TRMTSTENEN TEGEN REVOLVERS
Verrassend slagwerk
van Bruno Maderna
eertig jaar geleden oproer in de Jordaan
Afknapper
van Nono
Conservatoriumor kest
met Italiaans concert
Hinder treinverkeer
door ontsporing
Helder Camara
koopt land
van vredesprijs
;OUW/KWiARTET ZATERDAG 6 JU1LI1974
BENWENLAiND/KHNSTT9/K11
--X
de Jordaan in deze dagen, doch vooral gisteravond beleefd
eeft, is veel ernstiger dan eenig oproer uit de laatste eeuw. Het
alingoproer was er niets bij. En zelfs het verzet tijdens de aard-
jpelrelletjes droeg een ander karakter. Misschien even verbitterd,
taar niet zoo tegen alles in volgehouden als thans. De menschen,
ie nog aan den strijd deelnamen, liepen roekeloos tegen de meest
lodemne oorlogswapenen in'.
ie
et deze door ontsteltenis ingegeven
oorden maakte het socialistische
igblad Voorwaarts op zaterdag 7 juli
134 gewag van een opstand die de
msterdamse Jordaan veertig jaar ge
iden in een slagveld veranderde. Een
eine week lang woedde in die wijk,
nog uitsluitend bewoond door
irschoppelingen, een ware oorlog,
e zes doden en vele tientallen ge-
onden zou eisen. De wanhoop waar-
e de werkloosheid en de daaruit
'tvloeiende armoede van de jaren
ertig leidde, kreeg nergens en nooit
gewelddadig gestalte als toen en
ir.
et Jordaanoproer vormde het ant-
oord van de werklozen op de beslis-
ng van de aan het bezuinigen gesla-
en regering-Colijn de steunuitkerin-
en per 1 juli 1934 te verlagen. De
emiddelde wekelijkse uitkering werd
an 12,72 gulden teruggebracht tol
,51 gulden, een verschil dus van
iet minder dan 1,21 gulden. Dat was
eer dan de toch al uitgemergelde
euntrekkers verdragen konden. Op
oensdag 4 juli 1934 sloeg in de
oofdstad de vlam in de pan, waarna
ok elders in de stad en in het land
kse branden uitbraken.
de Jordaan laaiden de vlammen
et hoogste op. 's Middags kwam het
ot een eerste botsing tussen demon-
itranten en politie. Het ook toen al
rdelievende dagblad De Telegraaf
apporteerde de volgende ochtend:
üdat eerst op de Palmgracht een
roep van een paar honderd commu-
isten uiteengedreven was en iemand,
ie hier een schietpartij tegen de
olitie begon, was gearresteerd, bleef
et den geheelen middag onrustig in
eze volkrijke buurt. Vrijwel op alle
ioeken der straten kon men kleine
groepjes werkloozen vinden die voort
durend werden verspreid door leden
/an de motorbrigade, agenten te voet
:n door de ruiters, die langen tijd in
den Jordaan en naaste omgeving toe
licht bleven houden. Het geronk der
notoren en het getrappel der paarden
rok aller aandacht. Uit vrijwel alle
ensters zag men de bewoners rustig
oekijken naar hetgeen er zou gebeu-
en'.
iang werd het geduld van de rustig
lekijkende bewoners niet op de proef
esteld. Al gauw klonk het ook op-de
olgende dagen veelvuldig gegeven
onsigne van de politie: 'Ramen
licht'. Behalve geslagen, werd er ook
geschoten. 'In alle zijstraten', schreef
"Voorwaarts, '(klonken) de scherpe
knallen der politierevolvers.' De oor-
I log was weldra compleet.
Barricaden
De Jordaan moet die avond een
spookachtige aanblik hebben geboden,
omdat de opstandelingen de lantaarns
hadden vernield. In alle straten wa
ren barricaden opgeworpen. De politie
werd met stenen, dakpannen, bloem
potten, flessen en andere projectielen
bekogeld. Volgens krantenverslagen
waren er duizenden mensen op de
been; keer op keer werden zij door
charges van de hardhandig optreden
de politiemacht verspreid.
