't Beste is, met een vrouw
uit de dessa te trouwen
Uit de kerkbladen
Van der Walt wil
band met Nederland
niet doorsnijden
Raad van kerken
oneens met Simonis
Vandaag
Bijbelvertaler uit de vorige eeuw:
Slowaakse nonnen
fmoeten klooster uit
pingels voorstel
j£ed af te schaffen
^Poolse bisschoppen
stegen eed van trouw
Mear Fryske
Tsjerke
Tsjinsten
Trouw
Kwartet
TROUW /KWAB/EET DINSDAG 16 APRIL 1974
KERK/BINNENLAND
T2/A,
door Ton van der Hammen
Mocht u sorn^ denken dat de ge
schiedenis van de bijbelvertalin
gen in Indonesië tussen 1820 en
1900 een saai feitenrelaas zou op
leveren, dan helpt kroniekschrij
ver dr. J. L. Swellengrebel, die
Óp ontdekkingstocht in de archie
ven van -het Nederlands Bijbel
genootschap ging, u daar in zijn
pas verschenen boek 'In Leijdec-
'kers voetspoor' wel gauw van
af.
Bijvoorbeeld met de constatering dat
de begaafdste taalgeleerde die het
NBG in die periode heeft gehad, zeke
re H. N. van der Tuuk, een kwar
teeuw voor het genootschap kon wer
ken zonder zelf christen te zijn. Het
hoofdbestuur verkeerde daarover in
bewuste onwetendheid. Terwijl die
•aristocratische heren in Amsterdam
*och echt geen domme jongens waren.
■Juist daarom hadden ze Van der
Tuuk (1824-94), die een vorst onder
de taalgeleerden was, hoog. Hij legde
de grondslag voor de wetenschappelij
ke beoefening van liefst vier Indone
sische talen. In hun pionierssituatie
hadden de eerste bijbelvertalers im
mers niets om op te bouwen. Er
moest vaak eerst zo goed en zo kwaad
als het ging een spraakkunst worden
gemaakt, een woordenboek worden sa
mengesteld. En voor je daartoe in
staat was moest je volgens deze Van
der Tuuk niet alleen bij het volk wo
nen, maar er één mee proberen te
worden. Dat wil zeggen: zonder ande
re Europeanen lange tijd familiaar in
'hun midden verkeren, het liefst met
één van de vrouwen uit de dessa trou
wen en verder onder meer: nooit op
hoge toon tegen de inlanders praten
en hun vooral geen Europese vormen
opleggen. Ja, die Van der Tuuk was
•Iemand die het allemaal al vroeg zag.
die met zijn ideeën zijn tijd ver voor-
Uit was.
En dat wisten de mannen van het
hoofdbestuur in Nederland kennelijk
op waarde te schatten. Op zo'n genie,
want dat was hij, moet je zuinig zijn.
Daarom namen ze soms scherpe uit
vallen van deze heer voor lief. Wat te
zeggen van deze (in een brief aan een
vriend): 'Ik heb mij de verbolgenheid
op de hals gehaald van de Mandarijn
met de zeven pauwstaarten, die presi
dent is van het bijbelgenootschap. Hij
heeft mij namelijk voorgehouden dat
ik als heilig personage niet mag
schrijven in het cynisch-atheïstische
blad 'Spectator'. Ik wapen me thans
te er niet te zijn èn als nationale ere
zaak. Een drievoudige motivering,
waaraan het NBG voorlopig vast zou
blijven houden.
Bij al die geschiedenissen van het
vertalen met hun ups en downs, on
der meestal erg zware omstandighe
den die de gezondheid van de verta
lers ondermijnden, komt herhaaldelijk
de spanning tussen letterlijk en meer
omschrijvend vertalen, tussen deftig,
zeg maar: literair vertalen en overzet
ten in de taal van de gewone man aan
de orde. Wie dus mocht denken dat
de bijbel in eenvoudige taal een uit
vinding of modeverschijnsel van deze
tijd is, moet zich maar eens goed in
dit boek verdiepen. Trouwens, die
spanning is er eigenlijk altijd geweest
de kerkvaders hadden het er al
over.
