SPANDOEKLOOPSTER'
Vandaag
Beroepingswerk
Joods bezwaar tegen
standpunt Pax Christi
Trouw
K wa riet
TROLW/KWARTET ZAflTERiOAjG 4 MEI 1974
KERK T2/K3
l oen Hitler begin 1933 de macht gegrepen had ging er een golf
van nationaal enthousiasme door Duitsland. Deze golf droeg de
Duitse Evangelische Kerk naar toch ook daar nog ongekende 'hoog
ten Een driemanschap, dat de opdracht had om de vele Duitse
landskerken in het geweldige gebeuren van die dagen tot een een
heid samen te smeden, legde een verklaring af, waarin o.m. het
volgende te lezen staat.
Een machtige nationale beweging
heeft zich meester gemaakt van ons
Duitse volk en het omhoog geheven.
Een veel omvattende hervorming van
het rijk in de ontwaakte Duitse natie
komt op gang. Wij spreken een dank
baar Ja uit tot deze wending in de ge
schiedenis. God heeft ons die geschon
ken. Hem zij de eer! Gods Woord ver
plicht ons ertoe om in het grote ge
beuren van onze dagen een nieuwe
opdracht van onze Heer aan zijn kerk
te zien
Er zijn uit die tijd nog veel gekkere
uitspraken te vinden, maar deze re
presentatieve uitspraak van een zeer
representatief driemanschap geeft al
reden genoeg om te veronderstellen,
dat Hitier gemakkelijk spel zou heb
ben bij zijn poging de Duitse Evange
lische Kerk naar zijn hand te zetten.
Hij liet dan ook in juli 1933 verkie
zingen voor nieuwe besturen in de
Duitse protestantse kerken houden.
De nazi-partij maakte een enorme pro
paganda, de massa's protestanten, die
de kerk alleen nog maar bij hun
doop. bij hun confirmatie en op hun
trouwdag van binnen hadden gezien,
werden opgetrommeld om te gaan
stemmen, Hitier ?elf hield, de avond
voor de verkiezingen, nog een radio
toespraak, en het resultaat laat zich
raden: in veel kerken behaalden zijn
'Deutsche Christen' genoemde, aanhan
gers een grote overwinning.
Ariërparagraaf
Kort daarop volgde de invoering van
de 'ariërparagraaf' in de Duitse Evan
gelische Kerk. Het kwam er op neer,
dat Christenen uit de Joden de kerk
uit moesten, en desnoods maar een
aparte kerk moesten zien te vormen.
Op dit punt is het kerkelijk verzet te
gen Hitier ontstaan. Niemöller richtte
de 'Pfarremotbund' op, en wie daar
lid van werd nam op zich om zich
met hand en tand tegen de invoering
van de ariërparagraaf in de kerk te
verzetten. Rondom deze 'Pfarremot
bund' ontstond de '.Bekennende Kir-
che'. Wat moeten wij ons bij deze Be
lijdende Kerk voorstellen? Christe
nen, die elkaar vonden omdat ze het
evangelie niet door het nationaal-soci-
alisme wilden laten corrumperen.
Niet weinigen van hen hadden aan
vankelijk sympathie voor het politie
ke streven van het nationaal-socialis-
me, en zij hebben pas later vanuit
hun trouw aan het evangelie ont
dekt wie er begin 1933 de macht ge
grepen had. Door een zeer handige
kerkpolitiek te voeren Is Hitier erin
geslaagd hen uit elkaar te manoeuvre
ren, en zij hebben ook nog andere ne
derlagen moeten incasseren. Er zijn
ook streken van Duitsland geweest,
waarin men nooit geweten heeft, dat
er zoiets als een 'Bekennende Kirche'
bestond, maar op het punt van de
ariërparagraaf heeft ze al die lange en
moeilijke jaren nooit concessies ge
daan.
Achteraf bezien kan het (zeker vanaf
de hoogten die wij inmiddels hebben
bereikt) weinig lijken, maar in die
tijd was het veel, ontzaggelijk veel.
