Ie weg van een enkeling in de raciale spanning an Zuidelijk Afrika iterview met Patrick van Rensburg DE LAATSTE KOLONIËN IN AFRIKA EN AZIË _r Balling uit Z.-Afrika werd onderwijspionier in Botswana ^/KWARTET ZATERDAG 25 MEI 1974 BUITEN'LAND T11/K13 )rd OVERZICHT VAN DE DIVERSE KOLONIËN EN LANDEN MET BLANKE MINDERHEIDSREGERING e komende maanden en jaren zal Zuidelijk Afrika in steeds grotere mate landacht gaan opeisen. Vooral de ontwikkeling in de Portugese 'overzee- rovincies' wordt beslissend voor de toekomst van dat enorme gebied met igrote natuurlijke hulpbronnen en zijn explosieve raciale verhoudingen, r eens een tijdje op de bijgaande kaart te turen krijgt men een indruk de problemen van koloniale en raciale onderdrukking zich in dit stuk Afri- amenballen. Men ziet de proporties ervan, vergeleken bij de snippertjes formeel kolonialisme die in de rest van de wereld zijn overgebleven. )Jens komen aspecten van dit benauwende vraagstuk in het nieuws. Op de- Rgina gaat het vandaag over de manier waarop één enkeling uit de zelf- jemde blanke superkaste zijn weg heeft gezocht en gevonden. Het is Pa ri van Rensburg, 43 jaar, eens 'n veelbelovend ambtenaar in Zuid-Afrika's jimatieke dienst, thans ploeterend 'aan de basis' in Botswana - een encla- tan rassen-harmonie in Zuidelijk Afrika. Hij werd geïnterviewd door dr. Feddema, wetenschappelijk hoofdmedewerker niet-westerse sociologie de Vrije Universiteit. r dr. J. P. Feddema id-Afrika uw geboorteland heeft globaal genomen twee groepen de blanken nl. de Afrikaans- en tgelssprekenden. elke bent u afkomstig? tam van Rensburg is een veel gemende naam onder de Afrika- Alijn ouders, die ik nauwelijks fekend, behoorden daartoe, ook Hiiale zin. Over het algemeen en de Afrikaners, althans tot de wereldoorlog, de minder wel de, werkende klasse onder de en- grootmoeder, door wie ik ben oed, had echter, hoewel ze tij de Boerenoorlog in een engels Ltratiekamp had gezeten, een e tegen het drijven van de nati- tische grocp-Herzog die zich tegen alles wat engels was. Zij i zich meer verwant met de laingsgezmde Afrikanerl eiders en Smuts en voedde me eerder I dan afrikaans op. Bovendien Ie ik als kind met haar in het {sprekende Durban. bent u dan later toch min of aneen Afrikaner nationalist gewor- A. :e'fe jaren na de dood van mijn iioeder kreeg ik het gevoel, dat ndj in haar engelse opvoeding onthouden had. De reden is, in de jaren rondom 1948, toen ule Partij aan het bewind op jeugdige leeftijd - ik ben in 1931 - in de ban raakte Afrikaner-nationalisme. Daar vooral voor de jongeren een appèl van uit. Ik heb me mede laten leiden door sociaal Ik had onder de engelsspre- arfi gewoond en gezien, hoe vrese- Eze de Afrikaners geminacht en |gd hebben. Als je geen engels K,!was je een inferieur wezen. Ook Afrikanen en de Indiërs werd *sfeergekeken. Zowel de Afrikaners 't zwarte Afrikanen waren voor en ik had het gevoel Nationale Partij zich zou inzet- foor de emancipatie van beide De uitspraak van de nieuwe van Naturelle Sake, dr. Ver in 1949: 'Ons is nie onderdruk- ons weet wat dit is om te word' heb ik ernstig Ik dacht dat hij het eerlijk Ie. Ik heb hot apartheidsbeleid Nationale Partij toen be- als progressief-sociaal met de (Tfing der Afrikanen als doel. Dat 'ik steunen. Ik legde me toe op frikaanse taal en trad in staats- Llk heb toen ook erg fijne i gekregen onder de Afrika- lang heeft die episode In uw geduurd? in het midden van de jaren Ik was vice-consul van Zuid- a in