Merkwaardig
Vertaler P. Jansz en Rd. Ng. Djojo Soepono bezig aan de revisie van
het nieuwe testament in het Javaans. De foto is in 1888 genomen.
Eerste bladzijde van het bijbels scheppingsverhaal in het Bataks.
4 1 -7T>
- e-<L a.oe-a-
I WENEN (Kathpress) In Slowakije
overwegen de autoriteiten een geruis-,
i loze likwldatie van alle religieuze zus-
J terorden. Men denkt dit te kunnen
bereiken door nonnen, die jonger zijn
dan veertig jaar, te dwingen hun con
gregaties te verlaten en een beroep in
de maatschappij te gaan uitoefenen.
Een groot aantal bij sociale instellin
gen werkzame religieuzen is ontsla
gen.
/INDEN Vooraanstaande theologen
n juristen in Engeland hebben in een
aemorandum voorgesteld, de eed op
le bijbel in de rechtszaal af te schaf-
en en te vervangen door de plechtige
►elofte 'de waarheid, de volle waar-
leid en niets dan de .waarheid'. Zij zijn
ran oordeel, dat velen door een eeu
wenoude traditie worden gedwongen
ie eed te verbinden aan een godsdienst
■waarmee zij geen betrekking hebben.
j
&VARSCHAU (KNA) De Poolse bis
schoppen hebben scherp geprotesteerd
«tegen de eis van de regering, dat pries
ters een eed moeten afleggen voor de
'staat, voordat zij in de zielzorg gaan
werken.
voor een eventuele breuk met de san-
tekraam.
Niet zó heet
Soep die kennelijk niet zó heet gege
ten hoefde te worden, want later als
Van der Tuuk in gouvernements
dienst is gekomen geeft hij ruiterlijk
toe in het hoofdbestuur toch eigenlijk
ideale broodheren te hebben gehad.
Maar genoeg over déze figuur, die je
met zijn markante visie en geestige
scherpschrijverij eenvoudig tot extra
aandacht uitdaagt.
Ideale broodheren dus. Maar de
hoofdbestuursleden van het NBG in
de vorige eeuw waren meer. Mensen
met begrip, die zich heel behoorlijk
konden invoelen in de moeilijke situ
aties van hun taai-afgevaardigden.
Mensen, die verstrekkende en achteraf
doorgaans juist gebleken beslissingen
durfden hemen. Mensen, die al heel
vroeg inzagen dat je bijbelvertalingen
niet aan zendelingen als bijbaantje
moet opdragen, maar aan specialisten
die je eerst zo breed mogelijk gaat
opleiden. Wat het bijbelgenootschap
voor die tijd uniek van de aan
vang in 1820 af heeft gedaan.
Wist u dat de eerste poging tot bij
belvertaler ih Indonesië al vlak na de
Eerste Schipvaert (1595-97) werd on
dernomen en het boek Genesis plus
het eerste complete maleise s nieuwe
testament in het midden van de ze
ventiende eeuw is verschenen? Welis
waar in griezelig slecht pasar-Maleis,
waarin je bijvoorbeeld kon tegenko
men: 'Abraham was een zeer rijk
man, want hij was een beest, hij was
-zilver en goud', in plaats van: 'Abra
ham was zeer rijk aan vee, zilver en
goud', maar het gold dan ook de eer
ste stuntelige poging. De volgende
maleise bijbel van dr. Melchior Leij-
decker (1645-1701) waaraan de kro
niek van dr. Swellengrebel zijn titel
ontleent, was stukken beter en hield
het uit tot deze eeuw. Vooral de Mo-
lukkers, die er een soort Statenverta
ling in zagen, hielden er lang aan
vast.
Wie deze kroniek gaat lezen wordt
steeds meer geboeid. Om te beginnen
door de vele vertaalactiviteiten van
het NBG. Let wel, het gaat alleen nog
maar over de vorige <*»uw. In het ma
leis (de derde vertaling), het Javaans,
het Ngadjoe-Daaks, het Bataks, het
Makassaars en Boeginees, het Soenda-
nees, het Niassisch. Alle van een ge
halte dat er voor die tijd zijn mocht,
vaak met enige kennis van de grond
tekst als uitgangspunt.
