Mevrouw De Meyere's kijk
op de rooms-katholieke kerk
De wijze stem
van een dode
Voorlopig onder
de broodtrommel
Vandaag
Een geestelijk
reveil
in Korea?
VVV noemt ons
'ongelooflijke
smeerpoetsen'
Jongemannen krijgen
zes jaar voor moord
WAARHEID en
EENHEID
TROUW/KWARTET ZATERDAG 22 JLWI 1974
KERK lij
door dr. R. G. W. Huysmans
De rooms-katholieke kerk kan
wel, zoals op liaar laatste conci
lie, de godsdienstvrijheid be
amen, maar de kerk houdt zich
niettemin het recht voor, dwang
op de gewetens te blijven uit
oefenen., Haar hoogste gezags
drager, de paus in Rome, is en
blijft niet alleen het hoogste
morele, maar tevens het hoogste
juridische gezag op aarde.
Deze gedachte is terug te vinden in
een artikel in de bundel 'Reformatie:
een blijvende opdracht' (een uitgave
van Kok iri Kampen, prijs ƒ9,90), van
de hand van mevrouw mr. dr. J. C.
de Meyere onder de titel: De rooms-
katholieke kerk en de rechten van de
mens op het gebied van de geestelijke
vrijheid.
Haar thema is: de dwaling, de on
waarheid, hsteft geen recht, ook zij
die haar aanhangen hebben geen
recht. De katholieke kerk- als kerk
van de waarheid is de enige die recht
van bestaan heeft en dat bestaans
recht moet de katholieke kerk door
drukken.
Deze zienswijze van dr. De Meyere
roept een reactie op, want het zou
jammer zijn, als andere christenen
zouden denken dat bij alle pogingen
tot éénwording de katholieke kerk er
alleen maar op uit is en kan zijn om
macht over alle christenen te krijgen.
Het zou zeer jammer zijn, als andere
mensen zouden denken, dat de mede
werking van katholieken aan de op
bouw van een rechtvaardige samenle
ving tot doel h'deft de gehele wereld
onder de macht van de katholieke kerk
en haar paus te brengen.
Eerste plaats
Mevrouw de Meyere schrijft, dat in
1870 tot dogma is verklaard, dat de
paus krachtens goddellijk recht de
eerste plaats in de gehele wereld
inneemt, dat hij alle vorsten oordeelt
en dat hij de opperste rechter op
aarde is.
Ik moet constateren dat dit nergens
te vinden is daar. Dit concilie heeft
de plaats en de taak van de romeinse
bisschop, de paus, ten aanzien van de
katholieke kerkgemeenschap en van
de katholieke gelovigen willen be
schrijven. Het ging om zijn. opdracht
binnen deze kerk. En wat de onfeil
baarheid van de kerk betreft, deze is
met veel nuances en voorbehoud ge
formuleerd. De plaats van de paus ten
opzichte van de mensen en hun re
geerders op aarde komt daar niet aan
bod. Inzoverre biedt het dogma van
1870 geen enkele aanleiding voor ka
tholieke gelovigen om daaruit te halen
dat rechtens de katholieke, kerk de eni
ge door alle staten en volkeren te
erkennen kerk zou zijn-
Godsdienstvrijheid
Verder vind ik het jammer, dat de
schrijfster in haar bijdrage niet scher
per heeft onderscheiden wat er in het
verleden, met name in de vorige
eeuw, speelde. Waar de pausen toen
bezorgd over waren was. dat gods
dienstvrijheid en gewetensheid gelijk
zouden worden aan: de waarheid doet
er niet aan toe, of er is zelfs geen
heilzame waarheid. De strijd van hen
ging tegen de stelling, dat mensen
tegenover de ware God rechten zou
den hebben, en dat de politieke over
heid inzake religieuze waarheidsvra-
gen een eigen, inhoudelijke bevoegd
heid zou hebben. Anderzijds speelde
Wat er J7iisschien ook niet 'mag'
in de r.k. kerk, grapjes maken
over het pausschap kennelijk wel.