Ook in andere delen van Amsterdam
was of werd het onrustig. In de
Indische buurt kwam het tot relletjes
doordat de buurtbewoners waren op
geroepen te protesteren tegen een
NSB-vergadering die op het Ambon-
plein zou worden gehouden. De verga
dering werd overigens op het laatste
ogenblik afgelast in verband met het
overlijden van prins Hendrik. Ook
rumoerig was het op Kattenburg, een
stadswijk die altijd een belangrijke
ro' beeft gespeeld bij opstanden. De
po' "'e trad daar op tegen een groep
v Hozen die een optocht Wilde hou
den.
P:om een uur of één 's nachts had
de politie het laatste verzet in de stad
gebroken. De eerste gewonden waren
gevallen, en op het hoofdkwartier van
do pol tie, het posthuis Zeeburgerdijk.
bevond zich een aardige verzameling
van de projectielen waarmee gegooid
was. De Telegraaf sprak van 'een
geheel arsenaal, waaruit duidelijk
bleek, dat het straffe optreden der
politie meer dan gerechtvaardigd
was'.
Onweer
De volgende dag. donderdag 5 juli
1934, bleek de rust nog allenninst
teruggekeerd te zijn. Een verslaggever
tekende op: 'Een warme middag was
het. Een broeiend heete sfeer. Uit de
ramen, boven de bloempotten, die
even een fleurige tint aan de huizen
geven, lagen mannen en' vrouwen te
kijken. Naar beneden, waar op eiken
hoek van de straat mannen stonden te
praten. Verhitte gezichten en verhitte
gemoederen. Zoo nu en dan reden
politiemotoren voorbij. Even een
vlucht. Dan hernam de Jordaan zijn
beeld weer van dezen middag. Roerig,
mokkend, broeiend warm. Er zat on
weer in de lucht'.
Het onweer zou niet lang op zich
laten wachten. De volgende morgen
viel in De Telegraaf te lezen: 'Op de
Lindengracht werden plotseling de
straatsteenen opgebroken. Uit alle
hoeken schoten menschen toe. Zij
boorden met werktuigen de steenen
uit den gronden legden ze op hoo-
pen. Dit was het signaal voor een
formeelen opstand. Toen even later
de politie verscheen werd zij met een
hagelbui van steenen ontvangen. Tie
rend en joelend bejegende de Jordaan
de agenten. Uit het publiek werden
wapenen gericht Dakpannen vielen
kletterend neer. De dwarsstraten wa
ren vol gerucht. Gefluit en gesis
weerklonk aan alle kanten'. 1
Aanzienlijk minder uitbundig was de
beschrijving die Voorwaarts van dé
Een beeld van de onlusten, nu vertig jaar geleden, in de Amsterdamse Jordaan.
gebeurtenissen gaf. In proza dat alle
kruitdamp ontbeerde, meldde dit
blad: 'In de Goudsbloemstraat heeft
de politie vanmiddag een drietal bar
ricades ontruimd en 'veroverd'. Barri
cades in een der armste straten van
deze door ellende verworden arbeiders
buurt. Achter en terzijde van deze
puinhoopen vochten de armsten van
Amsterdam op hun wijze voor behoud
van de steunregeling, die de misère
toch al niet uit hun woningen hield.
Ook déze passage loog er niet om: 'Nu
staan tien, vijftien agenten, de met
scherp geladen revolvers in de hand,
op wacht. Hoog, achter een gordijn-
loos venster, verschijnt een hoofd van
een jonge vrouw, vaal geel, een ver
bitterd gezicht. En achter groezelige
gordijnen kindergezichten, angstig,
morrend, ongedurig*.
Zoveel medegevoel kon het liberale
Algemeen Handelsblad niet opbren
gen. Hautain betitelde het (evenals
trouwens de Nieuwe Rotterdamsche
Courant) de opstandelingen als 'ge
peupel'; in het hoofdartikel schreef
deze krant op 6 juli 1934 vol afschuw
over 'het grauw dat gisteren in den
Jordaan winkels plunderde, straten
opbrak en lantaarns vernielde'.
