Mevrouw De Meyere's kijk op de rooms-katholieke kerk De wijze stem van een dode Voorlopig onder de broodtrommel Vandaag Een geestelijk reveil in Korea? VVV noemt ons 'ongelooflijke smeerpoetsen' Jongemannen krijgen zes jaar voor moord WAARHEID en EENHEID TROUW/KWARTET ZATERDAG 22 JLWI 1974 KERK lij door dr. R. G. W. Huysmans De rooms-katholieke kerk kan wel, zoals op liaar laatste conci lie, de godsdienstvrijheid be amen, maar de kerk houdt zich niettemin het recht voor, dwang op de gewetens te blijven uit oefenen., Haar hoogste gezags drager, de paus in Rome, is en blijft niet alleen het hoogste morele, maar tevens het hoogste juridische gezag op aarde. Deze gedachte is terug te vinden in een artikel in de bundel 'Reformatie: een blijvende opdracht' (een uitgave van Kok iri Kampen, prijs ƒ9,90), van de hand van mevrouw mr. dr. J. C. de Meyere onder de titel: De rooms- katholieke kerk en de rechten van de mens op het gebied van de geestelijke vrijheid. Haar thema is: de dwaling, de on waarheid, hsteft geen recht, ook zij die haar aanhangen hebben geen recht. De katholieke kerk- als kerk van de waarheid is de enige die recht van bestaan heeft en dat bestaans recht moet de katholieke kerk door drukken. Deze zienswijze van dr. De Meyere roept een reactie op, want het zou jammer zijn, als andere christenen zouden denken dat bij alle pogingen tot éénwording de katholieke kerk er alleen maar op uit is en kan zijn om macht over alle christenen te krijgen. Het zou zeer jammer zijn, als andere mensen zouden denken, dat de mede werking van katholieken aan de op bouw van een rechtvaardige samenle ving tot doel h'deft de gehele wereld onder de macht van de katholieke kerk en haar paus te brengen. Eerste plaats Mevrouw de Meyere schrijft, dat in 1870 tot dogma is verklaard, dat de paus krachtens goddellijk recht de eerste plaats in de gehele wereld inneemt, dat hij alle vorsten oordeelt en dat hij de opperste rechter op aarde is. Ik moet constateren dat dit nergens te vinden is daar. Dit concilie heeft de plaats en de taak van de romeinse bisschop, de paus, ten aanzien van de katholieke kerkgemeenschap en van de katholieke gelovigen willen be schrijven. Het ging om zijn. opdracht binnen deze kerk. En wat de onfeil baarheid van de kerk betreft, deze is met veel nuances en voorbehoud ge formuleerd. De plaats van de paus ten opzichte van de mensen en hun re geerders op aarde komt daar niet aan bod. Inzoverre biedt het dogma van 1870 geen enkele aanleiding voor ka tholieke gelovigen om daaruit te halen dat rechtens de katholieke, kerk de eni ge door alle staten en volkeren te erkennen kerk zou zijn- Godsdienstvrijheid Verder vind ik het jammer, dat de schrijfster in haar bijdrage niet scher per heeft onderscheiden wat er in het verleden, met name in de vorige eeuw, speelde. Waar de pausen toen bezorgd over waren was. dat gods dienstvrijheid en gewetensheid gelijk zouden worden aan: de waarheid doet er niet aan toe, of er is zelfs geen heilzame waarheid. De strijd van hen ging tegen de stelling, dat mensen tegenover de ware God rechten zou den hebben, en dat de politieke over heid inzake religieuze waarheidsvra- gen een eigen, inhoudelijke bevoegd heid zou hebben. Anderzijds speelde Wat er J7iisschien ook niet 'mag' in de r.k. kerk, grapjes maken over het pausschap kennelijk wel. Deze tekening staat naast de titelpagina van 'De paus duikt even op' van Gerard Bessière (uitg. Gooi en Sticht, Hilver sum), een boek over een paus die het niet meer ziet zitten