't Beste is, met een vrouw uit de dessa te trouwen Uit de kerkbladen Van der Walt wil band met Nederland niet doorsnijden Raad van kerken oneens met Simonis Vandaag Bijbelvertaler uit de vorige eeuw: Slowaakse nonnen fmoeten klooster uit pingels voorstel j£ed af te schaffen ^Poolse bisschoppen stegen eed van trouw Mear Fryske Tsjerke Tsjinsten Trouw Kwartet TROUW /KWAB/EET DINSDAG 16 APRIL 1974 KERK/BINNENLAND T2/A, door Ton van der Hammen Mocht u sorn^ denken dat de ge schiedenis van de bijbelvertalin gen in Indonesië tussen 1820 en 1900 een saai feitenrelaas zou op leveren, dan helpt kroniekschrij ver dr. J. L. Swellengrebel, die Óp ontdekkingstocht in de archie ven van -het Nederlands Bijbel genootschap ging, u daar in zijn pas verschenen boek 'In Leijdec- 'kers voetspoor' wel gauw van af. Bijvoorbeeld met de constatering dat de begaafdste taalgeleerde die het NBG in die periode heeft gehad, zeke re H. N. van der Tuuk, een kwar teeuw voor het genootschap kon wer ken zonder zelf christen te zijn. Het hoofdbestuur verkeerde daarover in bewuste onwetendheid. Terwijl die •aristocratische heren in Amsterdam *och echt geen domme jongens waren. ■Juist daarom hadden ze Van der Tuuk (1824-94), die een vorst onder de taalgeleerden was, hoog. Hij legde de grondslag voor de wetenschappelij ke beoefening van liefst vier Indone sische talen. In hun pionierssituatie hadden de eerste bijbelvertalers im mers niets om op te bouwen. Er moest vaak eerst zo goed en zo kwaad als het ging een spraakkunst worden gemaakt, een woordenboek worden sa mengesteld. En voor je daartoe in staat was moest je volgens deze Van der Tuuk niet alleen bij het volk wo nen, maar er één mee proberen te worden. Dat wil zeggen: zonder ande re Europeanen lange tijd familiaar in 'hun midden verkeren, het liefst met één van de vrouwen uit de dessa trou wen en verder onder meer: nooit op hoge toon tegen de inlanders praten en hun vooral geen Europese vormen opleggen. Ja, die Van der Tuuk was •Iemand die het allemaal al vroeg zag. die met zijn ideeën zijn tijd ver voor- Uit was. En dat wisten de mannen van het hoofdbestuur in Nederland kennelijk op waarde te schatten. Op zo'n genie, want dat was hij, moet je zuinig zijn. Daarom namen ze soms scherpe uit vallen van deze heer voor lief. Wat te zeggen van deze (in een brief aan een vriend): 'Ik heb mij de verbolgenheid op de hals gehaald van de Mandarijn met de zeven pauwstaarten, die presi dent is van het bijbelgenootschap. Hij heeft mij namelijk voorgehouden dat ik als heilig personage niet mag schrijven in het cynisch-atheïstische blad 'Spectator'. Ik wapen me thans te er niet te zijn èn als nationale ere zaak. Een drievoudige motivering, waaraan het NBG voorlopig vast zou blijven houden. Bij al die geschiedenissen van het vertalen met hun ups en downs, on der meestal erg zware omstandighe den die de gezondheid van de verta lers ondermijnden, komt herhaaldelijk de spanning tussen letterlijk en meer omschrijvend vertalen, tussen deftig, zeg maar: literair vertalen en overzet ten in de taal van de gewone man aan de orde. Wie dus mocht denken dat de bijbel in eenvoudige taal een uit vinding of modeverschijnsel van deze tijd is, moet zich maar eens goed in dit boek verdiepen. Trouwens, die spanning is er eigenlijk altijd geweest de kerkvaders hadden het er al over. Merkwaardig Vertaler P. Jansz en Rd. Ng. Djojo Soepono bezig aan de revisie van het nieuwe testament in het Javaans. De foto is in 1888 genomen. Eerste bladzijde van het bijbels scheppingsverhaal in het Bataks. 