fllSlllSllI 'Radio Hilversum 1940-1945' confronteert ons met de vraag: 'Hoe was dit mogelijk?' Kunst De 'Apeliefde' van Kagel voor Brahms Nieuwe boeken Jongetje verbrak TROUW/KWARTET MLAlAJNDAG 20 MEI 1974 BINNENLAND door R.N. Degens - VERKIJK LAAT BELANGRIJKSTE MYTHE LIGGEN door Ben van Kaam Kortom, de omroepwereld was tijdens de bezettingsjaren nu ook niet bepaald een haard van verzet, zo kan men concluderen uit Dick Verkjjks gerucht makende boek 'Radio Hilversum 1940-1945' En de ruim 800 pagina's dikke turf gaat op de plank naast de andere werken, waaruit blijkt dat dit in andere sectoren van de Nederlandse samenleving evenmin het geval was. Er blijft weinig over van de mythe van het zich eendrachtig tegen het nazidom ver zettende Nederlandse volk. Sommigen geeft het een schok dat te ontdekken. Een van hen was Dick Verkijk. 'Het schrijven van dit boek was geen onverdeeld genoegen. Ik stuitte op omstandigheden en gedragingen die mij menigmaal onthutsten en soms schokten', schrijft hij in zijn voor woord. 'Ik kwam ook voor het morele probleem te staan: moet je namen noemen? Na veel wikken en wegen heb ik die vraag met ja beantwoord.' 15 mei 1940: Duitsers vragen in Hilversum de tveg naar de AVRO- studio. Overtuigingskracht En dat kon ook moeilijk anders. Het boek ontleent vooral daaraan zijn overtuigingskracht. Een eindeloze stroom hem bekende namen wordt over de lezer uitgegoten. Zij allen speelden een grotere of kleinere rol bij de radio-omroep, die tijdens de oorlog al heel snel een propaganda- instrument van de nazi's werd. Om- roepautoriteiten, acteurs, reporters, musici en andere artiesten, men komt ze allen tegen Hoe populairder de naam, hoe groter de schok. Ook die? Ja, zelfs die. Wie het allemaal wil meemaken, kan het voor 47.50 bele ven. Een handig naamregister vereen voudigt de raadpleging. Juist die veel heid van namen dwingt tot de vraag: hoe was dit mogelijk? Dick Verkijk houdt zich daarmee ook bezig. Het is mijns inziens het zwakstè element in dit boek. Eerst de verdiensten. Verkijk heeft de archieven grondig doorgenomen en Jos Rutlng. Romeinse slaafjes. Ro man. Amsterdam, Meulenhoff, 1974. 128 blz. ME 323 12.50. Deze wonderlijk kaleidoscopische ro man van Ruting bevat in eerste in stantie het driedelige verhaal van de liefde van de archeoloog Chrisbin voor jongens. In deel 1, 'Een stenen beeldje', raakt Crrisbin verzot op een jongensbeeldje zonder hoofd in een Engelse tuin. Maar deze liefde komt tot een eind wanneer de politie zich ermee gaat bemoeien. Vervolgens, in deel 2, 'Martin', komt een Engels jongetje, dat voetballend wordt aange troffen in een achterbuurt, aan bod. Dezè Martin is van Chrisbin niet gediend. Tenslotte, en dat levert het grootste deel, 'Ferruccio'. op, vindt men voor Chrisbin de aanbiddelijke, Itliaans-ogende Ferruccio, zoon van een Hollandse professor, die de hoofd rol krijgt aangeboden in een film waarvoor Crisbin het scenario heeft geschreven. Dat laatste deel is door schoten met allerhande sub-delen, waarin Ruting veelsoortige verhalen, grapjes en notities heeft kwijtgekund. Het thema van de roman, het verlan gen naar zuiverheid, jeugd, onbedor venheid etc. een verlangen dat gefrustreerd wordt komt door de brokkelige en onsamenhangende structuur niet erg goed tot zijn recht. Wel verbeeldingsrijk en raar afwisse lend is het boek, en men kan het meer in onderdelen dan als geheel waarderen. T.v.D. Het helse laboratorium van dr. Fu- Manchu, geschreven door S.ax Roh- mer. Uitg. Luitingh, Laren, 238 blz 12.90. Fondueboek, door U. Klever. Een bockruit de serie Van Dishoeck-super- bookpo?kets. Uitg. Unieboek, Bussum; 144 blz 12.90. Zesde Friesche Vlag schaaktoernooi, kampioenschap van Nederland 1974 samengesteld door H. Kramer met medewerking van .T. H, Timman. G. Sosonko, H. Ree, Bf. Enklaar, E. C. Scholl en andere dëelnemers en S. H. Postma. Uitg. Moussault, Baarn. 