meer leerstof uit het buitenland
aft
ENMAAL GEK
LTIJD GEK
Pogo»
de plaat
psychiatrische patiënten morgenochtend in IKOR-radioprogramma
maken van een nieuwe leergang is een zeer gespecialiseerd werk geworden
'We willen graag
behandeld worden
zoals iedereen'
John Lennon
in impasse
J4/KWARTET ZATERDAG 19 OKTOBER 1974
BINNENLAND
T11/K13
'si.
hNGEN Leerstof voor
jerwijs in de moderne ta-
Vr< mt in toenemende mate
Zoni uitgevers wordt het
ontsj moeilijker zelfstandig een
len. ifle te ontwikkelen en op
ichtl 'kt te brengen. De enige
)ns lai jkheid is dan nog een me-
ït*w ik het buitenland over te
lonnep en deze voor zover mo-
te passen aan het Ne
r. Su jse onderwijs
mi
18- iruik van buitenlandse leer-
bs blijft overigens niet be-
r h it de moderne talen. Bekend
w voorbeeld van de Schotse
Thvoor moderne wiskunde,
en laar geleden een ware
'cheid ,cht maakte in het Neder-
„t onderwijs. Maar nergens
versm de felten zo duidelijk als
e bai aoderne talen. Buitenlandse
en s veroveren hier stormen-
is a. 1 de markt.
k( de situatie? Voor het vak
|n de laagste klassen van
krihS 1AVO-V.W.O. heeft de uit
afkomstige methode 'On
racais' (Wolters-Noordhoff)
a veertig procent van de
nmei Bij de zeven meest verkoch-
odes zitten dan verder twee
'iet Hagen
één Franse, nog een
en - zo waar - twee Ne-
Van die laatste twee
een van uitgeverij Thleme
hen, die inmiddels ook al
tenlands alternatief bij de
eeft: 'Vive le francais' uit
gels en Duits is de situatie
anders. Van de acht meest
e methoden voor Engels in
nderbouw MAVO-HAVO-
!ijn weliswaar nog vier van
ïdse origine, maar ook hier
de buitenlandse methodes
ip. De meest verkochte me
ienderde van de markt) is
Wolters-Noordhoff-Long-
;gegeven serie van Alexan-
men met drie ancjmre uit
d afkomstige methodes ver-
ordigt Alexander een dui-
meerderheid.
at het dat het zo moeilijk is
Nederlandse methodes te
elen voor het onderwijs in
lerne talen? Vroeger kon
ce leraar met enige kennis
vreemde taal een boekje
4. Lo professen rest
devant Ic tableau 11 oir.
schrijven? Dat kan natuurlijk nog,
en dat gebeurt ook wel. Maar dat
zijn dan meer losse boekjes: een
bloemlezing gedichten, een woor
denlijst, een idioom-boekje, een
schooluitgave van een toneelstuk.
Maar een complete methode ma
ken is wat anders. Dan moet je een
programma maken waar leerlingen
en leraren jaren achtereen mee
kunnen werken. De opbouw van de
leerstof stelt daarbij hoge eisen. De
presentatie wordt steeds belangrij
ker. Boekjes alleen zijn niet meer
voldoende. Een behoorlijke metho
de biedt tegenwoordig een compleet
leerpakket aan van boeken, oefen
materiaal, geluidsbanden, en vaak
ook beeldmateriaal.
Het onderwijs in de moderne talen
is de laatste zes jaar grondig ver
nieuwd. Alle verhalen over de star
heid van het onderwijs ten spijt
kun je zeggen dat er een ware
revolutie sprake is. Vroeger begon
je nog braaf 'papa fume une pipe'
te vertalen, om vervolgens nooit
meer op te houden met vertalen.
