'Als we het Frans
afschaffen snijden
we in eigen vlees'
'Frans belangrijk
genoeg om wetsvoorstel
te overleven'
ilotenstop
taken van
dwingt tot
de opleiding
POP OP
de plaat
Moet het
Frans
in de
brugklas
blijven?
Twee
antwoorden
Paradox van
Matthews
rr
- 7/KW'ARTET MAiAXDAG 20 MEI 1974
BKXiENLAiND
T7/K7
>71
it
/v
a
door Jan Brokken
door Piet Hagen
ogenblik is het nuttiger Frans te leren dan vijftien jaar ge-
ulloewel dit voor buitenstaanders niet altijd zichtbaar is, be-
Europese Gemeenschap vaster vorm aan te nemen. Niet
\e uitwisseling van goederen tussen de lidstatenmaar ook
kennis en ideeën neemt snel toe. En juist hü zijn onder
vormers bezig het onderwijs in de Franse taal in de brug-
te schaffen.
ffiurverarming
Heerste orde
argumenten, -die de hervor-
üö|j dit -voornemen aanvoeren,
fegrond. Aan hun streven om
mogelijk kinderen voortgezet
te laten genieten door de
ai van het lager beroepson-
en het algemeen voortgezet
samen te voegen, kun je
iddeeld niet schouderophalend
j^jgaan. De manier, waarop de
wj.jers hun streven meer gestalte
geven, doet echter aan een
jl denken. Onder het uitroe
de 'hegemonie van deze taal
lij' willen zij het Frans nu het
jachtoffer van hun ideeën Men
Met het afschaffen van het
•t piijdt Nederland zich in het
denkende mensen
uit
keipders staan in het buitenland
als ruimdenkende mensen.
van deze breedheid van den-
ilgens diezelfde buitenlanders
kennis van vreemde talen,
ons volkje op vele markten
zijn. Economische gronden
natuurlijk ook niet vreemd
Ierland was, is en blijft een
nd en zeevarend volk. Ter-
iroducenten van grondstoffen
wellicht kunnen veroorloven
deikele vreemde taal te spreken,
et handelaren nu eenmaal een
wMijker houding aannemen,
n zvan vreemde talen heeft daar-
ons onderwijssysteem tiental-
vm lang hoog op het verlang-
De wetenschap profi-
-i.ien volle van deze (economi-
d;ens. Blader de literatuurlijst
dei willekeurig Nederlands proef
de minderheidstalen. Bovendien ie
mand die redelijk Frans spreekt zal
met het leren van het Spaans niet
veel moeite hebben, terwijl dat omge
keerd wel het geval is. Hoe belangrijk
veel moeite hebben, terwijl dat omge
keerd wel het geval is.Hoe belangrijk
is het Frans? Een Nederlandse expor
teur: 'Ik heb voor mij liggen een
lijstje van niet minder dan 143 lan-
denmarkten. In 43 van deze markten
moet Frans worden gesproken, omdat
het de taal van het land was of
tenminste de bruikbaarste taal voor
de betrokken importeur.' Inderdaad,
met Frans kun je terecht in de mees*
te Arabische landen, in West-Afrika,
in Indochina, maar ook in landen als
Roemenië en Polen.
Actie
,cepiaar eens door: je treft engel-
'"rikaanse. duitse en franse ti-
ngt prof. dr. A. N. T. den
directeur van het Amerika
van de universiteit van Am-
tot de volgende opmerking:
mijn vakbeoefening er na-
jtoe leidt, dat ik in hoofdzaak
gelse taal te maken heb, zou
Js een geestelijke verarming
indien ik geen recht-
toegang zou hebben tot de
jltuur. Laten varen van het
niemand in staat stellen het
fen duits beter te beheersen
in Nederland in de regel
gegeven is. Hoe noodlottig
tiet wetenschapsbedrijf is, op
eddtaal aangewezen te zijn,
voortdurend uit het werk
tigens bekwame Amerikaanse
jsch?
