ET WESTEN KOESTERT
IJN GEKOZEN KONINGEN
E
ia de wittebroodsweken moet
Portugal weer aan het werk
J\ MONARC
REPUBLICAN
F
Haurice Duverger en de opkomst van de Republikeinse Monarchie
MAURICE
o
„r:r
Jèv",o
oil comment
les (lémocrafies
se dómieïit des rois
iflatie en arbeidsonrust bemoeilijken economische opbouw
lUW/KWASTET ZATEiRBAlG 15 JÖNI 1974
BUITENLAND
T17/K17
or Chris Blankenburgh
tijd van de machtige parlementen in de westerse democratische landen is voorbij. In moderne, geïn-
itrialiseerde staten heeft het staatsbestuur, de uitvoerende macht, het steeds meer voor het zeggen
jregen. Aan de top van dit bestuur staat de regeringsleider, wiens macht in de afgelopen 25 jaar
istisch toegenomen is. Zonder het te merken is er een geheel nieuwe vorm van koningschap ontstaan.
de troon van de oude, erfelijke
t, die met de komst van het
neen kiesrecht en parlementaire
ringen een ceremoniële randversie-
was geworden, is een nieuwer-
e monarch teruggekeerd. Het is
:oning van de Republikeinse Mo-
hie
Republikeinse Monarch heerst
zoals de vroegere koning, 'bij de
ie Gods'. Hij regeert bij de gratie
het volk dat hem kiest en hem
lijk de machtigste staatspost be-
Hij noemt zich president, kan-
r of premier. Maar in werkelijk-
is hij een gekozen koning,
wordt gesteund door machtige
spartijen of coalities. Hij wordt
ilair gemaakt en van het imago
superman voorzien door de mo-
e massamedia. De Republikeinse
arch heeft daardoor een autori-
die weinig verschilt van het
g van de vroegere autoritaire
gekozen koning heeft het voor-
'dominerende parlement opzij ge-
gen. Maar de aftakeling van de
imënten heeft de komst van de
twe monarch ook mogelijk ge
kt. En beter dan het parlement is
ekozen koning in staat weerstand
eden aan de nieuwe anti-tdemocra-
ie krachten, die de moderne, wes-
natie bedreigen. De gekozen mo-
h en niet langer het parlement is
pperste beschermheer van de 'hei
democratie' geworden. Zijn komst
kent het einde van de oude
ementaire democratie en de ge-
te van een nieuwe, monarchaal-
iblikeinse democratie.
Republikeinse Monarchie is niet
sn in opkomst, maar zij bestaat al.
komt voor in de VS, Canada,
eland, Frankrijk, West-Duitsland,
iden, Oostenrijk, Australië, Nieuw-
land en India. In Finland, De-
arken en Noorwegen is zij volop
ntwikkeling. In West-Europa zijn
dit ogenblik alleen België, Italië,
seriand en Nederland (nog) geen
ublikeinse Monarchie. In Neder-
en Italië heeft men nog het
lerwetse parlementaire stelsel, dat
Jormd is naar het Britse voorbeeld
(hóórde Eerste Wereldoorlog,
ze kernachtige en nogal opzienba
re stellingen vormen de kern van
eerder dit jaar verschenen boek
Monarchie Républicaine' van de
tinente Franse politicoloog en
lentator Maurice Duverger. Du-
|er, die specialist is op het gebied
westerse regeringssystemen, illus-
zijn soms onthutsende conclu-
met een veelvoud van argumen-
en voorbeelden. Wij zullen in
poging tot een samenvatting van
Maurice Duverger: gekozen monarch behartigt belangen van volk
doeltreffender dan parlement
zijn betoog eerst proberen vast te stel
len, wait Duverger nu precies bedoelt
met een 'Republikeinse Monarchie'.
Nieuwe monarchie
Een Republikeinse Monarchie, aldus
Duverger, is een staat met een rege
ringsledder aan de top, die via vrije,
algemene verkiezingen aan de macht
komt of de laan wordt uitgestuurd.
Voorwaarde is, dat aan die verkiezin
gen meerdere kandidaten hebben
deelgenomen en dat zij een echte
concurrentieslag hebben moeten
leveren. Een tweede voorwaarde is,
dat de gekozen monarch ook de wer
kelijke politieke baas in zijn land is.
Hij moet metterdaad het hoogste ge
zag uitoefenen, dat aan zijn staats
functie wordt toegeschreven, en dus
niet alleen maar 's lands opperste
ceremoniemeester zijn.