4 1 -7T> - e-<L a.oe-a- I WENEN (Kathpress) In Slowakije overwegen de autoriteiten een geruis-, i loze likwldatie van alle religieuze zus- J terorden. Men denkt dit te kunnen bereiken door nonnen, die jonger zijn dan veertig jaar, te dwingen hun con gregaties te verlaten en een beroep in de maatschappij te gaan uitoefenen. Een groot aantal bij sociale instellin gen werkzame religieuzen is ontsla gen. /INDEN Vooraanstaande theologen n juristen in Engeland hebben in een aemorandum voorgesteld, de eed op le bijbel in de rechtszaal af te schaf- en en te vervangen door de plechtige ►elofte 'de waarheid, de volle waar- leid en niets dan de .waarheid'. Zij zijn ran oordeel, dat velen door een eeu wenoude traditie worden gedwongen ie eed te verbinden aan een godsdienst ■waarmee zij geen betrekking hebben. j &VARSCHAU (KNA) De Poolse bis schoppen hebben scherp geprotesteerd «tegen de eis van de regering, dat pries ters een eed moeten afleggen voor de 'staat, voordat zij in de zielzorg gaan werken. voor een eventuele breuk met de san- tekraam. Niet zó heet Soep die kennelijk niet zó heet gege ten hoefde te worden, want later als Van der Tuuk in gouvernements dienst is gekomen geeft hij ruiterlijk toe in het hoofdbestuur toch eigenlijk ideale broodheren te hebben gehad. Maar genoeg over déze figuur, die je met zijn markante visie en geestige scherpschrijverij eenvoudig tot extra aandacht uitdaagt. Ideale broodheren dus. Maar de hoofdbestuursleden van het NBG in de vorige eeuw waren meer. Mensen met begrip, die zich heel behoorlijk konden invoelen in de moeilijke situ aties van hun taai-afgevaardigden. Mensen, die verstrekkende en achteraf doorgaans juist gebleken beslissingen durfden hemen. Mensen, die al heel vroeg inzagen dat je bijbelvertalingen niet aan zendelingen als bijbaantje moet opdragen, maar aan specialisten die je eerst zo breed mogelijk gaat opleiden. Wat het bijbelgenootschap voor die tijd uniek van de aan vang in 1820 af heeft gedaan. Wist u dat de eerste poging tot bij belvertaler ih Indonesië al vlak na de Eerste Schipvaert (1595-97) werd on dernomen en het boek Genesis plus het eerste complete maleise s nieuwe testament in het midden van de ze ventiende eeuw is verschenen? Welis waar in griezelig slecht pasar-Maleis, waarin je bijvoorbeeld kon tegenko men: 'Abraham was een zeer rijk man, want hij was een beest, hij was -zilver en goud', in plaats van: 'Abra ham was zeer rijk aan vee, zilver en goud', maar het gold dan ook de eer ste stuntelige poging. De volgende maleise bijbel van dr. Melchior Leij- decker (1645-1701) waaraan de kro niek van dr. Swellengrebel zijn titel ontleent, was stukken beter en hield het uit tot deze eeuw. Vooral de Mo- lukkers, die er een soort Statenverta ling in zagen, hielden er lang aan vast. Wie deze kroniek gaat lezen wordt steeds meer geboeid. Om te beginnen door de vele vertaalactiviteiten van het NBG. Let wel, het gaat alleen nog maar over de vorige <*»uw. In het ma leis (de derde vertaling), het Javaans, het Ngadjoe-Daaks, het Bataks, het Makassaars en Boeginees, het Soenda- nees, het Niassisch. Alle van een ge halte dat er voor die tijd zijn mocht, vaak met enige kennis van de grond tekst als uitgangspunt. Een van de eerste bestuursleden, de bekende Gijsbert Karei van Hogen- dorp (van de omwenteling in 1813 en onze grondwet in 1814) gaf vooral de stoot tot deze activiteiten in Indone sië. Achtergrond: de bijbel aan alle volken om vrij te gebruiken, tot pre diking óf weerlegging, overtuigd 'dat hij uiteindelijk dienen zal om onze leer voort te planten'. En verder kenmerkend voor die tijd als middel van beschaving, want die heet- Merkwaardig kon het soms met een vertaling verlopen. Een hele oplaag moest wel eens in kasten staan te be schimmelen omdat verspreiding (die onrust kon veroorzaken!) het gouver nement niet uitkwam. Een andere keer kon er weer sprake zijn van con currentie tussen het Britse en Buiten landse Bijbelgenootschap aan de ene en het Nederlandse aan de andere, kant. Typerend voor die tijd was ook, dat medewerking van Indonesiërs, die al vaak bij vertalingen werd ingeroe pen, eigenlijk niet zo vermeldens waard werd gevonden, waardoor