opmerking is de vraag of
tuist, het frans moet zijn, dat
e vreemde taal in Nederland
zen moet worden nog niet
|jj| ord. De internationale rol van
B id niet onderkennende, zeggen
tegenstanders van het Frans,
misschien nuttiger is Russich
ns te leren. Een dergelijke
ntatie getuigt niet van kennis
die de Franse taal in
inneemt. In Europa bij-
kun je met het Frans te-
een deel van België en Zwit-
in Frankrijk zelf natuurlijk,
lië, Spanje en Portugal, ter-
ris van het Spaans je nu niet
contact brengt met een be-
in Uamen, Florence of Genè-
°°Miurtijk verschaf je je met ken-
"Spaans toegang tot de Latijns-
nse Wereld, maar in Europa
zijn wij toch voornamelijk op
behoort het Spaans tot
Ik haal dit voorbeeld, evenals de
opmerking van prof. dr. Den Hollan
der, uit NRC-Handelsblad, waar redac
teur H. van Galen Last nu al weken
lang degenen afstraft, die menen dat
het vroeger zo belangrijke Frans tot
een onbelangrijke taal is afgebrok
keld. Van Galen Last is een handteke
ningenactie begonnen onder de voor-
standèrs van het Frans en 'zijn' actie
heeft inmiddels al vijfduizend reacties
opgeleverd, waaronder die van de cri
minologen G. P. Hoefnagels en W. H.
Nagel, de economen J. Tinbergen, L.
Koopmans P. de Wolff en J. J. Klant,
en verder Jan Wolkei's, Simon Car-
miilggelit, Bibeb, Fenna van den Burg,
Cees Budding, Theun de Vries, Ja-
ques Hameliink, Margaretha Ferguson,
Daniël de Lange, Heila S. Haasse, Cees
Nooteboom, Ramses Shaffy, Theo
Olof, Liesbeth List en M. Flothuis.
Hoewel een aantal van deze mensen
door de ttegenstanders al direct als
camembert-eters en Beaujoulais-drin-
kers gekwalificeerd zullen worden,
kun je prof. Tinbergen en prof. Nagel
toch geen verblinde francofielen noe
men. Tinbergen, Nagel, Hoefnagels,
medici, juristen, historici sociologen,
politicologen, chemici en filosofen we
ten dat kennis van het Frans voor
hun vakgebied nodig is. In deze krant
heeft de Groningse filosoof prof. dr.
Bakker al meermalen op het belang
van het frans voor de wetenschap
gewezen.
'Elitevorming'
Voor bepaalde onderwijshervormers
bevestigen deze opmerkingen onge
twijfeld hun eerder ingenomen stand
punt, namelijk dat door het Frans als
vak te handhaven je binnen ons on
derwijsbestel aan elite vorming doet.
En in een gedemocratiseerde maat
schappij zijn eliten uit den boze.
Waarom moet je kinderen, die het bij
een wat eenvoudiger onderwijsvorm
veel verder kunnen brengen, nog met
kennis van het Frans heiasten, waar
door ze eerder de kans lopen af te
vallen?, zo vragen zij zich af. Hoewel
ik achter hun opvatting sta, dat ge
tracht moet worden zoveel mogelijk
kinderen voortgezet onderwijs te ge
ven, geloof ik, dat zij wat betreft het
Frans niet van de realiteit uitgaan.
Bel een willekeurig particulier talen
instituut op, en vraag daar welke de
meest onderwezen taal is. Het ant
woord zal luiden: Frans.