Deze tekening staat naast de
titelpagina van 'De paus duikt
even op' van Gerard Bessière
(uitg. Gooi en Sticht, Hilver
sum), een boek over een paus
die het niet meer ziet zitten en
in Parijs onderduikt. De auteur
is geen antiklerikaal, maar een
priester in het bisdom Cahors
(Frankrijk).
vanuit een lange traditie mee, dat de
pausen de vrijheid en de bestaansmo
gelijkheid van de katholieke kerk wil
den verdedigen. Hun voorliefde ging
toen uit naar erkenning van de kerk
door de staat als de beste wijze om
dit te realiseren. Maar dat dit in deze
vorm zou moeten, heeft men geleidc-
lijk in de twintigste eeuw opgegeven.
Reeds Pius XII (1939-1958) heeft in
het algemeen geen wettelijk bevoor
rechte posities meer voor de katholie
ke kerk opgeëist.
Pas toen duidelijk werd, en dat heeft
inderdaad lang geduurd, wellicht te
lang, dat godsdienstvrijheid niet on
verschilligheid voor God en zijn heil
zame waarheid inhield, maar een
recht in de kontekst van de politieke
samenleving, gebaseerd op de mense
lijke waardigheid, heeft de katholieke
kerk godsdienstvrijheid volmondig
aanvaard, en wel op het laatste conci
lie, 7, december 1965. Dit houdt tevens
in. dat deze kerk geen bevoorrechte
posities meer opeist voor haar alleen
in de staten. Het is voldoende, indien
in de rechtsstaat godsdienstvrijheid
voor iedereen erkend en geg
is, dus ook voor deze kerk.
Tijdgebonden
Geen dwang
De schrijfster noemt ook een ander
aspect van de katholieke leer, zoals
uitgesproken op het Vaticaanse Conci
lie van 1870, om aan te tonen, dat de
katholieke kerk volgens haar dogma
wel dwang op de gewetens móét uit
oefenen, Immers:, toen is verklaard,
dat wie het geloof, in de diepe
betekenis van helt woord, onder lei
ding van het kerkelijk leergezag hèeft
aangenomen, geen gerechtvaardigde
reden meer kan hebben om dit te
veranderen of in twijfel te roepen-
Hieruit concludeert Mevrouw de
Meyere, dat dus deze kerk permanent
dwang moet blijven uitoefenen op wie
eenmaal gelooft. Maar dat volgt er
helemaal niet uit, en dat staat ook
nergens; Dat concilie heeft in 1870
willen zeggen: wie gelooft, zoals de
door dr. C. Rijnsdorp
door A. J. Klei
Een boek heeft een smaak. Boeken van een gerijpte geest, gerijpt ook wat taalbeheersing betreft,
hebben een bijzondere smaak. De Engelse theoloog Charles Harold Dodd (1884-1973) schreef in
1970, op 86-jarige leeftijd dus, zijn te New York uitgegeven boek The Founder of Christianity.
Het wordt als zijn meesterwerk beschouwd. Oude wijn dus, een theologische beschouwing van een
I
zoiets vaags als een 'mystieke erva
ring'; ze zijn allemaal opgebouwd
rond het thema van de herkenning.
Pe verschijning van de verrezen Heer
"was even onbegrijpelijk als onbetwij
felbaar. 'Dat deze herinneringen on
verklaarbare trekken vertonen ligt in
de aard van de zaak' (31).
In zijn derde hoofdstuk zoekt Dodd
naar persoonlijke trekken in Jezus'
woorden. Alles daaraan is concreet en
beeldend. De mensen moeten er zelf
over nadenken en hun conclusies
trekken. Beslissing was dringend no
dig; uitstel gevaarlijk. De gelijkenis
sen verraden Jezus' interesse in lie
den van allerlei slag. Hij was daarbij
zowel beminnelijk als streng. Zijn
sympathie ging vooral uit naar men
sen die leden onder een ondragelijk
schuldbesef. Het evangelie van Johan
nes maakt vaak expliciet, d.w.z. het
ontvouwt, maakt duidelijk wat in de
andere evangeliën tussen de regels
door gelezen moet worden. Een steeds
diepere eenzaamheid werd zijn deel.
Niemand begreep Hem. alleen zijn
Vader.
Als leraar
Na deze hoofdstukken tekent Dodd
Jezus ons als de leraar; er was in zijn
onderricht zowel harmonieus verband
met het geheel van het Joodse den
ken, als iets totaal nieuws. - Aan de
Joden als volk Gods is het vijfde
hoofdstuk gewijd. Hierna handelt het
zesde kapittel over de Messias. Het
soort Messias dat Jezus wilde zijn
voldeed niet aan het populaire ver
wachtingspatroon.
