'Als we het Frans afschaffen snijden we in eigen vlees' 'Frans belangrijk genoeg om wetsvoorstel te overleven' ilotenstop taken van dwingt tot de opleiding POP OP de plaat Moet het Frans in de brugklas blijven? Twee antwoorden Paradox van Matthews rr - 7/KW'ARTET MAiAXDAG 20 MEI 1974 BKXiENLAiND T7/K7 >71 it /v a door Jan Brokken door Piet Hagen ogenblik is het nuttiger Frans te leren dan vijftien jaar ge- ulloewel dit voor buitenstaanders niet altijd zichtbaar is, be- Europese Gemeenschap vaster vorm aan te nemen. Niet \e uitwisseling van goederen tussen de lidstatenmaar ook kennis en ideeën neemt snel toe. En juist hü zijn onder vormers bezig het onderwijs in de Franse taal in de brug- te schaffen. ffiurverarming Heerste orde argumenten, -die de hervor- üö|j dit -voornemen aanvoeren, fegrond. Aan hun streven om mogelijk kinderen voortgezet te laten genieten door de ai van het lager beroepson- en het algemeen voortgezet samen te voegen, kun je iddeeld niet schouderophalend j^jgaan. De manier, waarop de wj.jers hun streven meer gestalte geven, doet echter aan een jl denken. Onder het uitroe de 'hegemonie van deze taal lij' willen zij het Frans nu het jachtoffer van hun ideeën Men Met het afschaffen van het •t piijdt Nederland zich in het denkende mensen uit keipders staan in het buitenland als ruimdenkende mensen. van deze breedheid van den- ilgens diezelfde buitenlanders kennis van vreemde talen, ons volkje op vele markten zijn. Economische gronden natuurlijk ook niet vreemd Ierland was, is en blijft een nd en zeevarend volk. Ter- iroducenten van grondstoffen wellicht kunnen veroorloven deikele vreemde taal te spreken, et handelaren nu eenmaal een wMijker houding aannemen, n zvan vreemde talen heeft daar- ons onderwijssysteem tiental- vm lang hoog op het verlang- De wetenschap profi- -i.ien volle van deze (economi- d;ens. Blader de literatuurlijst dei willekeurig Nederlands proef de minderheidstalen. Bovendien ie mand die redelijk Frans spreekt zal met het leren van het Spaans niet veel moeite hebben, terwijl dat omge keerd wel het geval is. Hoe belangrijk veel moeite hebben, terwijl dat omge keerd wel het geval is.Hoe belangrijk is het Frans? Een Nederlandse expor teur: 'Ik heb voor mij liggen een lijstje van niet minder dan 143 lan- denmarkten. In 43 van deze markten moet Frans worden gesproken, omdat het de taal van het land was of tenminste de bruikbaarste taal voor de betrokken importeur.' Inderdaad, met Frans kun je terecht in de mees* te Arabische landen, in West-Afrika, in Indochina, maar ook in landen als Roemenië en Polen. Actie ,cepiaar eens door: je treft engel- '"rikaanse. duitse en franse ti- ngt prof. dr. A. N. T. den directeur van het Amerika van de universiteit van Am- tot de volgende opmerking: mijn vakbeoefening er na- jtoe leidt, dat ik in hoofdzaak gelse taal te maken heb, zou Js een geestelijke verarming indien ik geen recht- toegang zou hebben tot de jltuur. Laten varen van het niemand in staat stellen het fen duits beter te beheersen in Nederland in de regel gegeven is. Hoe noodlottig tiet wetenschapsbedrijf is, op eddtaal aangewezen te zijn, voortdurend uit het werk tigens bekwame Amerikaanse jsch? opmerking is de vraag of tuist, het frans moet zijn, dat e vreemde taal in Nederland zen moet worden nog niet |jj| ord. De internationale rol van B id niet onderkennende, zeggen tegenstanders van het Frans, misschien nuttiger is Russich ns te leren. Een dergelijke ntatie getuigt niet van kennis die de Franse taal in inneemt. In Europa bij- kun je met het Frans te- een deel van België en Zwit- in Frankrijk zelf natuurlijk, lië, Spanje en Portugal, ter- ris van het Spaans je nu niet contact brengt met een be- in Uamen, Florence of Genè- °°Miurtijk verschaf je je met ken- "Spaans toegang tot de Latijns- nse