192 blz. 10.90. SS en Wehrmacht hadden volop plezier tijdens een bonte avond in de Hilversumse studio. met te waarderen journalistieke hard nekkigheid getracht opgehelderd te krijgen wat nog onduidelijk bleef. De zekerheid bestaat thans vrijwel, dat geen kwalijke zaken van betekenis meer kunnen worden gemeld; Verkijk hód ze ontdekt. Neigingen om iets achter te houden of te verdoezelen ten gerieve van deze of gene komt men nie tegen in dit boek, ook al kan men met hem van mening ver schillen hoe een bepaald feit moet worden gewaardeerd. Te waarderen is ook dat hij niet poogt het gedrag van de overgrote meerderheid van de radiomensen tot norm te verheffen, maar het gedrag van de enkeling, die nee zei, zoals Broeksz van de VARA. Men kan be grip hebben voor falen, maar dan moet je het wel eerst falen noemen. Norm Mr. Burger heeft reeds wrevelig Ver kijk het hanteren van een 'studeerka mernorm' verweten, maar dat is elke zedelijke norm. Wanneer leer en le ven niet kloppen, mag dat op zichzelf geen reden zijn de leer overboord te werpen of aan te passen. Geliefd zijn zedeprekers echter zelden; Verkijk zal dan ook zeker niet door een jubelen de radiobevolking op de schouders worden gehesen om wat hij allemaal opschreef. Ook de toon van zedelijke verontwaar diging, waarin hij dat deed, zal menig een irriteren. In een artikeltje kun je dat meemaken, maar een heel boek.Nodig was dit ook niet, want de zwijgzaamheid die over het alge meen in Hilversum betracht werd over de oorlogsjaren, getuigde zeker van enig besef dat de boel niet had gedeugd. Het is van belang dat dit niet slinkt door alles wat gezegd en geschreven gaat worden nu alles open en bloot in de boekhandel ligt. Een beschrijving van 'voorbeeldig' gedrag houdt de goede zeden meer overeind dan boek vol falenden. Kritische vragen Verkijk .zei ergens te hopen dat 'n e- ventueel volgende keer als gevolg van z'n boek er niet 20 maar 25 neezeg- gers zouden zijn. Ik wil hem niet ontmoedigen, maar denkbaar is ook een effect dat het er dan meer 10 zullen zijn. 'Dat is eens. maar nooit weer', zeiden veel gedesillusionneerde verzetsmensen na de oorlog toen ze ontdekten dat de maatschappij over het algemeen niet veel opheeft met werknemers, die zichzelf kritische vra gen stellen over de. aard van hun bezigheden. Opvoering van het aantal nee-zeggers wordt wellicht meer be vorderd door een groter aantal men sen te interesseren voor hun motie ven, dan door een beschrijving van het gedrag dergenen, die kennelijk onvoldoende gemotiveerd waren om te weigeren aan een door nazi's be stuurde omroep mee te werken. Geen verleden tijd Had het boek daarom niet geschreven moeten worden? Toch wel. Het dwingt zoals gezegd tot de vraag: hoe was dit mogelijk? En dat doet stuiten op een problematiek, die bepaald niet tot de verleden tijd behoort. Verkijks boek bevat twee delen. Het eerste loopt tot 1941, het jaar waarin de nazi's de omroepvere nigingen althans de waarden die zij voorstonden nog enigszins