et probleem van Ibert Snugcher rif I i Kijken buiten het tuinhek 'Weekend- puzzel Een partij om niet gauw te vergeten Op de hoede voor exotische sterren fhsUil bloem eh plant Sliet piekeren maar puzzelen 567e opgave voor de ladderwedstrijd) II Nieuwe boeken m w m m mm 16/ JOUW/KJWlAiRTET ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1974 BINNENLAND T15/K17 S. lec 1 us OU •i en van die triplexplank naakt u rechthoekige stukken, an allemaal verschillende afme- ing ingen, die zo goed mogelijk in jen rechthoekige of vierkante loos passen' besloot de heer laagjes en verliet de werkplaats. )aar stond Albert Snugcher! Allemaal erschillende afmetingen? Det be llij, naar hij meende. De afme ngen 1, 2, 3, 4, enz. in oplopende rolgorde moesten dus allemaal en elk leclits éénmaal voorkomen. Als hij drie stukken zou mak^n, dan ouden de afmetingen 1 tot en met 6 ijn, bijvoorbeeld 1x2, 3x4, en 5x6, of x4, 2x6 en 3x5; of... het duizelde Ibert. lij greep zaag en maatlat en zaagde - Is proef - eerst maar eens twee tukken (afmetingen 1 tot en met 4). at kon maar op drie manieren: 1x2 en 3x4 (fig. I); die stukken ouden in de zo klein mogelijke doos 3x3 15 oppervlak. 1x4 en 2x3 (fig. II): déze twee likken konden in een kleinere doos. an 3x4 =12 oppervlak. 1x3 en 2x4 (fig. Ill); ook hier onden de stukken in een doos van x4 12 oppervlak; maar dit was de unstigste verdeling omdat niet lechts het doosoppervlak zo klein ïogelijk was, maar bovendien slechts en stukje van lxl open bleef, in egenstelling tot manier 2) waarbij en stukje van 1x2 2 oppervlak pen was gebleven. Ir zat iets van de puzzelaar in Albert n die dag bracht hij door met proef- emingen met drie stukken. Hier ble- en 15 mogelijkheden te bestaan; tukken van 1x2, 3x4 en 5x6 óf 1x2, x5 en 4x6, óf 1x2, 3x6 en 4x5, óf 1x3, x4 en 5x6, enz. enz. an het einde van de dag had hij avonden, welke der vijftien moge- jkheden in de kleinste dcos paste en ok welke bovendien de kleinste limte open liet. De volgende dag ;gon hij met vier stukken Ibert vertoeft nu in een rusthuis en jn toestand is redelijk aar ik Albert's resultaten niet ken, end ik mij tot u, met de vraag, hoe et moet met drie stukken, met vier ukken, met vijf stukken, met zes, iet zeven en met acht stukken (van Ie acht stukken zijn de afmetingen us opklimmend van 1 tot en met 4. Men moet een zodanige combina- van uitgezaagde, rechthoekige iimen vinden, dat de do'os zo klein ogelijk is. Zijn er meerdere moge- (ikheden, dan dient de combinatie in die doos de kleinste ruimte inlaat te worden gekozen. De achteloze opdracht van de heer Vaagjes Dit.zijn eigenlijk zes-problemen, die met maximaal 21 punten worden be loond. Deze punten zijn bestemd voor onze doorlopende ladderwedstrijd. Ja, u kunt daaraan gaan deelnemen, of u abonnee bent of niet. U krijgt dan een persoonlijke kaart, waarop uw punten worden genoteerd. Elke keer dat u inzendt stijgt uw puntentotaal en dit gaat door totdat geen der andere ladderbeklimmers een hoger totaal heeft dan u, in welk geval u de ladderprijs