Barmen
De eerste synode van de Belijdende
Kerk kwam in mei 1934 in Barmen
bijeen. Om paal en perk te stellen
aan de theologische razernij, waartoe
de kerk dreigde te vervallen, en om
de gemeente helderheid te geven,
nam zij een theologische verklaring
aan, die als 'Barmer Thesen' de ge
schiedenis in is gegaan. De eerste
stelling luidt en men houde die te
gen de achtergrond van de hierboven
aangehaalde uitspraak van het drie
manschap:
'1. Jezus Christus, zoals Hij ons in de
Heilige Schrift wordt betuigd, is het
ene Woord van God, dat wij te horen,
dat wij in leven en in sten-en te ver-
Boven. Hitier drukt de Reichsbischof' Ludwig
Miiller de hand op de rijkspartijdag in Neuren
berg, 1934.
Links. Karl Barth in 1934.
trouwen en te gehoorzamen hebben.
Wij verwerpen de valse leer, als zou
de kerk als bron van haar verkondi
ging behalve en naast dit ene Woord
van God ook nog andere gebeurtenis
sen en machten, gestalten en waarhe
den als Gods openbaring kunnen en
moeten erkennen'.
Deze eerste stelling doet denken
aan zondag 1 van de catechismus,
maar ze spitst wat daar wordt gezegd
toe op de openbaring. Zo verwerpt ze
de nog steeds wijd verbreide 'natuur
lijke theologie', d.i. de gedachte, dat
de mens door eigen inzicht tot een ze
kere mate van Godskennis zou kun
nen komen: je zou dus eerst kunnen
ontdekken, dat er een God bestaat, en
dan vast voorbereid zijn op de bood
schap, dat God gen&dig is. Dat op de
ze manier het evangelie op een zeer
zwak fundament komt te staan, is ei
genlijk niet zo moeilijk in te zien. Zo
heeft de eerste stelling een strekking,
die ver uit gaat boven de situatie,
met het oog waarop ze is opgesteld.
Staat en maatschappij
De tweede stelling slaat op de gedach
te, dat je het christelijk leven in twee
sectoren op zou kunnen splitsen, in
kerk en gezin zou je je wel aan de
Bergrede moeten houden, maar in
staat en maatschappij zouden andere
wetten gelden, waaraan je je ook als
Christen maar te houden zou hebben.
Deze gedachtengang heeft sjnds de ne
gentiende eeuw een ware ravage in
het protestantisme aangericht, en in
het Duitsland van de jaren dertig
kwam het erop neer dat brave Chris
telijke huisvaders een SA-uniform
konden aantrekken om op straat aan
acties tegen Joodse zaken mee te
doen. Tegen deze achtergrond leze
men de nu volgende tweede stelling:
'2. Zoals Jezus Christus Gods reële
aanzegging is van de vergeving van al
onze zonden, zo en met gelijke ernst
is Hij ook Gods krachtige aanspraak
op ons hele leven; door Hem over
komt ons een vrolijke bevrijding uit
de goddeloze bindingen van deze we
reld tot vrije en dankbare dienst aan
zijn schepselen.
Wij verwerpen de valse leer als zou
den er gebieden van ons leven zijn,
waarop wij niet aan Jezus Christus,
maar aan andere heren zouden toebe
horen, gebieden waarop wij de recht
vaardiging en de heiliging door Hem
niet nodig zouden hebben'.
In deze stelling wordt gesproken over
de navolging'van Christus in het pu
blieke leven, en dat op een door en
door bijbelse manier, niet: 'Jezus is
'om onze zonden gestorven, daar mag
je wel heel dankbaar voor zijn, en
daar moet je maar eens het een en
ander aan goede werken tegenover
stellen', maar: 'Uit de macht van de
zonde bevrijde mensen, mogen ook in
staat en maatschappij als vrije men
sen leven'.
