Grote groep leden stapt uit de PSP Druilerig concert (met luidruchtige uitsmijter) van Residentie Orkest Goede opvoering van 'De Wijze Kater' Perfecte opvoering 'Op zoek naar jezelf' Tsjechows mislukkin blijkt gaaf en goed i gebracht toneelstuk j NIJENRODE 66 mensen onder wie Burggraaf Veel nieuws, maar weinig goeds Melodieuze middag in Concertgebouw Prostituee gewurgd, klant neergeslagen Japanse oogst groot succes op marimba 'Iwanow' boeit onmiddellijk Helmonds bedrijf ontsla 50 man TROUW/KWARTET MAANDAG 25 NOVEMBER 1974 BINNENLAND/KUNST 1 Van onze parlementsredactie UTRECHT Een groep van 66 leden heeft zaterdagmiddag op een congres het lidmaatschap van de PSP demonstratief opgezegd. Onder deze leden bevinden zich de meeste ondertekenaars van de bekende groep van Oosterhesselen die in september in een verkla ring de PSP had opgeroepen, nieer bij te dragen aan versterking van de linkse eenheid. Het lidmaatschap van de partij werd laat in de middag namens de 66 opgezegd door de vroegere voor zitter van de PSP. P. A. Burggraaf nadat in de ochtendvergadering een poging van deze groep om het partijbestuur tot aftreden te dwin gen, was mislukt. Bovendien verwierp het congres een voorstel van de afdeling Utin- geradeel om terstond een debat over de toekomstige politieke koers van de partij te houden. Het con gres stemde in met de mening van het partijbestuur dat dit debat pas april volgend jaar mogelijk is, o.a. omdat eerst dat de ervaringen van de partij in het overlegorgaan van de progressieve drie ten volle kun nen worderi gewaardeerd. Ook het besluit tot uitspel van de politieke discussie was voor de 66 aanleiding, de partij te verlaten. Verscheurd Burggraaf verklaarde het uittreden van de 66 uit de partij door op te merken dat de PSP nu een ondui delijke, verscheurde partij is gewor den die geen perspectief meer biedt voor de totstandkoming van een rechtvaardige maatschappij. Zijn verklaring werd door een andere groep PSP-ers met vreugde begroet. Een aantal leden hief onder aan voering van het Tweede Kamerlid A. G. van der Spek de internatio nale aan nadat Burggraaf was uit gesproken. De fractievoorzitter dr. B. van der Lek betreurde evenwel het uittreden van Burggraaf. Het Partijbestuur gaf een verklaring uit waarin het zegt de beslissing van de 66 te respecteren en nog voort te willen gaan met 'het kritisch deelnemen van de PSP aan het permanent overlegorgaan met PvdA. PPR en D'66'. Aan het begin van het congres had het partijbestuur nog geprobeerd, aan de ondertekenaars van de ver klaring van Oosterhesselen tege moet te komen door mee te delen dat de tegen hen ingezette schor singsprocedure tot na het politieke congres van april zou worden uit gesteld. Daarmee wilde het partij bestuur de indruk wegnemen dat het de bedoeling van de schorsing zou zijn, de politieke opvattingen van de groep monddood te maken. Later werd echter een motie ver worpen waarin op de groep van Oosterhesselen een beroep werd ge daan de PSP niet te verlaten. den en enkele leden 'moraal de- v raillement' verweten. Aanleiding tot deze motie waren berichten als zouden zich onder de groep van Oosterhesselen enige PSP-ers be vinden die de PSP zouden willen doen opgaan in een Moskou-gezind volksfront (o.a. PSP-voorzitter P. Hoogerwerf, Van der Spek en oud kamerlid H. Lankhorst hebben deze verdenking geuit, in deze krant en in de weekbladen Haagse Post en De Tijd.) Het partijbestuur werd van veel kanten, verweten, met modder te hebben gegooid en par tijgenoten door het slijk te hebben gehaald. De motie-Zanen werd ech ter met ruime meerderheid verwor pen. Ook werd een motie afgestemd die was ingediend met de bedoe ling, Hoogerwerf van de leiding van de vergadering te ontheffen. De groep Burggraaf verspreidde verder een stencil waarin werd ge zegd dat de berichten 'uit de topor ganen van de partij' over de Mos- kou-gezindheid van sommigen doen denken 'aan de donkerste jaren