De verslaggever van het Algemeen
Handelsblad beleefde er bange uren:
'Van alle kanten van de stad kwamen
de ongunstigste elementen van de be
volking naar den Jordaan om er mee
te genieten van hetgeen de communis
tische 'Tribune' noemt: 'de eenheid
van de actie der arbeiders.' Wie in
voorkomen en uiterlijk afweek van
het type 'Jan met de pet' liep in de
straten van den Jordaan levensgevaar,
men drong naar hem op en als hij
niet maakte, dat hij wegkwam, zou hij
onderhanden worden genomen..
Hitscampagne
Niet als enige zocht het Algemeen
Handelsblad de schuld van het Jor
daanoproer bij de communisten, in
het bijzonder bij het dagblad van de
Communistische Partij Holland, De
Tribune. In Voorwaarts van 6 juli
1934 stond te lezen: 'De onlusten in
de Jordaan zijn niet het werk van
opgeschoten jongens. De uitvoerders
zijn jonge kerels, werkloozen, die ra
deloos zijn door de misère en redeloos
door een voortdurende hitscampagne.
Zij beseffen niet, wat zij bezig zijn te
doen. Het is troosteloos dit te moeten
constateeren.'
In een hoofdartikel sprak het socialis
tische blad de volgende dag van 'com
munistische wanhoopspolitiek' die
'haar eerste slachtoffers geëischt' had,
Ook de SDAP stak in een verklaring,
uitgegeven op 7 juli 1934, een be
schuldigende vinger uit naar de com
munisten. In de verklaring, door
voorzitter Koos Vorrink en secretaris
C. Woudenberg ondertekend, werd
vastgesteld 'dat een stelselmatige op-
hitsingspropaganda van de zijde der
communisten en andere zoogenaamde
revolutionnaire groepen onder de
zwaarst getroffenen er op gericht is
deze in een volkomen uitzichtlooze
agitatie te betrekken, die straatstee
nen stelt tegenover revolvers, karabij
nen en machinegeweren der overheids
organen. Terwijl de communistische
leiders verre blijven van de gevaarlij
ke plaatsen kleurt het nutteloos ver
goten arbeidersbloed de straten van
de proletariërswijken. Slechts de
zwartste reactie, het hardvochtigst
scherpslijpersdom kan bij deze strijd-
methode winnen'.
Een paar dagen later liet het ver-
bondsbestuur van het NVT zich in
gelijke zin uit. Het schreef: 'De nieu
we regeering verlaagde de bij
drage van het rijk in de kosten voor
de steunregelingen en werkverschaf-
fingsloonen van 75 millioen gulden op
46 millioen, dus met niet minder dan
29 miljoen of veertig procent.
Met ingang van 1 Juli is de regee
ring tot het invoeren van verlagingen
overgegaan, nadat in Twente ondanks
krachtig en groot verzet der geheele
arbeidersbeweging en een deel der
burgerij de verslechtingen reeds einde
April ingevoerd werden. Van de be
grijpelijke, zeer groote ontstemming,
die tegen deze maatregelen der regee
ring in het land is ontstaan, maken
heiaas communisten en andere onver
antwoordelijke elementen misbruik
om de arbeiders de straat op te halen
en geweld te laten plegen'.
Voorschriften
De Eerste en Tweede Kamer bleven
niet achter: de minister van justitie
werd gevraagd of hij kennis had geno
men van de naar de mening van de
parlementariërs opruiende taal ln De
Tribune, in het bijzonder in het num
mer van 4 juli 1934. Het christelijk-
historische Eerste-Kamerlid De Savor-
nin Lohman wilde weten, of de minis
ter bereid was 'het zijne te doen om
door Leo Kieyn
dergelijke openlijke ophitsing tot bur
geroorlog te verhinderen'.