Ik noteer nog de vijfde stelling om te
laten zien, hoe hierin 't reformato-
sche belijden over de overheid wordt
opgenomen en verder geleid naar het
vierkante Neen tegen de totalitaire
staat: 'V. De schrift zegt ons, dat de
staat naar goddelijke beschikking de
taak heeft in de nog niet verloste we
reld, waarin ook de kerk staat, naar
de mate van menselijk inzicht en
menselijk vermogen, onder bedreiging
met en uitoefening van dwang, voor
recht en vrede te zorgen. De kerk er
kent, in dankbare eerbied jegens God,
de weldaad van deze zijn beschikking.
Zij herinnert aan Gods Rijk, Gods ge
bod en gerechtigheid, en daarmee aan
de verantwoordelijkheid van regeer
ders en geregeerden. Zij vertrouwt en
gehoorzaamt de kracht van het
Woord, waardoor God alle dingen
draagt'
Daarop volgen dan de verwerping van
een staat, die zich de functies van de
kerk toeëigent, en 'zo de enige en to
tale ordening van het menselijk leven
wordt', en van een kerk, die zich de
macht van de staat toeëigent.
Karl Barth
Niemand minder dan Karl Barth
heeft de Barmer Thesen opgesteld.
Nu schudde ook hij zoiets niet zo
maar uit zijn mouw: er was al een
door hem opgesteld voor-ontwerp, dat
een kleine synode in januari had aan
genomen, maar men dorst dit 'gere
formeerde' gerecht niet zo maar voor
te zetten aan de uit Lutheranen en
Gereformeerden bestaande synode van
Barmen. Daarom werden er twee Lu
theranen aan Barth toegevoegd om
een nieuw ontwerp te maken. In het
jongste nummer van de Junge Kirche
publiceert Wilhelm Niemöller een
brief van Barth, waarin te lezen staat
hoe dat in zijn werk ging. De commis
sie kwam in Frankfort bijeen. Na een
ochtend praten kreeg Barth de op
dracht iets op papier te zetten. Na het
diner ging Barth met een pot zwarte
koffie en twee Braziliaanse sigaren
aan het werk, terwijl de 'andere heren
een dutje gingen doen. Toen zij na
drie(!) uur weer ten tonele versche
nen, was het werk gedaan, en ze von
den het allemaal wel goed zo. Alleen
bracht Asmussen later nog een ver-
scherping in stelling twee aan.
Belijdenisgeschrift
Zijn de Barmer Thesen een belijdenis
geschrift? M.i. wel, en dan een van
het gehalte van de catechismus. Een
ware rijkdom aan noodzakelijk inzicht
ligt in deze simpele zinnetjes meters
hoog opgetast Het is wel jammer, dat
de kerken na de oorlog niet de moei
te genomen hebben zich dit inzicht ei
gen te maken. Hadden zij dat wel ge
daan, dan zou het met 'de dood van
God' en 'de theologie van de revolu
tie' anders gelopen zijn, en misschien
had b.v. de Nederlandse Hervormde
Kerk zich alle verdrietelijkheden rond
om het Getuigenis kunnen besparen.
De sfeer in de kerk is ook erg veran
derd. Is er niet een onderstroom van
gemoedelijkheid, waardoor de kerk ei
genlijk niet weet waarom ze, wat ze
gehoord heeft, duidelijk en scherp
zou formuleren? Dan heb je inder
daad geen belijdenisgeschriften nodig!
Hoe dan ook, er is in en voor onze
eeuw al een belijdenisgeschrift gebo
ren, en dat kan noch van de achttien
de, noch van de negentiende eeuw
worden gezegd.
door A. J. Klei
In ons gezelschap zat een roomse
meneer. Ik hoorde hem zeggen:
't Is tegenwoordig een mooie
boel! Wanneer ik als kind tegen
de draad inging zei m'n vader
dat-ie meneer pastoor er wel
eventjes bij zou halen, maar
als ik vandaag niet direct
ondersteboven ben van de zo
veelste actiegroep, vraagt mijn
zoon dreigend of hij soms de
pastoor moet roepen om het
mij in te peperen De man
lachte even, maar niet van ganser
harte. Hij vervolgde: 'Ach, die
priesters en nonnen van nu
ze lopen liever achter een span
doek aan dan dat ze biecht horen'.