Belgisch Kongo. Ik moest p.a. het apartheidsbeleid verdedi- verduidelijken en ik geloof dat goed deed. Door het lezen ioeken en vooral door gesprek- iet o.a. collega's en vrienden van lere consulaten werd ik me op geven moment ervan bewust irtheid niet eerlijk was, dat het 30 goed zedelijk fundament had. ezien ik er in mijn werk toch r moest staan en ik niet tegen ""[geweten in kan handelen, heb ik voor mijn functie bedankt u toen direct moeilijkheden ge in in Zuid Afrika? itoen niet, ook al heb ik mijn treden uit de buitenlandse t vanwege de apartheid wel pu- I gemaakt. Ik werd in het parle- zelfs aangehaald door Verwoerd lover de oppositie, omdat ik in brtikelenserie geconstateerd had, Ie Verenigde Partij nog minder Ik was dan de regering. Ik werd in de liberale partij van Alan Alan Paton, de bekende Zuidafri- kaanse schrijver voor wiens thans opgeheven liberale partij Van Rensburg heeft geijverd. Paton waarvan ik organisatiesecretaris was in de afdeding Transvaal. De moeilijkheden kwamen toen ik in 1959 naar Engeland vertrok en daar betrokken raakte bij de radicale anti apartheidsbeweging. Ik werd in de Zuidafrikaanse pers als verrader be stempeld, omdat ik me had laten overtuigen mee te doen met een ove rigens mislukte boycotactie aan ver schillende universiteiten op uitnodi ging van de Studentenvereniging voor de Wereldrechtsorde. Na de tweede Panafrikaanse conferentie in Tunis te hebben bijgewoond en na een bezoek aan Ghana keerde ik terug naar Z. Afrika. Het was in die verwarrende tijd van Sharpeville. Het enige wat gebeurde was. dat mijn paspoort werd ingenomen. Ik wist echter, hoe ge welddadig de Afrikaner kon zijn en daarom dook ik onder in verband met eventuele aanslagen. Na enige tijd kwam ik via bemiddeling van de libe rale parti j weer boven water dn Swazi land. U stond toen duidelijk voor een tweesprong. Waarom hebt u uiteinde lijk besloten u In Serowe in Botswana te vestigen? Serowe had ik twee weken leren ken nen, toen ik moest wachten op een Ghanees vliegtuig, dat mij en andere politieke vluchtelingen uit Zuid Afri ka van Francistown in Botswana naar Engeland zou brengen. In Engeland, waar ik een Brits paspoort kreeg, heb ik mijn boek 'Guilty Land' geschre ven. Ik hield echter niet van het leven der politieke ballingen. Die be strijden elkaar vaak meer dan de vijand. Dat fanatisme kon ik niet verdragen. Ik moest kiezen tussen een gewoon engels burgerleven of iets doen. Mijn vrouw en ik besloten tot het laatste. We kozen voor Serowe, omdat ik geconstateerd had. dat in dat grote dorp van 30.000 inwoners geen middelbare school was en omdat we zo dicht mogelijk bij Zuid-Afrika wilden assisteren b;j het tot een suc ces maken van de Afrikaanse onafhan kelijkheid. U had geen opleiding genoten in het geven van onderwi|s en u had ook geen financiële steun van de plaatse lijke of landelijke autoriteiten. Iloe hebt u zich door die begintijd heenge slagen? We hebben eerst een moeilijke tijd gehad. We woonden in een gebouw van een lagere school en later kregen IN ANGOLA Z'JN DEONAF- HAN'KEL'JKHEIDSBEV/EGINGEN: CONCP(Organisahe van Nationalisten in de Portugese koloniën). CSLA (Bevrijdingsraad van Angola). FN LA Unie Angolese Volk). GRAE (Revolutionaire regering van Angola). MPLA (Volksbeweging bevrijding Angola}. UNITA Nationale Unie) zeer extreem, lp. «UPA( Volksunie Angola). I Tussen deze groeperingen is nietaltijd kQ eenheid. (PorR-jai) (Portugal) AL) ca. 8,5 mi Ij. i nwoners waarvan 2 SO.OOOblanken