.■elang van EG overstijgt aar interne problemen begeerte naar 'wat lider de wateren is' «nerikaanse visie op Brussel: ïrechtconferentie in Caracas In de strijd om het 'gemeenschappelijke erfdeel der mensheid' zijn multinationals de lachende derde. /iKWiAUTiET ZATERDAG 22 JUNI 1974 BUITENLAND T13/K13 In april werd in Roefiampton bij Londen een conferentie gehouden onder de titel 'Christenen in de Europese Gemeen schap'. Een van de inleidingen daarvoor werd geschreven door dë vroegere ambassadeur van de Verenigde Staten bij de Europpse Gemeenschapde heer John Robert Schaetzel. Puttend uit zijn ervaringen in Brussel van 1966 tot 1972 schrijft hij over de rol van de Negen in de westerse wereld. Hij doet dat met een mengeling vaiv sympathie en teleurstel ling. Met het soort bezorgdheid dat eruit spreekt en met de ietwat pathetische uitdrukkingsivijze is het eën duidelijke Amerikaanse kijk op de oriwikkeling van de Europese Gemeen schapdie alle aandacht verdient. De inleiding is hier en daar bekort. land tariieen beetje als met linnenkijken door lam. De Europese (nschap ziet er voor d die er in zit Anders uit als voor jd die van buiten binnen kijkt. Mijn je komt van buiten ben 'n oude vriend p Gemeenschap die [ks de door hem bde sympathie en in het verleden ris te worden misver wanneer hij nu pn nummertje gaat L Men zal mij dan iéén kam scheren andere vittende ikanen. Ik het er in deze belangrijk- {amgspeniode in de Westerse r maar op wagen, want de ordelijkheden die Europa en ai dragen maken het nodig iet alleen begrip voor elkaar li maar ook van ons hart tordkuil maken. Ik probeer fet antwoord te vinden op de e de Europese gemeenschap Jn overkomt, waar zij eigen- I wil en welk effect zij heeft |t van de westelijke wereld. meensohap nog wel eens in Inlandse pers aan de orde jet meestal om een marathon luw-mimiisteo^ over bepaalde beschrijven, waarvan de under in elk geval begrijpt Tmsumenten binnen West-Eu- jevenmin blij om zullen zijn [oducenten buiten West-Euro pa. Het beeld is dat van een zeer technisch georiënteerde Gemeenschap die gevangen zit in de mazen van bureaucratische procedures en eens hoopgevende beweging die niet alleen de weg kwijt is- maar ook de kracht om zich te vernieuwen. En de vraag is of zij ooit weer tot de verbeelding zal kunnen spreken van diegenen er buiten die altijd het ideaal van een werkelijk verenigd Europa gedeeld hebben. Er zijn ook zodamigen in Amerika die van dat idee nooit gecharmeerd zijn geweest. Het treft wat ongelukkig maar twee van die mensen zijn: Ri chard Nixon, president van de Vere nigde Staten, en zijn minister van buitenlandse zaken, dr. Kissinger. De laatstgenoemde toont nu en dan wel enige bereidheid om de realiteit van zo'n gemeenschap te accepteren. Maar als Washington serieus zaken wil doen met Europa, gebeurt dat privé met de regeringsleiders van Duits land, Engeland, Italië en speciaal Frankrijk. De dialoog die de presi dent en dr. Kissinger willen houden over kwesties van de Gemeenschap geschiedt prinoipieël 'in het diepste geheim in de hoofdstad van een der lid-staten. Alleen reactie In haar huidige .fase is de Gemeen schap niet meer dan een regerend lichaam. Zij heeft een doel nodig om op te schieten. Toen de eerste discus sites over een nieuwe handels- en tanievemronde werden gehouden prak de toenmalige premier Heath al van een 'Gemeenschaps-Ronde'. Maar dat bleef een vrome wens. Ondanks alle verwarring in de VS, de ijver der protectionistische krachten en de dub belzinnigheid van de door de regering ontworpen handelswetten, gaat het toch een 'Nixon-Ronde' worden. Waar om veroordeelt de Gemeenschap zich tot de rol om alleen maar te antwoor- de op de initiatieven van anderen? Ik denk omdat ideeën en initiatieven sterke instellingen vereisen. Iemand moet ergens de autoriteit hebben om een hele reeks van alternatieve moge lijkheden te schiften en op één ervan in te schepen. Een1 Gemeenschap die niet meer is dan een coalitie van staten valt gemakkelijk terug in een zekere