Welnu, aan deze voorwaarden voldoet
een indrukwekkende reeks presiden
ten. kanseliers en premiers van mo
derne, westerse en zelfs niet-Westerse
naties. De presidenten van Amerika
en Frankrijk zijn heel duidelijk ge
kozen koningen. Minder duidelijk is
dat in landen als Engeland en West-
Duitsland. waar de regeringschef
voortkomt uit de grootste partij in
het parlement of de grootste coalitie.
Maar ook in deze verkapte vorm zijn
de Britse premier en de Westduitse
bondskanselier een Republikeinse Mo
narch, een tamelijk almachtig gekozen
koning, aldus Duverger.
De Republikeinse Monarch is koning,
omdat hij zo machtig is. De werke
lijke macht van de moderne monarch
is bijna even groot als die van de
oude, autoritair heersende vorst, ook
al zijn de bevoegdheden van de ge
kozen koning op papier drastisch be
perkt. De macht van de Amerikaanse
president is omstreden. Hoe moeilijk
het is, de man af te zetten, hoeft niet
te worden toegelicht. Maar ook de
Europese gekozen koning de man
die door de grote parlementaire
partijen op het schild geheven is
heerst vrijwel oppermachtig. De Brit
se premier en de Westduitse bonds
kanselier belichamen de machtspositie
van resp. de Labour-partij en de coali
tie van SPD en FDP in de parlemen
ten. De partijen, die hun gekozen
koning naar de top hebben gestuwd,
hebben er groot belang bij hun man
in het zadel te houden. Want de val
van hun koning betekent de val van
de partij; de val van de partij be
tekent het erlies van macht en in
vloed, de greep op de baantjes; en het
verlies van macht, invloed en bestuur
lijke functies betekent verspelen van
reputatie.
Polarisatie
De opkomst van de machtige, gekozen
koning is vooral veroorzaakt door de
ontwikkeling van een politiek
systeem, waarin twee politieke organi
saties tegenover elkaar zijn komen te
staan. In de VS zijn dit de Republi
keinen en de Democraten. In West-
Europa zijn de parlementaire demo
cratieën ontwikkeld vén een systeem
van vele kleinere partijen néér een
twee-partijenstelsel. De partijen groe
peren zich steeds meer in twee tegen
over elkaar staande blokken. Men
noemt dit proces 'polarisatie'. Opposi
tiepartijen of coalities staan tegenover
regeringspartijen of coalities. Tege
lijkertijd zijn de partijen straf gedis
ciplineerde massapartijen geworden.
De afgevaardigden in de parlementen
stemmen eendrachtig vóór of tegen
moties en wetsvoorstellen en scharen
zich eensgezind achter of tegenover
de regeringsleider e<n zijn kabinet. In
Frankrijk staan 'giscardisten' nu tegen
over de linkse coalitie. In Engeland
staat de Labour-partij tegenover Con
servatieven en in West-Duitsland staat
de sociaal-democratisch-liberale coali
tie tegenover het blok van christen
democraten. Deze ontwikkeling heeft
de komst van de Republikeinse Mo
narchie mogelijk gemaakt, aldus Du
verger. Zij is tevens een noodzakelijke
voorwaarde voor de handhaving van
het systeem van de gekozen koning.
Maar evenzeer heeft de moderne pers,
radio en vooral de televisie een
hoofdrol gespeeld bij de schepping
van de nieuwe monarch. De tv heeft
de gekozen koning zo dicht bij het
publiek gebracht dat hij een bekender
figuur is geworden dan de plaatselijke
gezagsdrager.
Onmisbare monarch
Het publiek kan steeds moeilijker
buiten zijn gekozen koning. Er be
staat een sterke behoefte aan een
staatsleider, die door de bevolking
wordt gekend. Een man die zij regel
matig ziet, over wie zij hoort en leest
en die zij kan waarderen of vergui
zen. Volgens Duverger spruit deze
behoefte voort uit de ontwikkeling
van de samenleving tot een onover
zichtelijk, ingewikkeld en daardoor
onbegrijpelijk geheel.
Het platteland is verstedelijkt, de
kleine organisaties en bedrijven zijn
giganten geworden, problemen kunnen
alleen nog door specialisten worden
opgelost. De burger, die door de bo
men het bos niet meer ziet, heeft
behoefte aan vereenvoudiging: het
simpel zien van de gebeurtenissen,
zodat hij het gevoel heeft dat hij er
nog greep op heeft en dat hij er nog
bij hoort. Het beeld van de gekozen
koning, die regelmatig als 's lands
huisvader op de buis verschijnt als de
man die alleen de hoogste politieke
baas is. voorziet in die behoefte.