wint en met nul punten aan een nieuwe ladderbeklauterings- poging begint. Wilt u voor dit vraagstuk een waar deringscijfer geven (1 als laagste en 10 als hoogste waardering?) De oplossingen dienen uiterlijk 14 De drie mogelijkheden van twee stukken september binnen te zijn bij mr. G. van Vorden. postbus 58, Eerbeek. Op briefkaart of briefomslag dient 'Niet Piekeren maar Puzzelen' te staan, ter wijl in uw schrijven uw volledige naam en adres in blokletters dienen te zijn geschreven of getikt. En ver meldt u vooral indien zich wijzigin gen in naam/en of adres voordoen, ook als u in lange tijd niet inzond. Want uw punten blijven steeds gel dig. Niet slechts uw oplossingen, maar ook uw commentaren zijn hartelijk wel kom en werken inspirerend. Indien u vragen heeft wil ik deze gaarne trach ten te beantwoorden, niits u een steeds waardevoller zegeltje (tot 1-9 van 40, daarna van 45 cent) insluit. Daar binnenkort een lezersserie be gint verzoek ik diegenen, die eigen puzzelwerk hebben gemaakt, mij dit toe te zenden. Indien - eventueel na ruggespraak - uw probleem wordt aanvaard, wordt dit geplaatst, samen met uw door onze tekenares vervaar digd portret. En in oktober of november vindt de elfde puzzelaars-bijeenkomst plaats, waarover nog nadere berichten vol gen. mr. G. Van Vorden iorizontaal: 1. kleine huidopening, 5 erhaal, 9. livreiknecht, 13. plaats in eel and, 15. pLaaggeest, 16. klankweer- aatsing, 17. lengtemaat (afk.), 19. igersroep, 21. meubel, 22. familielid, 3. soort bier, 25. bevoegd, 28. smalle 'eg. 29. smart, 31. zee (eng.), 32. zaak, 3. torenkraai (gew.) 34. coupe, 36. ichter, 38. soort hond, 40. bijbels iguur, 42. gril, 43. bontjas, 45. reeds, 1. niet gespannen, 49. ongaarne, 50. ieknoot, 51. romens keizer, 52. ersteend overblijfsel van plant of 'ier,i 53. vuil, 54. pers. voornaamw. 55. rater in Limburg, 57. teken dat in de en voorkomt, 59. pers. voor- aamw. 60. spoorstaaf. 61. donkere ilder in molens, 63. rekening, 65. de jnste vederen, 66. man, 68. koortswe- and middel, 70. ovenkrabber 71 anw. voornaamw. 72. boom, 74. ein- 76. peulvrucht, 77. verbruiker, 80. vorkomen, 81. naschrift (afk.), 82. randwachter, 83. vreemd, 85, water i Friesland, 86. nors, 87. plaatsje nder Gramsbergen, 89. venster, 91. heidingslijn, 92. onmiskenbaar, 93. ater in Limburg. ertlcaal: 1. bode aan een universi- 7. ni' mm inzie 1 E erste ierj 5 b salmi teit, 2. muzieknoot, 3. een weinig, 4. azijn, 6. rund, 7. tijding, 8. voertuig, 9. scheepslading, 10. zangstem, 11. lengtemaat (afk.), 12. turks keizerlijk, decreet, ,14. god der liefde, 16. zwem vogel, 18. vogel, 20. voorteken, 21. wending, 22. sappig, 24. rivier in Siberië 26. kweekgras (Z.N.) 27. eet lust, 28. huisdier, 30. wanklank 33. afvaardiging, 35. achting, 37. onduide lijk, 38. paardje, 39. dwaze gewoonte, 41. losgeraakte draad, 43. land in Europa, 44. schildpad, 46. water door latend, 48. duw, 49. landtong, 50. duikereend, 56. vordering, 58. haar krul, 60. schoorsteenzwart, 61. schor. 