POP OP
de plaat
|/leeste kinderen doorstaan hun schooltijd goed
Pro Rege
i 100 jaar
gastvrij
j voor
i! soldaat
Militaire
tehuizen nu geen
verlengde
huiskamers meer
Onbekende
groepen niet
veel zaaks
Weinig
'psychische
kleerscheuren'
(IWKW VRjTËT ZATERDAG 13 APRIL 197-1
BINNENLAND T9/K13
door Willem-Jan Marfin
Naast de schrijfmachine prijkt dit
keer een stapel gefotokopieerde
biografieën. Dat betekent dat de
draaitafel van de popafdeling van
deze bladen voor de onderhavige
aflevering van de rubriek Pop Op
De Plaat bezet wordt gehouden
door een aantal niet of minder
bekende groepen. Afsplitsingel van
gerenommeerde formaties, lieden
die het onder een andere naam
maar weer eens opnieuw
proberen of jongelui die na jaren
knokken in plaatselijke danstenten
met de eindelijk toegestane
langspeler nu dan op een groter
publiek hopen.
In de eerste categorie opereert
GRAHAM CENTRAL STATION
(Warner Bros BS 2763). Graham is
Larry Graham, vroeger bassist bij
het geavanceerde soul genootschap
van Sly Stone. Iets van deze goep
is begrijpelijkerwijs in de firma
Central Station blijven hangen.
Maar over het algemeen hebben
Graham en consorten (vijf man
sterk, onder wie de zich bij het
groepje Hot Chocolate
weggesolliciteerd hebbende
zangeres Patryce Banks, die een
naar haar fragiele postuur gemeten
onevenredig volume blijkt te
produceren) een vrij eigen geluid
weten te ontwikkelen. Opvallend
daarin zijn de krachtige,
swingende ritmiek en het
verzorgde meerstemmige vokale
werk. Individuele hoogstandjes
zijn er nauwelijks bij, elk van de
zes levert vooral zijn bijdrage aan
het groepsgeluid. Een waardevolle
nieuwe impuls voor het enigszins
ingedommelde soulwezen.
Mat
Eveneens in categorie-één figureert
de BUTTS BAND met een
gelijknamige elpee voor het Blue
Thumb-label (BTS-63). Bijna de
helft van de Butts Band bestaat
uit ex-Doors: onderlinge
spanningen waren er de oorzaak
van. dat Robbie Krieger en John
Densmore hun (na het verscheiden
van Jim Morrison) laatste mede-
Door aan de dijk zetten en op zoek
gingen naar een meer
bevredigende muzikale werkkring.
Philip Chen (bas), pianist-organist
Roy Davies en de voormalige
Bronco-voorman Jess Roden
kwamen als beste uit de te Londen
gehouden audities te voorschijn,
een Engelse landstreek leende haar
naam en de Butts Band huurde
studio's af te Londen en Jamaica
om er de eerste elpee op te
nemen.
Over het resultaat kunnen we
echter niet zo verschrikkelijk
verheugd zijn. De heren Butts
houden het op matte tot zeer
matte muziek, waarin alleen''het
op de kokosnoten-entourage van
Jamaica geïnspireerde reggae-
getinte repertoire voor een beetje
opluchting zorgt. De rest stikt zo
van de loodzware pretenties, dat
m ïïïf SM6»8 vooruit komt.