verlamming. Een uitsluitend reagerende Gemeen schap die haar nieuwe identiteit nog moet krijgen komt naar buiten over als een beest van grote omvang en met grote kracht dat zich echter spas tisch en zonder richting beweegt. De Gemeenschappelijke landbouwpolitiek demonstreert dat. Zij ontstond als een wijze om ingewikkelde interne belan gen te verzoenen door het zoeken van een gemeenschappelijke deler. Vragen over de gevolgen ervan voor derde landen werden opzijgezet Die land bouwpolitiek is niet bewust opgezet om buitenlandse producenten dwars te zitten. Dat dit wel gebeurt is een neven-effect. Maar dat wekt net ge noeg frustratie om, zoals onze voor malige minister Connally, te gaan ge loven dat de Gemeenschap niet veel meer is dan een instrument om Ame rika dn de luren te leggen, Japan Als de Gemeenschap inderdaad een uitdrukking is van het Westeuropese verlangen om een plaats te hebben In de wereld hoe moet dan haar onverschilligheid ten opzichte van Azië, speciaal Japan, worden verklaard? De Amerikanen hebben er maar erg weinig aan gedaan om de belang stelling van de Gemeenschap voor deze regio te wekken, maar wanneer dat al gebeurde was het voor dove- mans-oren. Deze ontoegankelijkheid wordt door de VS uitgelegd als een cynische wenk aan hun adres om dat zaakje zelf maar op te knappen. De gevolgen zijn voor ledereen ongun stig. Veel Japanners willen nauwere relaties met de Gemeenschap. Maar zelfs over het kleine stapje van een missie namens de Gemeenchap in Tokio kan men het niet eens worden. Het is geenszins verwonderlijk dat de Japanners de EG verdenken met de VS een blok tegen heil te willen vormen. Zestig associaties De kleinere landen hebben hun speci ale moeilijkheden met de Negen. Om tenminste gehóórd te worden zoeken ze bijna alle een vorm van associatie met de Gemeenschap. Die begrijpelij ke neiging, die al bijna zestig associa tie-overeenkomsten ter wereld heeft gebracht, zeit het hele internationale stelsel onder zware druk. Voor mid delgrote landen als Canada is dit een knellend probleem. Die willen terug naar één wereldhandels- en betaldngs- stelsel, maar ze weten dat dit er alleen door de gezamenlijke inspan ningen van Amerika, de Negen en Japan kan komen. Ook daarin heeft de Gemeenschap zonder het te bedoe len bijgedragen tot de verzwakking van het internationale systeem. Dat is op het gebied van de handel heel duidelijk het geval. In de monetaire kwestie ligt het an ders. Daar speelt vooral het falen van de Gemeenschap om een idee op te brengen voor de hervorming van het geldstelsel. De Zes en later de Negen hebben slechts toe zitten kijken hoe het plafond instortte. Amerika heeft daar zijn eigen ongelukkige bijdrage aan geleverd. Onze toewijding aan de internationale orde schijnt vaak meer een zaak van mooie woorden dan vèn overtuiging te zijn. Het leiderschap in de internationale economische poli tiek dat Amerika 25 jaar lang gaf, heeft zijn bekoring, zowel als zijn voetvolk verloren. Amerika Bijzonder ongelukkig is de slechts vluchtige belangstelling van de Negen voor de relaties met de VS. Men komt er moeilijk achter of de Europeanen het probleem Amerika te belangrijk vinden om het aan de Gemeenschap over te laten, of niiet belangrijk ge noeg. Wat de uitleg, hiervan ook zij, het feit blijft dat er weinig aan gedaan is. Het gevecht over de status van de missie van de Gemeenschap in Wahington gaat voort of deze door een ambassadeur geleid moet worden, of zij gestationeerd wordt bij de uitvoerende macht of bij het Con gres, enzovoort. Er is geen overeen stemming bereikt over het idee van Willy Brandt om een gemeenschappe lijk comité van de VS en de Gemeen schap op te richten. Kans en plicht Dit is geen chauvinistisch vragen om aandacht voor Amerika. De zaak is eenvoudig. Europa en de Gemeen schap kunnen zich niet veroorloven Amerika te laten liggen voor wat het is. Johan ten Hove I ïren begon in Caracas, de hoofdstad van Venezuela,' onder auspiciën van de Verenigde Naties 1 e zeerechtconferentie. Met meer dan 5000 