62. grondsoort, 64. meisjesnaam, 65. jonge kabeljauw, 66. kronkel, 67. mu ziekinstrument, 69. vaarwel, 70. soe pel, 71. soort hond, 73. oude borm- tronk, 75. eens, 77. vrucht, 78. water kruik, 79. bruinachtige verfstof, 82. herdersgod, 84. bekend gebouw in Amsterdam, 86. scheik. element, 87. waterstand, 88. voorvoegsel, 90. pers. voornaamw. Oplossingen t.e.m. woensdag a.s. per briefkaart zenden aan: Trouw/Kwar tet, Postbus 859, Amsterdam. Linksbo- N.V.A. Sluyter Zn. Ludolf de Jongstraat 25 Rotterdam. Tel. 373155. Telex 25444. Verzorgt al uw transporten door geheel Nederland. Het kampioenschap van Friesland is vorige week weer begonnen en telt naast vele prominenten zoals P. Bergsma, H. Wiersma, S. Visser en A. F. Schotanus ook nogal wat jongere talenten waaronder J. van de Wal, jeugdkampioen van Friesland, J. Ca- pelle, oud-jeugdkampioen A. Scholma en mijn broer Eddy. De eerste ronden hebben een storm achtig verloop gehad, wat wel blijkt uit de nederlagen van Sjoerd Visser; Anton Schotanus en ondergetekende tegen resp. Jannes van der Wal, Ben Stenekes en Jan Pander. Dit belooft een erg spannend toernooi te worden en er zijn dan ook plannen de 120 partijen gestencild uit te geven. Ik wil voordat ik tot de bespreking van mijn verliespartij tegen Pander overga even een kort overzicht van deze partij geven. De opening verliep naar wens, temeer daar Pander ineing op een lievelings variant van mij, terwijl ik verwacht had, dat hii wel zou proberen het vrij overzichtelijk te houden. Op de elfde zet week Pander af met een mogelijk heid, waaraan ik eigenlijk nooit veel aandacht had besteed, maar die er toch voor zorgde, dat ik een schijf minder cp mijn lange vleugel hield. Toch leek alles naar wens te verlo pen, maar een tijdelijk offer gooide roet in mijn eten. In plaats van naar remifie af te wikkelen gokte ik in tijdnood te veel, om na de vijftigste zet tot de ontdekking te komen, dat de damzet, dié ik in tijd van nood wilde nemen, verloren was, waarna ik wel kon opgeven. Wit: F. Drost Zwart: J. Pander 1. 33-29 17-22. Dit antwoord had ik niet verwacht. Ik had mij voorbereid op 1. 19-23. 2. 39-33 11-17 3. 44-39 6-11 4. 50-44 1-6 5. 31-26 16-21 6. 32-28 19-23 7. 28x19 14x23 8. 35-30 21-27. Na deze zet, die snel werd gespeeld, rees bij mij het vermoeden, dat zwart op een herha ling van de opening WiersmaVan Westerloo uit was. Maar gelukkig kwam dit niet overeen met Panders plannen. j 9. 30-24 10-14 10. 37-31 5-10 11. 42-37 11-16. Een ongebruikelijke, maar goe de voortzetting. 12. 47-42 7-11 13. 37-32 Op 13. 40-35 heeft zwart altijd de beschikking over 13. 13-19 met goed spel. omdat 15. 34-30 gevolgd door 16. 33-28 niets oplevert. 1320-25 13. 16-21 is erg slecht, want zwart krijgt dan na 14. 42-37 grote moeilijkheden. Ook 13. 2-7 komt niet in aanmerking, omdat deze vroege beslissing vrijwel direct verlies oplevert door 14. 32x21 16x27 15. 40-35 23-28 16. 26-21 17x37 17. 41x23 en zwart staat positioneel gekraakt. 14. 32x21 16x27 15. 24-20 15x24 16. 29x20 23-28 17. 20-15 13-19 18. 40-35 9- 13 19. 44-40 3-9 20. 