In het bedrijfsleven, bij de vakbon
den, bij een overheidsbedrijf als de
PTT of de Spoorwegen (de laatste
vanwege de sterke positie van het
Frans binnen de internationale orga
nisaties) zit men te springen om men
sen die het Frans beheersen. Wanneer
je het onderwijs in het Frans op de
middelbare scholen tot een minimum
terugbrengt, werk je juist elitevor
ming in de hand. Want de wat beter
gesitueerde ouders kunnen hun kinde
ren, naar een particulier taleninstituut
sturen, waar ze de opgelopen schade
tot een minimum kunnen beperken
De discussie over het al dan niet handhaven van het onderwijs in de Franse taal in de brugklas is
opnieuw hoog opgelaaid. Onze redacteur Jan Brokken is voorstander van handhaving van het on
derwijs in het Frans. Onderwijsredacteur Piet Hagen vindt het niet onjuist wanneer het Frans uit
het lesrooster van de brugklas geschrapt wordt. Voor- en tegenstander motiveren hiernaast hun
stellingname. De redactie van Trouw/Kwartet wil ook graag uw mening weten. U kunt schrijven
naar Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam, met in de linkerbovenhoek de vermelding Frans.
De reacties van de voorstanders zullen wij doorsturen aan NRC-Handelsbladredacteur H. van
Galen Last, die een handtekeningenactie onder voorstanders van handhaving van het onderwijs in
het Frans in de brugklas is begonnen. Trouw/Kwartet ziet uw reacties graag voor het einde van
deze maand tegemoet.,
Natuurlijk, onderwijsdeskundigen zul
len beweren, dat de mogelijkheid om
Frans te leren binnen het nieuwe
bestel mogelijk blijft, maar de werke
lijkheid zal er anders uit zien. Kinde
ren, die in de brugklas al een redelij
ke kennis van het Engels verworven
hebben, zullen die taai blijven bestu
deren en zich niet aan het avontuur
van een nieuwe taalstudie wagen. Mis
schien willen drie of vier kinderen
deze uitdaging toch aanvaarden, maar
het lijkt mij sterk, dat voor diit kleine
aantal een leraar Frans zal worden
aangetrokken en een lokaal zal wor
den vrijgemaakt.
Cultuur
Nee. wanneer het Frans niet meer in
de brugklas wordt geaccepteerd, is het
met de positie van deze taal in Neder- ACht6rStanCl
land gedaan. Dat zal niet alleen eco
nomische gevolgen hebben, maar ook
een cultuurverarming van de eerste
orde betekenen. De volgende genera
tie zal alleen nog toegang hebben tot
de .Angelsaktische cultuur. Met alle
respect voor de grote engelse culture
le prestaties zal dit betekenen, dat die
generatie niets meer zal begrijpen van
de Latijnse cultuur. Van de duizen
den boeken, die in Frankrijk verschij
nen, wordt maar een zeer klein deel
vertaald, en gezien de moeilijkheden
die Nederlandse uitgevers hebben, om
het "hoofd boven water te houden,
mag niet worden aangenomen dat dit
in de toekomst zal veranderen. Nu zal
het lezen van Flaubert, Stendhal,
Beaudelaire. Léautaud, Sartre, de
Beauvoir, Vian enz. wel weer voor
elitevorming zorgen, maar de onder
wijshervormers kiezen toch wel de
gemakkelijkste weg door het Frans
maar te schrappen om het zodoende
voor alle Nederlanders van de volgen
de generatie onmogelijk te maken
ooit nog eens een stukje Flaubert te
lezen.
De Fransen zelf tenslotte begrijpen
helemaal niets van onze hervormings
gezindheid, getuige een gesprek dat
ik vorige week met een Franse leraar
voerde. 'Wij zijn juist bezig onze
achterstand wat betreft de kennis van
vreemde talen teniet te doen, Spaans,
Duits, Engels ja zelfs Nederlands
wordt op onze 6cholen onderwezen.
Wij wijzen onze kinderen op de voor
delen, die talenkennis met zich mee
brengt en noemen als voorbeeld Neder
land, waar drie vreemde talen worden
gesproken. Jullie Nederlanders heb
ben een voorsprong van twintig jaar
op de rest van Europa, en zeker op
Frankrijk en nu doen jullie die voor
sprong zomaar teniet.' En zo is het
maar net.