Nu ligt het accent in 'de laagste
klassen van het voortgezet onder
wijs helemaal op de mondelinge
taalbeheersing. Luisteren naar ban
den, korte zinnetjes oefenen, veel
aandacht voor de uitspraak, kleine
toneelstukjes, alles Is gericht op
actieve taalbeheersing. Op die ma
nier leren de scholieren als het
goed is zich aardig te redden in het
buitenland. Pas in de hogere leer
jaren krijgt dan het lezen en be
grijpen van wat ingewikkelder tek
sten meer aandacht naast de voort
gaande training in mondelinge
taalvaardigheid.
tekende dit een geweldige omscha
keling. Het ontwikkelen van een
methode voor een moderne taal
kost al gauw één twee miljoen
gulden. Behalve het schrijven van
een didactisch verantwoorde leer
gang is het maken van geluidsban
den (met buitenlandse acteurs in
buitenlandse studio's) een kostbare
zaak. Dergelijke investeringenzijn
niet meer verantwoord als je "niet
zeker weet dat de nieuwe methode
het goed zal doen op de markt.
Een extra probleem daarbij is de
onzekerheid ten aanzien van de
doelstellingen van het vreemde ta-
len-onderwijs. Bij een vak als
Frans is dat wei heel erg. Zolang je
als uitgever niet precies weet wat
de overheid- wil gaan doen met het
Frans in de brugklas, kijk je wel
uit om een paar miljoen in een
nieuwe methode te steken.
Nu kun je je afvragen of het zo erg
is dat we bijna niet meer in staat
zijn Nederlandse methoden te ont
wikkelen. Vooral bij het onderwijs
in de moderne talen lijkt het niet
onaantrekkelijk een methode uit
het betrokken taalgebied over te
nemen.
35 irente-cinq A Ja terrasse d'un café 39 irente-neuf La foïrc
Illustraties uit 'On parle francais', een Zweeds-Nederlandse onderwijsmethode.
Optimistisch
In een gesprek met Dick Eringa,
vakdidacticus Frans aan de rijksu
niversiteit te Groningen, en Arthur
van Essen, vroeger leraar Engels en
nu medewerker van het instituut
voor toegepaste taalkunde in Gro
ningen, blijkt wel dat de meningen
op dat punt verdeeld zijn. Dick
Eringa is tamelijk optimistisch over
het gebruik van buitenlandse me
thodes. De nadruk die gelegd wordt
op mondelinge taalvaardigheid
heeft ertoe geleid dat je veel 'direc
ter' kunt werken. Met een stel kor
te zinnetje uit de eerste lessen
kun je al een aardig telefoonge
sprekje in het Frans opvoeren.
Daarbij hoef Je je niet te verdiepen
in ingewikkelde grammaticale re
gels, je blijft gewoon binnen het
andere taalsysteem.
Het is daarom niet zo wonderlijk
dat Zweedse methodes voor het
Frans het hier goed doen. En de
Franse methode 'La France eh di
recte', komt bij onderlinge vergelij
king als de beste uit de bus.
Toch ziet ook Dick Eringa wel pro
blemen. Hij wijst erop dat 'La
France en directe' wel als een heel
goede methode bekend staat, maar
toch nog vrij lastig is om mee te
werken. Of een methode goed be
valt hangt namelijk ook af van
andere omstandigheden. Het maakt
bijvoorbeeld groot verschil of een
methode is afgestemd op dagelijks
een uur Frans (vijf uur per week)
of tweemaal per week een uur.
Speciale moeilijkheden
Arthur van Assen, die zelf heeft
meegewerkt aan een Nederlandse
methode voor Engels, meent dat bui
tenlandse methodes toch wel erg ge
makkelijk over de speciale moeilijk
heden die Nederlandse kinderen met
een bepaalde taal kunnen hebben
heenlopen.
Bij het opzetten van 'n methode zul
je volgens hem goed rekening mpe-
ten houden met een analyse van de
door Nederlanders veel gemaakte
fouten. Engelsen kunnen dankzij
het onderwijs in de gemenebestlan-
den nog zoveel ervaring hebben,
Nederlanders hebben toch weer hun
aan de modernisering van de wis
kunde. Niet voor niets is minister
Van Kemenade druk bezig een in
stituut voor de leerplanontwikke
ling op te richten
Ervaring
Omschakeling
Niet alleen voor leraren, ook voor
producenten van leermiddelen be-
Voili unc voiture.
