POP OP de plaat |/leeste kinderen doorstaan hun schooltijd goed Pro Rege i 100 jaar gastvrij j voor i! soldaat Militaire tehuizen nu geen verlengde huiskamers meer Onbekende groepen niet veel zaaks Weinig 'psychische kleerscheuren' (IWKW VRjTËT ZATERDAG 13 APRIL 197-1 BINNENLAND T9/K13 door Willem-Jan Marfin Naast de schrijfmachine prijkt dit keer een stapel gefotokopieerde biografieën. Dat betekent dat de draaitafel van de popafdeling van deze bladen voor de onderhavige aflevering van de rubriek Pop Op De Plaat bezet wordt gehouden door een aantal niet of minder bekende groepen. Afsplitsingel van gerenommeerde formaties, lieden die het onder een andere naam maar weer eens opnieuw proberen of jongelui die na jaren knokken in plaatselijke danstenten met de eindelijk toegestane langspeler nu dan op een groter publiek hopen. In de eerste categorie opereert GRAHAM CENTRAL STATION (Warner Bros BS 2763). Graham is Larry Graham, vroeger bassist bij het geavanceerde soul genootschap van Sly Stone. Iets van deze goep is begrijpelijkerwijs in de firma Central Station blijven hangen. Maar over het algemeen hebben Graham en consorten (vijf man sterk, onder wie de zich bij het groepje Hot Chocolate weggesolliciteerd hebbende zangeres Patryce Banks, die een naar haar fragiele postuur gemeten onevenredig volume blijkt te produceren) een vrij eigen geluid weten te ontwikkelen. Opvallend daarin zijn de krachtige, swingende ritmiek en het verzorgde meerstemmige vokale werk. Individuele hoogstandjes zijn er nauwelijks bij, elk van de zes levert vooral zijn bijdrage aan het groepsgeluid. Een waardevolle nieuwe impuls voor het enigszins ingedommelde soulwezen. Mat Eveneens in categorie-één figureert de BUTTS BAND met een gelijknamige elpee voor het Blue Thumb-label (BTS-63). Bijna de helft van de Butts Band bestaat uit ex-Doors: onderlinge spanningen waren er de oorzaak van. dat Robbie Krieger en John Densmore hun (na het verscheiden van Jim Morrison) laatste mede- Door aan de dijk zetten en op zoek gingen naar een meer bevredigende muzikale werkkring. Philip Chen (bas), pianist-organist Roy Davies en de voormalige Bronco-voorman Jess Roden kwamen als beste uit de te Londen gehouden audities te voorschijn, een Engelse landstreek leende haar naam en de Butts Band huurde studio's af te Londen en Jamaica om er de eerste elpee op te nemen. Over het resultaat kunnen we echter niet zo verschrikkelijk verheugd zijn. De heren Butts houden het op matte tot zeer matte muziek, waarin alleen''het op de kokosnoten-entourage van Jamaica geïnspireerde reggae- getinte repertoire voor een beetje opluchting zorgt. De rest stikt zo van de loodzware pretenties, dat m ïïïf SM6»8 vooruit komt. BLACK OAK ARKANSAS is zo'n groep die er jaren ploeteren voor over moest hebben, voordat er enige erkenning van meer dan plaatselijke omvang gelnkasseerd kon worden. Jim Dandy was de redelijk vlotte hit, die Amerika plat kreeg en de groep commercieel genoeg maakte voor mmSHf-J?1*1'The H°s <Ato> SD-7035). Maar dét valt om den drommel niet mee. Ondanks dat ze ruim de gelegenheid hebben gehad muzikaal te bekwamen, blijken de groepsleden individueel slechts tot uiterst matige prestaties in staat. .De verschillende gitaristen zitten elkaar voornamelijk in de weg. één keer TneTheenr aa5?ige afsPraab (Back To The Land), maar daarmee is het dan ook bekeken en moet de attractie voornamelijk komen van het gimmick-achtige doorgerookte geluid van zanger Wayne Evans h*? ,van een kereI die het op Ï!kk? voo,ral schiJ'nt te moeten hebben van allerhande dubbelzinnigheden Herrie Even onpruimbaar is het jongste produkt van TED NUGENT THE AMBOY DUKES, een onverwoestbaar trio, dat kennelijk tracht een soort onderscheiding voor de grootste portie door drie man poduceerbare herie in de wacht te slepen. Wat gaan die jongens te keer op de elpee Call Of The Wild, waarvoor Frank Zappa zijn Discreet-label ter