Wereld, maar in Europa zijn wij toch voornamelijk op behoort het Spaans tot Ik haal dit voorbeeld, evenals de opmerking van prof. dr. Den Hollan der, uit NRC-Handelsblad, waar redac teur H. van Galen Last nu al weken lang degenen afstraft, die menen dat het vroeger zo belangrijke Frans tot een onbelangrijke taal is afgebrok keld. Van Galen Last is een handteke ningenactie begonnen onder de voor- standèrs van het Frans en 'zijn' actie heeft inmiddels al vijfduizend reacties opgeleverd, waaronder die van de cri minologen G. P. Hoefnagels en W. H. Nagel, de economen J. Tinbergen, L. Koopmans P. de Wolff en J. J. Klant, en verder Jan Wolkei's, Simon Car- miilggelit, Bibeb, Fenna van den Burg, Cees Budding, Theun de Vries, Ja- ques Hameliink, Margaretha Ferguson, Daniël de Lange, Heila S. Haasse, Cees Nooteboom, Ramses Shaffy, Theo Olof, Liesbeth List en M. Flothuis. Hoewel een aantal van deze mensen door de ttegenstanders al direct als camembert-eters en Beaujoulais-drin- kers gekwalificeerd zullen worden, kun je prof. Tinbergen en prof. Nagel toch geen verblinde francofielen noe men. Tinbergen, Nagel, Hoefnagels, medici, juristen, historici sociologen, politicologen, chemici en filosofen we ten dat kennis van het Frans voor hun vakgebied nodig is. In deze krant heeft de Groningse filosoof prof. dr. Bakker al meermalen op het belang van het frans voor de wetenschap gewezen. 'Elitevorming' Voor bepaalde onderwijshervormers bevestigen deze opmerkingen onge twijfeld hun eerder ingenomen stand punt, namelijk dat door het Frans als vak te handhaven je binnen ons on derwijsbestel aan elite vorming doet. En in een gedemocratiseerde maat schappij zijn eliten uit den boze. Waarom moet je kinderen, die het bij een wat eenvoudiger onderwijsvorm veel verder kunnen brengen, nog met kennis van het Frans heiasten, waar door ze eerder de kans lopen af te vallen?, zo vragen zij zich af. Hoewel ik achter hun opvatting sta, dat ge tracht moet worden zoveel mogelijk kinderen voortgezet onderwijs te ge ven, geloof ik, dat zij wat betreft het Frans niet van de realiteit uitgaan. Bel een willekeurig particulier talen instituut op, en vraag daar welke de meest onderwezen taal is. Het ant woord zal luiden: Frans. In het bedrijfsleven, bij de vakbon den, bij een overheidsbedrijf als de PTT of de Spoorwegen (de laatste vanwege de sterke positie van het Frans binnen de internationale orga nisaties) zit men te springen om men sen die het Frans beheersen. Wanneer je het onderwijs in het Frans op de middelbare scholen tot een minimum terugbrengt, werk je juist elitevor ming in de hand. Want de wat beter gesitueerde ouders kunnen hun kinde ren, naar een particulier taleninstituut sturen, waar ze de opgelopen schade tot een minimum kunnen beperken De discussie over het al dan niet handhaven van het onderwijs in de Franse taal in de brugklas is opnieuw hoog opgelaaid. Onze redacteur Jan Brokken is voorstander van handhaving van het on derwijs in het Frans. Onderwijsredacteur Piet Hagen vindt het niet onjuist wanneer het Frans uit het lesrooster van de brugklas geschrapt wordt. Voor- en tegenstander motiveren hiernaast hun stellingname. De redactie van Trouw/Kwartet wil ook graag uw mening weten. U kunt schrijven naar Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam, met in de linkerbovenhoek de vermelding Frans. De reacties van de voorstanders zullen wij doorsturen aan NRC-Handelsbladredacteur H. van Galen Last, die een handtekeningenactie onder voorstanders van handhaving van het onderwijs in het Frans in de brugklas is begonnen. Trouw/Kwartet ziet uw reacties graag voor het einde van deze maand tegemoet., Natuurlijk, onderwijsdeskundigen zul len beweren, dat de mogelijkheid om Frans te leren binnen het nieuwe bestel mogelijk blijft, maar de werke lijkheid