en in Parijs onderduikt. De auteur is geen antiklerikaal, maar een priester in het bisdom Cahors (Frankrijk). vanuit een lange traditie mee, dat de pausen de vrijheid en de bestaansmo gelijkheid van de katholieke kerk wil den verdedigen. Hun voorliefde ging toen uit naar erkenning van de kerk door de staat als de beste wijze om dit te realiseren. Maar dat dit in deze vorm zou moeten, heeft men geleidc- lijk in de twintigste eeuw opgegeven. Reeds Pius XII (1939-1958) heeft in het algemeen geen wettelijk bevoor rechte posities meer voor de katholie ke kerk opgeëist. Pas toen duidelijk werd, en dat heeft inderdaad lang geduurd, wellicht te lang, dat godsdienstvrijheid niet on verschilligheid voor God en zijn heil zame waarheid inhield, maar een recht in de kontekst van de politieke samenleving, gebaseerd op de mense lijke waardigheid, heeft de katholieke kerk godsdienstvrijheid volmondig aanvaard, en wel op het laatste conci lie, 7, december 1965. Dit houdt tevens in. dat deze kerk geen bevoorrechte posities meer opeist voor haar alleen in de staten. Het is voldoende, indien in de rechtsstaat godsdienstvrijheid voor iedereen erkend en geg is, dus ook voor deze kerk. Tijdgebonden Geen dwang De schrijfster noemt ook een ander aspect van de katholieke leer, zoals uitgesproken op het Vaticaanse Conci lie van 1870, om aan te tonen, dat de katholieke kerk volgens haar dogma wel dwang op de gewetens móét uit oefenen, Immers:, toen is verklaard, dat wie het geloof, in de diepe betekenis van helt woord, onder lei ding van het kerkelijk leergezag hèeft aangenomen, geen gerechtvaardigde reden meer kan hebben om dit te veranderen of in twijfel te roepen- Hieruit concludeert Mevrouw de Meyere, dat dus deze kerk permanent dwang moet blijven uitoefenen op wie eenmaal gelooft. Maar dat volgt er helemaal niet uit, en dat staat ook nergens; Dat concilie heeft in 1870 willen zeggen: wie gelooft, zoals de door dr. C. Rijnsdorp door A. J. Klei Een boek heeft een smaak. Boeken van een gerijpte geest, gerijpt ook wat taalbeheersing betreft, hebben een bijzondere smaak. De Engelse theoloog Charles Harold Dodd (1884-1973) schreef in 1970, op 86-jarige leeftijd dus, zijn te New York uitgegeven boek The Founder of Christianity. Het wordt als zijn meesterwerk beschouwd. Oude wijn dus, een theologische beschouwing van een I zoiets vaags als een 'mystieke erva ring'; ze zijn allemaal opgebouwd rond het thema van de herkenning. Pe verschijning van de verrezen Heer "was even onbegrijpelijk als onbetwij felbaar. 'Dat deze herinneringen on verklaarbare trekken vertonen ligt in de aard van de zaak' (31). In zijn derde hoofdstuk zoekt Dodd naar persoonlijke trekken in Jezus' woorden. Alles daaraan is concreet en beeldend. De mensen moeten er zelf over nadenken en hun conclusies trekken. Beslissing was dringend no dig; uitstel gevaarlijk. De gelijkenis sen verraden Jezus' interesse in lie den van allerlei slag. Hij was daarbij zowel beminnelijk als streng. Zijn sympathie ging vooral uit naar men sen die leden onder een ondragelijk schuldbesef. Het evangelie van Johan nes maakt vaak expliciet, d.w.z. het ontvouwt, maakt duidelijk wat in de andere evangeliën tussen de regels door gelezen moet worden. Een steeds diepere eenzaamheid werd zijn deel. Niemand begreep Hem. alleen zijn Vader. Als leraar Na deze hoofdstukken tekent Dodd Jezus ons als de leraar; er was in zijn onderricht zowel harmonieus verband met het geheel van het Joodse den ken, als iets totaal nieuws. - Aan