we onderdak bij een zwarte inwoner van het dorp. Het duurde 8 maanden voordat we toestemming en een stuk land voor het bouwen van een mid delbare school kregen. Het bouwen moesten we zelf doen. Tijdens mijn jeugd had ik daarin gelukkig wat ervaring opgedaan. Ik organiseerde een kamp van 40 a 50 vrijwilligers, zodat we in zes wekenhet eerste leslokaal gereed hadden. Dat hebben we toen gevierd met een klein ope- ningsfeestje, waarbij de huidige presi dent Seretshe Khama, van wie we nogal wat aanmoediging hebben ge kregen, aanwezig was. In 1963 begon nen we de school in Serowe met vier leraren, een zwarte inwoner uit Bots wana, een vrijwilliger en mijn vrouw. Mijn enige ervaring was, dat ik enke le weken was ingevallen op een lagere school. Daarna heb ik wel in zeven vakken tegelijk lesgegeven. Mijn vrouw was onderwijzeres geweest in Engeland. We begonnen het eerste jaar met 28 leerlingen. Nu zijn het er ruim 700 en meer dan 30 leraren, waarvan vijf Tswana uit het land zelf. Deze Swanenghillschool die nu door de regering is overgenomen, heeft enkele jaren terug ook de stoot gege ven tot de oprichting van een tweede en een derde middelbare school in de wijde omgeving nl. ra Tonota bij de Shashiriivier en in Madiba. U hebt vorig jaar uw functie als directeur van Tswanengschool neerge legd en daarmee het middelbare on derwijs vaarwel gezegd. Waarom? Ik heb geprobeerd het middelbare onderwijs het begrip sociale recht vaardigheid in de samenleving te brengen. Ik ben echter tot de conclu sie gekomen, dat dat niet mogelijk is. De middelbare school hier is een product van het engelse koloniale stelsel. Zij doorbreekt de klassenver houdingen niet, maar bevordert die juist door het kweken van een midden klasse. In Zuid-Afrika gaat het om de relatie zwart blank, hier is er sprake c minderheidsregering) Thuisland-voorde gekleurde i bevolking van Namibië (Een deel van deze gebieden beert beperkf zelfbestuur). OOO Grens b,ank gezag-(Noor- w w delijke grens van landen mei door blanken beheerste re9enn9' HH| Bantee-reservaten (Bantoestan) ■■■i in ZrAf rika. Een deel van deze gebieden heef 1 zelfbeshiur. 3 Gebieden in de Portugese ko- liën mei vanaf 1961/'63 re- 1 gelmaüg slrijd lussen hel Portugese leger en de onaf hankelijkheidsbewegingen. Indische Oceaan lijk te betrekken bij het vooruithel pen van de minder bevoorrechten, maar het verwachtingspatroon van de leerlingen, de ouders en ook van de regering ta.v. de middelbare school is zo dominerend in de richting van prestatie en opklimmen op de maat schappelijke ladder, dat ik dat opgege ven heb. De middelbare school is zozeer een deel van dit door mij gewraakte ethos, dat iï die ato middel om te komen tot gemeenschapsontwik keling meende te moeten afschrijven. Ik besloot me te wenaen tot de min der bevoorrechten zelf. Ik wil ontwik keling en onderwijs voor allen en Patrick van Rensburg bij de bouw van een school in Serowe.' van een zij het minder opvallende on derdrukking van zwart door zwart. De huidskleurdiscriminatie is in we zen een variant van het klassensy steem in de wereld. Hier in Botswana begint zich, nu de traditionele onder scheidingen op grond van geboorte meer en meer vervagen, een midden klasse te ontwikkelen op grond van prestatie en onderwijs. Daar ben ik ongelukkig mee. De ouders sturen hun kinderen naar de middelbare school met het oog cp de hoge posi tie. die ze daard.v.r kunnen verkrij gen. En voor de leerlingen blijkt vaak dc uitslag van het examen