zal er anders uit zien. Kinde ren, die in de brugklas al een redelij ke kennis van het Engels verworven hebben, zullen die taai blijven bestu deren en zich niet aan het avontuur van een nieuwe taalstudie wagen. Mis schien willen drie of vier kinderen deze uitdaging toch aanvaarden, maar het lijkt mij sterk, dat voor diit kleine aantal een leraar Frans zal worden aangetrokken en een lokaal zal wor den vrijgemaakt. Cultuur Nee. wanneer het Frans niet meer in de brugklas wordt geaccepteerd, is het met de positie van deze taal in Neder- ACht6rStanCl land gedaan. Dat zal niet alleen eco nomische gevolgen hebben, maar ook een cultuurverarming van de eerste orde betekenen. De volgende genera tie zal alleen nog toegang hebben tot de .Angelsaktische cultuur. Met alle respect voor de grote engelse culture le prestaties zal dit betekenen, dat die generatie niets meer zal begrijpen van de Latijnse cultuur. Van de duizen den boeken, die in Frankrijk verschij nen, wordt maar een zeer klein deel vertaald, en gezien de moeilijkheden die Nederlandse uitgevers hebben, om het "hoofd boven water te houden, mag niet worden aangenomen dat dit in de toekomst zal veranderen. Nu zal het lezen van Flaubert, Stendhal, Beaudelaire. Léautaud, Sartre, de Beauvoir, Vian enz. wel weer voor elitevorming zorgen, maar de onder wijshervormers kiezen toch wel de gemakkelijkste weg door het Frans maar te schrappen om het zodoende voor alle Nederlanders van de volgen de generatie onmogelijk te maken ooit nog eens een stukje Flaubert te lezen. De Fransen zelf tenslotte begrijpen helemaal niets van onze hervormings gezindheid, getuige een gesprek dat ik vorige week met een Franse leraar voerde. 'Wij zijn juist bezig onze achterstand wat betreft de kennis van vreemde talen teniet te doen, Spaans, Duits, Engels ja zelfs Nederlands wordt op onze 6cholen onderwezen. Wij wijzen onze kinderen op de voor delen, die talenkennis met zich mee brengt en noemen als voorbeeld Neder land, waar drie vreemde talen worden gesproken. Jullie Nederlanders heb ben een voorsprong van twintig jaar op de rest van Europa, en zeker op Frankrijk en nu doen jullie die voor sprong zomaar teniet.' En zo is het maar net. Bepaalde tegenstanders van het hand haven van het Frans in de brugklas menen als argumenten voor hun hou ding te moeten aanvoeren, dat 'Fran sen nationalisten zijn, dat ze vreemde lingen haten. In Frankrijk zal men een buitenlander altijd im het Frans aanspreken. Waarom zouden wij ei genlijk zo'n moeite doen om dat Frans te leren?' zo keuvelen zij. Deze opmerkingen hebben natuulijk niets met het onderwijs van de franse taal hier in Nederland te maken, want het gaat er daarbij om, of wij 'een voor sprong' willen bewaren, of wij een. ruimdenkend volk willen blijven van vele markten thuis, of een geïsoleerd landje. Nederlanders zijn goed in talen. Wat mij betreft gaat dat op: op de lagere school leerde ik niet al leen Nederlands maar ook Fries en Frans- Op de middelbare school kwamen daar Latijn, Grieks, Engels, Duits en He breeuws bij. Ik moet er wel bij zeggen dat ik alleen bet Neder lands redelijk spreek. Niet graag zou ik een stuk van dat talenonderwijs gemist hebben. Nie mand hoeft me er dus van te verden ken dat ik iets tegen het Frans heb. Ik zou willen dat ik het beter beheer ste. Toch meende ik dat het wetsontwerp tot harmonisatie van de brugklas een goed voorstel is. Weliswaar verdwijnt daardoor het Frans als verplicht vak in de brugklas van scholen voor MA VO, HAVO en VWO, maar ik geloof niet dat dit een ramp is. Hoe komt het eigenlijk dat men vroe ger vond dat kinderen in de eerste klas van het gymnasium Frans, in de tweede Engels en in de derde Duits moesten hebben? Was die volgorde bepaald door onderwijskundige of an dere motieven? Zou het kunnen zijn dat de bevoorrechte