beschikking stelde. Nugent heeft wat dat betreft ook een reputatie op te houden, de bijgaande biografie spreekt over 'the world's greatest feedback guitarist', 'just the man locked in battle with his guitar and amplifier* of meer in de trant van een kermisattractie 'See Ted Nugent disintegrate glass with a single note from his guitar.' Dan moet er natuurlijk ook wat gebeuren en is het bijna een teleurstelling als (nadat je je een drie kwartier lang dapper door alle ongein hebt heengeworsteld) de glazen in het kastje keurig overeind staan, zonder ccn enkel scheurtje. Tot slot PAINTER, een Canadese formatie die ontstond uit de aldaar populaire formatie The 49th Parallel. De eerste gelijknamige L ektra-elpee bevat de hitsingle West Coast Woman, een opgewekt werkje dat wordt voortgestuwd door een vett ge ritme-sectie en een "catchy' lead-gitaar. De elpee opent ermee, en wekt zodoende a!lerhande beloften, die in geen enkel opzicht worden waargemaakt. I Het begon meteen wolk groot als eens mans hand vroegere tijden, toen er eigenlijk nau welijks een bakje koffie af kon. Het ligt niet in de lijn van de verwachtingen dat Pro Rege het aan tal militaire tehuizen nog gaat uit breiden. Ten hoogste in een inciden teel geval, zoals in Kohne (West- DuitsQand), waar najaar 1973 nog een tehuis werd geopend door prins Claus. Tussen haakjes: welke een be langrijke taak de militaire tehuizep ook déir vervullen, blijkt ook hieruit dat de arts vanaf dat moment op zijn spreekuur met veel minder narighe den werd geconfronteerd. In het bui tenland heeft zo'n tehuis een functie ten opzichte van de hele Nederlandse gemeenschap: er zitten ook vele be roepsmilitairen, al dan niet met hun gezinnen. De concurrentie die er in het verle den was met militaire tehuizen van andere gezindten, is er niet meer. De tijd 'dat er in het roomse zuiden noodzakelijk een PMT (protestants militair tehuis) moest komen' is voor bij. Er bestaat nu tussen deze twee een goede samenwerking. Meer en meer ging men over tot het weder zijds verlenen van gastvrijheid. In enkele gevallen werd reeds tot slui ting van een PMT overgegaan waar een KMT (katholiek militair tehuis) was, en omgekeerd. In de regel ook om financiële oorzaken. Zoals gezegd, de militaire tehuizen zijn een miljoe nenbedrijf geworden, maar om uit te komen, moet ieder dubbeltje wel wor den omgekeerd. De inkomsten komen uit subsidies van defensie, enkele provincies en een paar gemeenten, van de contributies van de tachtigduizend leden en van een deel van. de opbrengst van de PIT-oolleote. Percentueel loopt dit jaarlijks terug. Een laatste, belangrij ke pijler vormen de verkopen aan het buffet, waar bijvoorbeeld voor een hop koffie twee kwartjes, voor een pilsje 85 cent en voor een uit smijter een rijksdaalder wordt betaald. Actie Pro Rege heeft *'e viering van het honderdjarig bestaan over een half jaar uitgesmeerd. Dezer dagen is deze begonnen met een giften-actie voor de leden. Op Hemelvaartsdag houden alle protestantse tehuizen open dag, zowel in Nederland als in Duitsland. Ieder die wil, mag dan komen kijken. Een ledenwerfactie staat eveneens op het programma. Op 30 oktober wordt het eeuwfeest besloten met een herden kingsdienst in de Domkerk te Utrecht. Tot alle kerkeraden in Nederland zal voorts het verzoek uitgaan om op zondag 27 oktober het werk van Pro Rege in het gebed te gedenken. Ge vraagd zal ook worden zo mogelijk een extra collecte voor dit werk te houden. In de verschillende garnizoe nen zullen de tehuisleiders allerlei attractieve zaken voor de bezoekers organiseren. Graag zou Pro Rege in de militaire tehuizen ook wat meer service willen verlenen aan de legerpredikanten; op het ogenblik is de accommodatie daar voor door elkaar genomen niet ge schikt Het streven is 850.000 gulden ter gelegenheid van het eeuwfeest bijeen te krijgen. Hiervan zal drie kwart miljoen gulden gebruikt wor den voor de modernisering