De laatste drie hoofdstukken behande
len het evangelieverhaal: Galilea, Je
ruzalem en Het vervolg. Jezus' zoe
ken van het grote publick en de zorg
om individuen in nood gaan hand in
hand. Daarbij had zijn optreden een
duidelijk kritische, controversiële
kant Hij verkreeg tijdelijke populari
teit, maar ontmoette weinig geloof of
berouw bij de massa. Zijn intocht te
Jeruzalem was een 'illustratieve daad'
(114). 'Jezus moest gelikwideerd wor
den om het risiko te vermijden dat
het bijzonder wankele evenwicht
waarin de beperkte autonomie van
Judea zich onder romeinse overheer
sing bevond, verstoord zou worden'
(121). Het slothoofdstuk gaat geheel
over de verrijzenis. 'Daarmee en van
af dat moment is het fundament ge
legd voor de ver-reikende intellektue-
le onderneming van de kerk om een
christelijke theologie te ontwikkelen.
Maar dat is een ander verhaal, en dat
is nog niet voltooid'. (138).
Persoonlijk voel ik mij aan Dodds
benadering sterk verwant- Daarom te
meer: een boek om van te houden: je
neemt het anders in je handen dan
vele andere. Men luistert genegen
naar deze stem en deze wijsheid van
een dode, van Dodd.
grijze meester.
Theodoor Bolten heeft dit werk in
het Nederlands vertaald (en met
zorg). Het kreeg de aan Huub Ooster
huis ontleende titel Dichtbij als een
mens; de uitgeverij Gooi en Sticht bv
te Hilversum gaf het uit. Met de
noten mee telt het 144 bladzijden en
men koopt het voor 15.50.
Kunnen die rijpheid en de smaak
daarvan worden aangetoond? Er is de
ontspannen toon van een man die
geen reputatie meer hoeft te verove
ren. Er is de grondige en sinds lang
belegen kennis van het vak. Er is de
levende ambivalentie tussen traditie
en persoonlijk verworven inzicht; de
stereoscopische blik van een normaal
samenwerkend linker en rechter oog.
Er is de nuchtere kijk van de Engels
man en de warmte van. de man uit
Wales.
Dodd wil in enkele grote lijnen- de
plaats schetsen, die de kerk de afgelo
pen negentien eeuwen heeft ingeno
men. Zijn eerste halte bij de terug
blik is de zestiende eeuw, de tijd van
humanisme, reformatie en contra-re-
formatie, een eruptie in het centrum
waarvan de kerk stond. Stroomop
waarts gaande bereikt hij de middel
eeuwen, de tijd van kruistochten en
kathedralen. Achter de middeleeuwen
ligt de tijd van de donkere eeuwen,
tijdens welke de kerk de enige over
bruggende instelling was. Aan de
(ADVERTENTIE)
Van 14-17 augustus komen in Seoul
minstens 300.000 christenen bij elkaar
voor een conferentie voor evangeli
satie en geloofsopbouw. In de avond
bijeenkomsten worden meer dan
1 miljoen mensen per avond verwacht.
Campus Crusade for Christ Europe
organiseert van 10-23 augustus een
Informatiereis voor geïnteresseerden
uit Europa, het Midden-Oosten en
Afrika..
Vertrek vanaf Frankfurt. Kosten van
af ƒ1300,— (alle incl.).
Voor informatie: Instituut voor Evan
gelisatie, Postbus 81, Driebergen. Tel.
03438-7491.
Charles Harold Dodd
overzijde van de kloof ligt het Ro
meinse rijk, waarin de kerk onder
Constantijn de Grote had gezegevierd.
Achter Constatijn liggen twee en een
halve eeuw strijd. Gouverneurs in de
provincie haddan te maken met 'een
ontaard en vreemdsoortig bijgeloof',
het christendom. Tacitus geloofde niet
dat onder Nero de christenen in Ro
me de brand gesticht hadden, maar
zij waren nu eenmaal de vijanden van
de maatschappij en verdienden niet
beter dan te worden gefolterd en
gedood.
Het begin
In Judea was het begonnen. De Ro
meinen begrepen niets van de Joden.