Een van de eerste bestuursleden, de
bekende Gijsbert Karei van Hogen-
dorp (van de omwenteling in 1813 en
onze grondwet in 1814) gaf vooral de
stoot tot deze activiteiten in Indone
sië. Achtergrond: de bijbel aan alle
volken om vrij te gebruiken, tot pre
diking óf weerlegging, overtuigd 'dat
hij uiteindelijk dienen zal om onze
leer voort te planten'. En verder
kenmerkend voor die tijd als
middel van beschaving, want die heet-
Merkwaardig kon het soms met een
vertaling verlopen. Een hele oplaag
moest wel eens in kasten staan te be
schimmelen omdat verspreiding (die
onrust kon veroorzaken!) het gouver
nement niet uitkwam. Een andere
keer kon er weer sprake zijn van con
currentie tussen het Britse en Buiten
landse Bijbelgenootschap aan de ene
en het Nederlandse aan de andere,
kant. Typerend voor die tijd was ook,
dat medewerking van Indonesiërs, die
al vaak bij vertalingen werd ingeroe
pen, eigenlijk niet zo vermeldens
waard werd gevonden, waardoor onvol
doende over hun belangrijke aandeel
bekend is. Dat was nu eenmaal onze
koloniale houding.
Dr. Swellengrebel schrijft fijntjes
over dit soort dingen: irriterend en
ontstellend voor de westerse lezer van
nu. Maar ja, hij moet maar bedenken
dat als hij vijftig of honderd jaar eer
der was geboren hij er wel even kolo
niale opvattingen op nagehouden zou
hebben. En als hij een Indonesische
lezer is? Dan vraag ik om lankmoe
digheid, dezelfde van zijn voorouders
-die in hun goedmoedige spot bijvoor
beeld in een Balisch tempelreliëf de
'toean kontrolir* (bestuursambtenaar)
afbeeldden in zijn luie stoel met zijn
fles jenever.
Onderhoudend
Deze onderhoudende, geestige verhaal
trant kenmerkt het hele boek. Nog
een paar voorbeelden. Het hoofdbe
stuur: 'deftige Amsterdamse heren die
over de vele problemen confereerden
en delibereerden, genietend van goede
sigaren en vanaf het geschilderd pla
fond gadegeslagen door luchtig gekle
de mythologische figuren'. Het NBG-'
archief: 'daarin bevinden zich soms
in wat men een bevallige wanorde
zou kunnen noemen.Bij de beoor
deling van een vertaling in het wes
ten: 'verschillende van hen (die be
oordelaars) waren in 'de Oost' ge
weest en meenden met kennis van za
ken te kunnen meepraten een niet
ongewone illusie van Indischgasten'.
En even verder: in deze discussie
of men een mug moest uitzuigen werd
Dr. J. L. Swellengrebel kwam
In 1935 in dienst van het Ne
derlands Bijbelgenootschap. Een
laar later werd hij naar Bali
uitgezonden als bijbelvertaler.
Bekend is het boek dat hij over
de religie óp dit eiland schreef
Kerk en tempel op Bali'. Na de
oorlog ging hij na een kort ver
blijf op Bali naar Bogor om er
de nieuwe vertaling in de alge
mene taal van Indonesië, beha-
sa Indonesia, te helpen voorbe
reiden.
In '59 keerde hij naar Nederland
terug, waar hij voor de wereld
bond wan bijbelgenootschappen
onder meer taalkundige com
mentaren voor bijbelvertalers
schreef. Dr. Swellengrebel was
ook een tiental jaren voorzitter
van de Nederlandse Zendings
raad. Het hoofdbestuur van de
NEG gaf dr. Swellengrebel op
dracht een overzicht te schrij
ven van de periode waarin spra
ke was van NBG-vertaalactivi-
teiten in Indonesië. De eerste
NBG-afgevaardlgde ter bijbel
vertaling werd in 1926 uitgezon
den, de laatste keerde in 1970,
na de voltooiing van de Indone
sische Nieuwe Vertaling terug.