De minister bleek daartoe best bereid
te zijn: op zaterdag 7 juli 1934 trok
ken de hoofdofficier van justitie, twee
substituut-officieren en een leger poli
tiemannen naar de Amstel in Amster
dam, waar op nummer 85 De Tribune
werd vervaardigd. De persen werden
onklaar gemaakt. Tot eind juli ver
scheen de krant in gestencilde vorm.
Voldaan stelde De Telegraaf vast:
'Met dezen maatregel heeft men de
ongeregeldheden eindelijk in het hart
getroffen, want het is toch geen ge
heim, dat de 'aanbevelingen' van De
Tribune telkens het sein waren voor
nieuwe ongeregeldheden en vele op
roerige elementen de voorschriften in
dit blad blindelings volgden.'
Waar De Telegraaf die 'voorschriften'
vandaan haalde, is niet duidelijk, zo
als ook de beschuldiging van De Sa-
vornin Lohman dat De Tribune tot
burgeroorlog ophitste uit de lucht
gegrepen was. Het communistische
dagblad liet er weliswaar geen enkele
twijfel over bestaan naar wie zijn
sympathieën uitgingen, maar 'n krant
als De Telegraaf deed dat ten slotte
ook niet. Wellicht werd als 'voor
schrift' of ophitsing beschouwd een
in het nummer van 4 juli 1934 afge
drukte brief, ondertekend door 'Een
der vele gedupeerden', waarvan het
slot luidde: 'Kameraden, werkloozen,
ls het nu genoeg of niet. Laten wij
terugdenken aan 1918. Ook toen was
er ellende, maar het verzet was groot
en de bezittende klasse kroop in haar
schulp en de arbeiders kregen hun
eischen grootendeels uit angst inge
willigd. Aan ons de taak om gezamen
lijk de bezittende klasse een donde
rend halt toe te roepen'.
Het blad Voorwaarts, dat de commu
nisten eerder van een 'voortdurende
hitscampagne' had beschuldigd, kwam
daarop in een hoofdartikel op 12 juli
1934 min of meer terug. Voorwaarts
noemde het een legende 'als zou het
oproer wei-doordacht en wei-voorbe
reid van stonde aan op touw gezet
zijn door de communistische partij,
die, na eerst op dit oproer aange
stuurd te hebben, vervolgens, toen zij
het juiste oogenblik daarvoor geko
men achtte, welberaden haar maatre
gelen zou hebben genomen en het
oproer in gang gezet'. 'Er was, aldus
het hoofdartikel, 'in dit alles niets
vooraf beraamd; niets georganiseerd,
niets overdacht. Pas daarna maakte
de 'Tribune' zich van de onlusten
meester en vuurde ze aan'.
Dat laatste kan moeilijk worden ont
kend, waar bijvoorbeeld in De Tribu
ne van 6 juli 1934 werd gesproken
over de laffe wraak van een politie,
die een langen bangen avond in angst
en vrees had verkeerd, omdat de werk-
looze, hongerende massa's van Am
sterdam hun machtige vuist hadden
getoond...' En in nog onverbloemder
taal stond een dag eerder in het
communistische dagblad te lezen:
'Weg met de steunverlaging, weg met
de aanval op de loonen. Weg met de
fascistische maatregelen der Colijn-
regeering. Weg met Mussert en zijn
benden. Weg met de imperialistische
oorlogsvoorbereiding'.
OANUA IS NIET NA**, fcCMOOL'j
Z'N SCHOENEN 6SNNE IN DE.
RtPARATlfc...
De crisijaren, warin het Jordaan
oproer een van de diepte punten
vormde, inspireerden Jo Spier
tot deze tekening.
Naspel
Mede dank zij de versterking van
militairen die de zelf al onbarmhartig
optredende politie in Amsterdam
kreeg, was het oproer al op 7 juli
praktisch de kop Ingedrukt. De burge
meester van Amsterdam, dr. W. de
Vlugt, liet een verslaggever van De
Telegraaf weten: 'Het is jammer dat
er slachtoffers gevallen zijn, doch
wanneer men den omvang van de
ongeregeldheden beschouwt en de
groote machtsmiddelen die ontvouwd
moesten worden, dan is er nog reden
om dankbaar te zijn dat het niet
erger geloopen is'.