De moderne samenleving heeft de
komst van de gekozen koning niet
alleen mogelijk gemaakt, maar zij kan
ook niet meer zonder hem. Hiermee
komt Duverger aan de kern van zijn
betoog. In de oude traditie van de
liberale democratie hield de staat zich
slechts bezig met de taken van politie,
justitie, defensie en het gladstrijken
van de ergste gebreken van het parti
culiere initiatief, aldus Duverger.
Maar in de moderne samenleving re
guleert de staat ook de economie, hij
organiseert de sociale voorzieningen
en stuurt zelfs de persoonlijke inko
mens bij. In tegenstelling tot de oude,
liberale staat beperkt de moderne
staat zich niet meer tot het maken
van wetten, maar neemt hij massa's
snelle, soepele en nauwkeurige maat
regelen, die op een onmetelijke hoe
veelheid technische en specialistische
informatie zijn gebaseerd.
Een belangrijk deel van die gegevens
worden geleverd door reuzenorganisa-s
ties: de ministeries met hun ambtena
ren, de superconcerns, de vakcentrales
en de politieke partijen. Maar deze
reuzenorganisaties streven ook hun ei
gen belangen na. Er ontstond zo een
levendige wisselwerking samenwer
king en tegenspel tussen de hoog
ste politieke leiders en de door spe
cialisten, technocraten geleide be
stuurlijke, economische sociale en po
litieke reuzenorganisaties. Het samen
spel van specialisten is door de Ame
rikaanse econoom John Kenneth Gal-
braith. de 'technostructuur' genoemd:
groepen mensen, die expert zijn op
uiteenlopende specialistische gebieden
en die samen deelnemen aan het
voorbereiden en nemen van besluiten
in de organisatie, waarvan zij deel
uitmaken.
Technostructuur
Deze 'technostructuur'. aldus Duver
ger, heeft een nieuw soort mensen
aan de macht gebracht. Het zijn de
mensen die doorkneed zijn in het op
gang houden van de reuzenorganisa
ties: de nationale en multinationale
ondernemingen, de politieke partijen,
de sociale organisaties en de departe
menten. Deze mensen hebben de han
dige parlementaire redenaars, de lie
den die het goed doen bij de verkie
zingen, de beroepspolitici en de par
lementariërs aan de kant gedrukt. Het
parlementslid, dat van alles iets. maar
van niets alles weet. is door de veel
heid en ingewikkeldheid van de
problemen van de moderne staat niet
langer bij machte tegendruk uit te
oefenen tegen de nieuwe, technocrati
sche machthebbers, die als alle
machthebbers neigen tot machtsmis
bruik en tirannie.
De grootste bedreiging voor de demo
cratie in de moderne, westerse staat,
aldus Duverger, wordt thans gevormd
door de economische technostructuur:
de chefs van de grote nationale en
multinationale concerns, die door het
marktmechanisme en de drijfveer van
de winst tot tirannie worden gedwon
gen.
De Republikeinse Monarch, de moder
ne gekozen koning, is de man die
beter dan het parlement doeltreffend
weerstand kan bieden aan deze mo
derne bedreigingen van de democra
tie, meent Duverger. 'Als de techno-
structuren alleen maar een parlme-
naire macht voor zich zien. kunnen
zij doen en laten wat zij willen en
degradeert de democratie tot een
technocratie. Zij kunnen alleen in
evenwicht worden gehouden door een
sterke, politieke autoriteit, die bemid
delt tussen de leden van de techno
structuur en hen zijn slotbeslissing
oplegt. Alleen een regeringschef die
uiiit algemene verkiezingen voortkomt,
kan aan deze voorwaarden voldoen.
Deels omdat hij machtig genoeg is om
zich te laten gelden. Anderzijds omdat
hij het geheel van de staatsburgers
vertegenwoordigt.
Koning-democraat
Omdat hij een gekozen koning is, die
zijn betrekkingen met de kiezers moet
blijven cultiveren om aan de macht te
kunnen blijven, is de Republikeinse
Monarch de meest doeltreffende be-
FO.NT
langenbehartiger geworden van de
totale bevolking van zijn staat. Het
parlement moet voortaan genoegen
nemen met het controleren van de
monarch, het vertolken van de wen
sen van het publiek en ervoor zorgen
dat de gekozen koning binnen zijn
eigen terrein blijft opereren.