Achteraf kan ik deze rooms-katholiek
voor een deel gerust stellen. Niet alle
religieuzen lopen direct de straat op,
achter een demonstratie aan. Ik heb
een boekje voor me liggen, waarin
een religieuze zwart op wit verklaart:
'Ik ben geen spandoekloopster'. Dit
boekje van zeventig pagina's heet
'40.000 Getekenden' en het behelst
ervaringen van religieuzen. Het is
deel vijf van de serie 'Kerkopbouw
vandaag en morgen' en De Horstink
(Koningin Wilhelminalaan 17.
Amersfoort) brengt het voor ƒ8,90
aan de man.
Er zijn in de afgelopen jaren heel
wat triestgestemde werkjes
verschenen over priesters-die-
heengaan en zo, en ze stonden meestal
boordevol met verwijten en
tobberijen. Hiertegen steekt '40.000
Getekenden' bijzonder fleurig af. De
toonaard van de inleiding van Hans
(dr. H. P. M.) Goddijn is majeur. Hij
schrijft:
Uit een recente kerkelijke statistiek
blijkt, dat er in Nederland ruim
30.000 (dertig duizend!) katholieke
religieuzen leven en werken en
vervolgens dat een kleine 10.000 van
deze religieuzen in het buitenland
werkzaam zijn. Religieuzen zijn
mensen, die zich binden aan God en
(ADVERTENTIE)
BIJENHOF S FIJNHOUT BEWERKING
INDUSTRIEWEG D7d VORDEN
TIL 09752-1216
binnen kerkelijk verband aan die
binding in uiteenlopende vormen van
groepsleven en werkkringen
uitdrukking geven. Zij zijn meestal
lid van een organisatie van
religieuzen, ordes en congregaties
Renoemd, die in Nederland of vanuit
lederland in het buitenland, met
name in de ontwikkelingslanden, hun
activiteit ontplooien. Langs zulke
cijfers en feiten moet men niet te snel
heenlopen.
Soms krijg je het gevoel dat de
mensheid alleen bestaat uit
wildebrassen die tegen de bestaande
orde aanschoppen en bedaagde lieden
die alles willen houden zoals het is. In
de kerk kun je die houdingen dan
nog een beetje aankleden met
verhalen over horizontaal en
vertikaal, en dan hebben we 't wel
gehad. Maar Hans Goddijn wijst naar
die veertigduizend niet direct te
rubriceren 'getekenden':
Allemaal Nederlandse tijdgenoten, die
vanuit godsdienstige motieven
gedreven, gekozen hebben voor
alternatieve leefwijzen en niet voor
een huwelijk, een gezin, een eigen
haard. Zij trachten de christelijke
Heilsboodschap naar hun medemensen
toe te vertalen door als goede mensen
te leven en te arbeiden in een grote
variëteit van hulpbiedende en
dienstverlenende taken, pastoraal in
ruime zin. maar tegelijk sociaal Er
zijn ook religieuzen, die in
leefgemeenschappen welke abdijen
genoemd worden, heel hun leven
ivijden aan bezinning op laatste
levensvragenaan gebed voor anderen
en beschouwing of contemplatie. Al
deze duizenden zijn uit ons eigen
midden gerekruteerd en keren op tal
van plaatsen in kerk en maatschappij in
datzelfde milieu iceer terug of
trekken de wereld in om tc doen wat-
de Christelijks inspiratie hen in hun
situatie oplegt of ingeeft te doen.
Dit uit de inleiding op de getuige
nissen in dit boekje van de
religieuzen die, gelardeerd met
commentaren, over zes hoofdstukken
verdeeld zijn. Ik zie er van af, her en
der wat fraaie of ontroerende
ontboezemingen weg te halen en pik
er het hoofdstuk uit-dat gaat over de
vraag of we ons kritisch moeten
opstellen in kerk en maatschappij. Ik
doe dat met opzet, met het oog op de
opmerkingen van de meneer uit het
begin van dit verhaal en van andere
meneren en mevrouwen, die denken
dat geestelijken of opstandigen of
wegkwijnende sufferds zijn.