onvol doende over hun belangrijke aandeel bekend is. Dat was nu eenmaal onze koloniale houding. Dr. Swellengrebel schrijft fijntjes over dit soort dingen: irriterend en ontstellend voor de westerse lezer van nu. Maar ja, hij moet maar bedenken dat als hij vijftig of honderd jaar eer der was geboren hij er wel even kolo niale opvattingen op nagehouden zou hebben. En als hij een Indonesische lezer is? Dan vraag ik om lankmoe digheid, dezelfde van zijn voorouders -die in hun goedmoedige spot bijvoor beeld in een Balisch tempelreliëf de 'toean kontrolir* (bestuursambtenaar) afbeeldden in zijn luie stoel met zijn fles jenever. Onderhoudend Deze onderhoudende, geestige verhaal trant kenmerkt het hele boek. Nog een paar voorbeelden. Het hoofdbe stuur: 'deftige Amsterdamse heren die over de vele problemen confereerden en delibereerden, genietend van goede sigaren en vanaf het geschilderd pla fond gadegeslagen door luchtig gekle de mythologische figuren'. Het NBG-' archief: 'daarin bevinden zich soms in wat men een bevallige wanorde zou kunnen noemen.Bij de beoor deling van een vertaling in het wes ten: 'verschillende van hen (die be oordelaars) waren in 'de Oost' ge weest en meenden met kennis van za ken te kunnen meepraten een niet ongewone illusie van Indischgasten'. En even verder: in deze discussie of men een mug moest uitzuigen werd Dr. J. L. Swellengrebel kwam In 1935 in dienst van het Ne derlands Bijbelgenootschap. Een laar later werd hij naar Bali uitgezonden als bijbelvertaler. Bekend is het boek dat hij over de religie óp dit eiland schreef Kerk en tempel op Bali'. Na de oorlog ging hij na een kort ver blijf op Bali naar Bogor om er de nieuwe vertaling in de alge mene taal van Indonesië, beha- sa Indonesia, te helpen voorbe reiden. In '59 keerde hij naar Nederland terug, waar hij voor de wereld bond wan bijbelgenootschappen onder meer taalkundige com mentaren voor bijbelvertalers schreef. Dr. Swellengrebel was ook een tiental jaren voorzitter van de Nederlandse Zendings raad. Het hoofdbestuur van de NEG gaf dr. Swellengrebel op dracht een overzicht te schrij ven van de periode waarin spra ke was van NBG-vertaalactivi- teiten in Indonesië. De eerste NBG-afgevaardlgde ter bijbel vertaling werd in 1926 uitgezon den, de laatste keerde in 1970, na de voltooiing van de Indone sische Nieuwe Vertaling terug. De schrijver deelde zijn stof In twee delen in, waarvan nu het eerste is verschenen. Men schrijft ons: Ondernemers Het Verbond van Nederlandse Onder nemingen wil de collectieve sector af romen ten behoeve van het particulie re inkomen. Mr. Van Veen, de voor zitter van deze club^ ziet namelijk in de groeiende lasten voor de collectie ve sector de belangrijkste oorzaak van het inflatiemonster. Zijn suggestie luidt: Verlaag de belastingen en ver zekeringspremies en u zult zien dat de inflatie omlaag vliegt en dat de be drijven weer gaan bloeien. Deze visie is mijns inziens bijzonder eenzijdig en komt voornamelijk ten goede aan de toch al goed gevulde portefeuilles van ondernemers. Bovendien is het niet waar dat de inflatie wordt veroorzaakt door het heffen van premies en belas tingen. Dit geld verdwijnt immers niet in een oude sok, maar komt veel eerlijker verdeeld weer te recht in de geldstroom. Voor dat geld krijgen we met z'n allen vele diensten terug in de vorm van onderwijs, ge subsidieerde woningen, werkloosheids uitkeringen, CRM, enz. Er is hier geen sprake van waardevermindering van het geld, maar sociaal gezien van een waardevermeerdering. Als het VNO ons minder belasting wil Taten betalen, is dit enkel bedoeld om het teveel geproduceerde ook kwjjt te kunnen, de koopkracht van de consument wordt dan namelijk groter. Van de zo ontstane winst, wordt dan weer geïnvesteerd in de produktie van nóg meer zinloze pro- dukten, die dan via nóg duurdere re clame aan de man moeten worden ge