De schrijver deelde zijn stof In
twee delen in, waarvan nu het
eerste is verschenen.
Men schrijft ons:
Ondernemers
Het Verbond van Nederlandse Onder
nemingen wil de collectieve sector af
romen ten behoeve van het particulie
re inkomen. Mr. Van Veen, de voor
zitter van deze club^ ziet namelijk in
de groeiende lasten voor de collectie
ve sector de belangrijkste oorzaak van
het inflatiemonster. Zijn suggestie
luidt: Verlaag de belastingen en ver
zekeringspremies en u zult zien dat
de inflatie omlaag vliegt en dat de be
drijven weer gaan bloeien. Deze visie
is mijns inziens bijzonder eenzijdig en
komt voornamelijk ten goede aan de
toch al goed gevulde portefeuilles van
ondernemers. Bovendien is het niet
waar dat de inflatie wordt veroorzaakt
door het heffen van premies en belas
tingen. Dit geld verdwijnt immers
niet in een oude sok, maar komt
veel eerlijker verdeeld weer te
recht in de geldstroom. Voor dat geld
krijgen we met z'n allen vele diensten
terug in de vorm van onderwijs, ge
subsidieerde woningen, werkloosheids
uitkeringen, CRM, enz. Er is hier
geen sprake van waardevermindering
van het geld, maar sociaal gezien van
een waardevermeerdering.
Als het VNO ons minder belasting
wil Taten betalen, is dit enkel bedoeld
om het teveel geproduceerde ook
kwjjt te kunnen, de koopkracht van
de consument wordt dan namelijk
groter. Van de zo ontstane winst,
wordt dan weer geïnvesteerd in de
produktie van nóg meer zinloze pro-
dukten, die dan via nóg duurdere re
clame aan de man moeten worden ge
bracht, wat de inflatie nog groter
maakt. De huidige overproduktie is
niet alleen immoreel tegenover de
derde wereld, niet alleen veeleisd
voor de grondstoffenvoorraad en het
milieu, het is bovendien onecono
misch. Al die overproduktie en die
dure reclame moeten namelijk wel be
taald worden, "hogere prijien zijn er
het gevolg van. Hopelijk is de SER
wat minder kortzichtig als zij de nota
van het VNO moet behandelen.
Driebergen
W. Haalboom jr.
niet vermoed welke kemelen men al
jaï-enlang in onwetendheid had door
gezwolgen.' Over een vertaler die met
een Indo-Europese huwde: 'Het zal
aan zijn taalkennis ten goede zijn ge
komen: het aloude recept van 'de taal
leren onder de klamboe' kon hij in al
le eer én deugd toepassen.' Enzovoort.
Daarom al zou je 'In Leijdeckers
voetspoor* een specialistisch boek
moeten noemen, het ds door zijn le
zenswaardigheid voor een veel brede
re kring toegankelijk geworden. Een
nieuw hoofdstuk koloniale geschied
schrijving niet alleen over bijbel ver
talen maar ook over veel taal-, land
en volkenkundig onderzoek dat erach
ter schuilging. Vandaar dat behalve
het NBG ook het Koninklijk Instituut
voor Taal-, Land- en Volkenkunde de
ze twee uitgaven (het tweede deel na
1900 komt nog) voor zijn rekening
heeft genomen,
Dr. J. L. Swellengrebel In Leijdec-
kers voetspoor, deel I, Anderhalve
eeuw bijbelvertaling en taalkunde in
de Indonesische talen. 250 pagina's
met 9 pagina's foto's. Prijs ƒ35; voor
leden van het NBG 18, vermeerderd
met 2 verzendkosten. Bestellen /bij
NBG, postbus 620, Haarlem.
GEREF. KERKEN
BEROEPEN: te Leerdam: C. van der
Lijnden, te Woudsend, Jutrijp en
Hommerts.