de Joden als volk Gods is het vijfde hoofdstuk gewijd. Hierna handelt het zesde kapittel over de Messias. Het soort Messias dat Jezus wilde zijn voldeed niet aan het populaire ver wachtingspatroon. De laatste drie hoofdstukken behande len het evangelieverhaal: Galilea, Je ruzalem en Het vervolg. Jezus' zoe ken van het grote publick en de zorg om individuen in nood gaan hand in hand. Daarbij had zijn optreden een duidelijk kritische, controversiële kant Hij verkreeg tijdelijke populari teit, maar ontmoette weinig geloof of berouw bij de massa. Zijn intocht te Jeruzalem was een 'illustratieve daad' (114). 'Jezus moest gelikwideerd wor den om het risiko te vermijden dat het bijzonder wankele evenwicht waarin de beperkte autonomie van Judea zich onder romeinse overheer sing bevond, verstoord zou worden' (121). Het slothoofdstuk gaat geheel over de verrijzenis. 'Daarmee en van af dat moment is het fundament ge legd voor de ver-reikende intellektue- le onderneming van de kerk om een christelijke theologie te ontwikkelen. Maar dat is een ander verhaal, en dat is nog niet voltooid'. (138). Persoonlijk voel ik mij aan Dodds benadering sterk verwant- Daarom te meer: een boek om van te houden: je neemt het anders in je handen dan vele andere. Men luistert genegen naar deze stem en deze wijsheid van een dode, van Dodd. grijze meester. Theodoor Bolten heeft dit werk in het Nederlands vertaald (en met zorg). Het kreeg de aan Huub Ooster huis ontleende titel Dichtbij als een mens; de uitgeverij Gooi en Sticht bv te Hilversum gaf het uit. Met de noten mee telt het 144 bladzijden en men koopt het voor 15.50. Kunnen die rijpheid en de smaak daarvan worden aangetoond? Er is de ontspannen toon van een man die geen reputatie meer hoeft te verove ren. Er is de grondige en sinds lang belegen kennis van het vak. Er is de levende ambivalentie tussen traditie en persoonlijk verworven inzicht; de stereoscopische blik van een normaal samenwerkend linker en rechter oog. Er is de nuchtere kijk van de Engels man en de warmte van. de man uit Wales. Dodd wil in enkele grote lijnen- de plaats schetsen, die de kerk de afgelo pen negentien eeuwen heeft ingeno men. Zijn eerste halte bij de terug blik is de zestiende eeuw, de tijd van humanisme, reformatie en contra-re- formatie, een eruptie in het centrum waarvan de kerk stond. Stroomop waarts gaande bereikt hij de middel eeuwen, de tijd van kruistochten en kathedralen. Achter de middeleeuwen ligt de tijd van de donkere eeuwen, tijdens welke de kerk de enige over bruggende instelling was. Aan de (ADVERTENTIE) Van 14-17 augustus komen in Seoul minstens 300.000 christenen bij elkaar voor een conferentie voor evangeli satie en geloofsopbouw. In de avond bijeenkomsten worden meer dan 1 miljoen mensen per avond verwacht. Campus Crusade for Christ Europe organiseert van 10-23 augustus een Informatiereis voor geïnteresseerden uit Europa, het Midden-Oosten en Afrika.. Vertrek vanaf Frankfurt. Kosten van af ƒ1300,— (alle incl.). Voor informatie: Instituut voor Evan gelisatie, Postbus 81, Driebergen. Tel. 03438-7491. Charles Harold Dodd overzijde van de kloof ligt het Ro meinse rijk, waarin de kerk onder Constantijn de Grote had gezegevierd. Achter Constatijn liggen twee en een halve eeuw strijd. Gouverneurs in de provincie haddan te maken met 'een ontaard en vreemdsoortig bijgeloof', het christendom. Tacitus geloofde niet dat onder Nero de christenen in Ro me de brand gesticht hadden, maar zij waren nu eenmaal de vijanden van de