bracht, wat de inflatie nog groter maakt. De huidige overproduktie is niet alleen immoreel tegenover de derde wereld, niet alleen veeleisd voor de grondstoffenvoorraad en het milieu, het is bovendien onecono misch. Al die overproduktie en die dure reclame moeten namelijk wel be taald worden, "hogere prijien zijn er het gevolg van. Hopelijk is de SER wat minder kortzichtig als zij de nota van het VNO moet behandelen. Driebergen W. Haalboom jr. niet vermoed welke kemelen men al jaï-enlang in onwetendheid had door gezwolgen.' Over een vertaler die met een Indo-Europese huwde: 'Het zal aan zijn taalkennis ten goede zijn ge komen: het aloude recept van 'de taal leren onder de klamboe' kon hij in al le eer én deugd toepassen.' Enzovoort. Daarom al zou je 'In Leijdeckers voetspoor* een specialistisch boek moeten noemen, het ds door zijn le zenswaardigheid voor een veel brede re kring toegankelijk geworden. Een nieuw hoofdstuk koloniale geschied schrijving niet alleen over bijbel ver talen maar ook over veel taal-, land en volkenkundig onderzoek dat erach ter schuilging. Vandaar dat behalve het NBG ook het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde de ze twee uitgaven (het tweede deel na 1900 komt nog) voor zijn rekening heeft genomen, Dr. J. L. Swellengrebel In Leijdec- kers voetspoor, deel I, Anderhalve eeuw bijbelvertaling en taalkunde in de Indonesische talen. 250 pagina's met 9 pagina's foto's. Prijs ƒ35; voor leden van het NBG 18, vermeerderd met 2 verzendkosten. Bestellen /bij NBG, postbus 620, Haarlem. GEREF. KERKEN BEROEPEN: te Leerdam: C. van der Lijnden, te Woudsend, Jutrijp en Hommerts. ZONNIG EN KOUD De zon scheen uit een totaal wolkek ze hemel en tegelijk was het koud a in februari.- Zo was op 't Pasen. D zon was er en oqk de kilte was e Overal zochten de mensen in het pai beschutting om ergens, uiit de kou« wind van de zon té kunnen geniet» Ik moest aan dit paasfeest denk» Een stralende zorn van warmte licht dn een wereld waar nog steed een koude wind waait die eerder aa een barre winter doet' denken. De zo is er en ook de kou is er. Is 't zo nit in de wereld waarin we ons bevit don? De zon is er. Overal wordt d naam genoemd, de enige naam waari bevrijding is. In kerken en theatei op pleinen en' in kamers ergens hoc tegen de hemel. Overal gaat het ov< Hem. En tegelijk is het ijskoud. Gaa we door met elkaar te beangstigen te bedreigen. Er is opstanding uit dood. Dat is ons weer verkondigd, d wil zeggen, van God en namens Gd gezegd, toegezegd, aangezegd. Een t gelijk ds de dood er nog. En de dot> blijft miljoenen wel degelijk angt aanjagen, terwijl ook zij die in Het en zijn opstanding geloven niet vi van vrees en angst zijn. De deur< zijn gesloten, er kan geen risico geni men worden. Het is koud en de do» draagt nog een angstaanjagend! naam. We gaan van Pasen .tót Pas» Dat zou het betekenen, van de herdenking naar da andere, als nu genlijk niet meteen de pinkstertij begon. En dat doet het. Want de Hee verschijnt en spreekt van zijn Gees het bij ons en in ons-hebbem We mo ten er uit kunnen leven. We moet* het bij ons en in pnshebben. We mo ten er van doordrongen zijn, doorwi terd. Dat doet zijn Geest, die Hij b Ioofd heeft. Diezelfde Geest d Hem deed opstaan, die zelfde Gee die zijn leven betekende kan ook oi leven betekenen, zodat we het nl opgeven in een koude wereld. Het ons beloofd. Dat wordt nooit terugg nomen. Wie zich hierdoor, door He laat meenemen, die wordt niet me losgelaten. Hij kan ervan opaan. I dood is overwonnen, de toekomst aan de warmte en het licht en het ven door Jezus. Van een, onzer verslaggevers WILNIS Prof, Tj. van der Walt van de universiteit van Potche 'stroom hoopt van harte, dat zijn kerk. (de gereformeerde kerk Zuid-Afrika, de zg. Dopperkerk) de band met de gereformeerde ke: in Nederland niet verbreekt. Hij zei ons dit bij zijn terugkeer naar