Ook op een groot aantal andere plaat
sen in het land was het tot een begin
van oproer gekomen, maar uitbarstin
gen als in de Jordaan bleven achter
wege, al werd ook de Rotterdamse
volksbuurt Crooswijk een belegerde
veste.
In de week die op de oorlogsdagen
volgde, werden de zes in Amsterdam
gevallen doden begraven. Over de be
grafenis van vier van hen, onder wie
een 17-jarige jongen en een 81-jarige
grijsaard, schreef Voorwaarts op 12
juli 1934: 'Vier begrafenisstoeten re
den haar het stille kerkhof, waar de
boomen ruischen, waar de zon schijnt
in al de pracht van den rijken zomer.
En achter die stoeten honderden man
nen en vrouwen, schamel, somber,
geslagen van ellende. Het naspel van
de tragedie, die Amsterdam doorleef
de, treft de breede volksmassa dieper
nog en feller dan de angst het deed,
toen de schoten knalden in de donke
re straten'.
door R. N. Degens
AMSTERDAM In het algemeen missen degenen die wegblijven bij concerten met eigentijdse mu"
^ieik de laatste jaren niet zo erg veel. Tot de uitzonderingen dié deze regel bevestigen behoort het
Concert dat liet Radio Filharmonisch Orkest donderdagavond o.ï.v. Michael Gielen in het Amster-
lamse Concertgebouw 'gaf.
Henk van der Donk, Hans Keyzer en
Wim Koopman hun razend moeilijke
partijen speelden kon dit Quadrivium,
dat ik tot de beste werken van Mader
na en ook van deze tijd reken,
een zo grote indruk maken.
pe lege stoelen waren weer ver in de
Meerderheid, zelfs een groot deel van
de seizoenbezoekers van dit soort con-
lerten had verstek laten gaan. Waar-
'an zij spijt kunnen hebben. Tenmin-
te wat het programmadeel vóór de
iauze betreft.
ïaarin ging de eerste Nederlandse
fitvoering van 'Quadrivium' gecompo-
ieerd in 1969 door de in 1973 op 53-
Jarige leeftijd overleden Bruno Ma
derna. Aan wiens nagedachtenis in dit
festival een heel concert in
Utrecht zou worden gewijd maar
dat om technische redenen afgelast
inoest worden. Wat erg jammer is,
want daarmee hadden misschien de
teleurstellingen van het Berio-concert
'in Rotterdam en van de religieuze
kitsch die Tavener in de kerken van
Haarlem en Den Haag presenteerde,
enigszins gecompenseerd kunnen wor
den. Maderna's muzikale persoonlijk
heid in het algemeen, en zijn Quadri
vium in het bijzonder, geeft alle re
den dat nogmaals te overwegen.
Herschepping
Quadrivium is geschreven voor vier
slagwerkers en vier orkestgroepen;
het was nog maar eenmaal eerder, in
Londen, uitgevoerd. Ook dat is type
rend voor Maderna, die als dirigent
alle gelegenheid had zijn eigen werk
te laten uitvoeren, maar die zich in
de eerste plaats voor andermans com
posities inzette. Michael Gielen die
overigens zelf niet componeert
heeft zich nu voor dit Quadrivium
ingezet. Wat betekent dat hij een
belangrijk persoonlijk aandeel in de
herschepping van dit stuk had. Want
aan de dirigent wordt hierin bijzon
der veel overgelaten met betrekking
tot tempi, speelmanieren, volgorde
van onderdelen enzovoorts. Het ië een
zeer indrukwekkende, en soms ontroe
rende herschepping geworden, dié dè
lyrische schoonheden, zowel als de
dramatische kracht van deze muziek
suggestief heeft kunnen doen overko
men. Er is de laatste jaren vrij veel
voor het aantrekkelijke medium 'slag
werk' geschreven, met veelal slechts
als resultaat een vooial luid klinken
de holle-vatcn-muziek. Madrena heeft
het slagwerkinstruuientarium, ln een
subtiel veelkleurig en boelend opge
bouwd samenspel met vier verschil
lend samengestelde orkestgroepen,
een logische en zichzelf rechtvaardi
gende functie gegeven. Mede dank zij
de bewonderenswaardige manier waar
op de slagwerkers Arie van Beek,
Afknapper
Daardoor werd na de pauze na
vijftig minuten sjouwen met wat er
allemaal op het podium moest het
stuk van Luigi Nono zo'n afknapper.