heb ben gered door ze te verbieden. Het tweede deel behandelt 'De Nederland se Omroep', de organisatie die onder leiding van de NSB-er ir. W. A. Herwijer de zaak voortzette. Wie van het omroeppersoneel gewetensbezwa ren had, hoefde niet mee te doen; er was voor hen zelfs een zeer gunstige afvloeiingsregeling. Het gros van de Hilversumse radiobevolking bleef evenwel zingen, acteren, administre ren, vraaggesprekken houden, monte ren, muziekmaken, nieuwslezen en grammofoonplaten draaien. Aan solli citanten was geen gebrek evenmin als aan de vele losse medewerkers, die een radiobedrijf nodig heeft. Bespiegelingen Men kan zich, zoals Verkijk doet, overgeven aan allerlei bespiegelingen (als 'liefde voor het vak' enz.) wat deze mensen dreef. Zakelijker lijkt me de vaststelling, dat men kennelijk niet zoveel bezwaren had medewer king te geven. Voor de oorlog trad men op en werkte men voor organisa ties, waar men politiek en levensbe schouwelijk niet mee verbonden was. Welnu, dat was nóg zo. Men 'deed niet aan politiek' en die levenshou ding komt altijd neer op het dienen van de macht die er is. Ik hecht niet zoveel aan de verklaringen, die de betrokkenen thóns van hun gedrag geven. Het is zeer de vraag óf men het er wel zo moeilijk mee had, als thans wordt voorgegeven. Voor een aantal zittenblijvers onder het vaste personeel kon dit gelden, maar stellig niet voor degenen, die zich eigener beweging als medewerker aanboden. Men heeft er kennelijk niet zo zwaar aan getild, dat de omroep een nazi- omroep was geworden. Ingewikkelder moeten we de verklaring niet maken. Anti-Duits Ik heb het nu niet over de vele NSB- ers, die het omroepbedrijf ingewerkt werden, maar over de zeer velen, die Verkijk beschrijft als anti-nazi, niet- nazi, of anti-Duits. Ze verlangden op recht naar het vertrek van de Duit sers en wat er nog meer geünifor meerd in de studio's rondstapte. En velen van hen zien we later in op rechte blijdschap bevrijdingsprogram- ma's samenstellen. Maar het wil er niet bij mij in dat men voor De Nederlandse Omroep dagelijks met te genzin en een gekweld geweten bezig was aardige programma's te verzin nen. Dat lukt je niet. Ook toen moét men nog een redelijke mate van plezier in z'n werk hebben gehad. En dat kon het beste door te geloven dat je niet aan politiek deed. De argeloosheid, waarmee een aantal omroepmedewerkers sept. 1944 een 'Organisatie van Omroeppersoneel'op richt in 'De Jonge Graaf' teneinde invloed uit te oefenen op de struc tuur van de omroep na de bevrijding (nationale omroep), wijst niet op be sef dat men zich politiek gecompromi- teerd had. Men biedt gewoon z'n dien sten aan de komende machthebber aan met o.a. de volgende onthul lende tekst: 'Wij denken terug aan de tijden, waarop de vier omroepvere nigingen elk hun meening over be paalde politieke gebeurtenissen gaven, waarbij de luisteraar nimmer iets van de houding der Regeering te weeten kwam. Volksvoorlichting en cultu- reele opvoeding dienen niet aan parti culiere of groepsbelangen te worden overgelaten.' Vrijheid weg Verkijk wijt de grote mate van be reidheid tot medewerking aan de nazi- omroep voor 'ndeel aan de concessie- politiek, die de omroepverenigingen in 1940 ten opzichte van de Duitsers voerden. Een factor zal dat stellig geweest zijn. Op 15 mei 1940 hadden deze organisaties hun bestaanszin ver loren. De NCRV b.v. was opgericht omdat men in de ether 'vrijheid van levensovertuiging' wenste. Welnu, die