42-37 2-7. Een op het oog slechte zet, maar ik heb nog geen weerlegging kunnen vinderi. 2. 34-29 19-23 22. 40-34 17-21 23. 26x17 12x21 (zie diagram I) partij was op het ogenblik, dat deze rubriek geschreven werd, nog geen 24 uur oud. Het is dan ook heel goed mogelijk, dat de analyses onvolledig zijn. 24. 7-12 25. 26x17 12x21 26. 37-31 11-17 27. 31-26 6-11 28. 41-37 11-6 29. 37-31 27-32 29. 28-32 verliest snel. 30. 38x27 21x32 31. 46-41 Sterker is 31. 29-24, waarna wit nog steeds kansen heeft, maar analytisch is dit toch ook erg slecht. Na 31. 29-24 vervolgt zwart namelijk met 31. 14-19 (niet 31. 14-20?, wegens 32. 34-29 23x34 33. 39x30 20x38 34. 31-27 en wit wint. Ook niet 31. 8-12 32. 24-19 13x24 33. 34-30 en wit wint) 32. 4641 19x30 33. 35x24 en nu niet 33. 28-32, want dan staat wit na 34. 34-29 23x34 35. 39x30 25x34 36. 45-39 34x43 37. 49x27 erg goed. Veel sterker is 33. 16-21! 34. 47-41 9-14 en nu staat zwart plotseling erg goed, omdat 35. 24-20 faalt door 35. 21-27. Door deze laatste variant viel mijn plan dan ook helemaal in duigen. Dan nu weer het partij verloop: 31. 14-19 32. 35-30 19-24 33. 29x20 25x14 34x25 10-14 37. 40-34 13-19 38. 34-30 9- 13 39. 4944 (zie diagram II). 13 39. 494 (zie diagram II). Voorbij zijn de tijden, waarin alleen Europa en Amerika een rol in de schaakwereld speelden. Op de schaak olympiades stijgt het aantal deelne mende landen uit Azië en Afrika. Een paar talentvolle spelers uit deze 'exo tische' continenten zullen misschien al in de eerstkomende jaren gevreesde tegenstanders voor alle topspelers zijn. Torre heette de beroemde Mexicaanse grootmeester, die de schaakwereld in de twintiger jaren verblufte met zijn bliksemsnelle sohaakloopbaan. In ver scheidene briljante partijen versloeg hij heel beroemde tegenstanders, waaronder zelfs de ex-wereldkampioen dr. E. Lasker. De combinatie in die partij werd al gauw in de hele wereld gepubliceerd en is ook nu nog in veel leerboeken te vinden. Lasker m |p r» O 1:. 1 1* IR I' ii io P P P a P u ff P i; \a ,P K IÖ ff K re iö E Op 39 14-20 was 40. 15x24 23-29 41. 39-34 gevolgd met winst. Maar zwart verrast mij nu met een verras send (wel voor de hand liggend) offer. 39. 17-21 40. 26x17 22x11 41. 33x22 18x27 42. 31x22 8-12 43. 48-42 12-17. Hier moet volgen 44. 42-37 17x28 45. 38x27 28-33 46. 39x28 33-21 47. 30-24 met een benauwde remise voor wit. Ik koos eohter (ten onrechte) voor het handhaven van de spanningen dcor 44. 39-34 17x28 45. 42-37 11-17 46. 44-40 16-21. Terecht laat zwart zijn schijf op 13 staan daar dit een sterke verdedi- gings-schijf is. 47. 40-35 21-26 8. 4339 32-28 49. 30-24 19x30 50. 35x24 17-22 51. 24-20 14-19 52. 34-30 22-27 Tot mijn ontsteltenis bemerkte ik dat 53. 39-33 38x29 54. 20-14 19x10 55. 30- 24 29x20 56. 25x14 simpel verliest door 56. 