positie van het Frans in het Nederlandse onderwijs een erfenis is uit de Franse tijd? Zou het kunnen zijn dat de achterstelling van het Duits te maken had met de bezettingsjaren? Ik wil maar zeggen: laten we het lesrooster van vroeger dagen niet verheerlijken als het einde van alle wijsheid. Het is van belang om kinderen vroeg vreemde talen te leren. Daarom wordt op steeds ruimere schaal Engels gege ven op de lagere school. In de toe komst zal het vak waarschijnlijk in de gewone rooster worden opgenomen. Het ligt dan voor de hand dat het Engels als belangrijkste voertaal in het internationale verkeer in het voortgezet onderwijs verplicht blijft voor alle leerlingen. Ook voor die groep die vroeger te dom geacht werd voor vreemde talen. Dan is het vervolgens de vraag welke talen nog meer geleerd moeten wor den. Moet er een tweede taal ver plicht worden gesteld voor alle leer lingen, dus ook in het lager beroeps onderwijs? En zo ja, zal dat dan Frans of Duits zijn? Engels verplicht Het wetsontwerp harmonisatie brug klas stelt slechts Engels verplicht. Daardoor wordt het mogelijk in brede scholengemeenschappen (van bijvoor beeld lager beroepsonderwijs én MA VO. of zelfs nog bredere) eenzelfde lesrooster voor alle brugklas-leerlin gen te maken. Het Frans (of het Duits) hoeft dan aan het eind van dat brugjaar niet meer een struikelblok te zijn bij een vrije keuze van de verdere richting. Dat betekent allerminst dat het Frans moet verdwijnen. Scholen behouden immers de vrijheid het Frans wel op de rooster van de brugklas te zetten. Slechts de verplichting hiertoe op MAVO-HAVO-VWO-scholen vervalt. En wanneer ze het Frans niet aan alle leerlingen willen geven, kunnen ze het als keuzevak handhaven. Ik zie niet in waarom het Frans op deze wijze in Nederland onrecht zou wor den aangedaan. Wie ontkent het eco nomische of cultureel belang van het Frans? Niemand, zoals ook niemand het belang van het vak boekhouden ontkent. Dat wil alleen nog niet zeg gen dat je het vak boekhouden dus in de brugklas moet geven. Degenen wie het Frans zo ter harte gaat zouden best wat meer vertrou wen mogen hebben in de toekomst. Want het Frans is inderdaad om vele redenen economischcultureel, toe ristisch. belangrijk genoeg om zelfs het hier besproken wetsontwerp te overleven. Wie weet zal in de toe komst zelfs een leerling van een lts de mogelijkheid aangrijpen om Frans te leren. Tot nog toe was ddt inder daad het voorrecht van een kleine elite. i^Dick Ringlever IRDAM Oliecrisis en dollarval, die ook een terugslag gaven ®erk|)urgerluchtvaart, zijn er oorzaak van, dat de Rijksluchtvaart- d i in Eelde, waar verkeersvliegers worden opgeleid, de nieuwe 1 die in september zou beginnen, heeft moeten afgelasten. De Br van verkeer en waterstaat en de directie van de school ach- niet verantwoord de opleiding te laten doorgaan in de weten- •gjdat de afgestudeerden voorlopig toch niet aan het werk kunnen. Al heeft men al een wacht- 47 jonge vliegers, die waar- Jk in augustus met nóg eens fn man van de thans aflopende al worden aangevuld. En bij ^re Nederlandse maatschappij- tinair Holland, Transavia en lips-vliegdienst), is de situatie veel anders. RLS-directeur W. Lékay noemt dat 'geen prettige ontwikkeling', maar zegt erbij de situatie niet zo zorgelijk in te zien als in het begin van de jaren zestig, toen eveneens een pilo- tenstop werd ingevoerd.' Toen lagen de problemen wezenlijk anders. De KLM schakelde in die jaren ineens over op de eerste grote straalvliegtui gen en moest veel kleinere vliegtui gen afstoten met het gevolg dat er een overschot aan vliegers ontstond. Nu kun je eigenlijk alleen maar spre ken van een hopenlijk tijdelijke eco nomische stagnatie. Als de KLM erin slaagt haar produktie weer te verho gen en de zomercijfers gunstiger uit vallen, komen