Politiek waren dezen niet van belang,
maar als religieus centrum was de
tempel te Jeruzalem van wereldwijde
betekenis. Hij gaf een geweldig presti
ge en gezag aan de geestelijkheid, die
het toenmalige establishment vormde.
Hiertegenover stonden vrome secten,
die een bevrijdingsoorlog wilden ont
ketenen. In deze geladen atmosfeer
vond Jezus' kruisiging plaats. Onze ken
nis over de oorsprong van de kerk en
over haar Grondlegger, berust in eer
ste instantie op een levende traditie,
o.a. via Polycarpus, bisschop van
Smyrna (gest. wrsch. 156) en diens
colleges.
Maar het was nodig geworden de
overlevering te controleren en op te
tekenen. Zo ontstonden de vier evan
geliën en zo komt Dodd op zijn
tweede hoofdstuk, waarin hij het
Nieuwe Testament behandelt.
Alle vier de evangeliën hebben op
dezelfde manier het karakter van feit
èn uitlegging, daarvan. 'Voor de se
rieuze historikus is het belang en de
betekenis, die een gebeurtenis heeft
voor degenen die erdoor gegrepen
worden, een deel van de gebeurtenis
zelf' (blz. 27). De verhalen over de
opstanding refereren geen van alle aan
Toen ik thuis kwam, lag het nieu
we nummer vain Voorlopig in de
bus. Tot voor kort nam ik dit
maandblad zonder verder na te
denken mee naar boven en legde
het dan argeloos op de huiska
mertafel neer, open en bloot.
Maar nu keek ik wel uit, want op
de gereformeerde synode was ge
waarschuwd tegen dit blad en
zoiets gaat mij niet in m'n Jcouwe
kleren zitten.
Terwijl ik de trap opliep, moffelde ik
Voorlopig weg tussen m'n kleren. Het
is in mijn gezin wel een geëmanci
peerde boel, maar ditmaal zou ik
weer eens compleet mijn verantwoor
delijkheid als man en vader beleven.
Ik zou dit nummer zorgvuldig doorne
men en daarna besluiten of ik mijn
vrouw en kinderen aan de lectuur
ervan zou kunnen blootstellen.
Was el nog post?' vroeg mijn vrouw.
Eén drukwerkje, antwoordde ik naar
waarheid.
Ik liep naar de keuken en verborg
Voorlopig onder de broodtrommel.
Daar zou niemand kijken. Als ieder
een naar bed was zou ik het weer
tevoorschijn halen en me dan volledig
aan mijn priesterlijke taak in het
gezin wijden.
Het leek die avond alsof niemand ooit
slaap kreeg. Iedereen bleef maar op.
Je ziet er een beetje moe uit, sprak
ik animerend tot mijn oudste, met als
enig resultaat dat mijn vrouw op
merkte: wat ben je toch ongedurig.
De uren krópen om.
Eindelijk was het zover. In een stil
vertrek zat ik, met Voorlopig voor
me, dat geen nadelige gevolgen onder
vonden had van zijn ongewone ver
blijfplaats. Maar net toen ik het band
je er af wilde halen, ging warempel
de deur weer open. De jongste zoon
vroeg of de kat hier soms was. Nee,
die is hier niet, gaf ik kortaf te
kennen. Verder nog wat?
Tk was wél enigszins nerveus toen ik
het juni-nummer van Voorlopig open
sloeg. Nu zou moeten blijken of ik
bestand zou zijn tegen de uit deze
smalle paginaatjes opwalmende marx-
istisch-leninistische invloeden. Ik
kon me wel voor m'n kop slaan dat ik
nooit iets gemerkt had van de kwalij
ke geur van dit blad. Maar nu zou ik.
met een door het synodaal debat ver
licht verstand en gescherpt öog, de
lectuur aanvangen.
'k Had al direct in de gaten dat er
iets mis was. Het thema voor dit
nummer was: verlegenheid. Welnu,
dat woord komt in de Schrift niet
voor. Ik keek het voor de zekerheid
nog even na bij Trommius. Zie je
wel: heel veel teksten over verleiden
en verleidingen, maar geen-een over
verlegenheid. De redactie van Voorlo
pig had, nu ze toch bij de V was
aangeland, ons beter kunnen wapenen
tegen de verleidingen van de tegen
woordige wereld dan praatjes verko
pen over verlegenheid.