Welnu, het blijkt dat in elk geval
maar een enkele kloosterling een
rechtstreeks verband legt tussen het
door hem gekozen leven '('leven
volgens de evangelische raden', zegt
het rooms-katholiek spraakgebruik)
en de maatschappijkritiek. Niet dat ze
tégen een kritische houding zijn, ze
vinden kritiek vaak nodig, maar of
zijzelf daarvoor de aangewezen
personen zijn? Hier komt de
religieuze die het spandoek niet ziet
zitten:
lk ben geen spandoekloopster. Wie
zich er wel toe geroepen voelt moet
dit beslist niet laten. Ik denk echter
niet dat we als religieuzen als eerste
en voornaamste taak maatschappij
kritiek moeten stellenNatuurlijk
mogen we aan de maatschappij
waar ook wij deel van uitmaken
niet voorbijgaan, moeten we ervoor
openstaan en waar nodig is een
bepaalde stellingname innemen, maar
of we allemaal
maatschappijhervormers moeten zijn.
Voor mij hoeft dat nie.t.
Een heel andere stem:
Als religieuzen zouden wij de eersten
moeten zijn om op te komen voor
allen die te lijden hebben onder de
Iets wat men van ons verwachten
mag. Hierin schieten wij, volgens mij,
schromelijk te kort. Soms zou ik
openlijk in verzet willen komen tegen
het maatschappelijk onrecht op vele
terreinen, maar het gebeurt alleen in
besloten kring. Ik meen dat we pas
het 'recht' hebben kritiek uit te
oefenen als we zelf leven in een
groep die gefundeerd is op een reële
levenswijze, die zelf uitgaat van het
princiep: de rechten van elke mens en
die dit dieper doorgetrokken weet tot
het religieuze leven, die zelf leeft
vanuit een eigen soberheid, dan pas
zou onze kritiek gerechtvaardigd zijn.
Vele tekorten in de maatschappij zijn
of dreigen ook onze tekorten te
worden.
Tenslotte deze notitie, die enige
verwantschap vertoont met de
opmerking: 'Ze namen hun zondige
hart mee binnen de kloostermuren',
waarmee mij op de lagere school te
kennen werd gegeven dat het
(roomse) monnikenleven flauwekul
was:
Binnen het klooster word je niet een
heel ander mens, een ander type. Wie
van nature koploper,
ondernemingsgezind, volgzaam,
revolutionair enz. is, zal dat binnen
het klooster over het algemeen ook
zijn. Ik ben als religieuze dan ook
niet meer of minder maatschappij
kritisch dan vroeger. Uit het feit dat
je kiest voor een leven in dienst van
de medemens, dat je je eigen carrière
en toekomstplannen opgeeft, dat je
voor soberheid in je leven kiest,
daaruit blijkt je kritische
stellingname eigenlijk wel. Of we dit
zeker als grote groep ook zo
duidelijk uitdragen is, geloof ik wel
een vraag!
Met elkaar genoeg, zo komt me voor,
om a. vast te stellen dat we hier met
een boeiend boekje te maken hebben;
b. dat onze vooronderstellingen over
of voortsjokkende of dwarsliggende
religieuzen er naast zijn, en c. dat we
daarin dus geen alibi kunnen vinden
om niet naar hen te luisteren.
Alternatief leven is nog wel wat
anders dan slapen in het Vondelpark.
Het is, goed beschouwd, alleen maar
dit: echt ernst maken met wat je
beweert te geloven.
DODENDAG
De dag waaraan we vandaag terugden
ken komt wel steeds verder van ons
weg te liggen en de generaties die
van die dag niets meer weten groeien
om ons heen op. Toch zullen velen
deze dag met hun gedachten ergens
elders zijn.