verreweg het belangrijkst vanwege de enorme privileges die aan to'n diploma ver bonden zijn. Ik heb geprobeerd de kinderen reeds op school daadwerke niet alleen voor eeai kleine elite. Er zijn in Botswana slechts zeven mid delbare scholen. Dat betekent dat per jaar slechts 2000 leerlingen daar een plaats kunnen krijgen, terwijl de la gere school meer dan 12.000 kinderen per jaar aflevert. Bovendien gaat in Botswana nog 40% van de kinderen in het geheel niet naar school. Bij u staan dus het bevorderen van gemeenschapszin en onderwijs voor allen centraal. Hoe hebt u het ant woord gevonden om dat te realiseren? In de eerste plaats met het brigadesy steem. In een brigade worden oplei ding en produktie niet elkaar gecom bineerd, in die zin, dat de opleiding zich zelf betaalt. Ik heb een aantal jonge mannen bijeengeroepen en vroeg hen wie er bereid waren te werken, terwijl ze een opleiding kregen als timmerman. Veertig van hen reageer den positief en zo ontstond de eerste bouwvakbrigade. Hun eerste opdracht was het oprichten van een gebouw voor hen zelf. Dat bouwden ze onder supervisie van een instructeur, terwijl ze leerden hoe te bouwen. Nu krijgen ze allerlei opdrachten. Mijn huis en ook het hotel, waarin u verblijft is door deze brigade gebouwd. Het is een nieuw soort onderwijs, waarbij 1/5 van de tijd aan theorie en 4/5 aan praktijk wordt besteed. Het idee sloeg aan, niet alleen hier in Serowe, maar in heel Botswana. Bovendien breidde het zich uit tot verschillende vakken, want niet iedereen kan wor den opgeleid tot timmerman. Zo'n uitbreiding tot allerlei andere vakken betekent ook een diversificatie van de lokale produktie en dat is tegelijk een middel om marktproblemen op te los sen. Want als we door produktie de onkosten van de opleiding willen dek ken, moeten we in staat zdjn markten te vinden voor de goederen die we produceren. Dat is tot nu toe aardig gelukt, ook al zijn nog niet alle brigades zover, dat ze hun onkosten geheel kunnen dekken. Overigens is de regering zeer geïnteresseerd in de brigade-beweging. Op haar suggestie is b.v. een nationaal brigade coördina tie comité opgericht met vertegen woordigers van brigades uit alle delen van het land, dat als taak heeft de regering in deze van advies te dienen. U hebt met uw brigadesysteem een verbetering gebracht voor het pro bleem van de jeugd, die de lagere school verlaat en geen gelegenheid heeft om verder te leren of een betaalde werkkring te vinden. Van het grote tekort aan financiën waar door ontwikkelingslanden worden ge kenmerkt, hebt u min of meer een deugd gemaakt, doordat u door een combinatie van opleiding en produk tie nieuwe hulpbronnen creëert Daar door kan bovendien de schaarse subsi die van derden voor andere doelein den worden aangewend, maar, zo vraag ik mc af, kunnen de mensen na de opleidlngsperiode in de brigade wel een betaalde werkkring vinden in dit land? Ja, dit is inderdaad een probleem, althans voor sommige brigades. Het geldt niet voor de bouwvakkers, de monteurs en de electriciëns, want die hebben tot nu toe allen werk kunnen vinden. Hoe dan ook, het antwoord op dit vraagstuk is de produktiecoöpera- tie. Reeds in 1965 zijn we begonnen met een consumptie-coöperatie in Se rowe. Het eerst met een soort winkel, waar van alles gekocht kan worden. Dat gaat goed. De winst wordt voor de helft geïnvesteerd en voor de ande re helft uitbetaald aan de leden, naar gelang van de hoeveelheid producten, die ze daar gekocht hebben. We