Betekent qc komst van de gekozen
koning en de verdringing van het
parlement geen fervente bedreiging
voor de democratie? De nieuwe mo
narch kan immers zelf tiran worden?
Duverger meent van niet. 'In Santiago
(Chili) zijn de zaken op 11 september
1973 duidelijk geworden', zo schrijft
Duverger. 'Daar heeft een man alléén
(Salvador Allende) de democratie be
ter belichaamd dan het parlement, dat
in meerderheid de militaire staats
greep goedkeurende en waar parle
mentsleden van het Centrum een bond
genootschap sloten met de fascisten,
zoals zij eerder hebben gedaan in het
Duitsland van 1933, toen zij voor vol
ledige volmachten aan de nazi's stem
den'.
La Monarchie Républicaine door
Maurice Duverger Uitgeverij Ro
bert Laffont Parijs prijs Fr. fr.
28,—.
d grote menigte Portugezen is samengestroomd op een plein. Daarboven op een bordes staat een man in een met goud bezaaid uni-
m. Onberispelijk, met een monocle, witte handschoenen en een bewerkte officiersstaf, die bij verschillende malen als een overwin-
igsteken omhoog beft.
leider van de coup van 25 april
de nieuwe president van Portugal
eraal Antonio de Spinola, was op
mee om zijn invloed en gezag bij
Portugezen verder te vergroten en
hen tot rust, geduld en kalmte te
ien. 'We hebben een zware last
rfd, we hebben een ziek Portugal
rfd, een arm Portugal, dat nu weer
g en rijk moet worden', hield De
nola de menigde in de stad Evora
r. Kortom: Portugal moet na de
tebroodsweken na de vreugde van
revolutie en de blijdschap vanwege
nieuwe regiem weer aan het
c dc«
■ntal tj
im
3.V.
door lei
akingen
ar voor het ministerie van arbeid
de Praca de Londres in Lissabon
lonstreren nog bijna dagelijks
'knemers voor hogere lonen, korte-
werkweken, een prijsstop. Onmid-
hjk na de coup spoelde een golf
i stakingen over het land. Metrobe-
urders, buschauffeurs, broodbak-
s, vissers, postbestellers, werfarbei-
kregen eindelijk de kans hun
>n luid en duidelijk kenbaar te
ken en hun vreugde over de poli-
ke ommezwaai te uiten. Er werd
'raat, vergaderd, gefeest, de vrij-
d greep om zich heen, de geest was
de fles.
ier de gesel van Caetano was dat
..anaal onmogelijk: stakingen waren
L 'boden en werden met harde hand
Irgeslagen, terwijl er voor protes-
toch reden genoeg was. CAO's in
tugal konden maar één keer in de 4
worden herzien, de lonen waren
laagste in Europa en als er dan tot
Risverhogingen werd overgegaan,
;en die veel te laag om de inflatie
s maar bij te houden. Ook van de
monden hoefden de arbeiders geen
- in te verwachten. De syndicaten
rden beheerst door de leiding van
bedrijven en door de regering. Zij
Pen liever de hulp in van de
politie dan dat zij de arbeiders steun
den bij gezien de inflatie hele
maal niiet onredelijke looneisen.
De inflatie in Portugal bedroeg vol
gens de meest voorzichtige en geflat
teerde schattingen de laatste jaren
zeker 20 procenit, en zal door de
problemen na de coup dit jaar nog
wel een stuk hoger uitkomen. Levens
middelen stegen vorige jaren nog
veel sneller in prijs dan 20 procent:
de prijs van bacalao, het nationale
gerecht met stokvis en kabeljauw,
werd plotseling verzesvoudigd, melk
verdubbelde in prijs, evenals de bran
dewijn op morellen ('boerenjon
gens') die de Portugees de ellende
even liet vergeten. Prijzen in Lissa
bon doen vaak niet onder voor die in
Amsterdam, maar een ongeschoolde
arbeider op de reusachtige werf Lis-
nave in Lissabon, aan de monding
van de Taag, verdient niet meer
dan 3500 escudo per maand (een escu
do is ongeveer een dubbeltje) en dan
is hij nog goed af vergeleken bij de
Portugezen op het platteland.