La voiture est moderne.
C'cst unc voiture moderne.
6. Voila deux chats.
Dc quelle couleur sont-iïs?
Ils sont noïrs.
eigen moeilijkheden met uitspraak,
woordenschat, grammatica en idi
oom. Daarom geeft Van Essen in
principe de voorkeur aan methodes
die in Nederland gemaakt worden,
waarbij dan vanzelfsprekend wel
Engelsen ingeschakeld moeten wor
den.
Eringa en Van Essen zijn het er
samen overigens roerend over eens
dat het maken van een nieuwe
leergang zeer gespecialiseerd werk
is geworden. Behalve de vakken
nis van taalkundigen zul je ook de~
hulp van onderwijskundigen (voor
al leerpsychologen) nodig hebben.
Het ziet ernaar uit dat zoiets in de
toekomst alleen nog in leerplan-
instituten mogelijk is. Niet voor
niets bestaat er in Utrecht al een
instituut voor de ontwikkeling van
het wiskunde-onderwijs dat met
een man of dertig al jaren werkt
Op de een of andere manier zullen
ook de uitgevers daarin een rol
moeten spelen. Zij hebben immers
de meeste ervaring in het ontwer
pen en produceren van leermidde
len. Min of meer noodgedwongen
zijn zij gekomen tot nauwe inter
nationale i, samenwerking bij het
ontwikkelen van leermiddelen.
Op vele gebieden worden buiten
landse mthodes geïmporteerd en
ook het omgekeerde komt voor:
Nederlandse methodes (bijvoor
beeld een methode Latijn van Wol
ters-Noordhoff) wordt bulten Ne
derland gebruikt. Steeds vaker
komt het voor dat uitgevers in ver
schillende landen samen besluiten
tot het ontwikkelen van een nieu
we methode.
Het is best mogelijk dat sommige
van deze op de internationale
markt ontwikkelde methoden beter
zijn dan wat nu in Nederland ge
produceerd wordt. Toch kan dat
niet betekenen dat we in Nederland
moeten berusten in het gegeven
dat we geen eigen methoden meer
kunnen betalen. Eigen leerplanont
wikkeling die rekening houdt met
de specifieke behoeften van ons
onderwijs is dringend nodig. De
internationale ervaring van uitge
vers hoeft daarbij geen sta ln de
weg te zijn, maar kan zelfs een
zeer bruikbare hulp zijn.
opname
- ,r:.,
Bent u w«| tens opgénom»,,
"(VTOimn in «en
35 ziekenhuis?
fii 3S _/vrUtt "v";
37 zonuwmrfchfina?
38 -herstellingsoord? I
Kees de Leeuw
lelt je onveilig en onzeker, omdat je denkt dat
ensen je gek vinden als je emoties toont. Je
je ontzettend eenzaam. De mensen begrijpen
ak niet. Ze bekijken je of je uit een andere
!d komt'.
en nog veel meer klach-
ex-psychiatrische patiënten
beluisteren in het IKOR-
igramma 'Aansluiting ge-
dat zondagmorgen van half
twaalf uur wordt uitgezon-
ïderhalf uur lang vertellen
irogramma ex-psychiatrlsche
ovef hun ervaringen bij
igkeer in de maatschappij.
:n, die op zijn zachtst ge
it bepaald leuk zijn.