maatschappij en verdienden niet beter dan te worden gefolterd en gedood. Het begin In Judea was het begonnen. De Ro meinen begrepen niets van de Joden. Politiek waren dezen niet van belang, maar als religieus centrum was de tempel te Jeruzalem van wereldwijde betekenis. Hij gaf een geweldig presti ge en gezag aan de geestelijkheid, die het toenmalige establishment vormde. Hiertegenover stonden vrome secten, die een bevrijdingsoorlog wilden ont ketenen. In deze geladen atmosfeer vond Jezus' kruisiging plaats. Onze ken nis over de oorsprong van de kerk en over haar Grondlegger, berust in eer ste instantie op een levende traditie, o.a. via Polycarpus, bisschop van Smyrna (gest. wrsch. 156) en diens colleges. Maar het was nodig geworden de overlevering te controleren en op te tekenen. Zo ontstonden de vier evan geliën en zo komt Dodd op zijn tweede hoofdstuk, waarin hij het Nieuwe Testament behandelt. Alle vier de evangeliën hebben op dezelfde manier het karakter van feit èn uitlegging, daarvan. 'Voor de se rieuze historikus is het belang en de betekenis, die een gebeurtenis heeft voor degenen die erdoor gegrepen worden, een deel van de gebeurtenis zelf' (blz. 27). De verhalen over de opstanding refereren geen van alle aan Toen ik thuis kwam, lag het nieu we nummer vain Voorlopig in de bus. Tot voor kort nam ik dit maandblad zonder verder na te denken mee naar boven en legde het dan argeloos op de huiska mertafel neer, open en bloot. Maar nu keek ik wel uit, want op de gereformeerde synode was ge waarschuwd tegen dit blad en zoiets gaat mij niet in m'n Jcouwe kleren zitten. Terwijl ik de trap opliep, moffelde ik Voorlopig weg tussen m'n kleren. Het is in mijn gezin wel een geëmanci peerde boel, maar ditmaal zou ik weer eens compleet mijn verantwoor delijkheid als man en vader beleven. Ik zou dit nummer zorgvuldig doorne men en daarna besluiten of ik mijn vrouw en kinderen aan de lectuur ervan zou kunnen blootstellen. Was el nog post?' vroeg mijn vrouw. Eén drukwerkje, antwoordde ik naar waarheid. Ik liep naar de keuken en verborg Voorlopig onder de broodtrommel. Daar zou niemand kijken. Als ieder een naar bed was zou ik het weer tevoorschijn halen en me dan volledig aan mijn priesterlijke taak in het gezin wijden. Het leek die avond alsof niemand ooit slaap kreeg. Iedereen bleef maar op. Je ziet er een beetje moe uit, sprak ik animerend tot mijn oudste, met als enig resultaat dat mijn vrouw op merkte: wat ben je toch ongedurig. De uren krópen om. Eindelijk was het zover. In een stil vertrek zat ik, met Voorlopig voor me, dat geen nadelige gevolgen onder vonden had van zijn ongewone ver blijfplaats. Maar net toen ik het band je er af wilde halen, ging warempel de deur weer open. De jongste zoon vroeg of de kat hier soms was. Nee, die is hier niet, gaf ik kortaf te kennen. Verder nog wat? Tk was wél enigszins nerveus toen ik het juni-nummer van Voorlopig open sloeg. Nu zou moeten blijken of ik bestand zou zijn tegen de uit deze smalle paginaatjes opwalmende marx- istisch-leninistische invloeden. Ik kon me wel voor m'n kop slaan dat ik nooit iets gemerkt had van de kwalij ke geur van dit blad. Maar nu zou ik. met een door het synodaal debat ver licht verstand en gescherpt öog, de lectuur aanvangen. 