BLACK OAK ARKANSAS is zo'n
groep die er jaren ploeteren voor
over moest hebben, voordat er
enige erkenning van meer dan
plaatselijke omvang gelnkasseerd
kon worden. Jim Dandy was de
redelijk vlotte hit, die Amerika
plat kreeg en de groep
commercieel genoeg maakte voor
mmSHf-J?1*1'The H°s <Ato>
SD-7035). Maar dét valt om den
drommel niet mee. Ondanks dat ze
ruim de gelegenheid hebben gehad
muzikaal te bekwamen,
blijken de groepsleden individueel
slechts tot uiterst matige prestaties
in staat. .De verschillende
gitaristen zitten elkaar
voornamelijk in de weg. één keer
TneTheenr aa5?ige afsPraab (Back
To The Land), maar daarmee is
het dan ook bekeken en moet de
attractie voornamelijk komen van
het gimmick-achtige doorgerookte
geluid van zanger Wayne Evans
h*? ,van een kereI die het op
Ï!kk? voo,ral schiJ'nt te moeten
hebben van allerhande
dubbelzinnigheden
Herrie
Even onpruimbaar is het jongste
produkt van TED NUGENT
THE AMBOY DUKES, een
onverwoestbaar trio, dat kennelijk
tracht een soort onderscheiding
voor de grootste portie door drie
man poduceerbare herie in de
wacht te slepen. Wat gaan die
jongens te keer op de elpee Call
Of The Wild, waarvoor Frank
Zappa zijn Discreet-label ter
beschikking stelde. Nugent heeft
wat dat betreft ook een reputatie
op te houden, de bijgaande
biografie spreekt over 'the world's
greatest feedback guitarist', 'just
the man locked in battle with his
guitar and amplifier* of meer in
de trant van een kermisattractie
'See Ted Nugent disintegrate glass
with a single note from his
guitar.' Dan moet er natuurlijk
ook wat gebeuren en is het bijna
een teleurstelling als (nadat je je
een drie kwartier lang dapper door
alle ongein hebt heengeworsteld)
de glazen in het kastje keurig
overeind staan, zonder ccn enkel
scheurtje.
Tot slot PAINTER, een Canadese
formatie die ontstond uit de aldaar
populaire formatie The 49th
Parallel. De eerste gelijknamige
L ektra-elpee bevat de hitsingle
West Coast Woman, een opgewekt
werkje dat wordt voortgestuwd
door een vett ge ritme-sectie en
een "catchy' lead-gitaar. De elpee
opent ermee, en wekt zodoende
a!lerhande beloften, die
in geen enkel opzicht worden
waargemaakt.
I Het begon meteen wolk
groot als eens mans hand
vroegere tijden, toen er eigenlijk nau
welijks een bakje koffie af kon.
Het ligt niet in de lijn van de
verwachtingen dat Pro Rege het aan
tal militaire tehuizen nog gaat uit
breiden. Ten hoogste in een inciden
teel geval, zoals in Kohne (West-
DuitsQand), waar najaar 1973 nog een
tehuis werd geopend door prins
Claus. Tussen haakjes: welke een be
langrijke taak de militaire tehuizep
ook déir vervullen, blijkt ook hieruit
dat de arts vanaf dat moment op zijn
spreekuur met veel minder narighe
den werd geconfronteerd. In het bui
tenland heeft zo'n tehuis een functie
ten opzichte van de hele Nederlandse
gemeenschap: er zitten ook vele be
roepsmilitairen, al dan niet met hun
gezinnen.
De concurrentie die er in het verle
den was met militaire tehuizen van
andere gezindten, is er niet meer. De
tijd 'dat er in het roomse zuiden
noodzakelijk een PMT (protestants
militair tehuis) moest komen' is voor
bij. Er bestaat nu tussen deze twee
een goede samenwerking. Meer en
meer ging men over tot het weder
zijds verlenen van gastvrijheid. In
enkele gevallen werd reeds tot slui
ting van een PMT overgegaan waar
een KMT (katholiek militair tehuis)
was, en omgekeerd. In de regel ook
om financiële oorzaken. Zoals gezegd,
de militaire tehuizen zijn een miljoe
nenbedrijf geworden, maar om uit te
komen, moet ieder dubbeltje wel wor
den omgekeerd.
De inkomsten komen uit subsidies
van defensie, enkele provincies en een
paar gemeenten, van de contributies
van de tachtigduizend leden en van
een deel van. de opbrengst van de
PIT-oolleote. Percentueel loopt dit
jaarlijks terug. Een laatste, belangrij
ke pijler vormen de verkopen aan het
buffet, waar bijvoorbeeld voor
een hop koffie twee kwartjes, voor
een pilsje 85 cent en voor een uit
smijter een rijksdaalder wordt betaald.