en uitbrei ding van de PMT's in 't Harde, Nun- speet en Stroe, die alle van 1953 dateren. Dit alles om, zoals in een jubileumfolder wordt gezegd, nog be ter te kunnen voldoen aan de op dracht van Christus, die ook te lezen is op de muur van een der oudste tehuizen van Pro Rege: 'Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij geher-- rvArprt il i onze onderwijsredactie N BOSCH 'De meeste kin oen komen hun schooltijd zon- al te grote psychische pro- li men door. Ze zijn natuurlijk t altijd even gelukkig, maar te kleerscheuren lopen ze t op. Dat is anders', zegt dr. y M. C. van der Geld, 'bij kin- en die van zichzelf toch al ider weerbaar zijn. Voor hen de school een pijnlijke er- ing zijn, waardoor de al be- ande moeilijkheden alleen ar erger worden.' Van der .Geld* psychotherapeut agoog van het medisch opvoed- uiig bureau in Den Bosch, heeft in i werk dagelijks te maken met deren met gedragsmoeilijkheden, t leerproblemen en ai dan niet gevolg daarvan lichamelijke ehten (slaapstoornissen, bedplas- nagelbijten, enzovoorts). 74 medisch opvoedkundige bu- us (MOB's) geven per jaar hulp i ongeveer zevenduizend kinderen. een vorig jaar verschenen proef- rift heeft dr. Van der Geld uitge- ht wat de problematiek van die deren is en hoe je hen het beste kunnen helpen. Zijn conclusie is het in de M.O.B.'s vooral om roedkundige hulp gaat, zowel aan kinderen als aan hun opvoeders iders, verzorgers, onderwijzers, Het 'centrum voor dc opvoc- gshulp' dat hij voorstaat zou niet fen hulp moeten bieden als de blemen de pan uit rijzen, maar preventief, door advisering aan 'oeders en jongeren ter voorko- ig van problemen, n centrum (dat dag en nacht geo- 'd zou moeten zijn) zou uiteraard nauw moeten samenwerken met ande re hulpverleners en instanties (voorzo ver ze al niet in het M.O.B. verenigd zijn): psychologen, psychiaters, maat schappelijk werk, schoolartsen, schooi en beroepskeuzebureaus, schooladvies diensten, en wie zich verder ook maar met hulp aan jeugdigen bezig houdt. In deze visie van dr. Van der Geld speelt ook de school als opvoedkundig instituut een belangrijke rol. Daarom hebben we hem gevraagd naar de invloed van de school op een kind. Wanneer er bij kinderen of volwasse nen psychische moeilijkheden ont staan wordt vooral gekeken naar de relatie met de oude's in de vroegste kinderjaren. Maar wat is eigenlijk de invloed (ten goede of ten kwade) van de school? Per slot van rekening brengt het bind vanaf zijn vierde daar het grootste deel van zijn tijd door. De school is voor het kind de eerste kennismaking met de 'grote' wereld. Dr. Van der Geld: 'Hoe belangrijk de school is blijkt al uit de titel van een van de boeken van prof. dr. M. J. Langeveld 'Scholen maken mensen'. Langeveld ziet de school in de eerste plaats als een opvoedkundige gemeen schap Hoe gek het ook *linkt, het leren staat op de tweede plaats. Allereerst gaat het er om het kind te begeleiden naar zelfstandigheid. En dat kan alleen, volgens Langeveld, wanneer elk lid van die schoolge meenschap kan rekenen op erkenning en beveiliging, en het gevoel heeft dat het iets kan wagen en iets van zichzelf kan geven zonder meteen be lachelijk gemaakt te worden'. BIJNA ONMOGELIJK Als je nu bekijkt hoe wij vierjarige kinderen naar school sturen wat blijft er dan van die mooie filosofie over? Van der Geld: 'Een kind van vier leeft nog helemaal gevoelsmatig. De schoolwereld moet daaraan tegemoet komen, zonder zich helemaal aan te passen aan de wereld van het kind. Het is duidelijk dat de kleuterleidster voor een bijna onmogelijke taak wordt geplaatst in een klas met soms meer dan vijfendertig kinderen'. 'Van de kleuterleidster wordt immers verwacht dat ze elk kind persoonlijk benadert Ze moet elk kind met zijn eigen achtergrond kennen, maar hoe kan dat als je zoveel kinderen tegelijk krijgt? Je kunt zeggen dat de klassen nu toch kleiner worden, in augustus wordt de klassedeler voor de kleuter school 33, maar dan nog: waarom laten we dit voortbestaan?' De problemen waarvoor de kleuterleid ster staat, zijn in menig opzicht groter dan die van de onderwijzer(es) op de basisschool. 