van koude oorlogshetze'. (Onze politieke redacteur tekent hierbij aan dat de verdenking va'n Moskou-gezindheid van enige leden van de PSP en PvdA- niet bij hem leeft, -maar naar hem is geble ken bij enkele bestuurders van beide partijen. Aangezien deze ver denking een rol speelt in de discus- sie binnen de PSP heeft hij daaro- vpr in deze krant van 19 nov, jl. bericht). door R. IM. Degens DEN HAAG Het was vrijdagavond in het Haagse Congresge bouw wel een concert met veel nieuws, maar met weinig goeds. Het Residentie Orkest speelde onder Ernest Bour een programma waarvan de componistennamen voor de meeste toehoorders wei nig bekend zullen zijn geweest en hun werken nog minder. Alleen Satie komt de laatste tijd meer en meer in zwang omdat men meent dat de betekenis van die merkwaardige man in het begin van deze eeuw achter de coulissen van het Parijse muziekleven had, ook in zijn eigen muziek terug té vinden is. Lou Landré als de wijze kater. Rechts de koning (Jonh Leddy). Een blijkbaar zeer aanstekelijke vergissing, die bij herhaling tot herontdekkings-pogingen aanlei ding geeft, waarbij de toehoorders dan meestal muziekjes te horen krijgen als ditmaal de uit 1900 da terende 'Jack in the box'; een suite van drie stukken in de music-hall stijl, door Milhaud geïnstrumen teerd. Want na Saties dood werd alleen het ontwerp ervoor in zijn nalatenschap gevonden. Sympatiek Maar Satie pretendeerde geen 'gro te' muziek te schrijven, al deed hij dat in een enkel geval wel: dat maakt hem en zijn werk wel sympatiek. De in 1971 o 95-jarige leeftijd overleden Amerikaan Charles Ruggles was behalve een excentriek T", r-*. mens ook nog erg overtuigd van ROTTERDAM,De goede bezetting van de schouwburg beweès zijn eigen betekenis als componist, zaterdagavond dat het werk van Herman Heyermans nog altijd Hii werkte erg langzaam en zorg- >nantpreekt' °P ge2^ kere.n StUk; sVöórtg s?mfoniscnh'%ndiSdeschiTn" ken als Schakels Op hoop van zegen Eva Bohneur Uitkomst hij zes jaar te hebben gedaan. Het etc. op de planken terug, doordat Heyermans' sociale bewogen- was in 1932 klaar en het is ge heid of men het met hem eens is of niet een beelding krijgt schreven in de druilerige dissone- die voor alle tijden geldt. Rumoerig Het congres was bijzonder rumoerig begonnen toen T. J. Zanen uit Nij megen een motie indiende om te bereiken dat het bestuur in zijn geheel zou aftreden. In deze motie .werd 'bestuurlijke wantoestan- Ex-voorzitter Burggraaf tijdens het voorlezen van zijn verkla ring. door Ber Huising Pirandello's 'Op ZoeW naar Jezelf' kreeg, zaterdagavond voor het eerst in de Arnhemse Schouwburg, van Theater een perfecte op voering. Regisseur Pierre Laroche had spel en spelers geheel in de toon van ijdele, gekunstelde verfijning, zeg maar decadentie gezet. Het decor van Germinal Casado, geheel van 'glas' en me taal, met wat kleur in een draperie, werkte daaraan indrukwek kend mee: somber, hard, luxe en leeg. De spelers, chique gekleed, met veel wit, bewogen daarin aanstellerig voornaam. En zij converseerden. In schoon geschreven volzinnen, best vertaald door Dolf Verspoor. Over .de bewonderde actrice Donata, waar Fenneken Fockema Andreae een bewonderenswaardige creatie mcc opbouwde, van het angstige, onzekere begin af tot aan het tri omfale theatrale slot. Pirandello tot en met. Beter kon het niet, zou je zeggen. Maar je moet er wel van houden. En dat doe ik niet. Omdat ik die figuren niet mag. Ik geloof ze niet. Ik kan niet met ze meeleven. Ze leven zelf ook niet echt, ze spelen rolletjes. En daar gaat het dan juist om bij Pirandello, die niet wilde weten wat echt was, die fantasieën echt noemde en zich daarom beperkte tot een exclusief kringetje van lie den die nimmer zichzelf zijn en altijd komedie spelen. Die Donata doet het dan ook nog voor haar beroep, of roeping. En alleen vra gen zich af of ze nu echt beleeft wat ze speelt, of dat zij, in het dagelijkse