Zuid-Afrika. Vier maanden was hij in AMERSFOORT De raad van kerken in Nederland heeft in zijn april-vergadering zijn gewone agenda aan de kant geschoven en ge discussieerd over de vragen rondom eikaars kerk-zijn. Het besluit tot deze discussie was ingegeven door de uitlatingen van de Rotterdamse bisschop Simonis, die op 2 januari in een IKOR- interview met de hervormde secretaris-generaal dr. A. H. van den Heuvel had gezegd, dat hij de r.k. kerk als de echte, ware kerk aanmerkte en de andere kerken alleen als kerkgemeenschappen. voerde, kwam als algemene lijn naar voren dat de aangesloten kerken deze uitspraak van bisschop Simonis be paald niet wilden volgen. Men vond dat een 'juridisch kerkbegrip', waar men zich niet achter stelde. Het zou de sa menwerking in de raad zinloos maken. Volgens dc oud-katholieke aartsbis schop Kok kan bij de huidige ver deeldheid geen kerk het alleenrecht opeisen 'kerk van Christus* te zijn. Ds. G. van Halsema (gereformeerd) vroeg zich af, of we een nieuw kerkbegrip moeten ontwikkelen of kuhnen vol staan met restauratie en vernieuwing van de verschillende kerken. Dr. van den Heuvel pleitte voor samen werking en erkenning, ook de erken ning dat men samen als kerken in een noodsituatie verkeert Ook de rJc. bis schop Ernst van Breda vond, dat men niet juridisch over erkenning moet spreken. Wel brengt iedere kerk tra dities in, maar niet om deze gebiedend voor te schrijven. Prof. dr. H. A. M. Fiolet, secretaris van de raad, wees erop dat het Vati- kaanse decreet over de oecumene we zenlijke openingen geeft voor erken ning. Voorzitter prof. dr. H. Berkhof noemde dit gesprek zeer zinvol in het groeiproces van de Nederlandse oecu mene. In de (gereformeerde) Friese Kerkbo de houdt A. J. Wijnsma een pleidooi voor meer Friese kerkdiensten: In de beslotenheid van de kerkeraads- kamer wil er nog wei eens in het Fries worden gesproken hetgeen ook als normaal wordt aanvaard. Maar in de eredienst blijft het Fries een zeer ondergeschikte plaats innemen. Dat ligt natuurlijk voor een deel aan het feit, dat er betrekkelijk weinig predi kanten zijn. dje in de Friese taal kun nen (of willen) preken. Het zou een reden kunnen zijn om bij het beroe- pingswerk een beetje meer dan tot nu toe naar Friese dominees te zoeken. Daar ligt echter niet de enige oor zaak. Het is op z'n minst merkwaardig hoeveel kerkgangers, die in het dage lijks leven regelmatig Fries spreken, een Friese kerkdienst niet waarderen- .Zij zijn kennelijk in hun oordeel over het Fries nog nooit uitgegroeid boven de minderwaardige sociale sta tus, die hun eigen omgangstaal in het verleden droeg. Soms krijg je de in druk, dat de doorsnee gereformeerde Fries denkt, dat God een Hollander is. De eerbied gebiedt, dat Hij in het Nederlands wordt aangesproken. Vreemd eigenlijk. Levensgevoel Het moderamen van de gereformeerde synode had in december een gesprek met enkele verontrusten. Zonder het van elkaar te weten haakten dr. J. A. Hebly in het vrijzinnig-hervormde Kerk en Wereld en ds. W. C. van den Brink in het verontrust-gereformeerde Waarheid en Eenheid beiden in op dezelfde passage in het verslag van dit gesprek. Dr. Hebly: Het moderamen van de gereformeerde synode vroeg in het bovengenoemde gesprek: 'Verstaan de broeders het moderne levensgevoel voldoende? En verdisconteren ze voldoende dat de nieuwe theologie probeert een ant woord te geven op vragen, die met dat nieuwe levensgevoel samenhangen en daaruit voortvloeien?' Ik dacht dat dit laatste ook altijd het authentieke bedoelen van de vrijzinnige theologie is geweest. Gelukkig heeft ook het ge reformeerd moderamen begrip voor dit bedoelen, zoals uit hun vraag aan de eigen verontrusten blijkt. We kun nen proberen met elkaar tot duide lijkheid over deze vragen te komen. Ds. Van den Brink: Dat begrijpen wij niet zo goed. Reken maar dat wij het dóórhebben, maar