vertegenwoordigers uit 150 landen, ivordt dit wel de Rijkste internationale vergadering genoemd uit de geschiedenis van de Verenigde Naties. En |f onrechte, want het doel van de conferentie is niets minder dan het instellen van een inter- l orgaan dat orde en recht moet brengen in de steeds groter wordende chaos op de ivereld- i dat een eind moet maken aan het nu heersende recht van de sterkste. iaos heerst op de wateren, ■oecnt van he.1, aardoppervlak vooral de laatste jaren wel Een chaos die alles in zich tot gevaarlijke calamiteiten gewelddadige conflicten te met de enor- met him bon tonnen olie teweeg kun- is wel gebleken uit de met de Torrey Canyon waarbij grote kustge- het Kanaal onder de olie zitten. En dat de spannin- verschillende landen die maken op het zelfde zeegg- kunnen oplopen bleek wel conflict over de Zee, hetgeen onlangs bedde verhoogde paraatheid van deed besluiten, nog de moeilijkheden die eikaars visgronden i, waarvan het conflict Enge- and en de problemen in het gebied voorbeelden zijn. En de laatste jaren technisch blijkt de enorme rijkdom- Ie diepzeebodem te ontginnen ongebreidelde jacht op deze nen tussen d& technologisch twikkelde landen onvermij de- alle mogelijke nieuwe span- rden vandien ig iferentie zal opnieuw een bot- zien geven tussen de geïndus- rde, zeevarende, rijke landen ontwikkelingslanden. Het is het belang van de ontwikke len dat exploitatie van de nen op de zeebodem en in de erboven gereguleerd wordt n internationale autoriteit, ordt dit overgelaten aan 'wie t komt, die het eerst maalt', en technologisch hoogontwik- nden, zoals de Verenigde Sta- Sowjet-Unie, Japan en een westeuropese landen hiervan «te profijt trekken en zal de ssen arme en rijke landen nog worden. De aan de conferen- liemende landen zullen dan en overeenstemming te berei- p de afbakening van de terri- vateren, de rechten van navi- e visserijzönes het beperken watervervuiling en vooral de instelling van een internationaal or gaan dat toezicht houdt op de ontgin ning en exploitatie van de bodem schatten in de internationale zee. Erfgoed Het idee van een internationale auto riteit óver de wereldzeeën buiten de grenzen van de nationale jurisdictie, werd in 1967 op de Algemene Verga dering van de VN al naar voren gebracht door ambassadeur Pardo van Malta. Op grond hiervan werd een commissie ad hoe gevormd, die in de jaren '68'70 een verklaring opstelde waarin bepaald werd dat de zeebodem en de ondergrond voorbij de nationa le jurisdictie van de kustlanden en de rijkdommen in dit gebied 'gemeen schappelijk erfgoed van de mensheid' zijn. Verder werd bepaald dat de ontgin ning van deze rijkdom ten goede moet komen aan alle landen, ongeacht hun geografische ligging en dat er vooral met de ontwikkelingslanden re kening gehouden diende te worden. In 1970 werd deze verklaring door de VN aanvaard, zonder tegenstemmen, maar met onthouding van de Oostblok landen. Over de omvang van het gebied dat onder toezicht van de VN gesteld moet worden en dus over de gebieden die onder de jurisdictie van de nationale staten vallen werd nog niets definitiefs gezegd. Hugo de Groot Wat het afbakenen van de territeniale grenzen betreft kunnen we teruggaan tot een 17-de eeüwse landgenoot, de internationaal befaamde rechtsgeleer de Hugo de Groot, die in een lijvig boekwerk 'De Vrije Zee' pleitte voor een zóne van drie mijl langs de kust (de afstand die door een kanon uit die tijd bestreken kon worden) waar de staten hun nationale rechten kon den doen gelden. Verder was de zee vrij voor ieder die haar bevoer. Op deze ideeën is het huidige zeerecht gegrondvest en ze zijn tot in de twintigste eeuw van kracht gebleven. Vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen door de voortschrijdende techno logie het continentale plat de on diepe gebieden rond de continenten in verband met de bodemrijkdom men interessant werd en verschillen de staten overgingen tot uitbreiding van hun nationale soevereiniteit over de aangrenzende zeeën, kwamen steeds meer