'Op de kleuterschool zit ten alle kinderen nog bij elkaar: kin deren d'ie later naar een gewone school gaan, maar ook kinderen die later naar een l.o.m.-school, een school voor moeilijk opvoedbare kin deren. Daar komt bij dat zo'n leidster te maken krijgt met kinderen uit heel u Heenlopend e op vo ed ingssi tuaties. Vroeger was dat makkelijker: er be stond nog een algemeen beeld hoe je kinderen op moest voeden. Tegen woordig verschilt dat veel meer: het kind dat thuis anti-autoritair en het kind dat autoritair is opgevoed komen in één en dezelfde klas'. Heeft de leerkracht voldoende zelfkennis? Welke conclusies moet je daaruit trekken? Dat zo'n kind van vier er dus wel onderdoor móet gaan? 'Dat zeker niet', zegt dr. Van der Geld. 'Want je ziet dat de meeste kinderen toch gauw wennen aan het schoolle ven. Alleen, kinderen die niet zo weerbaar zijn kunnen makkelijk de dupe worden van zo'n systeem'. Een van de conclusies van Van der Geld is daarom dat de toelatingsleef tijd voor kleuterscholen niet omlaag moet. Kinderen van vier jaar zijn al nauwelijks aan zo'n grote groep toe. We weten dat de - ciale vorming van een kind heel geleidelijk gaat. Ze kunnen wel eerder in kleine groepjes van peuterspeelzalen en crèches te recht waar ze nog veel persoonlijke aandacht krijgen. Maar een grote kleuterklas, dat is teveel. Een andere suggestie is dat de kleu terleidster vóórdat een kind op school komt op huisbezoek gaat Het is niet verstandig op één dag een hele groep kinderen tegelijk toe te laten. Wan neer er na de grote vakantie veel nieuwe vierjarigen zijn kun je het beter met tussenpozen opvangen. BETER TRAINEN Het belangrijkste vindt dr. Van der Geld echter dat de leerkracht (en dat geldt niet alleen voor de kleuterleid ster) zelf beter getraind wordt. Toe komstige kleuterleidsters, onderwij zers en leraren krijgen natuurlijk al heel wat te verstouwen in hun oplei ding. Maar nog veel te weinig wordt er gedaan aan zelf-analyse. En dat is toch een absolute voorwaarde als je kinderen wilt opvoeden. 'Stel je voor', zegt Van der Geld, 'een leerkracht die zelf wat dwangmatig is. Die zelf teveel de rituatie in de hand wil houden. Die er niet tegen kan dat het wat rommelig in dc klas is of dat een bepaald kind zich wat afwijkend gedraagt. Wat betekent dat voor de kinderen in die klas? Als je daar iets aan wilt doen, is een eerste vereiste dat de leerkracht meer zelfkennis heeft'. Naarmate kinderen ouder worden ra ken ze meer gewend aan de grote wereld van de school. Maar er zijn weer nieuwe bedreigingen: cijfers toetsen, examens, zitten blijven, van school af moeten. Ook de sfeer in de klas en op het schoolplein kan voor zwakke kinderen bedreigend zijn. 'Dat valt me enorm op', zegt dr Van der Geld. 'Het is de leeftijd zonder mede lijden. Ineens komt het er dan uit: ik sta altijd alleen op het sohoolplein. Of: ze noemen mij altijd dikke, sche le, rooie.' BOTSING Voor de nog oudere kinderen doen zich weer nieuwe problemen voor. Uit een onderzoek \an drie jaar geleden bleek dat dertig procent van de leer lingen in het middelbaar onderwijs klaagden over concentratiestoornissen. Een op de vijf had last van gebrek aan slaap, een op de zeven last van hoofdpijn. De rector van het stedelijk gymnasi um in Haarlem, R. van Amerongen, heeft daarover laatst uitvoerig in Vrij Nederland geschreven. Zijn conclusie is dat de school vaak botst met de persoonlijke problemen van de leer ling. En die problemen lijken steeds groter: kinderen zijn eerder 'volwas sen', ze leven meer hun eigen leven, hebben eigen opinies, andere vrien den dan die van thuis, eisen sex, een eigen ontsnappingswereld. En dan constateert Van Amerongen dat die problematische leerling in