werkende
de weg wijzen
NIEUWE OPLEIDINGEN VOOR LERAREN BEGINNEN
trijd tegen discriminatie en soms ook intimidatie
Aardappelen
koken niet zo
moeilijk, maar
als je niet
alleen uit
blik wilt eten
moet je
meer weten
Ontwikkelen
van eigen
smaak en van
creativiteit
[OlTVi KWARTET ZATERDAG 6 APRIL 1974
BINNENLAND T17/K15
In augustus beginnen nieuwe lerarenopleidingen voor tekenen, handvaardigheid, huishoudkunde en textiele
ïverkvormen. Het artikel hieronder gaal over de twee laatste vakken, niet alleen over de vraag wat de opleiding
van leraren inhoudt, maar ook over het vak zoals dat aan leerlingen van 12 tot 18 jaar gegeven moet worden.
De opleiding textiele ïverkvormen begint behalve aan de Vrije Leergangen in Amsterdam ook aan d' Witte Lelie
te Amsterdam, en aan de instituten in Rotterdam/Den Haag, Tilburg, Utrecht en Leeuwarden/Groningen. De
opleiding huishoudkunde start gelijktijdig aan de beide Amsterdamse instituten en verder te TilburgUtrecht
en Rotterdam/Den Haag.
In beide gevallen gaat het om opleidingen voor de tweede- of derdegraads bevoegdheid. Het toelatingsniveau
is havo of een gelijkwaardige vooropleiding. De studie duurt 4 a 5 jaar. Per instituut en per vak worden jaar
lijks maximaal tachtig eerstejaars toegelaten.
HUISHOUDKUNDE EN WERKEN MET
TEXTIEL ALGEMENE SCHOOLVAKKEN
ran onze onderwijsredactie
MSTEfRDlAM Vakken, als koken en handwerken hebben in het Nederlandse voortgezet onder-
i ijs buiten de huishoudschool nooit veel voet aan de grond gekregen. In het vroegere middelbaar
xeiderwijs was geen kookluchtje te bespeuren. Alleen op de inmiddels verdwenen middelbare meisjes-
^jhool was handwerken een toegestane bezigheid. Maar dat is aan liet veranderen. De vakken 'huis
houdkunde' en 'textiele werkvormen' zijn op weg algemene vakken te worden. Niet alleen voor meis-
op de huishoudschool, maar voor alle jongens en meisjes van liet voortgezet onderwijs.
r) u is het nog niet zover, maar de
lortekenen zijn er:
het hele lager beroepsonderwijsm
clusief het huishoud- en nijverheid-
nderwijs is vierjarig geworden; de
irste twee leerjaren hebben een alge
een karakter
er komen steeds meer scholenge
van huishoudscholen
ndet technische scholen, en ook met
AVO's en andere vormen van alge-
in voortgezet onderwijs
er komen experimenten met de
Iddenschool, waar de praktische vak-
(huishoudkunde), textiele werk-
mrmen, handvaardigheid, tekenen,
ehnieb. enz.) en de algemene vak-
(Nederlands, moderne talen, wis-
ijjmde, enz.) in principe even 'alge-
worden.
middels is er zoAreel aan het veran-
.."tren, dat het hoog tijd werd daar
J| rast rekening mee te houden in de
euwe opleiding van leraren. In 1970
n de nieuwe instituten voormde
j rarenopleiding begonnen. In augus-
n 5 beginnen daar nu ook de opleidin-
voor tekenen, handvaardigheid.
JN{xtiele werkvormen en huishoudkun-
K>r de opleidingen van leraren van
'algemene' en 'praktische' vakken
der één dak te brengen, lopen we
ulijk al een beetje vooruit op de
lenschool, al mag je dat natuur-
niet hardop zeggen. Een feit is
er 1, dat als de middenschool doorgaat
alvast leraren hebben die daar een
OCetje op ingespeeld zijn. De toekom-
ntj
stige leraar moet namelijk voor twee
vakken een bevoegdheid halen. En hij
kan dan bijvoorbeeld een vak als
Engels combineren met huishoudkun
de.
Het nieuwe gezicht van vakken als
huishoudkunde en textiele werkvor
men zal mede bepaald worden vanuil
de nieuwe lerarenopleiding. Daarom
zijn we gaan praten met mevrouw J.
M. Veen, hoofddocente huishoudkun
de aan het instituut Vrije Leergangen
Vrije Universiteit, en mét mevrouw
P. Rol, hoofddocente textiele werkvor
men aan hetzelfde instituut.
Mevrouw Veen over huishoudkunde:
'We moeten af van het idee dat dit
vak op huishoudscholen en andere
scholen voer voortgezet onderwijs aan
twaalf- tot zestien-jarigen onderdeel
\an een beroepsgerichte opleiding is.
We moeten ook niet denken dat dit
vak alleen voor meisjes belangrijk is.