13-19, gevolgd door dam- halen met schijf 27 op veld 49. Dus kon ik met een bord vol schijven wel opgeven. Deze partij is wel de meest vernede rende uit mijn carrière. Nog nooit ben ik zo verschrikkelijk 'afgeslacht'. Ik hoop, dat U meer van deze partij heeft genoten dan ikzelf en dap laten we het voor deze keer hierbij. FRANK DROST (ADVERTENTIE) ven vermelden: Weekendpuzzel. OPLOSSING VAN VORIGE WEEK Hor.: 1. kornak, 5. mossel, 10. ode, 12. lei, 13. sado, 15. Gea, 17. ferm, 18. Eede, 20. luim, 22. eg, 23. la, 25. re, 26 hé, 27. gemeleerd, 31. pi, 32. as, 34. tolerabel, 41. eb, 42. R.O. 43. al, 44. Aa, 45. anti, 47. plan, 49. Aare, 51. tra, 53. noot, 55. Ali, 58. dra, 59. staart, 60. gareel. Vert.: 1. koster, 2. Oda, 3. rede, 4. ar, 6. os, 7. slem, 8. eer, 9. limiet. 11. de, 14. oele, 15. ge, 16. al, 17. fier, 19. dam, 21. ure, 24. el, 27. git, 28. ene, 29. era, 30. dal, 33. geraas, 35. Orne, 36. lot,- 37. ra, 38. bal, 39. elan, 40. aantal, 45. aria, 46. it, 47. pa, 48. node, 50. alt, 52. Rt. 54. ore, 56. er, 57. da. Prijswinnaars: W. Gossen, Krimweg 62, Coevorden; H. Jelsma, Ardealaan 9, Hillegom; O. Dijksitra, Sua 54, Wor- kum. Margaretha Ferguson: Hollands In dische verhalen. Leopold/Den Haag 157 bl. 14,90. De schrijfster Margaretha Ferguson is in Indonesië opgegroeid. Ze ging er als meisje van negen jaar met haar ouders naar toe naar ik aan de hand van de foto op het omslag aanneem in de jaren dertig om pas in de jaren vijftig terug te komen. Haar bundel met dertien verhalen speelt zich dan ook af in verschillen de perioden: de jaren dertig, tijdens de Japanse bezetting en tenslotte in de periode na de overdracht. De verhalen worden vooral getekend door veel sfeer. Dat is in het bijzon der het geval in het langere stuk 'Het Slechte Pad'. Het gaat over de vriend schap tussen twee meisjes: de één komend uit een burgerlijk, stijf gezin, de ander levend in een losse en makkelijke omgeving. De eenzaamheid van het ene, strak opgevoede meisje, komt goed over. De stukken die in de Japanse periode spelen zijn erg nuch ter: geen zelfbeklag, maar zakelijke constateringen van de barre situatie in die tijd. 24. 31-26. Misschien moet wit zich inlaten op 24. 14-20 25. 33-29 7-12 26. 31-26 11-17. Maar nadere analyses zullen dit nog moeten uitwijzen. De Begrafenis- crematieverzorging A. W. v. Mourik Dr. Zamenhofstraat 71, Rotterdam-16. Tel. 136468-208884-209536 Dag en nacht te ontbieden. Rouwkamers beschikbaar in alle stadsdelen. TORRE-LASKER Moskou 1925 1. Lf6! Dh5: 2. Tg7:t Kh8 3. Tf7:t Kg8 4. Tg7t Kh8 5. Tb7:t Kg8 6. Tg7t Kh8 7. Tg5t Kh7 8. Th5: Kg6 9. Th3 Kf6: 10. Th6:t en wit won na enkele zet ten. Een naamgenoot van de Mexicaanse grootmeester (wiens zenuwen helaas de spanning van de toernooien niet lang hebben kunnen verdragen) verte genwoordigt de Filippijnen. Ook hij versloeg al verschillende bekende grootmeesters. Zijn overwinning op de Tsjechoslowaakse grootmeester Hort behoort tot de beste prestaties op de olympiade in Nice. De partij is ook van theoretische betekenis. TORRE-HORT Nice 1974 Sieiliaans I. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cd4: 4. Pd4: Pc6 5. Pc3 a6. Deze zet wordt tegen woordig beter beschouwd dan Dc7. De verklaring daarvan wordt uit de vol gende toelichting duidelijk. 