Reserve
Vorige Portugese regeringen maakten
zich liever druk over problemen over
zee dan aandacht te besteden aan de
economische moeilijkheden in het
moederland. De aartsconservatief Sala-
zar vond dat iedere stuiver er één
was en stopte ze liever in een oude
kous dan ze te investeren. Daarmee
bouwde hij wel een keurige reserve
op, maar de Portugezen konden er
niet van eten.
Zijn opvolger Caetano was wat ruim-
denkemder maar ook hij heeft Portu
gal niet tct ontwikkeling kunnen
brengen. De dictator voelde zich daar
aan allerminst schuldig. De inflatie
was in zijn ogen een niet te voorko
men kwaad van buitenaf waar weinig
aan te doen viel.
Caetano had wel gelijk met zijn op
vatting dat de inflatie van buitenaf
kwam, maar dat gebeurde alleen op
een wat andere manier dan de dicta
tor bedoelde. De anderhalf miljoen
jonge Portugezen die in Noord-Euro
pa waren om te werken of in de
koloniën om te vechten op een
bevolking van negen miljoen vorm
den de belangrijkste motor voor de
inflatie. Portugal miste daardoor het
meest werkbare deel van zijn bevol
king. In sommige dorpen op het plat
teland zag je alleen nog maar vrou
wen, kinderen en oude mensen. Ruim
een miljoen jonge mannen probeer
den de kost te verdienen in econo
misch wat beter renderende landen
en maakten regelmatig een bedrag
over, om de familie thuis in leven te
houden. De geldhoeveelheid -in Portu
gal zwol daardoor aan, maar de pro-
duktie bleef door het gebrek aan
arbeidskrachten achter. En meer geld
maar minder produktie betekent auto
matisch inflatie, geldontwaarding. Het
enige voordéel van de giro-overschrij
vingen van over de grens was, dat de
betalingsbalans van het land bleef
blozen.
Ook de jonge en gezonde mannen die
in Afrika vochten, ontnamen Portugal
een fiks brok arbeidskader. Zij het
dan dat zij minder vrijwillig het land
hadden verlaten dan de 'gastarbei
ders.' Zij waren gedwongen ver van
huis een koloniale oorlog uit te vech
ten die ieder jaar duurder werd en
vorig jaar 40 procent van het Portu
gese budget oplsokte, ofwel 45.507
miljoen escudo.
Koloniën
De koloniën hebben voor Portugal ook
wel economisch nut gehad, maar uit
eindelijk zijn de nadelen wel wat
groter gebleken dan de voordelen.
Het Europese moederland kan de ge
biedsdelen overzee zonder al te veel
pijn missen.
Portugal zal dan z'n Afrikaanse leve
ranciers en ook z'n Afrikaanse mark
ten kwijt raken, maar het handelsvo
lume slonk toch al met het jaar, en
het Iberische land kan door het verlies
van de 'belaste' koloniën andere part
ners terugkrijgen.
Alleen 't wegvallen van de olieleveran
ties uit de Angolese enclave Cabina
kan vervelend zijn voor het door de
Arabieren geboycotte Portugal. Maar
als het land z'n koloniën de vrijheid
geeft, zal het met de boycot ook wel
snel gedaan zijn. (In feite heeft Por
tugal trouwens liever de Arabische
olie, omdat die vanwege het lage
zwavelgehalte in het Land zelf geraffi
neerd kan worden, terwijl de olie uit
Cabinda nog steeds op een goed ge
heim gehouden plek in het buiten-,
land wordt gezuiverd en verfijnd).
door Nico Kussendrager
Portugal zou met het afstoten van de
koloniën niet alleen meer aanzien krij
gen bij de Arabieren, maar ook in de
rest van de wereld. Het kan op den
duur zelfs lid worden van de EG en
op korte termijn in ieder geval de
banden met West-Europa nauwer aan
halen. De Gemeenschap lijkt best be
reid eem onbelast Portugal te helpen.
Positief Is ook, dat de soldaten van
overzee zullen terugkomen om de
hand weer aan de machine of de
ploeg te houden in plaats van aan het
geweer, zij het dat hun plotselinge
binnenkomst wel wat 'groeistuip j es'
kan geven. Met hein zullen waarschijn
lijk ook een paar honderdduizend
Portugezen uitwijken die de grond in
de koloniën te heet onder de voeten
wordt en dat zou wel eens een werke
lijk probleem kunnen worden voor
het moederland. Aan de andere kant
zullen investeringen die tot nu toe
overzee werden gedaan, hun weg
waarschijnlijk vinden in Portugal
zelf.