Bepaalde tegenstanders van het hand
haven van het Frans in de brugklas
menen als argumenten voor hun hou
ding te moeten aanvoeren, dat 'Fran
sen nationalisten zijn, dat ze vreemde
lingen haten. In Frankrijk zal men
een buitenlander altijd im het Frans
aanspreken. Waarom zouden wij ei
genlijk zo'n moeite doen om dat
Frans te leren?' zo keuvelen zij. Deze
opmerkingen hebben natuulijk niets
met het onderwijs van de franse taal
hier in Nederland te maken, want het
gaat er daarbij om, of wij 'een voor
sprong' willen bewaren, of wij een.
ruimdenkend volk willen blijven van
vele markten thuis, of een geïsoleerd
landje.
Nederlanders zijn goed in talen.
Wat mij betreft gaat dat op: op
de lagere school leerde ik niet al
leen Nederlands maar ook Fries
en Frans- Op de middelbare
school kwamen daar Latijn,
Grieks, Engels, Duits en He
breeuws bij. Ik moet er wel bij
zeggen dat ik alleen bet Neder
lands redelijk spreek.
Niet graag zou ik een stuk van dat
talenonderwijs gemist hebben. Nie
mand hoeft me er dus van te verden
ken dat ik iets tegen het Frans heb.
Ik zou willen dat ik het beter beheer
ste.
Toch meende ik dat het wetsontwerp
tot harmonisatie van de brugklas een
goed voorstel is. Weliswaar verdwijnt
daardoor het Frans als verplicht vak
in de brugklas van scholen voor MA
VO, HAVO en VWO, maar ik geloof
niet dat dit een ramp is.
Hoe komt het eigenlijk dat men vroe
ger vond dat kinderen in de eerste
klas van het gymnasium Frans, in de
tweede Engels en in de derde Duits
moesten hebben? Was die volgorde
bepaald door onderwijskundige of an
dere motieven? Zou het kunnen zijn
dat de bevoorrechte positie van het
Frans in het Nederlandse onderwijs
een erfenis is uit de Franse tijd? Zou
het kunnen zijn dat de achterstelling
van het Duits te maken had met de
bezettingsjaren? Ik wil maar zeggen:
laten we het lesrooster van vroeger
dagen niet verheerlijken als het einde
van alle wijsheid.
Het is van belang om kinderen vroeg
vreemde talen te leren. Daarom wordt
op steeds ruimere schaal Engels gege
ven op de lagere school. In de toe
komst zal het vak waarschijnlijk in de
gewone rooster worden opgenomen.
Het ligt dan voor de hand dat het
Engels als belangrijkste voertaal in
het internationale verkeer in het
voortgezet onderwijs verplicht blijft
voor alle leerlingen. Ook voor die
groep die vroeger te dom geacht werd
voor vreemde talen.
Dan is het vervolgens de vraag welke
talen nog meer geleerd moeten wor
den. Moet er een tweede taal ver
plicht worden gesteld voor alle leer
lingen, dus ook in het lager beroeps
onderwijs? En zo ja, zal dat dan
Frans of Duits zijn?
Engels verplicht
Het wetsontwerp harmonisatie brug
klas stelt slechts Engels verplicht.
Daardoor wordt het mogelijk in brede
scholengemeenschappen (van bijvoor
beeld lager beroepsonderwijs én MA
VO. of zelfs nog bredere) eenzelfde
lesrooster voor alle brugklas-leerlin
gen te maken. Het Frans (of het
Duits) hoeft dan aan het eind van dat
brugjaar niet meer een struikelblok
te zijn bij een vrije keuze van de
verdere richting.
Dat betekent allerminst dat het Frans
moet verdwijnen. Scholen behouden
immers de vrijheid het Frans wel op
de rooster van de brugklas te zetten.
Slechts de verplichting hiertoe op
MAVO-HAVO-VWO-scholen vervalt.