Actie
Pro Rege heeft *'e viering van het
honderdjarig bestaan over een half
jaar uitgesmeerd. Dezer dagen is deze
begonnen met een giften-actie voor de
leden. Op Hemelvaartsdag houden alle
protestantse tehuizen open dag, zowel
in Nederland als in Duitsland. Ieder
die wil, mag dan komen kijken. Een
ledenwerfactie staat eveneens op het
programma. Op 30 oktober wordt het
eeuwfeest besloten met een herden
kingsdienst in de Domkerk te
Utrecht.
Tot alle kerkeraden in Nederland zal
voorts het verzoek uitgaan om op
zondag 27 oktober het werk van Pro
Rege in het gebed te gedenken. Ge
vraagd zal ook worden zo mogelijk
een extra collecte voor dit werk te
houden. In de verschillende garnizoe
nen zullen de tehuisleiders allerlei
attractieve zaken voor de bezoekers
organiseren.
Graag zou Pro Rege in de militaire
tehuizen ook wat meer service willen
verlenen aan de legerpredikanten; op
het ogenblik is de accommodatie daar
voor door elkaar genomen niet ge
schikt Het streven is 850.000 gulden
ter gelegenheid van het eeuwfeest
bijeen te krijgen. Hiervan zal drie
kwart miljoen gulden gebruikt wor
den voor de modernisering en uitbrei
ding van de PMT's in 't Harde, Nun-
speet en Stroe, die alle van 1953
dateren. Dit alles om, zoals in een
jubileumfolder wordt gezegd, nog be
ter te kunnen voldoen aan de op
dracht van Christus, die ook te lezen
is op de muur van een der oudste
tehuizen van Pro Rege: 'Ik was een
vreemdeling en gij hebt Mij geher--
rvArprt
il
i onze onderwijsredactie
N BOSCH 'De meeste kin
oen komen hun schooltijd zon-
al te grote psychische pro-
li men door. Ze zijn natuurlijk
t altijd even gelukkig, maar
te kleerscheuren lopen ze
t op. Dat is anders', zegt dr.
y M. C. van der Geld, 'bij kin-
en die van zichzelf toch al
ider weerbaar zijn. Voor hen
de school een pijnlijke er-
ing zijn, waardoor de al be-
ande moeilijkheden alleen
ar erger worden.'
Van der .Geld* psychotherapeut
agoog van het medisch opvoed-
uiig bureau in Den Bosch, heeft in
i werk dagelijks te maken met
deren met gedragsmoeilijkheden,
t leerproblemen en ai dan niet
gevolg daarvan lichamelijke
ehten (slaapstoornissen, bedplas-
nagelbijten, enzovoorts).
74 medisch opvoedkundige bu-
us (MOB's) geven per jaar hulp
i ongeveer zevenduizend kinderen.
een vorig jaar verschenen proef-
rift heeft dr. Van der Geld uitge-
ht wat de problematiek van die
deren is en hoe je hen het beste
kunnen helpen. Zijn conclusie is
het in de M.O.B.'s vooral om
roedkundige hulp gaat, zowel aan
kinderen als aan hun opvoeders
iders, verzorgers, onderwijzers,
Het 'centrum voor dc opvoc-
gshulp' dat hij voorstaat zou niet
fen hulp moeten bieden als de
blemen de pan uit rijzen, maar
preventief, door advisering aan
'oeders en jongeren ter voorko-
ig van problemen,
n centrum (dat dag en nacht geo-
'd zou moeten zijn) zou uiteraard
nauw moeten samenwerken met ande
re hulpverleners en instanties (voorzo
ver ze al niet in het M.O.B. verenigd
zijn): psychologen, psychiaters, maat
schappelijk werk, schoolartsen, schooi
en beroepskeuzebureaus, schooladvies
diensten, en wie zich verder ook maar
met hulp aan jeugdigen bezig houdt.
In deze visie van dr. Van der Geld
speelt ook de school als opvoedkundig
instituut een belangrijke rol. Daarom
hebben we hem gevraagd naar de
invloed van de school op een kind.