er in het najjaar wel licht weer wat plaatsen vrij.' In ieder geval ziet directeur Lékay de toestand nog niet zo somber in, dat hij de cursisten van de nu nog lopen de opleidingen (vier cursussen van twee- en een half jaar) het perspec tief op een toekomst in de luchtvaart wil ontnemep.Ik heb goede hoop, dat ze' tenslotte allemaal kunnen wor den geplaatst. Die 'allemaal' zijn dan die zeventien die in augustus afstude ren plus nog 68 anderen van wie de laatsten eind '76 van school komen. Wél hebben we natuurlijk de 320 kandidaten? die zich voor de septem- ber-cursus hadden aangemeld, moeten afschrijven. Twintig van hen hebben zich daarop teruggetrokken. De ande ren willen In de selectie blijven voor de cursus van maart als die tenminste ook niet moet worden geannuleerd.' Voor eventuele nieuwe gegadigden be tekent dit 'plaats rust' van de RLS, dat zij straks rekening zullen moeten houden met een strengere selectie clan anders. En die selectie was altijd al streng. Gemiddeld valt jaarlijks zo'n tachtig tot negentig procent af. Alleen de besten blijven over. Niet omdat uit de rest géén goede ver keersvliegers zouden kunnen voortko men, maar omdat Nederlandse maat schappijen er niet meer kunnen afne men. Lékay: 'de KLM heeft een vliegers korps van 750 man. Als je rekening houdt met verloop en pensionering betekent dit, dat er elk jaar zo'n 35 plaatsen vrijkomen. Tel daar de vaca tures bij andere maatschappijen bij op, dan kom je hooguit aan ongeveer 60 plaatsen.' Meer worden er zelden toegelaten om dat de opleiding strikt bedoeld is voor Nederlandse maatschappijen. Den Haag voelt er weinig voor grote bedragen le steken in vliegers, die na hun opleiding over de grens verdwij nen. 'Als je de opleiding zuiver eco nomisch bekijkt en incalculeert, dat we 29 vliegtuigen hebben, waarvan enkele van een paar miljoen gulden, kom je aan een bedrag van driehon derdduizend gulden per leerling. En waar het rijk dat moet betalen, ligt voor de hand dat men daar in Den Haag ook wat van terug wil zien. Dat is ook de reden dat iedere gebrevet teerde leerling zich moet verplichten tenminste tien jaar bij een Neder landse maatschappij te blijven vlie gen. Pas als duidelijk kan worden aangetoond, dat hij in eigen land niet aan de slag kan, mag hij de grens over.' Op het ogenblik biedt die vluchtweg over de grens overigens evenmin veel soulaas. De malaise in de burgerlucht vaart is wereldwijd. De Zwitserse maatschappij Swissair is een van de zeer weinige, die nog uitbreidt. De rest heeft alle moeite de touwtjes aan elkaar te knopen of lijdt verlies, en moet dus eveneens de rem hanteren bij het aannemen van nieuw perso neel. Dat die inzinking echter tijdelijk zal zijn ('de luchtvaartgeschiedenis heeft Directeur W. Lékay geleerd dat er na elke stagnatie weer een opleving komt') is de vaste over tuiging van de RLS-directeur. Daarom spréékt hij liever van indamming dan van sluiting. 'Dat laatste zou al direct economisch een enorm verlies opleve ren. Reken maar eens uit wat het zou kosten zo'n apparaat later weer van de grond af te moeten opbouwen. Daar komt bij, dat we ook vliegers voor de Marine Luchtvaart Dienst en instructeurs voor de luchtmacht oplei den. En die cursussen moeten gewoon doorgaan. En wat de burgerluchtvaart betreft, ach die depressie gaat óók wel weer over.' door Willem-Jan Martin Sinds zijn verdwijnen bij de, wellicht mede daardoor, in de tijd erna vlot versukkelende formatie Fairport Convention, is Some Days You Eat The Bear And Some Days The Bear Eats You (Elektra EKS 75078), (le zevende elpee, waarop IAN MATTHEWS als centrale kracht figureert. Sommige van die platen kwamen min of meer in een soort groepsverband tot stand (Southern Comfort, Plainsong), andere werden gemaakt met de assistentie van oude bekenden, nieuwverworven vrienden