leven, maar speelt dat 2e Iets beleeft. Daar converseren ze dus aldoor over, alleen als Piran- dellootjes. Donate zelf weet het ook niet. Zij Is zichzelf nog nooit te gengekomen. Wanhopig gaat ze op een stormachtige avond zeilen met een blonde kerel, om te verdrinken, maar hij redt en bijt haar, zodat ze eindelijk de liefde leert kennen. Maar ook dat is niet zeker, en daar praten zij en hij dan over in het tweede bedrijf. In het derde staat zij weer op het toneel. Hij kan jaloers niet uitstaan dat ze daar voor het publiek net zo doet als thuis voor hem, en loopt weg. En zij ontdekt opeens zichzelf, zegt ze, en ze blijft toneelspelen. Dat is dan toch nog een bevrijdend slot. Hoe wel zonder antwoord, want de vraag blijftnou ja, zo is Piran dello. Hij wond zijn figuren op en liet ze weer aflopen. En dat ging dus perfect bij Thea ter, knap geregisseerd, in een zwe verige, onwerkelijke sfeer. Met een sterk uitgewerkte rol van Fenneken Fockema Andreae. Guy Lavreysen was uitgekozen als de stoere, blon de minnaar, kunstschilder en zei ler, vrijgevochten en mannelijk. Zijn gebaren en intonaties zijn er niet n3T. Edmond Classen speelde een zeer voorname graaf, Pauline van Rhenen deed een vriendin met alle mode-allures van 1930 onge veer. Ton Kuyl, Annie Langenaken, Arthur Boni, Dolf de Vries waren prachtige voorbeelden van zeer def tige visite. Bea Meulman deed het Jonge meisje dat, ais enige in dat gezelschap, gewoon zei wat ze dacht, maar Pirandello deed er ver der niets mee. Ze paste niet goed in het probleem. Hulb Rooymans als butler en Jan Verkoren, als dokter (even voor die beet) moeten ook genoemd worden, want alle rollen werden best .gespeeld. Daarom is ook de keuze voor deze tweede première van ons Stadsto- neel Rotterdam 'De wijze kater' al leszins begrijpelijk. Het sprookje voor volwassenen, dat uitgroeit tot een kostelijke satire waarin door de wijze kater harde noten worden gekraakt. Het boeiende hierin is uiteraard dat Heyermans zijn figu ren ieder op zijn beurt aan het woord laat en dat zij met overtui ging spreken alsof zij het grootste recht aan hun kant hebben. Zo de figuur van Jonathan, die ieder in zijn narigheid geholpen heeft, maar daardoor zelf onder de schulden bedolven is geraakt. De koning die meent wijs te zijn, maar in feite een betreurenswaardig idool is, dat niets anders heeft te doen dan koning te spelen. De koning wordt geplaagd door de ratten die zijn nachten doorwoelen. Het is de ka ter die hem verlost en daarvoor in een hoge funktie wordt geplaatst. Maar de intriges groeien aan, gesti- AMSTERDAM Het is echt geen restant uit de romantiek, dat een stuk muziek, net als een mens, leeft van de melodie: dat is inderdaad nog ouder dan de weg naar Rome. Daarom slaat melodieuze muziek zo perfect aan; bij de 'grote massa' niet minder dan bij de 'happy few'. - En of die muziek nu van Hendrik Andriessen (Symfonische Etude, uit 1952), het Tweede Pianoconcert van Liszt (zo'n honderd jaar oud) of de jammer genoeg weinig gehoorde Derde Suite in G, op 55 van Tsjaikowski die daar net tussen in valt, doet er weinig toe. Maaar dan moeten ze wel alle drie een zo perfecte uitvoering krijgen, als we zondagmiddag in de Grote Zaal hoorden, met Kondrasjin aan de directie-lessenaar en Dezsö Ran- ki als solist in Liszt. En dan met het onvolprezen instrumentale ap paraat dat Concertgebouw-orkest heet. Goed, dat Liszt-concert drijft meer op virtuoziteit dan op echte muzi kaliteit, ofschoon het er natuurlijk niet van gespeend is. De Jonge solist Ranki (23) weet er in een soms verbluffende snelheid wel héél goed weg mee, en de soms fondant-achtige solo trekjes voor cello, hobo en fluit, met alléén maar pianobegeleiding deden het toch wel verbazend goed. Ook al weer door de geraffineerde manier waarop ook Liszt met melodieën weet om te gaan. De solist bezit een frappante slag-techniek die zijn spel een boeiend leven geeft. De Symfonische Etude van