vrijheid was 15 mei 1940 verdwenen. Hadden de Duitsers de omroepvereni gingen meteen verboden, dan zou dat de besturen niet hebben verrast. Maar dat gebeurde niet. Integendeel. Ieder een kon aanvankelijk gewoon door gaan, mits men natuurlijk wel reke ning hield met de veranderde omstan digheden. Kweken van begrip Wie de door Verkijk geciteerde tek sten uit radiotoespraken en artikelen uit omroepbladen leest, krijgt de in druk dat men het gevaar van een 'nieuwe orde' dacht te kunnen bezwe ren door het kweken van begrip daar voor zelf ter hand te nemen. Elders in de Nederlandse samenleving (de pers) zien we hetzelfde zich afspe len. Het volk wordt de vrijheid gela ten zichzelf te knevelen; er wordt op grote schaal gebruik van gemaakt, in de hoop dat de nazi's zich er dan zelf niet mee zullen bemoeien. IJdele hoop. Tenslotte worden alle omroepen opgeruimd, ook de AVRO die door Willem Vogt openlijk als apparaat aan de nieuwe heersers wordt aange boden. Terecht constateert Verkijk, dat alle omroepverenigingen hebben gefaald, zij het dat de AVRO de meest duistere rol speelde. Het ver bod 13 maart 1942 gaf hen 'het aure ool van slachtoffers van het nazi regime'. 'Ware hun rol goed doorge licht, dan zouden weinigen het na de oorlog als onrechtvaardig hebben be schouwd wanneer was geconstateerd: omroepen u hebt uw recht op weder opstanding verspeeld.' nale omroep. Zo eindigt z'n beschrij ving van het vooroorlogse tijdperk met de woorden: 'Hoe zouden een versnipperd Nederland, een verzuilen de omroep reageren op een bezet ting?' Hij bezigt een uitdrukking die ■begin 1940 juist in zwang begon te raken voor de omroepen, 'zuilen' en die van meetaf door Nederlandse na zi's als scheldwoord werd gehanteerd. Doorn in het oog Vanuit hun extreem-nationalistische opvatting begrijpelijk. Het omroepbe stel verdeelde het volk en een groter zonde kent de nazi niet. Het Neder landse omroepsysteem als zodanig stond dwars op de nazi-opvattingen over omroeporganisatie. Het was dan ook de vrucht van opvattingen over democratie, zoals deze gegroeid waren in de drie grote emancipatiebewegin gen, die Nederland gekend heeft. Dit stelsel nu was elke nationaal-socialist een doorn in het oog. In het nationa listische anti-democratische klimaat van het Nederland van de jaren der tig pasten 'de zuilen* slecht. Ze 'ver politiekten', zoals dat heette, de ae ther met hun levens- en wereldbe schouwingen en ze tastten de eenheid der natie aan, een mythisch begrip, dat in aanzienlijk ruimere kring werd gekoesterd dan dat er nationaal-socia- listen waren. De sleutel Verkijk geeft geen blijk het politieke en geestelijke klimaat van het voor oorlogse Nederland te kennen. Zo meent hij dat er sprake was van een 'algemene afioijzing van het nationaal- socialisme'. Aan een poging om het gedrag van de omroepmensen te ver klaren vanuit de niet geringe anti democratische besmetting, die ons volk opliep in de jaren dertig kom je dan uiteraard niet meer toe. Toch moet voor mijn gevoel daar de sleutel worden gezocht, zowel voor de teksten, in de omroepbladen in 1940 als voor het gemak waarmee het grootste deel van de Hilversumse radiobevolking kon meewerken aan de nazi-radio. Hèt politiek verwerpelijke karakter van allerlei uitzendingen hebben velen pas vér na de oorlog onderkend. Ook na de bevrijding was ons land nog vergeven van nationalistische mythen. De belangrijkste na-oorlogse mythe was die van