 1636 wel. Diverse rectors van de Hie- ronymusscohol werden later hoogle raren aan de universiteit. Die contacten zijn hecht gebleven. De laatste paar eeuwen zijn niet zonder meer aan de school voorbij gegaan. in 1815 was het 'Organiek Besluit' van koning Willem de Eer ste. dat bepaalde dat de leerstof met diverse vakken zoals aardrijks Zo zagen de eerste leerlingen er uit. Jan van Scorel schilderde in 1531 deze jongen. De Hieronymusschool was tot 1887 een onderwijsinstelling waar meisjes geen toegang hadden. kunde, nieuws en oude geschied kunde en griekse en latijnse fabel kunde moest worden uitgebreid, in grijpend. In 1864 leek de komst van de HBS een bedreiging voor het bestaan van de school en de laatste jaren is de toekomst van de vroe gere Hieronymusschool, die sinds 1876 bekend staat als het stedelijk gymnasium, weer in discussie. Tentoonstelling Ter gelegenheid van het honderste lustrum is deze week in het Univer siteitsmuseum aan de Trans in Utrecht een expositie geopend over de jubilerende school. Op deze ten toonstelling. die tot 13 januari duurt, hangen ook enige reacties van bekende Nederlanders op de vraag hoe zij de toekomst van deze oude Utrechtse school zien. Profes sor mr. I. A. Diepenhorst, de oud minister van onderwijs en thans voorzitter van de onderwijsraad, zegt er onder meer dit van: 'Een school die lenig genoeg was zich eeuwen te handhaven kan groter schokken, dan waaraan zij in de jongste tijd was blootgesteld, op vangen'. door Willem-Jan Martin De november-december-opleving in het popwezen (zie voor tekst en uitleg de aflevering van 30 november) houdt onverminderd aan. Weliswaar moet de aard van dit gebeuren vooral in kwantitatieve termen worden begrepen, het neemt echter niet weg. dat temidden van alle kwa liteit. evenals de vorige keer. vandaag wederom de nodige kwaliteit te bespeuren valt. Al is dat bijvoorbeeld in het geval van Poco geen eenduidige kwes tie. Hun jongste elpee Cantamos (Epic EPC 80471) is een enigs zins ongelijk werkstuk, dat een mengsel herbergt van de ver schillende vormen van aanpak van de groep door de jaren heen. Poco's ontwikkeling begint met een metalige, nogal dun uitval lende soort country-and-wes- tern, goed uitgevoerd, opgewekt ook wel. maar toch nauwelijks meer dan vorm. Emotioneel heeft een en ander weinig te betekenen, de muziek is slechts in negatieve zin indringend: de kille, snerpende aanpak irriteert snel. Hoogtepunten Dat verandert met de komst van Paul Cotton. Dank zij diens in breng verdwijnen de scherpe kanten ten gunste van een ste viger en vooral ook warmer soort muziek: Poco wordt een roek-groep van het type-Eagles, aan resultatenzijde kunnen twee hoogtepunten worden genoteerd in de gedaante van de elpees From The Inside en Feels Good To Know. Succes heeft dit alles echter niet en dat luidt fase drie van de ontwikkeling in, waarin groepsbaas Richie Furay zich uitlevert aan de modieuze pro ducer Bob Ezrin (elpee: Crazy Eyes) om vervolgens volkomen gedesillusioneerd te verdwijnen. De rest zet meer of minder con sequent de lijn-Ezrin door met als resultaat het slapplge brouw sel Seven. Van deze laatste fase zijn> op Cantamos nog duidelijke resten te vinden (All the Ways, in mindere mate Bitter Blue), maar anderzijds is er sprake van een heroriënteren, een teruggrijpen naar de beide andere perioden, waarbij het weliswaar niet tot een definitieve stellingnartie komt. maar toch zoveel ruimte werd opengelaten vöor de Vi- sie-Cotton, dat een voldoende tegenwicht- ontstond voor de scheermes-country respectieve lijk de bloedarme balladen. Nummers als One Horse Blue, Susannah of Another Time Around hebben wat men noemt 'impact'. Het gitaarwerk is stevig en ter zake, niet dat mooierige country- gepingel-op-niks-af. de zang krachtig en de ritme-sektie wel doorvoed. Behalve dit direkte Cotton-geweld. komën ook Rusty Young (anders hooguit goed voor per plaat een nieuwe varia tie op een oud thema) en Tim Schmitt tot nu en dan From The Inside-achtige kompositori- sche verrichtingen. Geaardheid Verheugende ontwikkelingen dus bij Poco, al zou ik een definitief oordeel toch willen uitstekken tot de volgende produktie. Het zal met name van het verloop van de krachtsverhoudingen binnen de groep afhangen of deze dan wel gene aanpak komt bovendrijven, want bij alles wat gezegd is over heroriënteren enz. moet niet vergeten worden, dat Young en Schmitt deels toch ook moeten .worden gezien als typische vertegenwoordigers van resp. de eerste en de derde fase. waardoor de meerduidigheid van Canatamos niet uitsluitend een kwestie van een onzekere groep kan worden genoemd, maar ook uitdrukking is van de verschil lende individuele geaardheid van de leden. Katoen zal een beetje moeten- drukken dus. Verder. Captain Beefheart en zijn voprtgezette pogingen een breder publiek te bereiken, dit maal onder het motto Bluejeans Moonbeams (Virgin 88473 IT). Die pogingen zullen.best slagen. Beefheart nam geen enkel risico, selecteerde een vakkundig stel begeleiders en zette deze in in een grotendeels zelfgekompo- neerde portie muziek, die verre van de conflictpotentie te bezit ten, die zijn oudere werk ken merkt, een voor elkeen meer dan acceptabele mixtuur behelst van smeuïge, swingende R B van het type Little Feat/Dr. John. Steppenwolf-achtige rock- and-roll en enig langzamer werk. waarvan Further Than We've Gone rustig hartverscheu- ren genoemd mag worden. De teksten blijven In het algemeen typisch-Beef heartiaans, dus: beeldrijk en kryptisch. al kan soms regelrechte flauwekul- lyriek worden genoteerd. Niette min. Bluejeans enz. is een zeer plezierige plaat, die slechts de fervente aanhangers van Beef- heart-oude-stijl kopzorg kan verschaffen. Tot slot: The Last Cowboy (Gal lagher Lyle), Carole King (Wrap Around Joy) en Jo Jo Gunne (SoWhere's The Show?). Zie maar W. J. Martin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 13