En wanneer ze het Frans niet aan
alle leerlingen willen geven, kunnen
ze het als keuzevak handhaven. Ik zie
niet in waarom het Frans op deze
wijze in Nederland onrecht zou wor
den aangedaan. Wie ontkent het eco
nomische of cultureel belang van het
Frans? Niemand, zoals ook niemand
het belang van het vak boekhouden
ontkent. Dat wil alleen nog niet zeg
gen dat je het vak boekhouden dus in
de brugklas moet geven.
Degenen wie het Frans zo ter harte
gaat zouden best wat meer vertrou
wen mogen hebben in de toekomst.
Want het Frans is inderdaad om vele
redenen economischcultureel, toe
ristisch. belangrijk genoeg om zelfs
het hier besproken wetsontwerp te
overleven. Wie weet zal in de toe
komst zelfs een leerling van een lts
de mogelijkheid aangrijpen om Frans
te leren. Tot nog toe was ddt inder
daad het voorrecht van een kleine
elite.
i^Dick Ringlever
IRDAM Oliecrisis en dollarval, die ook een terugslag gaven
®erk|)urgerluchtvaart, zijn er oorzaak van, dat de Rijksluchtvaart-
d i in Eelde, waar verkeersvliegers worden opgeleid, de nieuwe
1 die in september zou beginnen, heeft moeten afgelasten. De
Br van verkeer en waterstaat en de directie van de school ach-
niet verantwoord de opleiding te laten doorgaan in de weten-
•gjdat de afgestudeerden voorlopig toch niet aan het werk kunnen.
Al heeft men al een wacht-
47 jonge vliegers, die waar-
Jk in augustus met nóg eens
fn man van de thans aflopende
al worden aangevuld. En bij
^re Nederlandse maatschappij-
tinair Holland, Transavia en
lips-vliegdienst), is de situatie
veel anders.
RLS-directeur W. Lékay noemt dat
'geen prettige ontwikkeling', maar
zegt erbij de situatie niet zo zorgelijk
in te zien als in het begin van de
jaren zestig, toen eveneens een pilo-
tenstop werd ingevoerd.' Toen lagen
de problemen wezenlijk anders. De
KLM schakelde in die jaren ineens
over op de eerste grote straalvliegtui
gen en moest veel kleinere vliegtui
gen afstoten met het gevolg dat er
een overschot aan vliegers ontstond.
Nu kun je eigenlijk alleen maar spre
ken van een hopenlijk tijdelijke eco
nomische stagnatie. Als de KLM erin
slaagt haar produktie weer te verho
gen en de zomercijfers gunstiger uit
vallen, komen er in het najjaar wel
licht weer wat plaatsen vrij.'
In ieder geval ziet directeur Lékay de
toestand nog niet zo somber in, dat
hij de cursisten van de nu nog lopen
de opleidingen (vier cursussen van
twee- en een half jaar) het perspec
tief op een toekomst in de luchtvaart
wil ontnemep.Ik heb goede hoop,
dat ze' tenslotte allemaal kunnen wor
den geplaatst. Die 'allemaal' zijn dan
die zeventien die in augustus afstude
ren plus nog 68 anderen van wie de
laatsten eind '76 van school komen.
Wél hebben we natuurlijk de 320
kandidaten? die zich voor de septem-
ber-cursus hadden aangemeld, moeten
afschrijven. Twintig van hen hebben
zich daarop teruggetrokken. De ande
ren willen In de selectie blijven voor
de cursus van maart als die tenminste
ook niet moet worden geannuleerd.'
Voor eventuele nieuwe gegadigden be
tekent dit 'plaats rust' van de RLS,
dat zij straks rekening zullen moeten
houden met een strengere selectie
clan anders. En die selectie was altijd
al streng. Gemiddeld valt jaarlijks
zo'n tachtig tot negentig procent af.