6. Le2. Na 6. Le3 Pf6 7. Ld3 ontdekte Fischer het eenvoudige en goede ant woord d5, dat tot remise leidt. Een belangrijk alternatief daartegen is 6. g3. 6. Dc7 7. Le3 Pf6 8. 0-0 Lb4 9. Pc6:. Gewoonlijk wordt hier het pion offer 9. Pa4 toegepast. Daarna zijn echter de gevolgen van Pe7!? niet geheel duidelijk. Om die reden wordt nu vaak de tekstzet uitgevoerd. 9. bc6: 10. Pa4 Tb8. Na 0-0 volgt 11. Pb6 Tb8 12. Pc8: Tfc8: 13. La6: Td8! 14. Ld3 Ld6 15. Khl Le5 16. c3 Tb2: 17. Del met scherp spel. II. c4! Ld6 12. f4 Pe4: 13. Ld3 Pf6 14. c5 Le7 15. Ld4. Nu heeft wit grote aanvalskansen voor de geofferde pion. Zijn. lopers bemoeilijken de zwarte rokade. 15. Tb4? Zwart kiest voor een scherp tegenspel. Hij wil de kwaliteit offeren voor een tweede pion. 16. Lc2 Da5! 17. a3 Ta4: 18. b4ü In plaats van 18. La4: Lc5: kiest wit een verrassende voortzetting: hij geeft 2elfs twee pionnen voor de kwaliteit. Hij behoudt daarbij echter de pion op c5, die op het zwarte spel een onaan gename druk uitoefent. 18Tb4: 19. ab4: Db4: 20. Ta4 Db8 21. Khl d5. Na 0-0 22. Ta3! dreigt 23. Lf6: Lf6: 24. Lh7:t! en op 22. g6 is 23. Tb3 heel sterk. 22. cd6: e.p. Dd6: 23. Dbl c5 24. Le5 Dc6 25. Ta3! De kleine rokade kan nu wéér niet en zwart moet zich verdedi gen tegen de dreiging La4. 25Ld7 26. La4 Dc8 27. Ld7:t Dd7: 28. Tdl Dc8 29. Ta6:l 0-0. Natuurlijk niet Da6:?? 30. Db8t. Nu schijnt ech ter zwart buiten gevaar te komen, ook wanneer hij de pion op c5 opgeeft. In een dergelijke stand is het materiaal echter niet beslissend, omdat de acti viteit van de witte stukken een door slaggevende rol gaat spelen. 30. Ta7 Te8 31. Tc7 Da8 32. Db5! Pd5. Elegant zou wit na Tb8 gewonnen hebben: 33. Db8:t! Db8: 34. Te7: Da8 (of Db6) 35. Tb7! enzovoort. 33. Tal! Dd8. Op Pc7: 34. Ta8: Ta8: zou 35. Db7 gevolgd zijn. 34. Td7 Dc8 35. Tb7! Met 36. Tb8 als dreiging. 35. Tf8 36. Taa7 De8 37. Db2! f6 38. Ld6! Dh5 39. Dbl! Wit dekt het veld dl en valt tegelijk h7 nogmaals aan. Precies als bij de vorige zet volgt nu na Ld6: 40. Tg7:t Kh8 41. Th7:t en mat. Zwart gaf op de 39ste zet op. EEN KRITISCH VELD Een veel voorkomend probleemthema komt in de volgende driezet voor. Twee matpogingen van wit falen: 1. Tel wegens Lc6! en 1. Kf7 wegens c6 (c5)t. Met de sleutelzet dwingt wit een afsluiting van de bewegingsvrij heid der zwarte stukken af, op het zogenaamde 'kritische veld' b7. Bizon der interessant is, hoe de componist met slechts twee witte stukken dit thema heeft weten uit te werken! Dr. A. Kraemer Wiener Schachzeitung 1929 AA B 1 i A A A A 3 Mat in drie zetten. De stukken versagen. Bij de oplossing van de studie van deze week zou men verwachten, dat het wit op een of andere manier moet lukken, de zwarte pionnen tegen te houden om dan met behulp van zijn twee lichte stukken te winnen. Dit is echter onmogelijk en wit wint op onverwachte wijze: hij offert zijn twee stukken en wint bij gelijk mate riaal! J. Pospisil Csech. Sach 1963, Eerste prijs. m m m ■S1&S3 lias Wit speelt en wint Oplossingen PROBLEEM: 1. Tbl! Dreigt 2. Tb8: mat. 1. Lb7 2. Kf7! 