een zich eendrach tig tegen de Duitse overheerser ver zettend Nederlandse volk. De mythe .moest onder andere dienst doen om Nederland aan een 'nationaal' omroep bestel te helpen. Autoritaire figuren uit het Militair Gezag zouden dat varkentje wel eens even wassen. Dat het verzet in feite een zeer verzuilde zaak was, wilde men niet weten. En volstrekt werd verdrongen dat het Nederlandse volk op grote schaal met de nazi's had gecollaboreerd. De om roepwereld was dat dit betreft alleen maar representatief voor de rest van de natie. Ook daar wil Verkijk maar moeilijk aan. Z'n geschoktheid over de feiten heeft wellicht te maken met z'n geloof in de mythen, die na de oorlog gecultiveerd werden om Neder land aan een nationale omroep te helpen. Nauwe samenhang Het curieuze is dat z'n boek wemelt van aanwijzingen dat er een nauwe samenhang is tussen de laakbare hou ding van velen en de vooroorlogse omroepstrijd. Ir. Herwijer, de NSB-er, die directeur-generaal werd van De Nederlandse Omroep, bood Verkijk de sleutel van wat wellicht het gedrag van velen verklaart. Na lezing van Verkijks script over het befaamde zendtijdbesluit-Reymer in 1930, waar bij het omroepbestel werd gegrond vest (en de AVRO gehalveerd), lastte hij de volgende passage in: 'Het liberale kamerlid-Boon diende een interpellatie in. Tijdens de behan deling zat op de overvolle tribunes de student W. A. Herwijer samen met andere jeugdige AVRO-vrienden. De wijze van behandeling van deze inter pellatie schokte zijn rechtsgevoel diep. Hier verloor hij zijn vertrouwen in het stelsel Was hij realistischer geweest, dan had hij begrepen, dat het parlementaire stelsel weliswaar lang niet ideaal is, maar altijd nog het minst riskant voor de persoonlij ke vrijheid. Hij zou begrepen hebben dat een parlement geen feilloos recht kan scheppen, maar gelegenheid biedt de tegenstellingen, de uiteenlopende opvattingen en interesses en de machtsconcentraties die in elke ge meenschap bestaan op vreedzame wij ze tot bruikbare resultaten ie brengen en zodoende de binnenlandse vrede te waarborgen.' Ook de ontsporing van Guus Wcitzel b.v. blijkt regelrecht samen te hangen met het gebeurde in 1930 (thans is hij voor verenigingsomroep). Verkijk meldt die feiten, maar doet daar ver der in z'n beschouwingen weinig mee. Jammer. Want daarmee heeft hij de" kans gemist een boek te schrijven, be langrijker dan de registratie van het falen van een aantal Nederlanders. Er was echter wel iets meer aan de hand dan vakidiotisme, gebrek aan moed of fatsoen en hielenlikkerij. Het Neder landse volk dacht voor, tijdens en na de oorlog nog niet democratisch ge noeg om als geheel het anti-democra tische gedachtengoed van de nazi's af te wijzen. Kritischer boeken Pas in de loop van de jaren zestig breekt er meer democratisch besef door in het Nedèrlandse politieke kli maat. Tegelijk beginnen dan kriti scher boeken te verschijnen over de oorlogsjaren en neemt het gedram tegen 'het omroepbestel' af. 