Wanneer er bij kinderen of volwasse
nen psychische moeilijkheden ont
staan wordt vooral gekeken naar de
relatie met de oude's in de vroegste
kinderjaren. Maar wat is eigenlijk de
invloed (ten goede of ten kwade) van
de school? Per slot van rekening
brengt het bind vanaf zijn vierde daar
het grootste deel van zijn tijd door.
De school is voor het kind de eerste
kennismaking met de 'grote' wereld.
Dr. Van der Geld: 'Hoe belangrijk de
school is blijkt al uit de titel van een
van de boeken van prof. dr. M. J.
Langeveld 'Scholen maken mensen'.
Langeveld ziet de school in de eerste
plaats als een opvoedkundige gemeen
schap Hoe gek het ook *linkt,
het leren staat op de tweede plaats.
Allereerst gaat het er om het kind te
begeleiden naar zelfstandigheid. En
dat kan alleen, volgens Langeveld,
wanneer elk lid van die schoolge
meenschap kan rekenen op erkenning
en beveiliging, en het gevoel heeft
dat het iets kan wagen en iets van
zichzelf kan geven zonder meteen be
lachelijk gemaakt te worden'.
BIJNA ONMOGELIJK
Als je nu bekijkt hoe wij vierjarige
kinderen naar school sturen wat blijft
er dan van die mooie filosofie over?
Van der Geld: 'Een kind van vier
leeft nog helemaal gevoelsmatig. De
schoolwereld moet daaraan tegemoet
komen, zonder zich helemaal aan te
passen aan de wereld van het kind.
Het is duidelijk dat de kleuterleidster
voor een bijna onmogelijke taak
wordt geplaatst in een klas met soms
meer dan vijfendertig kinderen'.
'Van de kleuterleidster wordt immers
verwacht dat ze elk kind persoonlijk
benadert Ze moet elk kind met zijn
eigen achtergrond kennen, maar hoe
kan dat als je zoveel kinderen tegelijk
krijgt? Je kunt zeggen dat de klassen
nu toch kleiner worden, in augustus
wordt de klassedeler voor de kleuter
school 33, maar dan nog: waarom
laten we dit voortbestaan?'
De problemen waarvoor de kleuterleid
ster staat, zijn in menig opzicht groter
dan die van de onderwijzer(es) op de
basisschool. 'Op de kleuterschool zit
ten alle kinderen nog bij elkaar: kin
deren d'ie later naar een gewone
school gaan, maar ook kinderen die
later naar een l.o.m.-school, een
school voor moeilijk opvoedbare kin
deren. Daar komt bij dat zo'n leidster
te maken krijgt met kinderen uit heel
u Heenlopend e op vo ed ingssi tuaties.
Vroeger was dat makkelijker: er be
stond nog een algemeen beeld hoe je
kinderen op moest voeden. Tegen
woordig verschilt dat veel meer: het
kind dat thuis anti-autoritair en het
kind dat autoritair is opgevoed komen
in één en dezelfde klas'.
Heeft de leerkracht voldoende
zelfkennis?
Welke conclusies moet je daaruit
trekken? Dat zo'n kind van vier er
dus wel onderdoor móet gaan? 'Dat
zeker niet', zegt dr. Van der Geld.
'Want je ziet dat de meeste kinderen
toch gauw wennen aan het schoolle
ven. Alleen, kinderen die niet zo
weerbaar zijn kunnen makkelijk de
dupe worden van zo'n systeem'.
Een van de conclusies van Van der
Geld is daarom dat de toelatingsleef
tijd voor kleuterscholen niet omlaag
moet. Kinderen van vier jaar zijn al
nauwelijks aan zo'n grote groep toe.
We weten dat de - ciale vorming van
een kind heel geleidelijk gaat. Ze
kunnen wel eerder in kleine groepjes
van peuterspeelzalen en crèches te
recht waar ze nog veel persoonlijke
aandacht krijgen. Maar een grote
kleuterklas, dat is teveel.