behoefte aan een overeenkomst over de afbakening van de territoriale zee. i de-afbakening van de territoriale zee. Dit leidde in 1958 tot de eerste zee- rechtconfereaitie van de VN die te Genève gehouden werd. Zowel op deze conferentie als op de tweede in 1960 werd er geen akkoord bereikt over de breedte van de territoriale zónes. Ook problemen als de breedte van de nati onale visserijzönes en de grenzen waarbinnen een1 staat exclusieve rech ten over de bronnen op het continen tale plat zou kunnen doen gelden, werden niet opgelost. Na deze confe rentie ging een groot aantal landen op eigen houtje over tot verbreding van hun territeniale zones. Deze conferentie zal dus opnieuw een poging ondernemen om eindelijk tot een internationaal geaccepteerde afba kening van de territoriale wateren te komen. Gezien de verschillende stand punten die de deelnemende landen innemen is dat geen eenvoudige zaak. Ze zijn de arme landen bevreesd-dat er van de internationale autoriteit niet veel terecht zal komen, en die vrees is niet ongegrond, gezien de huidige inspanning van de rijke lan den en vooral de multinationale on dernemingen om zo snel mogelijk over te gaan tot exploitatie van de zeebodem. Daarbij trekken ze zich bijzonder weinig aan van de in 1970 aangenomen VN-verklaring. Reeds nu worden er door de technologische gi ganten enorme stalen booreilanden gebouwd die overal ter wereld de zeebodems gaan afschuimen. De der de-wereld landen zullen dan ook pro beren een zo groot mogelijk gebied voor zich op te eisen. Tal van ontwik kelingslanden pleiten nu al voor een uitbreiding van de nationale aanspra ken op de zee tot 200 mijl uit de kust. Dit zou dan een economische zóne moeten zijn waarbinnen een staat het exclusieve recht heeft op alle zich op en onder de zeebodem en in de zee bevindende rijkdommen. Daardoor zou ongeveer 35 procent van de zeeën, waaronder het grootste deel van het continentale plat, dat het rijkst is aan olie, gas en vis onder de nationale regeringen vallen. De rest van de wereldzeeën, de voorlopig veel onaantrekkelijker diepzee, zou onder toezicht van de internationale autori teit geplaatst worden ongunstig gele gen landen zouden van deze regeling de dupe worden en van 'het gemeen schappelijk erfdeel der mensheid' dat rechtvaardig onder alle landen ver deeld moet worden, zou weinig over blijven. Bovendien zouden de rijka landen en de multinationals van deze 200-mijJszóne het meest profiteren en zelfs in de zónes der ontwikkelings landen een stevige vinger in de pap houden. Zij alleen hebben immers de technische en financiële middelen in handen om de zeebodem te exploite ren. Dit laatste blijft ook een rol spelen bij de instelling van een inter- nationaal orgaan, want ook dit orgaan zou op de technische kennis van de rijke landen en de internationale con cerns aangewezen zijn. Zeestraten De rijke geïndustrialiseerde zeevaren de mogendheden hebben zich altijd verzet tegen uitbreiding van de terri- door J. R. Schaetzel Het land is te groot, te belangrijk voor de Europese veiligheid, te on voorspelbaar om alleen gelaten te worden. Het gaat mij er niet om een of andere vorm van Atlantische ge meenschap te doen herleven, maar eerder een koele, cliniische schatting te geven van de mate waarin de VS een gevaarlijk probleem kunnen wor den voor Europa, de Westerse wereld en de internationale orde. Amerlka's traditionele isolationisme is nog niet zo lang geleden aan de kant gezet En het is meer dan klassiek conervatis- me. Er zijn vandaag progressieve Amerikanen die pleiten voor concen tratie op binnenlande problemen en losmaking uit internationale verplich tingen. Er zijn ook de orde onderhan delaars die voor slechte relaties niet terugdeinzen- Zij bieden een andere vorm van isolationisme aan. Een on geremd Amerika, een land dat gefrus treerd en verbitterd is, kan ook zon der opzet onherstelbare schade veroor zaken. Bovendien blijft Amerika voor de afzienbare toekomst essentieel voor de Westeuropese veiligheid. (Na nog een aantal