•rogramma, waarvoor het
iet initiatief heeft genomen,
derde in een reeks. Eerder
1 homofielen en bewoners
1 Nleuwmarktbuurt in Am-
1 aan bod om als mlnder-
oep iets te vertellen over
gen situatie. Opzet bij deze
~tn het IKOR is, dat de
zelf het programma maken
ir ook verantwoordelijkheid
ragen. Voor 'Aansluiting ge
werd daarom een werk-
[evormd, bestaande uit men-
m de stichting Pandora en
an de Cliëntenbond. De laat-
ien bond, die zich met name
'oor de rechtspostie van de
isychiatrlsche patiënt, terwijl
btlng Pandora zich vooral op
rein van de voorlichting be-
ee mensen van de werkgroep
lette en Elfried hadden
gesprek. Van het IKOR was
erker Lejo Schenk aanwezig
lodig bij te springen of hier
r iets te verduidelijken.
(43) is huisvrouw, ge-
moeder van twee zoons
19), heeft een uitkering van
zaken en doet vrijwilligers-
n een ziekenhuis. Zij heeft
lergziekte, moet regelmatig
ideerd worden en mag van
der niet 'normaal' werken.
(36) was gediplomeerd ver-
er, hoofd van een afdeling,
nu een WAO-uitkering en
'ciaal werk, zoals ze zelf zegt
ndere ex-psychiatrische pa-
op te vangen.
Beide vrouwen, die allebei het no
dige hebben meegemaakt, zijn zeer
enthousiast, 'als het programma
'Aansluiting gevraagd' ter sprake
komt en zijn vol lof over de mede
werking van het IKOR. Het pro
gramma wil duidelijk maken, dat
een ex-psychiatrlsche patiënt ge
woon mens is met alle andere
mensen, maar dat in feite de bui
tenwereld nog steeds abnormaal re
ageert.
Elfried: 'Het zit 'm vooral vast' op
hoe Je omgeving Je benadert, om
dat Je niet begrepen wordt. Als je
je emoties toont, wordt vaak met
een gedacht, dat je niet helemaal
in orde bent, omdat je opgenomen
bent geweest. Terwijl als een 'nor
maal' iemand diezelfde emoties zou
tonen, dat niet wordt gedacht. Die
hele benadering van ex-patiënten
willen we aan de orde stellen door
de mensen zelf over hun ervarin
gen te laten praten. Ook het feit,
dat je als ex-psychiatrische patiënt
vaak geen werk kunt vinden en dat
als Je een uitkering krijgt, gezegd
wordt, dat Je parasiteert op de
maatschappij.
09 ^Sticht?
L-fïy, 1 ijBiiii^'b!'iwfil?r
duidelijke lijn in het programma,
omdai we als minderheidsgroep op
hetzelfde niveau staan als andere
groepen, zoals hartpatiënten, homo
fielen of astmalijders'.
Stempel
Buitengesloten
Je voelt je vaak helemaal buitenge
sloten, omdat je bepaalde ervarin
gen, die Je hebt ondergaan, niet
kan delen met anderen. De mensen
reageren angstig en willen er niet
van weten. Wij zouden graag be
handeld willen worden als iedereen.
Wij zijn niet zielig of gevaarlijk.
We zijn gewoon ln het leven vast
gelopen en dat kan iedereen over
komen. Je kunt iets meemaken,
hulp nodig hebben, er toch niet uit
korpen en in het uiterste geval
opgenomen worden. Wij reageren
precies als ieder ander op verdriet
en nare gebeurtenissen. Het is ech
ter helaas nog steeds zo, dat ex-
psychiatrische patiënten bij sollici
taties, verzekeringen of bij het be
halen van een rijbewijs worden ge
discrimineerd. Er zit dan ook een
Jeanette: 'Ook ik heb ervaren, dat
je geen emoties mag tonen, omdat
je ex-patiënt bent. Als Je eenmaal
opgenomen bent geweest, houd je
dat stempel tot aan je dood toe'.
Elfried vult aan: 'Als je één keer in
een inrichting hebt gezeten en je
laat je een keer gaan, wordt gelijk
de GG en GD gebeld, omdat men
denkt, dat je nog steeds een gevaar
voor de gemeenschap bent'.