ZONNIG EN KOUD
De zon scheen uit een totaal wolkek
ze hemel en tegelijk was het koud a
in februari.- Zo was op 't Pasen. D
zon was er en oqk de kilte was e
Overal zochten de mensen in het pai
beschutting om ergens, uiit de kou«
wind van de zon té kunnen geniet»
Ik moest aan dit paasfeest denk»
Een stralende zorn van warmte
licht dn een wereld waar nog steed
een koude wind waait die eerder aa
een barre winter doet' denken. De zo
is er en ook de kou is er. Is 't zo nit
in de wereld waarin we ons bevit
don? De zon is er. Overal wordt d
naam genoemd, de enige naam waari
bevrijding is. In kerken en theatei
op pleinen en' in kamers ergens hoc
tegen de hemel. Overal gaat het ov<
Hem. En tegelijk is het ijskoud. Gaa
we door met elkaar te beangstigen
te bedreigen. Er is opstanding uit
dood. Dat is ons weer verkondigd, d
wil zeggen, van God en namens Gd
gezegd, toegezegd, aangezegd. Een t
gelijk ds de dood er nog. En de dot>
blijft miljoenen wel degelijk angt
aanjagen, terwijl ook zij die in Het
en zijn opstanding geloven niet vi
van vrees en angst zijn. De deur<
zijn gesloten, er kan geen risico geni
men worden. Het is koud en de do»
draagt nog een angstaanjagend!
naam. We gaan van Pasen .tót Pas»
Dat zou het betekenen, van de
herdenking naar da andere, als nu
genlijk niet meteen de pinkstertij
begon. En dat doet het. Want de Hee
verschijnt en spreekt van zijn Gees
het bij ons en in ons-hebbem We mo
ten er uit kunnen leven. We moet*
het bij ons en in pnshebben. We mo
ten er van doordrongen zijn, doorwi
terd. Dat doet zijn Geest, die Hij b
Ioofd heeft. Diezelfde Geest d
Hem deed opstaan, die zelfde Gee
die zijn leven betekende kan ook oi
leven betekenen, zodat we het nl
opgeven in een koude wereld. Het
ons beloofd. Dat wordt nooit terugg
nomen. Wie zich hierdoor, door He
laat meenemen, die wordt niet me
losgelaten. Hij kan ervan opaan. I
dood is overwonnen, de toekomst
aan de warmte en het licht en het
ven door Jezus.
Van een, onzer verslaggevers
WILNIS Prof, Tj. van der Walt van de universiteit van Potche
'stroom hoopt van harte, dat zijn kerk. (de gereformeerde kerk
Zuid-Afrika, de zg. Dopperkerk) de band met de gereformeerde ke:
in Nederland niet verbreekt.
Hij zei ons dit bij zijn terugkeer naar
Zuid-Afrika. Vier maanden was hij in
AMERSFOORT De raad van kerken in Nederland heeft in zijn
april-vergadering zijn gewone agenda aan de kant geschoven en ge
discussieerd over de vragen rondom eikaars kerk-zijn.
Het besluit tot deze discussie was ingegeven door de uitlatingen van
de Rotterdamse bisschop Simonis, die op 2 januari in een IKOR-
interview met de hervormde secretaris-generaal dr. A. H. van den
Heuvel had gezegd, dat hij de r.k. kerk als de echte, ware kerk
aanmerkte en de andere kerken alleen als kerkgemeenschappen.
voerde, kwam als algemene lijn naar
voren dat de aangesloten kerken deze
uitspraak van bisschop Simonis be
paald niet wilden volgen. Men vond dat
een 'juridisch kerkbegrip', waar men
zich niet achter stelde. Het zou de sa
menwerking in de raad zinloos maken.
Volgens dc oud-katholieke aartsbis
schop Kok kan bij de huidige ver
deeldheid geen kerk het alleenrecht
opeisen 'kerk van Christus* te zijn. Ds.
G. van Halsema (gereformeerd) vroeg
zich af, of we een nieuw kerkbegrip
moeten ontwikkelen of kuhnen vol
staan met restauratie en vernieuwing
van de verschillende kerken.