positieve punten van de Gemeenchap te hebben opgesomd komt de oud-ambassadeur tot de con clusie dat de Gemeenschap als politie ke eenheid niet mag mislukken, red.). U moet begrijpen, dat de Gemeen schap een betekenis heeft die haar interne aangelegenheden overstijgt. Het is een principiële kracht in de wereld die het nationalisme bestrijdt Het verschaft een model aan anderen Maleisië de Andes-groep en mis schien te zijner tijd Oost Europa. De kern van de zaak is dat Europa spe ciaal op politiek terrein voortgang moet boeken. Maar een actieve en verlichte buitenlandse politiek na mens de Gemeenschap zal afhankelijk blijven van een krachtige en positieve interne ontwikkeling. Reële en blij vende invloed in de Westerse wereld kan alleen maar komen van een Ge meenschap met effectieve democrati sche instituten. Dat betekent een of andere vorm van parlementaire con trole over begrotingen en bestedingen de klassieke rol van het parlement en over het hele wetgevende pro ces van de Gemeenschap. West Euro pa heeft een unieke kans, zo niet de verplichting, om deze uitdaging te beantwoorden. toniale grenzen, mede omdat een groot aantal strategisch zeer belangrij ke zeestraten binnen de jurisdictie van de eraan grenzende staten zouden komen te vallen. Ou de eerste zee- rechtoonferen/tie te Genève werd wel bepaald dat schepen van alle staten het recht hebben op zogeheten 'on schuldige doorvaart' door territoriale wateren, maar onschuldige doorvaart kan in Caracas wel eens veel verschil lende interpretaties krijgen. Komen mammoettankers kornonderzeeërs en oorlogsschepen er ook voor In aan merking? Als het voorstel om de territoriale wateren uit te breiden tot 12 mijl uit de kust geaccepteerd wordt (en het is vrijwel zeker dat dit gebeurt) dan zal het aantal zeestraten dat volledig onder nationale soeverei niteit van de kustlanden valt zeer sterk toenemen. De grote maritieme mogendheden zullen onder geen be ding afzien van de vrije doortocht voor hun ooriogsvl jten door de zee straten. Vooral de Sowjet-Unie zou hierdoor getroffen worden, omdat zijn vloten afhankelijk zijn van de Bospo rus. de Dardanellen en het Skagerrak om in internationale wateren te ko men. Vooral de Volksrepubliek China pleit voor uitbreiding van de territo riale- wateren en het aan banden leg gen van de vrije doorvaart. Waarne mers verwachten dan ook dat het tijdens de conferentie tot een con frontatie tussen Moskou en Peking zal komen. Een belangrijk verschil met de eerste en tweede zeer ech too af erentie is het feit dat er na 1960 een groot aantal jonge onafhankelijke staten is bijge komen. De verhouding rijke landen-arme lan den is nu ongeveer 30 tegen 110. zodat de rijke landen allicht conces sies moeten doen. Maar de ontwikke lingslanden zullen er voor moeten oppassen de rijke landen te veel tegen zich in 't harnas te jagen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat de rijke lan den zich in bepaalds met een meer derheid aangenomen resoluties zullen distantiëren of zelfs de conferentie zul len verlaten. Het is vrijwel zeker dat de 150 landen gedurende de twee maanden dn Cara cas niet tot overeenstemming over alle kwesties zullen komen. Er is dan ook al een vierde conferentie in voor bereiding, die volgend jaar in Wenen zal worden gehouden. Inmiddels staat de technologische vooruitgang niet stil. Het zal steeds moeilijker worden de landen die de technische kennis en de financiële middelen hebben van de rijkdommen der oceaanbodem af te houden. Om over de multinationals nog maar te zwijgen. En over het politieke vermogen van de afzonderlij ke naties om een greep te krijgen op het doèn en laten van deze multinati onals, hoeft men zich, gezien de erva ringen uit de jongste oliecrisis, niet al te veel illusies té maken. De tijd dringt dat een rechtvaardige verde ling van 's werelds rijkdommen, op de oceaanbodem wordt bepaald door een internationale autoriteit En waarom die op het vasteland ei genlijk niet?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 13