In het programma vertelt een ex-
patiënte, dat ze in een winkel stond,
toen er een lastige klant binnen
kwam, die een fles sla-olie op de
toonbank kapot sloeg, omdat die
bedorven was. De reactie van de
verkoopster was: 'Gunst, mevrouw,
als u dat nou had gedaan'.
Elfried: 'Het opgenomen zijn ge
weest. hoort bij je levenspatroon.
Je wordt zielig gevonden en niet
geaccepteerd, omdat men denkt
'eenmaal gek, altijd gek'. Door dat
alles ga je je ook in gezelschap
ontzettend onzeker voelen. Als Je,
zoals ik. in totaal drie jaar in
inrichtingen heb doorgebracht, ben
je wereldvreemd geworden. Je moet
daarna helemaal opnieuw beginnen
en opnieuw leren te leven. In een
Inrichting wordt eigenlijk alle ver
antwoordelijkheid Je ontnomen en
vanuit die betrekkelijke veiligheid
daarbinnen, kom Je dan weer ln
die hardê werkelijkheid erbuiten. Ik
kan me dan ook goed voorstellen,
dat sommige mensen, zoals ook een
man in het programma zegt, af en
toe op hun knieën naar de inrich
ting zouden willen terugkruipen'.
'Fantasie'
Jeanette: 'Ik heb gemerkt, dat ex-
patiënten veel eerder over hun erva
ringen praten dan een 'normaal'
mens. De reactie is echter, dat je
rijkelijk fantaseert en dat, terwijl
je alleen maar eerlijk probeert te
zijn'. Elfried: 'De mensen worden
zo onzeker, als iemand verdriet
toont. Men is ook angstig en bang
om met problemen te worden ge
confronteerd. Kijk, als je Je been
hebt gebroken, zie je wat er aan de
hand is. Dat is te hanteren en Je
weet wanneer het beter is, maar bij
een inrichting weten de mensen
dat nooit. Waar het eigenlijk om
draait is: wanneer is iemand gene
zen; dat wil zeggen: gewoon. Bij
ex-patiënten weet je dat nooit. Dat
is de onzekerheid, waarmee men
zit. Iemand, die aan zijn blinde
darm is geopereerd in een zieken
huis, wordt daarna geen ex-patiënte
genoemd, maar als je in een in
richting hebt gezeten, wordt dat
stempel je meteen opgedrukt en je
kunt het niet eens ontkennen'.
Het IKOR-progr&mma wil duidelijk
maken, dat het in feite de samen
leving is, die het de ex-psychlatri-
sche patiënten onmogelijk maakt
weer op een zinvolle manier terug
te komen. Hun problemen zijn de
problemen van de samenleving en
als de 'normale' mensen zich daar
mee zouden kunnen identificeren,
bestaat er uiteindelijk geen wezen
lijk verschil meer.
Jeanette voorspelt: 'Over een paar
jaar zullen er door deze maatschap
pij, die faalt, veel meer psychiatri
sche patiënten zijn, omdat ze de
race niet meer kunnen volhouden.'
Of zoals een zekere Arie het ln dit
programma formuleert: 1 'Deze
maatschappij is een dolgedraaide
centrifuge en wij zijn de mensen,
die eruit gecentrifugeerd zijn'.
Hele omgeving
Lejo Schenk vindt, dat de hele
omgeving van een ex-psychlatri-
sche patiënt zou moeten worden
aangepakt. De mensen zelf doen
hun best wel, maar de omgeving
maakt vaak, dat ze weer in elkaar
klappen. Neem nu een huisvrouw,
die door de gezinssituatie zo in de
vernieling is geraakt, dat ze moet
worden opgenomen. Als ze terug
komt en aan die situatie is Intussen
niets gedaan, is het toch geen won
der, als ze een paar maanden later
opnieuw psychisch ln elkaar klapt.
Jeanette: 'Ik heb ervaren, dat als
er problemen op tafel komen de
deuren worden dlchtgeknald. Je
moet altijd maar lachen en je vro
lijk voordoen.