'kHeb niet het idee dat Verkijk oog heeft voor de samenhang. Niettemin schreef hij een interessant boek. Het opgra ven van feiten blijft verdienstelijk, zelfs al wordt het blootgelegde door de graver niet geheel begrepen. SCHEVENINGEN De A, tijns-Duitse componist Mau Kagel (42) zegt een mai bewondering voor de muziek Johannes Brahms te hebbed bleek pas voor het eerst tofl1 stad Hamburg hem in 197k 1 dracht gaf een stuk te makaje gelegenheid van het feit, t y Brahms in 1973 honderdv jaar geleden in Hamburg geboren. te Beethoven is trouwens ook een liefde van Kagel; hij wijdde AlL hele muziekfilm 'Ludwig van.j Zijn Brahms-liefde kreeg een wigi voudiger gestalte in een stuk goed Duits heet 'Variationen u Fuge für grosses Orchester übE Thema von Handel für Klavier H_ von Johannes Brahms'. f®, Kagel nam dus de 'Handelvap van Brahms als uitgangspunt f^1 werkte deze op zijn manier vooren orkest. Een aantal ervan althaJ^ stuk ging zaterdagavond onde^1 leiding in het Scheveningse KiiS3; als onderdeel van een 'Kagel-jjfri dat hij met het Residentie |?®v uitvoert/ en waarvan zondagaw', het Haagse HOT het tweed}, ging. Kf lad Zaterdagavond was er, behalvj M Variationen, van hem nog het knij vaker vertoonde stuk 'Matchïee: twee cellisten en een slag\i eveneens een 'scènische' comjjg Dat wil dus zeggen dat de uiti den niet alleen muziek makemde ook wat acteren. al Vóór 1940 Deze opmerking brengt me op de voornaamste kritiek, die ik op Ver kijks boek heb. Het is goed dat mythen worden opgeruimd, maar Ver kijk heeft de belangrijkste laten lig gen. Z'n beschouwing van wat vooraf ging aan 1940 is slechts een beknopte beschrijving van de ontwikkeling van het omroepbestel. Daarvan moet hij weinig hebben; hij is voor een natio Verkleed Bij de Variationen blijft dat 1 tot een als Brahms verklede min tegen het ..eind van het stukir i het orkest waardig naar (dei schrijdt en dan wat leutert oveiani burg, waar hij zo lang niet gewpix en dat zoveel veranderd is. N w toespraak speelt het orkest deikei variatie en dan komt nog e(ha kleed persoon binnen in wijeli; Handel moet herkennen. Een iran de Handel overigens, wiens eniion het schijpt te zijn, Brahms v»n tig door een zijdeur af te voei»est Omdat Kagel zijn zaakjes altf™ standig presenteert, gebeurd'™ scenische versie pas na de' Daarvóór moest naar gef Opnamen voor de omroepproppgandafilm 'Scherven brengen ge luk'. In het midden (met papieren in de handGer. H. Knap. Ach ter de microfoon onder meer Tine Opscholtens en Ton van Otter- loo. Mauricio Kagel 'Match' geluisterd en gekeken!^, (het werd nu ook weer gedijd Anner Bijlsma, René van fa Willy Goudswaard) en moe) q( Variationen om en om gespej den met de oorspronkelijke^ versie. nj; De pianist was Geoffrey (hoofdleraar Koninklijk Consan urn) die niet met zoveel wooia gezegd dat hij van Brahms w uit wiens spel dat ook niet vAa maken. Het functioneerde ecl|2i want de directe opeenvolgingLe*j oorspronkelijke variaties en i kestbewerkingen deden des t> lijker uitkomen dat Kagel 1^ soort apenliefde voor Brahn hebben. Gekneusd De stukken komen nog al g uit zijn muzikale omarming1 schijn. Zij blijven wel duidej kenbaar, want bijvoorbeeld I sche patroon is nagenoeg voffl handhaafd. Daarbij knutselt f wat schrijnende harmonieën t waaruit bij toeval weieens eel 'vervreemdend' effect ontstaat als geheel maakt het de ind een eerste repetitie van een I orkest van beverige AOW-er?" gen muzikale ongijn, die dn: doenlijke ernst werd gediriget1-" Mauricio Kagel, die soms oofc— gelde woorden oplaat. Zoals:! is niet in staat de mensen maken.' Inderdaad, maar er mensen die betere muziek Zelfs Mauricio Kagel deed eens. RUINERWOLD Bij een een hojten schuur in Ri (Dr) iz aterdagdagavond hi jongetje L. Lubbing in de omgekomen. De brand ont£ moedelijk doordat het kin<f_r.e schuur met vuur zat te speler1'1 lips

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 6