Alleen de besten blijven over. Niet
omdat uit de rest géén goede ver
keersvliegers zouden kunnen voortko
men, maar omdat Nederlandse maat
schappijen er niet meer kunnen afne
men.
Lékay: 'de KLM heeft een vliegers
korps van 750 man. Als je rekening
houdt met verloop en pensionering
betekent dit, dat er elk jaar zo'n 35
plaatsen vrijkomen. Tel daar de vaca
tures bij andere maatschappijen bij
op, dan kom je hooguit aan ongeveer
60 plaatsen.'
Meer worden er zelden toegelaten om
dat de opleiding strikt bedoeld is
voor Nederlandse maatschappijen.
Den Haag voelt er weinig voor grote
bedragen le steken in vliegers, die na
hun opleiding over de grens verdwij
nen. 'Als je de opleiding zuiver eco
nomisch bekijkt en incalculeert, dat
we 29 vliegtuigen hebben, waarvan
enkele van een paar miljoen gulden,
kom je aan een bedrag van driehon
derdduizend gulden per leerling. En
waar het rijk dat moet betalen, ligt
voor de hand dat men daar in Den
Haag ook wat van terug wil zien. Dat
is ook de reden dat iedere gebrevet
teerde leerling zich moet verplichten
tenminste tien jaar bij een Neder
landse maatschappij te blijven vlie
gen. Pas als duidelijk kan worden
aangetoond, dat hij in eigen land niet
aan de slag kan, mag hij de grens
over.'
Op het ogenblik biedt die vluchtweg
over de grens overigens evenmin veel
soulaas. De malaise in de burgerlucht
vaart is wereldwijd. De Zwitserse
maatschappij Swissair is een van de
zeer weinige, die nog uitbreidt. De
rest heeft alle moeite de touwtjes aan
elkaar te knopen of lijdt verlies, en
moet dus eveneens de rem hanteren
bij het aannemen van nieuw perso
neel.
Dat die inzinking echter tijdelijk zal
zijn ('de luchtvaartgeschiedenis heeft
Directeur W. Lékay
geleerd dat er na elke stagnatie weer
een opleving komt') is de vaste over
tuiging van de RLS-directeur. Daarom
spréékt hij liever van indamming dan
van sluiting. 'Dat laatste zou al direct
economisch een enorm verlies opleve
ren. Reken maar eens uit wat het zou
kosten zo'n apparaat later weer van
de grond af te moeten opbouwen.
Daar komt bij, dat we ook vliegers
voor de Marine Luchtvaart Dienst en
instructeurs voor de luchtmacht oplei
den. En die cursussen moeten gewoon
doorgaan. En wat de burgerluchtvaart
betreft, ach die depressie gaat óók
wel weer over.'
door Willem-Jan Martin
Sinds zijn verdwijnen bij de,
wellicht mede daardoor, in de
tijd erna vlot versukkelende
formatie Fairport Convention,
is Some Days You Eat The
Bear And Some Days The
Bear Eats You (Elektra EKS
75078), (le zevende elpee,
waarop IAN MATTHEWS als
centrale kracht figureert.
Sommige van die platen
kwamen min of meer in een
soort groepsverband tot stand
(Southern Comfort, Plainsong),
andere werden gemaakt met de
assistentie van oude bekenden,
nieuwverworven vrienden en
steeds zeer zorgvuldig gekozen
studiomensen. Tot aan Some
Days enz ging het dn alle
gevallen om een soort muziek
zonder ruggegraat (het dunne
geluid van Ian scheen geen
elektrische gitaar te kunnen
verdragen, laat staan een beetje
doortikkende ritme-sectie),
maar daartegenover als
compensatie wèl flonkerende
akoestische construkties en een
meer dan uitgelezen
repertoirekeus, die een
afdoende eigen hand van
schrijven kombineerde met
precies goed geselecteerde
'covers'.