Hendrik Andriessen is gebouwd op een rijke, zij het vrij eenvoudige, sterke me lodie met meest kleine intervallen, hier en daar polyfoon verwerkt, wat een vlotte levendigheid aan het stuk geeft. De naam 'etude' mag dan ook met een korrel zout geno men worden: het werk behoeft niet onder te doen voor de andere symfonische composities van An driessen. Aan het slot werd de componist op het podium geroepen om een dankbare hulde in ont vangst te nemen. Na de pauze ging Tsjaikowski's Derde Suite in een verrukkelijke uitvoering. Een stuk met een bloe- semende orkestratie. Dirigent Kon drasjin beheerste heel dit zo gede tailleerde apparaat met meester hand én meesterogen. Een stuk om van te houden. P. Visser muleerd door Prins Arthur, die zijn kansen belaagd ziet. We mogen be kend achten hoe hij poogt de Kater te vernietigen, door al de schuldei sers in het geweer te roepen wat echter leidt tot de briljante finale waarin de Kater als opperrechter de feilen van deze schuldeisers en hun duistere praktijken in he_t licht stelt. Een goede vondst is het decor bestaande uit vele deuren. Zo heeft de wereld vele deuren waarachter geluisterd wordt met goede en kwa de bedoelingen. De regie van René Lobo legt zeer juist de accenten waar de auteur ze gewild heeft. De nog jonge Lou Landré geeft een gave vertolking van de Kater. Zijn lenige en snelle katachtige bewegingen werken uit stekend. Edo van Dijken als deze Katers assistent komt minder uit de verf, doch allicht ligt dat in de bescheidener aard van zijn rol. John Leddy is als monarch, koning en zot tegelijk. In dë contex van het sprookje uitstekend gespeeld. Het Stadstoneel Rotterdam heeft met 'De Wijze Kater' een goede greep gedaan. Een geslaagde opvoe ring. H. Steggerda AMSTERDAM De 29-jarige pros tituee Ingrid K. is in de nacht van zaterdag op zondag in de Warmoes straat te Amsterdam gewurgd. De dader zou de 33-jarige H. R. zijn, een man die geen vaste woon- of verblijfplaats heeft. Deze is op zijn beurt neergeslagen door de be schermer van Ingrid K, de 30-jari- ge souteneur N. O. Deze laatste heeft Ingrid horen gillen en is di rect naar beneden gerend, maar hij kwam voor het slachtoffer te laat. Daarop koelde hij in blinde drift zijn woede op de klant. Hij sloeg de man met een eind hout zo hard op het hoofd, dat deze met ernstige verwondingen en in bewusteloze toestand in het Binnengasthuis moest worden opgenomen. De Am sterdamse recherche heeft de sou teneur gearresteerd op verdenking van zware mishandeling. rende contrapuntische techniek die in de jaren dertig overal opgeld deed. De niet erg exacte uitvoering Klapstuk door het Residentie Orkest maakte het luisteren ernaar nog minder plezierig. Wie gedacht had dat het met het 'Concerto pour Hrisanide' van Rob du Bols echt leuk zou gaan worden, had zich laten misleiden door een kort interview in het huisorgaan van het Residentie Orkest, waarin de componist wel kwijt wilde dat er vreselijk veel in dit stuk gebeurt, en dat er veel in te zien is, dat de solite behalve de piano, ook een orgel en een klein speelgoedpianot- je bepspeelt en dat hij op een tam tam aan het slot twee klappen moet geven. Nou, dat is allemaal wel gebeurd tijdens de ongeveer dertig minuten dat dit concert duurt. En pianist Alaxandru Hris- danide, voor wie het is geschreven zoals de titel aangeeft, had er wel zijn handen vol aan. Maar Du Bois heeft er kennelijk te veel in willen stoppen en daarbij te weinig met de onmisbare zelfkritiek gewerkt. Het werd een allegaartje, waarin stijlcitaten die hun werking missen, en waarin een finale la manire de Morton Feldman', waarmee de naam van deze hedendaagse com ponist die op heel bijzondere wijze met de 'stilte' in de muziek weet te werken, alleen maar misbruikt wordt. nuten hebben geluisterd nai Symfonie nr. 2 van de 42-, Deen Per Norgaard, die mei langzaam verschuivende ritme hoogste vier minuten de aap vasthoudt, om tenslotte ovei klapstuk