en steeds zeer zorgvuldig gekozen studiomensen. Tot aan Some Days enz ging het dn alle gevallen om een soort muziek zonder ruggegraat (het dunne geluid van Ian scheen geen elektrische gitaar te kunnen verdragen, laat staan een beetje doortikkende ritme-sectie), maar daartegenover als compensatie wèl flonkerende akoestische construkties en een meer dan uitgelezen repertoirekeus, die een afdoende eigen hand van schrijven kombineerde met precies goed geselecteerde 'covers'. Tot aan Some Days etc. Het staat er niet voor niks, want het is juiist deze plaat die het zoëven geconcentreerde beeld volkomen doorkruist (de Plainsong-elpee met zijn iets opgeklopte ritmiek kon nog ronder veel moeite worden ingepast) en LAN's dunne geluid als enige zekerheid overeind laat. Als voornaamste punt is daar de poging te komen tot een soberder en vooral ook hechter geluid. Dat betekent het afwezigzijn van het gebruikelijke 'ingewikkelde' gitaren vlechtwerk, die hele deken van akoestische geluiden, maar daartegenover juist de presentie van een enkele gitaar (soms de steel-gitaar van de voortreffelijke David LLndley of een saxofoonriedel door Lynn Dobson) en voor het eerst ook een ritme-sectie, die je stuwend zou kunnen noemen. Opvallende Voorbeelden daarvan zijn Matthews' arrangementen van 01'55, Tried So Hard, Dirty Work en Biloxi, 'covers' dus weer allemaal, en eigen nummers als A Wailing Goodbye of Keep On Sailing, dat in vergelijking met de versie van Valley Hi een stuk aan kracht heeft gewonnen. Tegenover deze fundamentele verbetering staan echter een paar punten, die paradoxaal genoeg juist in het licht van die verbetering hun min of meer negatief karakter krijgen, waardoor je je al met al kunt afvragen of er dan überhaupt nog van verbetering gesproken kan worden. Deze wellicht nogal kryptische opmerkingen verwijzen vooral naar het feat, dat Ian's vokale middelen tegen de forsere achtergrond gaandeweg als onvoldoende door de mand gaan, hij kan niet diezelfde kracht opbrengen en wordt dan zeker in die tè frequent gebruikte dubbele en van echo voorziene stemregistratie, die een eenvormige indruk maakt ronduit zeurderig, terwijl anderzijds de nieuwe aanpak werd toegepast op nummers die daarvoor niet altijd even geschikt zijn. Het knettert dus al met al van de tegenspraken, waarbij de uitweg lang niet duidelijk is. Terug naar vroeger, mét het bezwaar van de betrekkelijke slappigheid? Of liever vooruitgekeken, waarmee bovenomschreven consequenties blijvend in huis zouden worden gehaald? Zoek het maar uit, ik weet het niet. Verder. Uit de RCA-burelen verscheen de geluidsband Son Of Dracula, waarop Harry Nilsson, geassisteerd door een keur van muzikanten (een kleine greep: George Harrison, Peter Frampton, Klaus Voormann. Nicky Hopkins en Ringo Starr), zijn muzikale aktiviteiten van de afgelopen jaren samenbalde tot één doorlopend stuk muziek, bij een film waarin hijzelf en Ringo Starr de hoofdrollen vervullen. Te beluisteren vallen zo stukken, die eerder terecht kwamen op platen als The Point, Schmillsan en Son of Schmillson, aangevuld met een enkel nieuw dingetje en enig gesproken woord. Dan was er nog de eerste soloplaat van David Bowies gitarist Mick Ronson. Slaughter On Tenth Avenue (RCA APL 1- C353 )en verscheen er onder het motto Chess Golden Decade een zeer fraai verzorgde (en betaalbare) serie opnamen uit de jaren vijftig. Drie elpees, waarvan de eerste de jaren '51- '56 voor zijn rekening neemt, de volgende 1956 (Take It Easy Greasy) en de derde het daarop volgende jaar (Dime Story Pony Tail). In .vrijwel alle gevallen gaat hét om zwarte artiesten mét als uitzondering Dale Hawkins (de schepper van het legendarische Suzie-Q) en Bobby Charks, die zoiets bedacht als See You Laten Alligator.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 7