1. Tb7 2. Tel! STUDIE: 1. Pe3t! Kei: 2. Kc4 Kf2 3. Kd3 Kgl 4. Ke2 Kh2 (Eenvoudiger wint wit na KhJ. 5. Kf3! Kgl 6. Kg4) 5 Kfl! h3. Wat nu? Zwart schijnt zijn doel bereikt te hebben, de afruil van de enige witte pion. 6. Pg4t Khl 7. Pf2t! gf2: 8. gh3: en wint. LUDEK PACHMAN Planten groeien niet zomaar vanzelf op elk plekje. Ik heb buren die steeds weer klagen dat er niets in hun tuin wil groeien. Soms wat hatelijk maken z-e opmerkingen over het 'oerwoud' dat mijn voor- en achtertuin lijkt te overwoekeren, maar er klinkt een ondertoon van jaloezie in door. tengezelsohappen die veel voorko men en de soorten die zich in verscheidene milieus thuisvoelen. Er zijn natuurlijke gezelschappen met spectaculaire soorten die duidelijk zichtbare eisen stellen aan de stand plaats waaraan we zonder veel moei te kunnen voldoen en die, ais we ons inderdaad beperken tot de soorten die tot het gezelschap behoren, aan elkaar gewaagd zijn. De kennis die daarvoor nodig is, kunnen we in het veld opdoen, maar daarnaast bestaat er een hand boek dat het mogelijk maakt alle natuurlijke plantengezelschappen te leren kennen en bovendien te weten te komen aan welke milieus ze de voorkeur geven. Het is in de eerste plaats bestemd voor botaniestuden- ten en amateur-botanici, daarnaast voor land-, tuin- en bosbouwkundi gen, beheerders van natuurreserva ten, planologen, recreatiedeskundi gen, geografen, bodemkundigen, wa terstaatkundigen en zoölogen, maar er is geen enkele reden waarom ook niet een tuinbezitter die wilde plan ten wil kweken, er geen gebruik van zou maken. Toch, als er eens wat leverkruidzaad is overgewaaid uit mijn tuin in de hunne en opschiet tot een krachtige bos met de hele maand juni en juli door platte schermen van prachtige roze bloemen, die massa's bijen, zweefvliegen en vlinders trekken, worden die snel verwijderd tussen hun armetierige zinnia's en achil- lea's. Waarom toch niet tolereren wat je niet zelf hebt geplant? Waarom toch eigenzinnig weigeren wat de natuur je gul cadeau geeft en dat het op die grond uitstekend doet? Wild tuinieren is geen gave: wild tuinieren is een instelling van de tuinman, waaraan wel kennis te pas komt en dankbaar aanvaarden wat mooi is en op je grond aardt. Wild tuinieren is een combinatie van kij ken, liefhebben, uitvoeren, leiden en met rust laten. Het kijken begint eigenlijk buiten het tuinhek, daar waar planten groeien zonder de be teugelende hand van de mens of misschien juist ondanks die alles regulerende hand. Wie wat oog heeft gekregen voor wat er allemaal buiten de tuin groeit en met behulp van flora's of anderszins de wilde planten pro beert te leren kennen, ontdekt al gauw dat er niet alleen onderscheid bestaat in de begroeiing van de zand gronden, de weiden, de oevers en de afvalhopen, maar dat daarin ook weer verschillen zijn op te merken. De samenstelling van de bodem is maar een van de factoren die bepa len wat er groeien wil. Van zeker even groot belang is de ligging met betrekking tot zon en schaduw, de hoogte van