Een andere suggestie is dat de kleu
terleidster vóórdat een kind op school
komt op huisbezoek gaat Het is niet
verstandig op één dag een hele groep
kinderen tegelijk toe te laten. Wan
neer er na de grote vakantie veel
nieuwe vierjarigen zijn kun je het
beter met tussenpozen opvangen.
BETER TRAINEN
Het belangrijkste vindt dr. Van der
Geld echter dat de leerkracht (en dat
geldt niet alleen voor de kleuterleid
ster) zelf beter getraind wordt. Toe
komstige kleuterleidsters, onderwij
zers en leraren krijgen natuurlijk al
heel wat te verstouwen in hun oplei
ding. Maar nog veel te weinig wordt
er gedaan aan zelf-analyse. En dat is
toch een absolute voorwaarde als je
kinderen wilt opvoeden.
'Stel je voor', zegt Van der Geld, 'een
leerkracht die zelf wat dwangmatig is.
Die zelf teveel de rituatie in de hand
wil houden. Die er niet tegen kan dat
het wat rommelig in dc klas is of dat
een bepaald kind zich wat afwijkend
gedraagt. Wat betekent dat voor de
kinderen in die klas? Als je daar iets
aan wilt doen, is een eerste vereiste
dat de leerkracht meer zelfkennis
heeft'.
Naarmate kinderen ouder worden ra
ken ze meer gewend aan de grote
wereld van de school. Maar er zijn
weer nieuwe bedreigingen: cijfers
toetsen, examens, zitten blijven, van
school af moeten. Ook de sfeer in de
klas en op het schoolplein kan voor
zwakke kinderen bedreigend zijn. 'Dat
valt me enorm op', zegt dr Van der
Geld. 'Het is de leeftijd zonder mede
lijden. Ineens komt het er dan uit: ik
sta altijd alleen op het sohoolplein.
Of: ze noemen mij altijd dikke, sche
le, rooie.'
BOTSING
Voor de nog oudere kinderen doen
zich weer nieuwe problemen voor. Uit
een onderzoek \an drie jaar geleden
bleek dat dertig procent van de leer
lingen in het middelbaar onderwijs
klaagden over concentratiestoornissen.
Een op de vijf had last van gebrek
aan slaap, een op de zeven last van
hoofdpijn.
De rector van het stedelijk gymnasi
um in Haarlem, R. van Amerongen,
heeft daarover laatst uitvoerig in Vrij
Nederland geschreven. Zijn conclusie
is dat de school vaak botst met de
persoonlijke problemen van de leer
ling. En die problemen lijken steeds
groter: kinderen zijn eerder 'volwas
sen', ze leven meer hun eigen leven,
hebben eigen opinies, andere vrien
den dan die van thuis, eisen sex, een
eigen ontsnappingswereld. En dan
constateert Van Amerongen dat die
problematische leerling in geen enkel
bestaand schoolsysteem werkelijk
goed wordt opgevangen.
Het verhaal van Van der Geld, met de
aanvulling voor het voortgezet onder
wijs van Van Amerongen kan mis
schien aanleiding zijn bij alle gehar
rewar over betere schoolsystemen en
nieuwe structuren ook eens wat meer
aandacht te besteden aan die groep
kinderen die ook in verbeterde syste
men onvoldoende opvoedkundige hulp
en begeleiding vinden. Want. zegt
Van der Geld, als je een betere we
reld wilt, waarin mensen zich minder
ongelukkig voelen, moet je op school
beginnen.