Het heeft 'Coma una ola de fuerza y
luz' (Als een golf van kracht en
licht), het is opgedragen aan Luciano
Cruz, een op 27-jarige leeftijd gestor
ven leider van militante linkse groe
pen in Chili, er wordt een tekst in
gebruikt van een vriend van Cruz, en
het is gecomponeerd voor sopraan,
piano, geluidsband en orkest.
Het is in zékere zin eén vervolg van
een serie soortgelijke werken die No
no sinds ongeveer 1952 schreef en
waarin hij met zijn muziek protes
teert tegen het fascisme, het imperia
lisme en het kapitalisme. Er komen
altijd wel een paar lyrische passages
vóór in Nono's muziek, maar ln
hoofdzaak lijkt hij van het principe
Uit te gaan dat je geweld met geweld
moet bestrijden. Vandaar dat een bat
terij van een dozijn pauken en grom
men gesteund door ander slagwerk
ook ln dit stuk voortdurend op volle
kracht werkt, en dat de piano met
vuisten en ellebogen in de lage regis
ters bewerkt moet worden (overgeno-
door Adr. Hager
DEN HAAG Men kan van mening verschillen over de vraag of een
concervatoriumensemble een plaats dient te krijgen in een manifes
tatie als het Holland Festival. Een feit is echter dat men die plaats
donderdagavond toebedeelde aan het uit twintig leden bestaande en
semble van het Koninklijk concervatorium Den Haag.
Michael Gielenherscheppen
men en versterkt door bandappara-
tuur waarvan Nono zelf de knoppen
bedient). Voor die pianopartij had
Maurizio Pallmi (een bekwaam Gho-
pin-speler) zich als vrijwilliger opge
geven. Slavka Taskova deed de so
praanpartij in dit van persoonsver
heerlijking druipende stuk, dat in een
half uur zoveel luisterellende veroor
zaakt, dat de ellende waarom het is
geschreven helemaal op dé achter
grond raakt.
Van een verslaggever
UTRECHT Het treinverkeer op de
lijn Utrecht-Amsterdam heeft gister
morgen ernstige hinder ondervonden
van het ontsporen van een elektrische
locomotief van een goederentrein in
Maarssen. Treinverkeer was slechts mo
gelijk over één spoor, waardoor en
kele treinen moesten uitvallen. De
intercity van Zandvoört naar Heerlen
en Maastricht werd via Hilversum
omgeleid. Om kwart over tien gister-
mogren was over beide sporen weer
treinverkeer mogelijk.
De ontsporing was vermoedellijk te
wijten aan het te vroeg omzetten van
een wissel. De schade viel mee.
Festival Agenda
Zaterdag 6 juli
Amsterdam. The Movies, Do Melkweg
en Shaffy Theater van 14.00 tot 1.30
uur: Theater Driedaagse, doorlopende
voorstellingen van toneel, cabaret,
dans, film en muziek. Stadsschouw
burg 20.15 uur: Ned. Operastichting
L'Erismena. RAI-Gebouw Zuidhal
20.15 uur: Concertgebouworkest oJ.v,
Willy BoSkowsky.
Rotterdam. De Doelen 15.00 uur; Ne
derlands Vocaal Ensemble en Neder
lands Kamerkoor O.Lv. Marinus Voor-
berg en Hans van den Hombergh.
Zondag 7 juli
Amsterdam. The Movies, De Melkweg
en Shaffy Theater met 14.00 tot 1.30
uur: Theater Driedaagse, doorlopende
voorstellingen van toneel, cabaret,
dans, film en muziek.