geen enkel bestaand schoolsysteem werkelijk goed wordt opgevangen. Het verhaal van Van der Geld, met de aanvulling voor het voortgezet onder wijs van Van Amerongen kan mis schien aanleiding zijn bij alle gehar rewar over betere schoolsystemen en nieuwe structuren ook eens wat meer aandacht te besteden aan die groep kinderen die ook in verbeterde syste men onvoldoende opvoedkundige hulp en begeleiding vinden. Want. zegt Van der Geld, als je een betere we reld wilt, waarin mensen zich minder ongelukkig voelen, moet je op school beginnen. Musiceren in een Protestants Militair Tehuis. door Jac. Lelsz Mengde huiskamers met een vader en moeder, een harmonium de tabakspot op tafel.' Zo noemt mr. J. den Boer, directeur van Reveil, dat tot zoveel goede din- de stoot gaf op het terrein van inwendige zending, school en ,j, tschappelijk leven, heeft ook geïn- 1 eerd tot het werk van de protes- q se militaire tehuizen. En eveneens %en bundeling van de krachten op ebied. Op 28 oktober 1874 kwam aantal mannen bijeen om te toten de reeds bestaande militaire oigiiïgen in één organisatie bijeen rengen. Dat werd de Nederlandse taire Bond, die zich ten doel stel de behartiging van de godsddensti- zedelijke en maatschappelijke be en van de militairen, notulen van de oprichtingsverga- ng, gehouden in het Gebouw voor isten en Wetenschappen te echt, zijn bewaard gebleven. Het tidiium van de bijeenkomst berust- bij de kapitein der artillerie, de I jre generaal H. W. van Marle. Een ele passage uit zijn openings- ird, zoals dat door de secretaris tó opgetekend: 'Hij verbloemt de jplijkheden niet om met zulk een tJdvol volks groote dingen te doen. Ir heeft daarom het oog gevestigd [den getrouwen God, dezelfde die •J tijde van Elia, de wolk groot als Is mans hand deed aangroein, alzoo Jer stroomen waters nederdaalden'. Miljoenenbedrijf l werk, in alle eenvoud begonnen, kkte inderdaad een enorme ontwik- Ing door. Zo zelfs, dat er nu 47 protestantse militaire tehuizen zijn, waarvan zeven in Duitsland. Het is* een zakelijk geleid bedrijf geworden met een miljoenenomzet. Vorig jaar werden er 1.3 miljoen bezoekers ge teld. De in 1874 opgerichte Nederlandse Militaire Bond, die in de loop der jaren het ene na het andere tehuis oprichtte, fuseerde in 1947 met de in 1918 tot stand gekomen Nationale Vereniging Pro Rege, die zich met name bezig hield met lectuurversprei- ding onder de militairen en ijverde voor het houden van dagsluitingen in dè kazernes. De naam van de gefu seerde instelling werd Nederlandse Militaire Bond Pro Rege; deze ver wierf in 1954 het predikaat 'koninklij ke'. Als grondslag heeft Pro Rege 'de Heilige Schrift als Gods Woord, van, welk Woord Jezus Christus, Gods Zoon, die overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze recht- vaardigmaking, het middelpunt ds'. En het doel wordt als volgt omschreven: 'Op grond van de overtuiging dat de Christen ook als militair Jezus Chris tus, de Koning der koningen, behoort te dienen, stelt de bond zich ten doel de verspreiding der christelijke begin selen in de krijgsmacht van het ko ninkrijk en de samenbinding van alle militairen en burgers, die daaraan wensen mee te werken'. Toen in 1924 het vijftigjarig bestaan werd gevierd, kwam er een gedenk boek uit. Daarin lezen we onder meer dat de officieren in het maatschappe lijke leven een min of meer op zich zelf staande kaste vormden, die zich boven dc burgerij verheven voelde. Ook de minderen vormden een kaste, maar dan één 'van paria's, waarmee een fatsoenlijk burger zich zo weinig mogelijk inliet en waarmede hij niet te maken wilde hebben; voor een niet onaanzienlijk deel waren het vrijwilli gers, waaronder velen, die zich geen plaats in de burgermaatschappij kon den verzekeren, zwakkelingen soms, deugnieten vaak, die ontucht en dron kenschap als hoge genietingen be schouwden'. Daarbij kwam nog, afgezien van de verderfelijke werking van het samen wonen