van de avond te ki berichten. Dat was, van de 21 ge Pool Jan Oleszkowicz, een certo Grosso voor combo en Bij de eerste piep- en krasge van de strijkers bij de inze het stuk, kon al vermoed v! dat het been 'serieus' coi grosso zou worden. Loopje Moet ik nog vermelden dat we deze avond eerst nog vijfentwintig mi- 11 Oleszkowicz bleek zowel met geheiligde muziekvorm als me bepaalde vorm van amusemen| ziek een loopje te gaan nemen combo, bestaande uit electriscï taar, electrische basgitaar, i en orgel (Wim Overgaauw, 1 Kaihatu, Evert Overweg en| Kools) neemt naarmate het vordert e en steeds oorverdov| aandeel in het spel met een me reeks sequenzen, die al i hoger en harder gaan, en, dwaas blatend protest van he kest uitlokken, totdat alles nJ geluidsorgie als van een dolged de popgroep in elkaar ploft, e het orkest nog een poosje amechtige slappe-lach geluidei men. Dan heeft het tien mi^ èeduurd en dan is het uit. Dan er ook inmiddels een paar vej waardigde muziekliefhebbers! zaal uitgevlucht; die laten zicb voor de gek houden, o zo! Ma| meeste toehoorders hebben het uitbundig applaus gewaardeerij een lekkere brutale uitsm waarvan je na een, vervelen slaapverwekkend programma helemaal klaar wakker wordt, j ROTTERDAM De eigentijdse se rie van het Philharmonisch is vrij dagavond in een redelijk gevulde Grote Doelenzaal begonnen met een concert onder leiding van Edo de Waart. Twee 'klassiek' geworden werken van Bartok muziek voor snaren, slagwerk en celsta en Strawinsky le sacré du prin- temps omlijstten het optreden van de Japanse marimbaspelelster Michiko Takahashi. Eerst bracht zij, samen met het ensemble onder De Waart, de we- reldpremire van 'Gitimalya', een Bengaals woord voor boeket van zangen, van de Japanse componist Toru Takemitsu. Volgens de maker was het hem onmogelijk een verde re uitleg te geven of het moest zijn dat het te vergelijken was 'met een grasveld, dat zijn uiterlijk van tijd tot tijd verandert, naarmate de weersomstandigheden veranderen'. Na een nogal 'mistig' begin, voort bordurend op impressionistische verworvenheden vielen er soms verrassende effecten te beluisteren in een orkestpartij, die nogal los staat van de solopartij. Deze laatste gaf de soliste intussen alle gelegen heid haar inderdaad verbluffende vaardigheid op de marimba te to nen. In de haar gebrachte hulde mocht ook de in de zaal aanwezige componist delen. Na de pauze liet Michiko zich nog eens horen, ditmaal solo, tijdens een uitvoering van het met veel raffinement en zin voor contrasten door onze landgenoot Ton de Leeuw geschreven 'Midare', met welk werk zij vorig jaar de Gaudea- musprijs verwierf. Het als 'opmaat' gespeelde meester werk van Bartók, dat de afgelopen weken al eerder werd gespeeld, kwam er nog weer wat beter uit en de 'Sacre' genoot een weergave, die alle recht deed wedervaren aan de ze geniale partituur: een prestatie van de eerste orde van dirigent én orkest. P. Veenstra door Ber Huising j Tsjechows Iwanow, vrijdagavond in de Amsterdamse Stadsschj burg voor het eerst gespeeld door het Publiekstheater, heeft dadelijk gepakt en niet meer losgelaten, met ontroeringen glimlachend medelijden om al die, gaaf neergezette, onbeha meisjes en hun gedoe.. Het werd een warm, en met humoij speelde, mooi geregisseerde voorstelling. (Advertentie) Instituut voor Bedrijfskunde te Breukelen. 