Musiceren in een Protestants Militair Tehuis.
door Jac. Lelsz
Mengde huiskamers met een vader en moeder, een harmonium
de tabakspot op tafel.' Zo noemt mr. J. den Boer, directeur van
Reveil, dat tot zoveel goede din-
de stoot gaf op het terrein van
inwendige zending, school en
,j, tschappelijk leven, heeft ook geïn-
1 eerd tot het werk van de protes-
q se militaire tehuizen. En eveneens
%en bundeling van de krachten op
ebied. Op 28 oktober 1874 kwam
aantal mannen bijeen om te
toten de reeds bestaande militaire
oigiiïgen in één organisatie bijeen
rengen. Dat werd de Nederlandse
taire Bond, die zich ten doel stel
de behartiging van de godsddensti-
zedelijke en maatschappelijke be
en van de militairen,
notulen van de oprichtingsverga-
ng, gehouden in het Gebouw voor
isten en Wetenschappen te
echt, zijn bewaard gebleven. Het
tidiium van de bijeenkomst berust-
bij de kapitein der artillerie, de
I jre generaal H. W. van Marle. Een
ele passage uit zijn openings-
ird, zoals dat door de secretaris
tó opgetekend: 'Hij verbloemt de
jplijkheden niet om met zulk een
tJdvol volks groote dingen te doen.
Ir heeft daarom het oog gevestigd
[den getrouwen God, dezelfde die
•J tijde van Elia, de wolk groot als
Is mans hand deed aangroein, alzoo
Jer stroomen waters nederdaalden'.
Miljoenenbedrijf
l werk, in alle eenvoud begonnen,
kkte inderdaad een enorme ontwik-
Ing door. Zo zelfs, dat er nu 47
protestantse militaire tehuizen zijn,
waarvan zeven in Duitsland. Het is*
een zakelijk geleid bedrijf geworden
met een miljoenenomzet. Vorig jaar
werden er 1.3 miljoen bezoekers ge
teld.
De in 1874 opgerichte Nederlandse
Militaire Bond, die in de loop der
jaren het ene na het andere tehuis
oprichtte, fuseerde in 1947 met de in
1918 tot stand gekomen Nationale
Vereniging Pro Rege, die zich met
name bezig hield met lectuurversprei-
ding onder de militairen en ijverde
voor het houden van dagsluitingen in
dè kazernes. De naam van de gefu
seerde instelling werd Nederlandse
Militaire Bond Pro Rege; deze ver
wierf in 1954 het predikaat 'koninklij
ke'.
Als grondslag heeft Pro Rege 'de
Heilige Schrift als Gods Woord, van,
welk Woord Jezus Christus, Gods
Zoon, die overgeleverd is om onze
zonden en opgewekt om onze recht-
vaardigmaking, het middelpunt ds'. En
het doel wordt als volgt omschreven:
'Op grond van de overtuiging dat de
Christen ook als militair Jezus Chris
tus, de Koning der koningen, behoort
te dienen, stelt de bond zich ten doel
de verspreiding der christelijke begin
selen in de krijgsmacht van het ko
ninkrijk en de samenbinding van alle
militairen en burgers, die daaraan
wensen mee te werken'.
Toen in 1924 het vijftigjarig bestaan
werd gevierd, kwam er een gedenk
boek uit. Daarin lezen we onder meer
dat de officieren in het maatschappe
lijke leven een min of meer op zich
zelf staande kaste vormden, die zich
boven dc burgerij verheven voelde.
Ook de minderen vormden een kaste,
maar dan één 'van paria's, waarmee
een fatsoenlijk burger zich zo weinig
mogelijk inliet en waarmede hij niet
te maken wilde hebben; voor een niet
onaanzienlijk deel waren het vrijwilli
gers, waaronder velen, die zich geen
plaats in de burgermaatschappij kon
den verzekeren, zwakkelingen soms,
deugnieten vaak, die ontucht en dron
kenschap als hoge genietingen be
schouwden'.
Daarbij kwam nog, afgezien van de
verderfelijke werking van het samen
wonen van een groot aantal mannen
alleen zonder den van God gewilden,
tegen verruwing beschermenden in
vloed van de vrouw', dat de soldaten
veel vrije tijd hadden, dat de geringe
soldij gepast amusement wiet toeliet,
dat de meeste kazernes uiterst sober
waren en dat de kantines, die er al
waren, alle gezelligheid masten. Geen
wonder, aldus het gedenkboek, dat de
soldaat zijn vertier zocht op plaatsen
der verleiding en dat menigeen ten
onder ging. Die plaatsen der verlei
ding waren kroegen en bordelen. In
nette logementen, zoals dat toen heet
te, werd hij dikwijls geweerd.