'k Had al direct in de gaten dat er iets mis was. Het thema voor dit nummer was: verlegenheid. Welnu, dat woord komt in de Schrift niet voor. Ik keek het voor de zekerheid nog even na bij Trommius. Zie je wel: heel veel teksten over verleiden en verleidingen, maar geen-een over verlegenheid. De redactie van Voorlo pig had, nu ze toch bij de V was aangeland, ons beter kunnen wapenen tegen de verleidingen van de tegen woordige wereld dan praatjes verko pen over verlegenheid. Hoofdschuddend bladerde ik verder. Al gauw kwam ik bij een geloofsge tuigenis van een roomse professor. Helemaal vet gedrukt, net alsof wij kerkelijke leiding hem dat voorhoudt, wie dus gelooft in de openbaring van God in zijn Zoon Jezus Christus, die vindt in die openbaring zelf geen reden meer om dat te veranderen of in twijfel te trekken. De openbaring zelf leent zich voor wie gelooft daar niet meer toe. Maar daar kun je niet uithalen, dat dus de kerk wel moet dwingen. Dat zit er niet in. Met de auteur onderschrijf ik vele betreurenswaardige dingen uit het verleden en het heden van de katho lieke kerk. Ik ben het ook met haar eens, dat het kerkelijk recht daarin groter respect moet krijgen voor de vrijheid van de katholieke gelovigen. Daar liggen niet mijn bezwaren. Wat ik zeer betreur in haar bijdrage is de opvatting, dat de katholieke leer het onmogelijk maakt, dat katholieken godsdienst- en gewetensvrijheid on derschrijven en aanhangen. Dat is niet zo. Als dat zo zou zijn, dan zou deze kerk alleen om tactische redenen lief zijn voor anderen- Dat zou ook een miskenning zijn van de inzet van vele katholieken. Bovendien zijn in deze kerk ook veel tijdgebonden opvattingen van vroeger veranderd of verdwenen. Dit maakt het mogelijk, dat katholieken met an dere christenen naar eenheid zoeken, en dat zij een eerlijke bijdrage kun nen geven aan, de opbouw van de samenleving, zonder enige bijgedachte van terugverovering van oude machts posities. Dr. R. G. W. Huysmans, is lector voor kerkelijk rech't aan de Katholieke Theo logische .Hogeschool te Amsterdam. LET MY PEOPLE GO! De vijfde plaag wordt kort b er ven. Opnieuw moet Mozes ja zelf? naar Farao gaan aftocht van de Israëlieten te Let my people go! Een eis God der Hebreeën door alle heen zal blijven stellen. En zijn eis kracht bij. Dit is geen dat opgevolgd dan wel terzijde kan worden. Dat merkt Farao vijfde keer. Ditmaal Is de plaa pest De tijd om dit te keren i]ho morgen gaat het in. Al het vee Egyptenaren sterft. Opnieuw hojiee plaag op bij de Israëlieten. Hi^h blijft gespaard bij deze ramp intussen mag ons met ontga hier voor 't eerst de dood z'n doet in de plagen over Egypt keer nog de dood van vee. maal weigert Farao. Hij wordt murwbaar genoemd. Niet wordt dat hij iets belooft e#n terug komt He is recht toe ree!1 Farao is onverbiddelijk. De a kan hem niet van standpunt v Al ren. Ook al zijn zijn tovenaars jk° van het toneel verdwenen. Er zit een grimmige trek- vijfde plaag en het verhaal erver kan mensengeschiedenis vaak gi^ zijn, zonder uitzicht, zonder Als je niet dat 't anders was plaats zijn voor wanhoop. Noj steek verder is de zaak van di 0' Zo kan het eruit zien. Ik b* geen stap verder. Maar de plag geteld. (Exodus 9, 1-7). da NED. HERV. KERK Aangenomen naar Naaldwijk, (toez.): P. Holst te Heerde. Bedankt voor Terkaple (toez.): Hop, kand. te Groningen. Benoemd tot bijstand in het pa te Baarn: J. F. Storm te Nijbn GEREF. KERKEN Beroepen te Hoofddorp: P. Hengst te Den Helder. Aangenomen naar Muiden- berg: A. G. Bosma, kand. te 1 dam, die bedankte voor Vrnkevi GEREF. KERKEN (VRIJGEM. Beroepen te Pernis: M. J. C kand. te Leiden; te Groniingei A. v.d. Velde te Ensohede-N. heen missionair pred.; te Ste< H. Hididamig, kand. te Emmen. GEREF. KERKEN (VRIJG. B