Op die weg naar hun geliefden plotse
ling tot stilstand werden gedwongen
om daarna bruut gefusilleerd te wor
den. Of opnieuw glijdt door hun han
den een laatste brief uit een ver land
en horen ze in de verte dat ene schot
dat ze nooit gehoord hebben en ze al
tijd bij blijft. Dodendag. Weer zullen
lange rijen mensen bij gedenktekens,
op kerkhoven en in duinen zwijgend
zich voortbewegen. Een ieder met z'n
eigen gedachten. Gedachten die een
vraagteken zetten achter heel veel van
dit leven in vrijheid. En dan komt
die stilte, waarin de vogels als nooit
tevoren te horen zijn. Een stilte die
altijd weer ontroert Maar kort, maar
een minuut maar voldoende om een
heel verhaal langs je oogleden te zien
trekken. Voldoende om je handen te
vouwen en je ogen op te slaan tot
God. Misschien met een klacht Of
met een stil vertrouwen, of met een
poging tot overgave. Van Hem is ons
leven. Het is maar klein en vaak lang
niet zo beduidend als wij wel voor
wenden. maar het komt van Hem en
het gaat tot Hem, Hij, die in die ene
grote strijder van het verzet tegen al
le bozen machten, tot het uiterste ge
gaan is. En die ons dat liet weten als
een bemoediging ,als een enige troost
in leven en in sterven. Hij die ons
die ene naam leerde spellen, die naam
van Jezus, bevrijder. In de stilte ruist
zijn naam over de graven en door on
ze gedachten. Hij gaf ons aan elkaar
en een zaak om voor te leven: gerech
tigheid. Dat wordt ons niet ontnomen.
Dat kan zelfs het verbleken van de
herinnering niet uit ons wegnemen.
En nog minder als na de trompetsto
ten van the last post het leven verder
gaat. want dan gaat Hij verder met
ons mee.
NED. HERV. KERK
Beroepen: te Bruchem H. v. d. Post te
Bergambacht.
Aangenomen: naar Boxmeer (toez.) J.
G. Kuiper te Dokkum.
Bedankt: voor Goudswaard J. Zaal te
's Grevelduin-Kapelle.
GEREF. KERKEN (VRIJGEM.)
Beroepen: te Pernis S. de Vries kand.
te Zuidlaren.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen: te Utrecht-Noord B. Bijle-
veld te Bussum.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt: voor Gorkum H. Ligtenberg
te Terwolde; voor Ermelo en voor
's Gravenpolder A. Bregman te Rijs-
sen.
DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP
Beroepen: te Sappenneer en Winscho
ten L. Laurense te Delft die dit be
roep heeft aangenomen.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Sneek G. A. Westerveld
te Apeldoorn: te Leusden J. W. K.
Kelder te Dieren.
Van een onzer redacteuren
DEN HAAG De werkgroep Israël,
de Nederlandse Zionistenbond en de
Nederlandse Zionistische Studentenor
ganisatie wijzen de stellingname van
de rooms-katholieke vredesbeweging
Pax Christi inzake het Midden-Oosten
volstrekt af.
Pax Christi wil streven naar een op
lossing van het conflict op basis van
een politieke democratische structuur,
waarin joden en Palestijnen gelijke
rechten hebben.
Volgens de drie joodse organisaties
ontkent dit streven het bestaansrecht
van de thans reeds 26 jaar bestaande
internationaal erkende souvereine
staat Israël. De drie vinden dat het
van arrogantie getuigt, aan Israël te
willen voorschrijven hoe het zich
heeft te gedragen. De organisaties
stellen dat de zienswijze van Pax
Christi de indruk wekt er op gericht
te zijn het levensgeluk van het ene
volk in casu het Palestijnse te grond
vesten op de ondergang van een an
der, in casu het joodse.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer
Hoofdredactie:
J. Tamminga.
Hoofdkantoor: NZ. Voor
burgwal 280, Postbus
859, A'dam. Telefoon
020-22 03 83. Postgiro:
26 92 74. Bank: Ned.
Midd. Bank (rek.nr.
69 73 60 768). Gem.giro
X 500.