Vooral niet over vroeger praten,
want dat wordt niet aanvaard. Je
mag niet over verdriet praten. Doe
je dat wel, dan wordt er gezegd: je
zoekt zelf rottigheid. Kijk maar uit,
over een paar maanden zit je er
weer in'.
Jeanette vertelt nog over het werk,
wat ze als vrijwilliger in een zie
kenhuis doet. 'Ik werk daar om iets
voor de ander te kunnen zijn. Een
hand op zijn hoofd te leggen of een
sinaasappel uit te persen, maar bij
mij doen ze het niet. Je wordt zelf
niet opgevangen en staat volkomen
alleen'.
Ontzettend alleen
Elfried: 'Soms word ik wel wanho
pig en wil er dan een eind aan
maken. Of denk ik. was Jk maar
weer ln de inrichting terug. Daar
naast echter leeft bij mij toch ook
wel het idee, dat het de moeite
waard is om verder te gaan'. En
over de inrichting zegt ze: 'Daar
heb ik ondervonden wie je ware
vrienden zijn. Al mijn kennissen en
vrienden lieten me vallen, toen ze
hoorden, dat ik moest worden op-
genomen^ Ik hoorde er niet meer
bij. Nu zijn mijn vrienden bijna
allemaal ook ex-patiënten en daar
kan ik mee praten. Dat maakt, dat
je je niet zo ontzettend alleen
voelt. Ik weet ook, dat ik nooit
meer de positie van hoofdverpleeg
ster van een afdeling zal krijgen.
Dat ik een stt\p terug zal moeten
doen, maar ik ben bang om te
solliciteren. Bang ook om afgewe
zen te worden. Altijd en overal. Ik
leef nu van een WAO-uitkering,
maar ik vermaak me wel en pro
beer op mijn beur' mensen met
problemen te helpen'.
Jeanette: 'Ik voel me echt een een
ling, maar ik moet me staande zien
te houden. Al was het maar voor
mijn twee kinderen. Ik wil alleen
nog maar leven om anderen te
helpen. Verder zie ik het allemaal
niet zo rooskleurig in, maar ik doe
mijn best'.
Het programma zelf vinden ze ge
weldig om te doen. 'We .hopen echt,
dat het aanslaat. Er zijn nog zoveel
mensen, die eruit moeten komen
en mee zullen maken, wat wij heb-
'ben meegemaakt. Het is fijn, dat
het IKOR ons deze kans heeft ge
boden, want je kunt nu eens eerlijk
praten'.
Lejo Schenkt tot slot: 'In dit pro
gramma zijn verhalen te horen, zo
als zij die nu aan jou hebben ver
teld. Deze keer geen betogen van
doctorandussen, die weieens even
zullen uitleggen, hoe het allemaal
in elkaar zit. In 'Aansluiting ge
vraagd' zijn de echte deskundigen
aan het woord. Mensen, die vanuit
hun eigen ervaringswereld praten
en die het aan den lijve hebben
gevoeld'.
door Willem-Jan Martin
Nog'niet zo heel lang geleden,
twee weken om precies te zijn,
figureerde John Lennon ln deza
kolommen als het kreatieve
genius achter het jongste
produkt van de Amerikaanse
zanger-komponist Harry Nilsson.
Diens elpee Pussy Cats werd
door Lennon zodanig
'geproduced' en in de
arrangementen gezet, dat
Nilsson voor het eerst sinds
tijden (The Point, Schmilsson)
de gemoederen weer eens in
positieve zin ln beweging wist te
brengen.