Eerste president van de Nederland-
sche Militaire Bond werd generaal-
majoor jhr. Wilhelm von Wrangel auf
Lindenberg, lid van het Hoog Militair
Gerechtshof te Utrecht. Dat twee ho
ge officieren zich voor deze zaak gin
gen inzetten, Van Marle en Von
Wrangel, was nogal opmerkelijk. In
het algemeen bekommerden zich de
hoger geplaatsten in het leger niet
bijster om het lot van de soldaat. En
dat gold ook voor het gourvernement.
In de oprichtingsvergadering van de
bond wees een van de afgevaardigden
'op de noodzakelijkheid dat alom de
christelijke gemeente hare moederlij
ke armen uitspreide, nu het gouverne
ment zijne vaderlijke zorg-voor het
geestelijk heil zijner soldaten zoo ge
heel terughoudt'.
Zegen
In de honderd jaar die voorbij zijn
gegaan is Pro Rege honderdduizenden
dragers van 's konings wapenrok (de
rok van de koningiim, hoorden we een
kazernecommandant bij een of andere
plechtigheid eens in het vuur van zijn
rede zeggen) tem zegen geweest. Er is
wel het een en ander veranderd. Ook
in en rond het leger. Het accent
kwam te liggen op de dienstplicht, dc
haren worden langer, er ontstond een
WDM, volgens sommigen dreigt het
gezag uit te hollen. In de militaire
tehuizen gaat het ook niet meer als
vroeger, zelfs niet als twintig, dertig
jaar geleden. De functies, die ze heb
ben, zijn wat verschoven. Wat blééf,
dat is het grondprincipe van de gast
vrijheid.
Directeur Den Boer (die hier citeer:
uit ds. R. G. H. Boiten's boek 'City-
pastorie Oudezijds 100'): 'Gastvrijheid
betekent dat je graag het beste, wat
je hebt, deelt met de ander. Wat is
het beste, dat wij bezitten? Dat is ons
geloof. Maar als dat de ander niet
sméékt, dan moet je het hem, precies
als met een maaltijd, niet opdringen.
Hij blijft intussen wel welkom'.
'Vroeger moest het christelijke van
onze tehuizen uitkomen in de dagslui
ting. Dan ging ineens alles uit, radio,
televisie enz. Nu is het in veel plaat
sen zo, dat daarvoor iets anders in de
plaats gekomen is. Een bijbellezing,
een overdenking, of hoe je het 119e-
men wilt. Dat gebeurt dan veelal in
een nevenzaaltje; wie er niet aan wil
meedoen, kan rustic doorgaan met
biljarten. Vaak komt het zo tot heel
goede gesprekken. Het gebeurt ook
wel dat, als de tehuisleider een keer
niet kan, een soldaat het van hem
overneemt'.
De heer Den Boer wijst er op dat de
tehuizen van Pro Rege er niet typisch
zijn voor protestantse jongens. Het
zijn christelijke tehuizen voor militai
ren, dat proberen ze althans te zijn.
Ook de vrouw-naast-de-tehuisleider is
erg belangrijk. Zij kan er in belang
rijke mate toe bijdragen dat er een
gezellige sfeer heerst, zodat de solda
ten er graag terugkomen. Op die
manier is het beste te voorkomen, dat
ze naar obscure gelegenheden gaan.
En daarvoor zijn ze tegenwoordig fi-
nanpieel nog beter in staat dan in
i Rege, overigens met onverholen bewondering voor wat vorige
lachten deden, de militaire tehuizen uit het verleden. En hoe zou
ze in 1974, nu de Koninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro
;e zijn eeuwfeest viert, dan wel willen zien? 'Meer als ontmoe-
jscentra met mogelijkheden tot verantwoorde ontspanning, stu-
gelegenheid, discussies enz., maarmet volledige handhaving
de oude doelsellingen.'
De rol van de vrouw van de tehuisleider moet niet onderschat worden.