Dirk Jansz. Zwart
AMSTERDAM Dirk Jansz. Zwart
concerteert zaterdag 13 juli om 20.15
uur op het orgel van de Oude Kerk,
Oudekerksplein in Amsterdam. Het
concert is een In Memoriam aan Jan
Zwart, overleden 13 juli 1937.
Doorslaggevend voor deze keuze zal
ongetwijfeld de persoon van dirigent
Reinbert de Leeuw zijn geweest, die
als leraar aan dit conservatorium is
verbonden. Als uitvoerend musicus
wijdt De Leeuw vooral zijn aandacht
aan de muziek van de 20e eeuw. Als
componist heeft hij meerdere werken
geschreven, die echter op deze avond
niet aan bod kwamen. In een matig
bezette remonstrantse kerk werden
composities uitgevoerd van de Itali
aanse componisten Dallapioccola, Be-
rio, Maderna en Nono.
Een van de solisten was de Engelse
sopraan Sorothy Dorow, inmiddels
ook in ons land bekend als voortreffe
lijk vertolkster van hedendaagse mu
ziek. In eon dertiental liederen van
Dallapiccola, verzameld als fragmen
ten van Sappho, verzen van Anacreon
en liederen van Alcaeus, toonde zij
overtuigend haar groot technisch ver
mógen. De tijd zal leren of men
Dallapiccola moet beschouwen als een
muzikale tussenpaus, een verbindende
schakel tussen tijdperken of dat zijn
composities niet tijdgebonden zijn. De
uitgevoerde vocale werken van zo'n
dertig jaar geleden hebben zeker
sfeer, doch bezitten slechts in geringe
mate een eigen karakter.
Een figuur met ongetwijfeld grotere
invloed is Luciano Berio, leerling van
o.a. Dallapiccola, die een reeks van
belangwekkende composities op zijn
naam heeft staan. Men vertrouwde de
violiste Vera Beths de interpretatie
toe van Duo pezzi met Stanley Hoog
land als begeleider. Composities met
indringende kracht, met grandeur ge
schreven en door Vera Beths met
grote virtuositeit en indrukwekkend
technisch kunnen gespeeld.
In een Italiaans programma uiteraard
ook een plaats voor Bruno Maderna.
De 'keu2e viel op zijn veel gespeelde
Serenata no. 2 voor elf instrumenten.
Reinbert de Leeuw heeft tot uitdruk
king gebracht, dat Maderna's muziek
hem na aan het hart ligt. En hij
heeft die affiniteit weten over te
brengen op de uitvoerenden.
Luigi Nono heeft zijn Liederen voor
Guiomar opgedragen aan de sopraan
Dorothy Dorow en men kon ervan
overtuigd zijn, dat men werd gecon
fronteerd met een optimale weergave.
Nono verloochent zijn afkomst uit het
land van het belcanto zeker niet;
Italië immers ls de bakermat van do
vocaliteit. De afsluiting van het con
cert met deze fascinerende, geraffi
neerde en effectvol géschreven compo
sitie vormde zonder enige twijfel het
hoogtepunt van deze Italiaanse avond.
OSLO De Braziliaanse aartsbis
schop Helder Camara heeft in het
Noordoosten van Brazilië twee stuk
ken land gekocht. Hij heeft dit ge
daan van de 750.000 gulden, die hem
in het begin van dit jaar werden
overhandigd, toen hij in Oslo de al
ternatieve? vredesprijs ontving. Ook in
Nederland is hiervoor toen geld inge
zameld-
Mgr. Camara heeft het bedrag ter
beschikking gesteld van de 'Operatie
hoop'. Deze zal zorgen voor het be
heer van de beide stukken land, voor
de aanschaf van landbouwwerktuigen
en voor de bouw van woningen voor
de boeren. De ruim 7.000 hectaren
zullen onder coöperatief bestuur
strin. De boeren krijgen do mogelijk
heid later zelf grondeigenaar te wor
den.
De Harvard-universiteit van Cambrid
ge in de Amerikaanse staat Massachu
setts, heeft aan mgr. Helder Camara
een ere-doctoraat verleend.