Dr. van den Heuvel pleitte voor samen
werking en erkenning, ook de erken
ning dat men samen als kerken in een
noodsituatie verkeert Ook de rJc. bis
schop Ernst van Breda vond, dat men
niet juridisch over erkenning moet
spreken. Wel brengt iedere kerk tra
dities in, maar niet om deze gebiedend
voor te schrijven.
Prof. dr. H. A. M. Fiolet, secretaris
van de raad, wees erop dat het Vati-
kaanse decreet over de oecumene we
zenlijke openingen geeft voor erken
ning. Voorzitter prof. dr. H. Berkhof
noemde dit gesprek zeer zinvol in het
groeiproces van de Nederlandse oecu
mene.
In de (gereformeerde) Friese Kerkbo
de houdt A. J. Wijnsma een pleidooi
voor meer Friese kerkdiensten:
In de beslotenheid van de kerkeraads-
kamer wil er nog wei eens in het
Fries worden gesproken hetgeen ook
als normaal wordt aanvaard. Maar in
de eredienst blijft het Fries een zeer
ondergeschikte plaats innemen. Dat
ligt natuurlijk voor een deel aan het
feit, dat er betrekkelijk weinig predi
kanten zijn. dje in de Friese taal kun
nen (of willen) preken. Het zou een
reden kunnen zijn om bij het beroe-
pingswerk een beetje meer dan tot nu
toe naar Friese dominees te zoeken.
Daar ligt echter niet de enige oor
zaak. Het is op z'n minst merkwaardig
hoeveel kerkgangers, die in het dage
lijks leven regelmatig Fries spreken,
een Friese kerkdienst niet waarderen-
.Zij zijn kennelijk in hun oordeel
over het Fries nog nooit uitgegroeid
boven de minderwaardige sociale sta
tus, die hun eigen omgangstaal in het
verleden droeg. Soms krijg je de in
druk, dat de doorsnee gereformeerde
Fries denkt, dat God een Hollander
is. De eerbied gebiedt, dat Hij in het
Nederlands wordt aangesproken.
Vreemd eigenlijk.
Levensgevoel
Het moderamen van de gereformeerde
synode had in december een gesprek
met enkele verontrusten. Zonder het
van elkaar te weten haakten dr. J. A.
Hebly in het vrijzinnig-hervormde
Kerk en Wereld en ds. W. C. van den
Brink in het verontrust-gereformeerde
Waarheid en Eenheid beiden in op
dezelfde passage in het verslag van
dit gesprek.
Dr. Hebly:
Het moderamen van de gereformeerde
synode vroeg in het bovengenoemde
gesprek: 'Verstaan de broeders het
moderne levensgevoel voldoende? En
verdisconteren ze voldoende dat de
nieuwe theologie probeert een ant
woord te geven op vragen, die met
dat nieuwe levensgevoel samenhangen
en daaruit voortvloeien?' Ik dacht dat
dit laatste ook altijd het authentieke
bedoelen van de vrijzinnige theologie
is geweest. Gelukkig heeft ook het ge
reformeerd moderamen begrip voor
dit bedoelen, zoals uit hun vraag aan
de eigen verontrusten blijkt. We kun
nen proberen met elkaar tot duide
lijkheid over deze vragen te komen.
Ds. Van den Brink:
Dat begrijpen wij niet zo goed. Reken
maar dat wij het dóórhebben, maar
dat wij er ons tegen willen wapenen,
omdat het ons te steriel (onvrucht
baar) is en omdat wij te progressief
zijn om ons te laten uitrangeren op
het dode spoor, waarop de eeuwen
door de mensen zijn vastgelopen.
Want er was niets nieuws aan de
hand! Het moderne levensgevoel! Dan
wordt er gezegd: zo en zo staat het in
de Bijbel, maar daar kan je tegen
woordig niet meer mee beginnen. Als
of je er ooit in welke tijd ook, wat mee
beginnen kon!
ons land als vertegenwoordiger
zijp kerk, onder meer, op de gerefi
meerde synode.