heb ben dat nu ook uitgebreid naar ander terrein. Zo is er b.v. een coöperatieve slagerij en ook een coöperatief hotel restaurant Dat bevordert niet alleen gemeenschapszin, maar het geeft ook werkgelegenheid. Dat laatste is na tuurlijk helemaal het geval bij de produktie-coöperatie, waarmee we nu ook gestart zijn. Mensen bezig in tuinbouw, veeteelt, bouwvak, leder werk, aardewerk, bierbrouwerij, spin nerij, weverij, het maken van kleding en het produceren van steen hebben zich aaneengesloten om hun gezamen lijke verdiensten onderling te verde len. Belangrijk is nu, dat de mensen van de brigades, ook uit de omliggende dorpen, tijdens him opleiding gedu rende een tijd in deze coöperatie moeten werken, niet alleen om hen met dit idee vertrouwd te maken, maar ook om hen te trainen in het beheer en de administratie van zo'n gezamenlijke onderneming. De intro ductie van coöperaties is geen gemak kelijke zaak, gezien het heersende economische klimaat Zo is er b.v. de klacht dat men in de coöperatie min der geld krijgt dan via een werkkring in de stad. Toch zijn die coöperaties erg functioneel niet alleen voor de brigades, maar in het algemeen voor de werkgelegenheid. Ondanks de ont dekking van nieuwe delfstoffen zullen in Botswana volgens de meest opti mistische berekeningen in 1978 maar I Gebied net gevechb- hdrdeMrcen -jnsen Po.tuqc.-' i en ae 70.000 mensen een betaalde werkkring hebben, terwijl het arbeidspotentiëel dan waarschijnlijk 350.000 zal bedra gen. Bovendien kunnen we door de produktie-coöperatie ons minder af hankelijk maken van de import uit Zuid Afrika en andere landen. Wat zijn uw toekomstplannen? Proberen meer coöperaties van de grond te krijgen en verder het briga desysteem te verbeteren en ook uit te breiden. Ik ben van mening, dat het brigadesysteem ook kan worden toege past op de middelbare school. We hebben hier in Serowe een conferen tie gehad over plattelandsonderwijs. Daar heb ik het idee van een middel bare school, die zichzelf betaalt naar voren gebracht. In beginsel is het toen aanvaard. Dat gebeurde ook in het nationale comité voor plattelands ontwikkeling waarin ik van rege ringswege benoemd ben. Ik heb nu de opdracht liet verder uit te werken en in Serowe zo'n model te beginnen. Daar ben ik nu mee bezig. Hoe kijkt u vandaag tegen de ontwik keling in Zuid-Afrika aan? Er is wel wat veranderd sinds mijn vertrek, maar het gaat erg langzaam. Ik heb groot respect voor mensen als Buthelezi en Beyers Naudé. De eerst genoemde heb ik vorig jaar nog ont moet op een conferentie in Addis Abeba. Hij maakt daar grote indruk. Op de Internationale Caraara-eonferen- tie in 1972 in Driebergen is liet voorstel gedaan om in een van do buurlanden van Zuid-Afrika een radi ostation op te richten ter ondersteu ning van dc vredeskrachtcn in dat land. Wat vindt u daarvan? Daar sta ik zeer positief tegenover. Ik heb natuurlijk ook wel eens mijn twijfels of het nog zal helpen, maar ik vind, dat het altijd moet worden geprobeerd. Vooral als de radio in handen zou zijn van christenen van calvinistische huize, die de Afrikaners, nu eenmaal de machthebbers in dat land, in hun eigen voorstellingswereld kunnen aanspreken. Daarmee kan de strijd van Beyers Naudé worden gesteund- Bovendien zou op de/e wijze kunnen worden gepoogd de zwarten in Zuid Afrika te helpen n /.ich beter te organiseren, vn.o-.il liet economi sche leven w.' i belangrijke potentiële ma-M i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 13