3-jarige intensieve studie in de bedrijfskunde voor mannelijke en vrouwelijke abituriënten van het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (V.W.O.). Informatiedag op Nijenrode zaterdag 14 december 1974 van 13.00 - 17.00 uur. Inlichtingen en dokumentatiemateriaal: Administratie Nijenrode te Breukelen; ook telefonisch; 03462 -1944. En dat van een stuk dat in 1887 als een mislukking begon en daar nooit helemaal overheenkwam. Pas negen jaar daarna werd Tsjechow, die het toneelschrijven zelfs tijde lijk had opgegeven, ontdekt met de Meeuw, doordat toen Nemirowitsj Dantsjenko en Stanislawski in Moskou pas begrepen hoe hij ge speeld moest worden. Wat daarna kwam De drie Zusters, Oom Wan ja, De Kersentuin werd er kend en bekend genoeg. Iwanow bleef de zwakke beginneling die zelden werd gespeeld. Tsjechow deed later meer ervaring op, met het toneel en met mensen; zijn stukken werden evenwichtiger, sub tieler, met mildere nuances en meer diepte wat overigens vaak tot zware en zwaarmoedige misver standen leidde. Iwanow maakt bij voorbeeld duidelijk waarom Tsje chow zijn, veelal droef opgevatte, werken blijspelen noemt. De aandoenlijkheid want je kunt het met deze mensen te doen heb ben staat in dit stuk nog harder en hoekiger tegenover het komi sche, zeg satirische, kijk van Tsje chow op onbenullige kleine burgers in een stomvervelend kringetje. Iwanow is een mislukkeling. Hij beheert zijn landgoed slecht, hij zit in de schulden, hij houdt niet meer van zijn zieke joodse vrouw, die haar bruidschat verspeelde. Als zij sterft en hij de jonge Sasja kan trouwen die trouwens ook geen geld krijgt van haar gierige moeder durft hij het niet aan. Want Iwanow is ook nog een mistroostige zelfbeklagende zielewroeter, die niets doet, en eigenlijk liever dood wil. Zijn enige positieve negatieve daad aan het slot is dan ook zelf moord. Tragisch werkt die niet, want niemand heeft hem begrepen, ook hijzelf niet. Eric Schneider maakt die3 Iwanow helemaal. Annet Nieuwenhuyzen speelt ontroerend zijn stille, liefde volle vrouw, die hem had willen begrijpen en dan bitter ontdekte dat zij hem al kwijt is voor haar dood. De scènes van die twee grij pen wel even naar de keel. Sasja, levendig gespeeld door Petra La- seur, is het bruisende, vrolijke jon ge vrouwtje, dat te oppervlakkig is om vat te krijgen op die misnoegde piekeraar, en dan het huwelijk toch wil doorzetten uit pure, egoïstische koppigheid. Max Croiset maakt een mooie creatie van haar goedige, te veel drinkende, vader die stuntelig wat probeert te redden. Met geld, want verder begrijpt hij er ook niets van. Anny de Lange zet haar gierige, bazige en harde moeder trefzeker neer. Er is ook nog een komisch huwe- lijkspaar. Jan Retèl, prachtig een afgezakte, hinderlijk leuti de, vriendelijke oude baron, t tegen zijn zin gekoppeld aan riëlle Fiolet, als een opzicl aanstellerige weduwe met ci Nell Koppen is een kostelijke pelaarster, met veel humor, ei kordate zakelijkheid. Zij be tot de figuren, die zich wel h haven, omdat zij geen last h( van een geweten en andere g ligheden. Hans Boswinkel is mannelijke tegenhanger: een gaire grappenmaker, die alleen (oneerlijke) zaakjes en voorde denkt. En daar heeft hij een zi^n beste rollen van gemaakt.' loopt Gerard Hartkamp nog gri rond als het mannetje dat a over kaarten kan praten, en man van Elteren is duidelijk wezig als een paar zwijg: slaafse bedienden op de ac_ grond. Er zijn nog een half d gasten. En dari is er, zoals ii bij Tsjechow die ook arts w de dokter, de wetende buitenst der. Deze, best gespeeld door Croiset, is een nogal eigen doordrammer, die Iwanow met de bittere waarheid zoal! die ziet. Later leerden Tsjecho zijn dokters meer relativeren. Croiset had ook de regie. In waarlijk mooi decor, en me kostuums, van Huub van G schiep hij de Tsjechow-stem gen, met een afwisseling van b gingen en voorbeeldige tafer De grote tegenstellingen van giek en komische scènes en ren, wist hij beheerst bijeei houden. Er viel niets buiter toon, en zo werd Iwanow naar gevoel, een heel bevredigende a theater. HELMOND Textielbedrijf dens en Van Asten in Helm fabrikant van gordijn- kleding fen en dekens, heeft een ont: aanvraag ingediend voor 50 p< neelsleden. In totaal werken er man. |i De aanhoudende zwakte van dec zet van kledingstoffen zowelc binnen- en als buitenland alsn de sterke kostenstijgingen dwirt tot een gericht aanpassing vanl personeelsbestand ridus de direj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 8