dat wij er ons tegen willen wapenen, omdat het ons te steriel (onvrucht baar) is en omdat wij te progressief zijn om ons te laten uitrangeren op het dode spoor, waarop de eeuwen door de mensen zijn vastgelopen. Want er was niets nieuws aan de hand! Het moderne levensgevoel! Dan wordt er gezegd: zo en zo staat het in de Bijbel, maar daar kan je tegen woordig niet meer mee beginnen. Als of je er ooit in welke tijd ook, wat mee beginnen kon! ons land als vertegenwoordiger zijp kerk, onder meer, op de gerefi meerde synode. Op gezag van het Zuidafrikaanse pe bureau SAPA meldden wij; dat de Dó perkerk verleden jaar de band met Nederlandse gereformeerden al hei verbroken. Prof. Van der Walt zei oi dat dat niet juist is. Wel was er de synode vorig jaar een voorstel v deze aard, maar dat is juist verworpe De zaak zal opnieuw ter sprake kom op de synode in januari 1976. Evem in de Nederduitse gereformeerde ke en in de gereformeerde kerken Australië, Nieuw-Zeeland en Nooi Amerika leven in de Dopperkerk 1 denkingen tegen de theologische o wikkeling in Nederland en prof. V der-Walt en ds. G. P. L. van der Lin waren in Nederland om zich daarov nader te oriënteren. Verlangen De Oldehove in Leeuwarden. Het moderne levensgevoel! Is dat in derdaad zo vaag en weinig concreet, of is het zo, dat wanneer je het gaat verduidelijken, het ook 'tegelijk dui delijk wordt, dat dit levensgevoel haaks staat op het Reformatorisch be lijden, zoals dat in onze belijdenisge schriften is geformuleerd en dat je dan dus In de antithese (tegenstellin gen) terecht komt? En dat dat nu precies iets is, dat tegenwoordig on verkoopbaar frordt geacht'door velen Ja, zietu, dat moderne levensgevoel! De redactie van De Kerkvoogdij vroeg dr. A. H. van den Heuvel naar zijn ervaringen gedurende zijn eerste "half jaar als scriba van de hervormde synode. Dr. Van den Heuvel: Wat was mijn eerste ervaring? Mis schien kan ik daarvoor het beste het woord verlangen gebruiken. Het staat regelrecht tegenover zulke woorden als tevredenheid en zelfvoldaanheid. Daarvan bespeurde en bespeur ik wei nig in de kerk. Maar er is veel ver langen. Verlangen naar vernieuwing. Verlangen naar warm pastoraat, ver langen naar echte diepe bijbelse pre diking. Verlangen naar nieuwe vor men van authentieke vroomheid, ver langen naar gerechtigheid. Verlangen naar eenheid, naar relevantie. En ik ervaar dit sterk als een verlangen naar God. Naar de scheppende bevrij dende en eigenmakende kracht van de God van de Bijbel. Dat was mijn eer ste ervaring en ik heb die ondergaan als een weldaad. Ook als iets wat de hele hervormde kerk aan elkaar bindt, zelfs als hele groepen dat nog niet beseffen Mijn tweede erva ring is, dat het geloofs- en vernieu wingsverlangen in de kerk gevangen zit en daarom maar moeilijk tot ui ting kan komen. Eenheid Prof. dr. A. G. Honing in Centraal Weekblad: Onlangs ben ik bij dr. Heyst (herv.) naar de kerk geweest. De week daarna bij prof. Trimp (vrijgemaakt binnen het verband) en vanmorgen heb ik naar de ochtendwijding van mgr. Zwartkruis "(r.k.) geluisterd. Alle drie verkondigden Hem, die ook mijn Heer is. Prachtige preken! Wat zou ik graag vandaag nog met hen alle drie het Heilig Avondmaal vieren. Daarna zouden we dan veel moeten spreken over belijdenis, kerkorde en tucht: maar van uit de gevonden onverbre kelijke eenheid in Christus. De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dprdts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer Hoofdredactie: J. Tamminga. Hoofdkantoor: NZ. Voor burgwal 280, Postbus 859, A'dam. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69 73 60 768). Gem.giro X 500. ADVERTENTIE Voor oom Hendrik die uit het ziekenhuis komt. Niemand woont te ver om 'n bloemetje te sturen. Bel uw Fleurop- bloemist. Fleorop/IatMGora Nedetlad GigaraMuri god l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2