Het is dan ook enigszins
merkwaardig ten aanzien van
Johns eigen werkstuk Walls And
Bridges (Appel Records SW-
3416), dat onlangs in de
platenwinkels belandde, te
moeten konstateren, dat hij er
niet bijster veel van maakt. Dat
ligt niet zozeer aan de
geluidstechnische verzorging of
de verwerking van de
verschillende Instrumenten
Lennon draait al heel wat jaren
mee, kent de studio van haver
tot gort en weet dan ook precies
hoe hij dit soort zaken moet
aanpakken, kortom: 'producing'
en arrangementen zijn wederom
van eenzame klasse maar
eerder en vooral aan de muziek
zelf, die dit keer inhoudelijk vrij
weinig te bieden heeft en geen
moment de spanning en/of
originaliteit kan opbrengen, die
Lennons eerdere platen
kenmerkt. De enige uitzondering
vormt het nummer Steel And
Class, dat in bijtende
bewoordingen afrekent met een
niet nader aangeduide ouwe
'buddy', die ongetwijfeld
helemaal in de grond moet
zinken bij het aanhoren van de
onwaarschijnlijk dreigende
klanken, waarin Lennon zijn
kritiek verpakte.
Maar daarmee is het Inderdaad
bekeken en spelen voor de rest
zelfherhaling en betrekkelijke
nietszeggendheid haasje-over.
Going Down On Love behandelt
de breuk met het inmiddels voor
ene May Pang Ingeruilde
Japanse fenomeen Yoko Ono.
John Lennon
Op zich natuurlijk een
interessant thema, zeker voor de
Lennonologen in de zaal, maar
eenenander wordt nauwelijks
bevredigend uitgediept en
bovendien remt het nummer
zich zelf door de vele
wisselingen in toonsoort en'
tempo behoorlijk af. Volgt een
stukje zouteloze fabriekspop in
de vorm van Whatever Gets You
Thru The Night, waaraan
bovendien het onbenul Elton
John zijn medewerking
verleende. Old Dirt Road, een
ballade-achtige konstruktie van
het kaliber Image, is mooi, maar
weinig verrassend, hetgeen in
versterkte mate (dat wil zeggen
tegen het cliché-matige aan) van
kracht is voor het up-tempo
gespeelde What You Got en
weer langzaam, om niet te
zeggen: melig Bless You.
Scared, waarmee kant één
afsluit, opent veelbelovend,
precies zo sinister als de titel
doet vermoeden, maar zakt
echter langzaam weg ln de
richting van het weer opdissen
van oude (Imagine-) koek.
Kant twee vertoont, na een
weinig geslaagde Harrison-
parafrase (9 Dream) en een
wederom door Elton John
meegezongen niemendalletje als
Surprise Surprise, in het al
eerder genoemde Steel And
Glass eindelijk John Lennon
zoals hij echt muziek kan
maken. Maar prolongeren is er
niet bij: Beef Jerky is een
Mothers-achtige 'instrumental',
die vlot door de mand gaat
vanwege zijn geringe
oorspronkelijkheid. Nobody
Loves You haalt de zaak slechts
even op, terwijl het door zoon
Julian van slagwerk voorziene
Ya Ya vooral als grap bedoeld
lijkt.
Een toch wat wrang wordende
grap echter, zo als afsluiting van
een elpee, die vooral op tamelijk
pijnlijke wijze de Impasse en de
richtingloosheid van een anders
toch zo belangwekkende
muzikant illustreert. Al
schrijvend en voor de zoveelste
keer luisterend word ik er
eigenlijk steeds droeviger van.
Wordt ook de theorie van
sommige Lennonologen
gaandeweg aannemelijker: het
vertrek van 'dat mens' moet
Lennon inderdaad een
behoorlijke opdonder hebben
bezorgd. Op een andere wijze
lijkt de schrijnende leegheid van
Walls And Bridges nauwelijks te
verklaren.
Het is zo al met al met een vol
gemoed, dat de vermelding van
de restanten van deze week ter
hand wordt genomen. Twee
platen met niet opzienbarende
doch ruim voldoende muziek uit
de koker van. als eerste, Bonnie
Raitt (Streetlights Warner
Bros BS 2818) en op de tweede
plaats, de James Montgomery
Band: Highroller (Capricorn
Records CP 0142) is een soms
iets te snerperlge, doch over het
geheel goed swingende elpee. Je
moet er alleen wel voor in de
stemming wezen.