van een groot aantal mannen alleen zonder den van God gewilden, tegen verruwing beschermenden in vloed van de vrouw', dat de soldaten veel vrije tijd hadden, dat de geringe soldij gepast amusement wiet toeliet, dat de meeste kazernes uiterst sober waren en dat de kantines, die er al waren, alle gezelligheid masten. Geen wonder, aldus het gedenkboek, dat de soldaat zijn vertier zocht op plaatsen der verleiding en dat menigeen ten onder ging. Die plaatsen der verlei ding waren kroegen en bordelen. In nette logementen, zoals dat toen heet te, werd hij dikwijls geweerd. Eerste president van de Nederland- sche Militaire Bond werd generaal- majoor jhr. Wilhelm von Wrangel auf Lindenberg, lid van het Hoog Militair Gerechtshof te Utrecht. Dat twee ho ge officieren zich voor deze zaak gin gen inzetten, Van Marle en Von Wrangel, was nogal opmerkelijk. In het algemeen bekommerden zich de hoger geplaatsten in het leger niet bijster om het lot van de soldaat. En dat gold ook voor het gourvernement. In de oprichtingsvergadering van de bond wees een van de afgevaardigden 'op de noodzakelijkheid dat alom de christelijke gemeente hare moederlij ke armen uitspreide, nu het gouverne ment zijne vaderlijke zorg-voor het geestelijk heil zijner soldaten zoo ge heel terughoudt'. Zegen In de honderd jaar die voorbij zijn gegaan is Pro Rege honderdduizenden dragers van 's konings wapenrok (de rok van de koningiim, hoorden we een kazernecommandant bij een of andere plechtigheid eens in het vuur van zijn rede zeggen) tem zegen geweest. Er is wel het een en ander veranderd. Ook in en rond het leger. Het accent kwam te liggen op de dienstplicht, dc haren worden langer, er ontstond een WDM, volgens sommigen dreigt het gezag uit te hollen. In de militaire tehuizen gaat het ook niet meer als vroeger, zelfs niet als twintig, dertig jaar geleden. De functies, die ze heb ben, zijn wat verschoven. Wat blééf, dat is het grondprincipe van de gast vrijheid. Directeur Den Boer (die hier citeer: uit ds. R. G. H. Boiten's boek 'City- pastorie Oudezijds 100'): 'Gastvrijheid betekent dat je graag het beste, wat je hebt, deelt met de ander. Wat is het beste, dat wij bezitten? Dat is ons geloof. Maar als dat de ander niet sméékt, dan moet je het hem, precies als met een maaltijd, niet opdringen. Hij blijft intussen wel welkom'. 'Vroeger moest het christelijke van onze tehuizen uitkomen in de dagslui ting. Dan ging ineens alles uit, radio, televisie enz. Nu is het in veel plaat sen zo, dat daarvoor iets anders in de plaats gekomen is. Een bijbellezing, een overdenking, of hoe je het 119e- men wilt. Dat gebeurt dan veelal in een nevenzaaltje; wie er niet aan wil meedoen, kan rustic doorgaan met biljarten. Vaak komt het zo tot heel goede gesprekken. Het gebeurt ook wel dat, als de tehuisleider een keer niet kan, een soldaat het van hem overneemt'. De heer Den Boer wijst er op dat de tehuizen van Pro Rege er niet typisch zijn voor protestantse jongens. Het zijn christelijke tehuizen voor militai ren, dat proberen ze althans te zijn. Ook de vrouw-naast-de-tehuisleider is erg belangrijk. Zij kan er in belang rijke mate toe bijdragen dat er een gezellige sfeer heerst, zodat de solda ten er graag terugkomen. Op die manier is het beste te voorkomen, dat ze naar obscure gelegenheden gaan. En daarvoor zijn ze tegenwoordig fi- nanpieel nog beter in staat dan in i Rege, overigens met onverholen bewondering voor wat vorige lachten deden, de militaire tehuizen uit het verleden. En hoe zou ze in 1974, nu de Koninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro ;e zijn eeuwfeest viert, dan wel willen zien? 'Meer als ontmoe- jscentra met mogelijkheden tot verantwoorde ontspanning, stu- gelegenheid, discussies enz., maarmet volledige handhaving de oude doelsellingen.' De rol van de vrouw van de tehuisleider moet niet onderschat worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 13