Op gezag van het Zuidafrikaanse pe
bureau SAPA meldden wij; dat de Dó
perkerk verleden jaar de band met
Nederlandse gereformeerden al hei
verbroken. Prof. Van der Walt zei oi
dat dat niet juist is. Wel was er
de synode vorig jaar een voorstel v
deze aard, maar dat is juist verworpe
De zaak zal opnieuw ter sprake kom
op de synode in januari 1976. Evem
in de Nederduitse gereformeerde ke
en in de gereformeerde kerken
Australië, Nieuw-Zeeland en Nooi
Amerika leven in de Dopperkerk 1
denkingen tegen de theologische o
wikkeling in Nederland en prof. V
der-Walt en ds. G. P. L. van der Lin
waren in Nederland om zich daarov
nader te oriënteren.
Verlangen
De Oldehove in Leeuwarden.
Het moderne levensgevoel! Is dat in
derdaad zo vaag en weinig concreet,
of is het zo, dat wanneer je het gaat
verduidelijken, het ook 'tegelijk dui
delijk wordt, dat dit levensgevoel
haaks staat op het Reformatorisch be
lijden, zoals dat in onze belijdenisge
schriften is geformuleerd en dat je
dan dus In de antithese (tegenstellin
gen) terecht komt? En dat dat nu
precies iets is, dat tegenwoordig on
verkoopbaar frordt geacht'door velen
Ja, zietu, dat moderne levensgevoel!
De redactie van De Kerkvoogdij vroeg
dr. A. H. van den Heuvel naar zijn
ervaringen gedurende zijn eerste "half
jaar als scriba van de hervormde
synode. Dr. Van den Heuvel:
Wat was mijn eerste ervaring? Mis
schien kan ik daarvoor het beste het
woord verlangen gebruiken. Het staat
regelrecht tegenover zulke woorden
als tevredenheid en zelfvoldaanheid.
Daarvan bespeurde en bespeur ik wei
nig in de kerk. Maar er is veel ver
langen. Verlangen naar vernieuwing.
Verlangen naar warm pastoraat, ver
langen naar echte diepe bijbelse pre
diking. Verlangen naar nieuwe vor
men van authentieke vroomheid, ver
langen naar gerechtigheid. Verlangen
naar eenheid, naar relevantie. En ik
ervaar dit sterk als een verlangen
naar God. Naar de scheppende bevrij
dende en eigenmakende kracht van de
God van de Bijbel. Dat was mijn eer
ste ervaring en ik heb die ondergaan
als een weldaad. Ook als iets wat de
hele hervormde kerk aan elkaar
bindt, zelfs als hele groepen dat nog
niet beseffen Mijn tweede erva
ring is, dat het geloofs- en vernieu
wingsverlangen in de kerk gevangen
zit en daarom maar moeilijk tot ui
ting kan komen.
Eenheid
Prof. dr. A. G. Honing in Centraal
Weekblad:
Onlangs ben ik bij dr. Heyst (herv.)
naar de kerk geweest. De week daarna
bij prof. Trimp (vrijgemaakt binnen
het verband) en vanmorgen heb ik
naar de ochtendwijding van mgr.
Zwartkruis "(r.k.) geluisterd. Alle drie
verkondigden Hem, die ook mijn
Heer is. Prachtige preken! Wat zou ik
graag vandaag nog met hen alle drie
het Heilig Avondmaal vieren. Daarna
zouden we dan veel moeten spreken
over belijdenis, kerkorde en tucht:
maar van uit de gevonden onverbre
kelijke eenheid in Christus.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dprdts Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer
Hoofdredactie:
J. Tamminga.
Hoofdkantoor: NZ. Voor
burgwal 280, Postbus
859, A'dam. Telefoon
020-22 03 83. Postgiro:
26 92 74. Bank: Ned.
Midd. Bank (rek.nr.
69 73 60 768). Gem.giro
X 500.
ADVERTENTIE
Voor
oom Hendrik
die uit het
ziekenhuis
komt.
Niemand
woont te ver
om 'n bloemetje
te sturen.
Bel uw
Fleurop-
bloemist.
Fleorop/IatMGora Nedetlad GigaraMuri god
l