In feite zijn het de grote ondernemin-
der toenemen. En dat terwijl de eer
ste weken na de coup al handen met
geld hebben gekost. Dan ook zal Por
tugal voor investeerders veel van z'n
aantrekkelijkheid verliezen, terwijl
het land voor het internationale
groot-kapitaal toch al aan charme
heeft ingeboet door de loonstijgingen
van de afgelopen wekein. Lage lonen
geven hoge winsten en daarom kwa
men in het verleden veel bedrijven
op Portugal af als vliegen op de
stroop. Dat feest is nu voorbij.
Ook de mededeling van De Spinola
dat er mogelijk een 'aniti-monopoiiebe-
leid' moeten worden gevoerd, heeft de
grote concerns niet juichend doen
binnen rennen.
Mogelijkheden
De menigte juicht generaal De Spinola toe
gen geweest, die het meest hebben
geprofiteerd van de koloniën. Aan de
top staat de Companhia Unial Fabril,
die, begonnen als zeeppoederfabri ek,
nu een conglomeraat vormt, dat zich
uitstrekt van olie en chemie via
scheepsbouw naar textiel en levens
middelen. Het concern is nauw be
trokken bij de Portugese activiteiten
overzee, wat het de twijfelachtige eer
heeft opgeleverd dat in Guinee-Bissau
gesproken wordt over de oorlog van
de 'companhia.' CUF is eigendom van
de familie Mellos, één van de 'hon
derd famillies' in Portugal, waarvan
de invloed en rijkdom schril afstaken
bij de machteloosheid en de armoede
van de arbeiders.
Daaraan is nu een einde gekomen. De
arbeiders hebben de toekomst van
Portugal voor een groot deel in han
den gekregen. Zullen zij genoegen
nemen met de loonstijgingen van de
afgelopen weken die door de rege
ring noodgedwongen voor een deel
weer zijn teruggedraaid? Zullen zij
akkoord gaan met het geringe mini
mumloon van 3300 escudo? Vinden zij
de prijsmaatregelen en de rem op alle
inkomens boven 7500 escudo voldoen
de?
Het antwoord op die vragen is door
slaggevend voor de economische toe
komst van Portugal. Als de arbeidson
rust blijft, zal ook de produktiviteit
achterblijven en dus de inflatie ver-
Maar als de bedrijvigheid niet weg
blijft, als de ruim een miljoen 'gastar
beiders' met hun spaarbankboekjes te
rugkomen en als de 'honderd families11
wat minder naar rendement gaan kij
ken, heeft de Atlantische facade van
het Iberisch schiereiland zeker moge
lijkheden. In de scheepsbouw, in de
visserij, in de bodemschatten (Portu
gal is een grote leverancier van wol
fram), in olie en chemie (in Sines is
de bouw begonnen van een reusachti
ge raffinaderij) en in het toerisme.
Ook de landbouw heeft bitter hard
een nieuwe aanpak nodig. De bedrij
ven moeten worden vergroot (40 pro
cent is op het ogenblik kleiner dan
één hectare), er moeten meer coöpe
raties komen, er moet gemechaniseerd
worden.
De last om Portugal uit het slop te
halen heeft De Spinola gelegd op de
schouders van dr. Vieira de Almeida,
een bankier van grote reputatie. Of
de jonge dottore zal slagen, hangt ook
af van de politieke verhoudingen in
zijn land. De communisten werken op
het ogenblik loyaal mee aan het be
leid van junta, maar er bestaan fikse
meningsverschillen tussen hen en de
verre van linkse De Spinola. Behalve
de immer dreigende arbeidsonrust is
er dan ook nog de bundeling van
rechts, de dreiging van een échte re
volutie vanuit het volk, de machts
concentratie van de honderd families',
die hun verworvenheden koste wat
kost willen behouden.
Als hij niet op toernee is, brengt De
Spinola zestien uur per dag in zijn
werkkamer door. Alleen de afgelopen
zondag was hij bij een voetbalwed
strijd, zijn enige ontspanning van de
laatste tijd. De president werkt hard
om vast te houden en uit te bouwen
wat bereikt is. Hoe een groot deel
van het Portugese volk daartegenover
staat vat een werfarbeider in Lissabon
samen: 'We willen best nog dertig
jaar wachten tot we zo ver zijn als de
rest van Europa, maar geef ons wel
wat te eten!'