Tot aan Some Days etc. Het
staat er niet voor niks, want
het is juiist deze plaat die het
zoëven geconcentreerde beeld
volkomen doorkruist (de
Plainsong-elpee met zijn iets
opgeklopte ritmiek kon nog
ronder veel moeite worden
ingepast) en LAN's dunne
geluid als enige zekerheid
overeind laat. Als voornaamste
punt is daar de poging te
komen tot een soberder en
vooral ook hechter geluid. Dat
betekent het afwezigzijn van
het gebruikelijke 'ingewikkelde'
gitaren vlechtwerk, die hele
deken van akoestische geluiden,
maar daartegenover juist de
presentie van een enkele gitaar
(soms de steel-gitaar van de
voortreffelijke David LLndley of
een saxofoonriedel door Lynn
Dobson) en voor het eerst ook
een ritme-sectie, die je stuwend
zou kunnen noemen.
Opvallende Voorbeelden daarvan
zijn Matthews' arrangementen
van 01'55, Tried So Hard, Dirty
Work en Biloxi, 'covers' dus
weer allemaal, en eigen
nummers als A Wailing
Goodbye of Keep On Sailing,
dat in vergelijking met de
versie van Valley Hi een stuk
aan kracht heeft gewonnen.
Tegenover deze fundamentele
verbetering staan echter een
paar punten, die paradoxaal
genoeg juist in het licht van die
verbetering hun min of meer
negatief karakter krijgen,
waardoor je je al met al kunt
afvragen of er dan überhaupt
nog van verbetering gesproken
kan worden. Deze wellicht
nogal kryptische opmerkingen
verwijzen vooral naar het feat,
dat Ian's vokale middelen tegen
de forsere achtergrond
gaandeweg als onvoldoende
door de mand gaan, hij kan
niet diezelfde kracht opbrengen
en wordt dan zeker in die tè
frequent gebruikte dubbele en
van echo voorziene
stemregistratie, die een
eenvormige indruk maakt
ronduit zeurderig, terwijl
anderzijds de nieuwe aanpak
werd toegepast op nummers die
daarvoor niet altijd even
geschikt zijn. Het knettert dus
al met al van de tegenspraken,
waarbij de uitweg lang niet
duidelijk is. Terug naar
vroeger, mét het bezwaar van
de betrekkelijke slappigheid? Of
liever vooruitgekeken, waarmee
bovenomschreven consequenties
blijvend in huis zouden worden
gehaald? Zoek het maar uit, ik
weet het niet.
Verder. Uit de RCA-burelen
verscheen de geluidsband Son
Of Dracula, waarop Harry
Nilsson, geassisteerd door een
keur van muzikanten (een
kleine greep: George Harrison,
Peter Frampton, Klaus
Voormann. Nicky Hopkins en
Ringo Starr), zijn muzikale
aktiviteiten van de afgelopen
jaren samenbalde tot één
doorlopend stuk muziek, bij een
film waarin hijzelf en Ringo
Starr de hoofdrollen vervullen.
Te beluisteren vallen zo
stukken, die eerder terecht
kwamen op platen als The
Point, Schmillsan en Son of
Schmillson, aangevuld met een
enkel nieuw dingetje en enig
gesproken woord.
Dan was er nog de eerste
soloplaat van David Bowies
gitarist Mick Ronson. Slaughter
On Tenth Avenue (RCA APL 1-
C353 )en verscheen er onder het
motto Chess Golden Decade een
zeer fraai verzorgde (en
betaalbare) serie opnamen uit
de jaren vijftig. Drie elpees,
waarvan de eerste de jaren '51-
'56 voor zijn rekening neemt,
de volgende 1956 (Take It Easy
Greasy) en de derde het
daarop volgende jaar (Dime
Story Pony Tail). In .vrijwel
alle gevallen gaat hét om
zwarte artiesten mét als
uitzondering Dale Hawkins (de
schepper van het legendarische
Suzie-Q) en Bobby Charks, die
zoiets bedacht als See You
Laten Alligator.