het grondwaterpeil, de concurrentie van de omringende be groeiing en nog veel meer zaken, die misschien niet eens allemaal bekend zijn. Al die factoren met elkaar vormen het leefmilieu van de plant. Niet zo nauw Er zijn soorten die het met hun leefomgeving niet zo nauw nemen: door henk van halm Meer dan manshoge koningskaarsen in een slangenkruidassociatie in het Voornse duin. ze voelen zich in heel veel milieus thuis. Andere daarentegen stellen zulke speciale eisen dat ze bij voor beeld alleen maar voorkomen waar twee milieus elkaar ontmoeten, waar twee bodemgesteldheden aan elkaar grenzen, waar een weinig voorko mend mineraal in de bodem zit, enzovoort. Dat zijn de zeldzaamste soorten van onze wilde flora. Het spreekt vanzelf dat het weinig zin heeft deze planten in onze tuin uit te zaaien, want de kans is klein dat ze daar net die voorwaarden vinden om te gedijen. Veel meer mogelijk heden bieden de soorten uit plan- Overzicht In 'Plantengemeenschappen in Ne derland' geven prof. dr. V. Westhoff en A. J. den Held van de in ons land bekende vegetatie-eenheden een overzicht, dat ook grotendeels van toepassing is voor Laag-België en Noordwest-Duitsland. De verschillen de begroeiingen worden allereerst op grond van uiterlijk en structuur on dergebracht in dertien formaties. Dat zijn grote eenheden waarbinnen op basis van de samenstellende plan- tesoorten klassen, orden, verbonden en associaties worden onderscheiden. Associaties en subassociaties zijn de fijnste onderverdelingen in de plan- tensociologie en daaronder vallen bij voorbeeld het kroosdek van de 'sloten, de opgroeiïng van de lage kwelder, de bemest Hollandse cul- tuurweide, de droge hei, het duin- doornvlierstruweel, het elzenbroek- bos, het duinberkenbos, de ruigt- kruidengemeenschap met leverkruid, moerasspiraea, valeriaan en poelruit. In dit boek zijn de eenheden be schreven met de samenstellende flo ra, het milieu waarin de gemeen schap leeft en waarvoor ze typisch is en de verbreiding ervan binnen en buiten Nederland. Twee manieren Je kunt deze 'flora van plangenge- meenschappep' op twee manieren hanteren: ermee een plantengemeen schap in het veld determineren en zo te weten komen welke gemeen schappelijke eisen die soorten aan hun groeiplaats stellen en je kunt aan de hand van de milieubeschrij vingen uitzoeken waarvoor je moet zorgen als je bepaalde planten in je tuin wilt kweken en welke soorten van nature in hun omgeving thuis horen. 'Plantengemeenschappen in Nederland' is een strikt wetenschap pelijk werk, nog door geen enkele dergelijke publikatie overtroffen en toch heel wel te gebruiken door amateurs die al wat plantesoorten kennen en met de flora overweg kunnen. Wat tfieer is: het helpt inzicht verschaffen in natuurlijke begroeiingen en zonder dat inzicht is wild tuinieren te veel 'een zaak van aan het toeval overlaten. Plantengemeenschappen In Néfler- land, door V. Westhoff en A. J. den Held. Uitg. W. J. Thleme, Zutphen. 324 blz., ƒ37.50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 17