Hoofdschuddend bladerde ik verder.
Al gauw kwam ik bij een geloofsge
tuigenis van een roomse professor.
Helemaal vet gedrukt, net alsof wij
kerkelijke leiding hem dat voorhoudt,
wie dus gelooft in de openbaring van
God in zijn Zoon Jezus Christus, die
vindt in die openbaring zelf geen
reden meer om dat te veranderen of
in twijfel te trekken. De openbaring
zelf leent zich voor wie gelooft daar
niet meer toe. Maar daar kun je niet
uithalen, dat dus de kerk wel moet
dwingen. Dat zit er niet in.
Met de auteur onderschrijf ik vele
betreurenswaardige dingen uit het
verleden en het heden van de katho
lieke kerk. Ik ben het ook met haar
eens, dat het kerkelijk recht daarin
groter respect moet krijgen voor de
vrijheid van de katholieke gelovigen.
Daar liggen niet mijn bezwaren.
Wat ik zeer betreur in haar bijdrage
is de opvatting, dat de katholieke leer
het onmogelijk maakt, dat katholieken
godsdienst- en gewetensvrijheid on
derschrijven en aanhangen. Dat is
niet zo. Als dat zo zou zijn, dan zou
deze kerk alleen om tactische redenen
lief zijn voor anderen- Dat zou ook
een miskenning zijn van de inzet van
vele katholieken.
Bovendien zijn in deze kerk ook veel
tijdgebonden opvattingen van vroeger
veranderd of verdwenen. Dit maakt
het mogelijk, dat katholieken met an
dere christenen naar eenheid zoeken,
en dat zij een eerlijke bijdrage kun
nen geven aan, de opbouw van de
samenleving, zonder enige bijgedachte
van terugverovering van oude machts
posities.
Dr. R. G. W. Huysmans, is lector voor
kerkelijk rech't aan de Katholieke Theo
logische .Hogeschool te Amsterdam.
LET MY PEOPLE GO!
De vijfde plaag wordt kort b er
ven. Opnieuw moet Mozes ja
zelf? naar Farao gaan
aftocht van de Israëlieten te
Let my people go! Een eis
God der Hebreeën door alle
heen zal blijven stellen. En
zijn eis kracht bij. Dit is geen
dat opgevolgd dan wel terzijde
kan worden. Dat merkt Farao
vijfde keer. Ditmaal Is de plaa
pest De tijd om dit te keren i]ho
morgen gaat het in. Al het vee
Egyptenaren sterft. Opnieuw hojiee
plaag op bij de Israëlieten. Hi^h
blijft gespaard bij deze ramp
intussen mag ons met ontga
hier voor 't eerst de dood z'n
doet in de plagen over Egypt
keer nog de dood van vee.
maal weigert Farao. Hij wordt
murwbaar genoemd. Niet
wordt dat hij iets belooft e#n
terug komt He is recht toe ree!1
Farao is onverbiddelijk. De a
kan hem niet van standpunt v Al
ren. Ook al zijn zijn tovenaars jk°
van het toneel verdwenen.
Er zit een grimmige trek-
vijfde plaag en het verhaal erver
kan mensengeschiedenis vaak gi^
zijn, zonder uitzicht, zonder
Als je niet dat 't anders was
plaats zijn voor wanhoop. Noj
steek verder is de zaak van di 0'
Zo kan het eruit zien. Ik b*
geen stap verder. Maar de plag
geteld. (Exodus 9, 1-7).
da
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Naaldwijk,
(toez.): P. Holst te Heerde.
Bedankt voor Terkaple (toez.):
Hop, kand. te Groningen.
Benoemd tot bijstand in het pa
te Baarn: J. F. Storm te Nijbn
GEREF. KERKEN
Beroepen te Hoofddorp: P.
Hengst te Den Helder.
Aangenomen naar Muiden-
berg: A. G. Bosma, kand. te 1
dam, die bedankte voor Vrnkevi
GEREF. KERKEN (VRIJGEM.
Beroepen te Pernis: M. J. C
kand. te Leiden; te Groniingei
A. v.d. Velde te Ensohede-N.
heen missionair pred.; te Ste<
H. Hididamig, kand. te Emmen.
GEREF. KERKEN (VRIJG. B
VERB.)
Afscheid op 23 juni van Oost
Wolfheze: J. C. Janse, béroe
Zaandam.