VERB.) Afscheid op 23 juni van Oost Wolfheze: J. C. Janse, béroe Zaandam. OUD GEREF. GEM. IN NED. Bedankt voor Doorn: G. Sn Giessendam. CHR. GEREF. KERKEN Beroepbaar: kand. B. de Gra zenlaan 2, Apeldoorn; kand. Hartog, Rijnstraat 48, Ape! kand. R. Kok, Vossenweg 22, doorn. Niet beroepbaar, maar reid zondags de kerken te kand. J. C. Hardeman, Agricol 18, Apeldoorn. niet voor de dag kunnen komen met een geloofsgetuigenis van een paar gerenommeerde gereformeerde profes soren. Maar ja, dat verhaal zal de heren van Voorlopig wel niet zinnen. Trouwens, ik miste in Voorlopig hele maal de namen van kerkelijke vóórmannen/van leidende figuren zal ik maar zeggen. Goed. dominee Bus- kes stond er in, maar voor hem waren er blijkbaar geen vette letters, hij moest het met cursieve lettertjes doen. Een aardig stukje hoor, daar niet van, over plagiaat (met dat ver haal over een preek van de oude Chantepie de la Saussaye, maar dat had hij al eerder verteld). We waren kloekere taal van dr. Buskes gewend. Ik was blij dat de verontruste synode leden mij de ogen geopend hadden. Moet je nagaan, in heel dit nummer van Voorlopig geen regel polemiek, net alsof er in andere bladen geen verkeerd soort artikelen geschreven worden. Ook geen rubriek 'Kerkelijk leven', net alsof er geen dominees en kerkeraden bestaan die een scheve schaats rijden. Zulke dingen moeten eerst met droefheid gesignaleerd, en vervolgens met kracht bestreden wor den, maar Voorlopig zweeg. Uit verle genheid? Over communistisch geïnfecteerde Kamper studenten las ik niks en het was zeker ook aan de dames en heren van Voorlopig ontgaan dat ergens in ons goede land een gereformeerde godsdienstleraar rondloopt die vol bloed CPN is. Over verlegenheid ge sproken: die man heeft geen last van verlegenheid. Maar wel een heel ver haal in Voorlopig over een of andere meneer in Chili, die kennelijk be treurt dat in dit land het communis me met krachtige hand is onderdrukt. Met een diepe zucht legde ik Voorlo pig terzijde en ging.meteen dit stukje tikken. Want ik kon het niet langer voor me houden, ik moest het kwijt: die waarschuwende synodeleden heb ben toch gelijkl P.S. Dc hierbij afgebeelde tekeningen zijn uit dit junl-nummmer van Voor lopig, maar ik zeg maar zo: plaatjes vullen geen gaatjes. Van een verslaggever ZELHEM 'Het sprookje Nederland zo'n schoon land is onbegrijpelijk. In vergé met het buitenland zijn zelfs ongelooflijke smeerpl sen', zei directeur J. Vet vai provinciale Gelderse VVV. De heer Vet wees op de vei ling door het publiek van tuurgebieden, steden en dor; 'In de Verenigde Staten ki men 250 gulden boete bij weggooien van een leeg sig; tenpakje.' De toenemende vervuiling bp vloedt het beleid van de VI 3 op toeristisch en recreatief V bied. De heer Vet pleitte en dat de VW's zich wat onaf? keiijker gaan opstellen tej over het bedrijfsleven. Ook de propaganda meer moeten rusten op en meer gericht ijA ten zijn op het behoud van' milieu.' Van een verslaggever u DEN BOSCH Het gere heeft zes jaar gevangenisstra aftrek van voorarrest opgelé* twee jongemannen E. M. (20) broer A. M. (21) uit Maastric 31 hadden vorig jaar in een vlaij. wanhoop hun stiefmoeder veiC In Maastricht waren de beide veroordeeld tot acht jaar geva straf met aftrek overeenkomst» eis van de officier van justiti n veroordeling in Den Bosch wa eenkomstlg de eis. (ADVERTENTIE) LEEST NU Uitg. Karsscn, Bodcgrav( onafhankelijk aktueel authentiek Gereformeer 18,50 per jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2