OUD GEREF. GEM. IN NED.
Bedankt voor Doorn: G. Sn
Giessendam.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepbaar: kand. B. de Gra
zenlaan 2, Apeldoorn; kand.
Hartog, Rijnstraat 48, Ape!
kand. R. Kok, Vossenweg 22,
doorn. Niet beroepbaar, maar
reid zondags de kerken te
kand. J. C. Hardeman, Agricol
18, Apeldoorn.
niet voor de dag kunnen komen met
een geloofsgetuigenis van een paar
gerenommeerde gereformeerde profes
soren. Maar ja, dat verhaal zal de
heren van Voorlopig wel niet zinnen.
Trouwens, ik miste in Voorlopig hele
maal de namen van kerkelijke
vóórmannen/van leidende figuren zal
ik maar zeggen. Goed. dominee Bus-
kes stond er in, maar voor hem waren
er blijkbaar geen vette letters, hij
moest het met cursieve lettertjes
doen. Een aardig stukje hoor, daar
niet van, over plagiaat (met dat ver
haal over een preek van de oude
Chantepie de la Saussaye, maar dat
had hij al eerder verteld). We waren
kloekere taal van dr. Buskes gewend.
Ik was blij dat de verontruste synode
leden mij de ogen geopend hadden.
Moet je nagaan, in heel dit nummer
van Voorlopig geen regel polemiek,
net alsof er in andere bladen geen
verkeerd soort artikelen geschreven
worden. Ook geen rubriek 'Kerkelijk
leven', net alsof er geen dominees en
kerkeraden bestaan die een scheve
schaats rijden. Zulke dingen moeten
eerst met droefheid gesignaleerd, en
vervolgens met kracht bestreden wor
den, maar Voorlopig zweeg. Uit verle
genheid?
Over communistisch geïnfecteerde
Kamper studenten las ik niks en het
was zeker ook aan de dames en heren
van Voorlopig ontgaan dat ergens in
ons goede land een gereformeerde
godsdienstleraar rondloopt die vol
bloed CPN is. Over verlegenheid ge
sproken: die man heeft geen last van
verlegenheid. Maar wel een heel ver
haal in Voorlopig over een of andere
meneer in Chili, die kennelijk be
treurt dat in dit land het communis
me met krachtige hand is onderdrukt.
Met een diepe zucht legde ik Voorlo
pig terzijde en ging.meteen dit stukje
tikken. Want ik kon het niet langer
voor me houden, ik moest het kwijt:
die waarschuwende synodeleden heb
ben toch gelijkl
P.S. Dc hierbij afgebeelde tekeningen
zijn uit dit junl-nummmer van Voor
lopig, maar ik zeg maar zo: plaatjes
vullen geen gaatjes.
Van een verslaggever
ZELHEM 'Het sprookje
Nederland zo'n schoon land
is onbegrijpelijk. In vergé
met het buitenland zijn
zelfs ongelooflijke smeerpl
sen', zei directeur J. Vet vai
provinciale Gelderse VVV.
De heer Vet wees op de vei
ling door het publiek van
tuurgebieden, steden en dor;
'In de Verenigde Staten ki
men 250 gulden boete bij
weggooien van een leeg sig;
tenpakje.'
De toenemende vervuiling bp
vloedt het beleid van de VI 3
op toeristisch en recreatief V
bied. De heer Vet pleitte en
dat de VW's zich wat onaf?
keiijker gaan opstellen tej
over het bedrijfsleven. Ook
de propaganda meer moeten
rusten op en meer gericht ijA
ten zijn op het behoud van'
milieu.'
Van een verslaggever u
DEN BOSCH Het gere
heeft zes jaar gevangenisstra
aftrek van voorarrest opgelé*
twee jongemannen E. M. (20)
broer A. M. (21) uit Maastric 31
hadden vorig jaar in een vlaij.
wanhoop hun stiefmoeder veiC
In Maastricht waren de beide
veroordeeld tot acht jaar geva
straf met aftrek overeenkomst»
eis van de officier van justiti n
veroordeling in Den Bosch wa
eenkomstlg de eis.
(ADVERTENTIE)
LEEST NU
Uitg. Karsscn, Bodcgrav(
onafhankelijk
aktueel
authentiek Gereformeer
18,50 per jaar.