In de nieuwe opzet van huishoudkun
de gaat het om die kennis en vaardig
heid die iedereen, jongen of meisje,
later nodig heeft. Kort gezegd: ze
moeten leren omgaan met tijd, geld
en energie binnen de financiële en
andere mogelijkheden die ze hebben.
Omdat de leerlingen de gezinssituatie
het beste kennen en omdat de mees
ten daar in de toekomst weer mee te
maken krijgen, richten we ons daar
vooral op. Huishoudkunde voor de
groep van zestien tot negentien (mid
delbaar nijverheidsonderwijs en mid
delbaar sociaal pedagogisch onder
wijs) is wel duidelijk gerioht op het
beroep'.
Vraag: Die twaalf- tot zestienjarigen
staan zelf toch nog wel ver weg van
een toekomstige huishouding?
Mevrouw Veen: 'Het duurt natuurlijk
nog wel enkele jaren voor ze zelf aan
een huishouding beginnen. Maar ook
in deze leeftijd hebben ze al te maken
met woning, kleding en voeding. Ze
besteden veel aandacht aan de keus
van hun kleding, ze zijn al veel bezig
met het inrichten van hun kamer, ze
schaffen duurzame verbruiksgoederen
aan zoals platenspelers en draagbare
radio's. Daarop kun je inhaken. Ver
der bestaat er een nauwe samenhang
tussen voeding en gezondheid. De tie
ner is erg gevoelig voor zijn uiterlijk.
Dat kan het uitgangspunt zijn voor de
lessen in voedingsleer'.
Vraag: Is het nu nodig dat je dat
allemaal op school leert? Zo moeilijk
is het toch niet om boodschappen te
doen, eten te koken, of een wasmachi
ne aan te zetten?
Mevrouw Veen: 'Aardappelen koken is
inderdaad niet so moeilijk, maar als
je variatie in je maaltijden walt bren
gen en niet alleen uit blik wilt eten,
moet je wel meer weten. Je ziel
steeds meer dat mensen in hun maal
tijden en ook in hun kleding en de
inrichting van hun huis een persoon
lijk accent leggen. Via dit vak kun je
iets doen aan het ontwikkelen van
een eigen smaak en creativiteit. Daar
naast is er een zekere basiskennis
nodig om een verantwoorde keus te
kunnen doen. Dan zitten we op het
terrein van de consumentenopvoe
ding'.
Vraag: Wat Is dat?
Mevrouw Veen: 'De Raad van Europa
heeft enige tijd geleden de afzonder
lijke regeringen gevraagd iets te doen
aan de opleiding van scholieren tot
ter zake kundige consumenten. Daa is
hard nodig. Laatst heeft de Neder
landse Condumentenbond nog eens
gezegd dat er zoveel fouten gemaakt
worden door consumenten. Er worden
apparaten gekocht diie niet beantwoor
den aan het doel. Er is grote onwe
tendheid op het gebied van verzeke
ringen, ook sociale verzekeringen, be
lastingen, huizen kopen, dienstverle
nende instanties'.
Vraag: Is huishoudkunde een vak
voor jongens?
Mevrouw Veen: 'Wat dat betreft lig
gen we in Nederland erg achterop. In
landen als ZWeden en Amerika be
staat al lang een vak 'home econo
mics', huishoudkunde, maar dan in de
nieuwe vorm. Jongens volgen het net
Jior Aukje Holtrop
EN HAAG 'Wü vertellen de mensen welke bus ze moeten nemen om op een bepaalde plaats te
omen. Maar we zetten de mensen niet op de bus. Dat moeten ze zelf doen. Wij wijzen ze alleen maar
weg
eta van Beek, 's avonds ombudsvrouw voor werkende vrouwen, overdag bedrijfsmaatschappelijk
erkster bij de gemeentelijke sociale dienst in Den Haag, werkt met twintig vrijwilligsters nu ruim een
1 alf jaar aan die bewustwording.
If augustus begon de Stichting Om-
isvrouw, een initiatief van Dolle
en Man-Vrouw-Maatschappij,
werk. De Stichting was een
Al lerdeel van het Werkende Wijven-
ui dat vorig jaar mei een actieplan
-Jor één jaar opzette met punten als:
1 on voor gelijke arbeid, vol-
pdige parttime werk, gelijke kan-
in opleiding en beroep, geen dis-
linerende belastingmaatregelen,
actie wordt in mei besloten met
zwartboek: 'Rebelse meiden blijven
i-tfijden'. Daarin zullen ook de erva
ren die de Stichting Ombudsvrouw
ft opgedaan vermeld worden. Hon-
rden telefoontjes en brieven, tien
en vrouwen die het maandelijkse
eekuur bezochten hebben een in-
ngend verhaal te vertellen over de
leilijkheden en onrechtvaardighe-
i waarmee werkende vrouwen te
ken hebben.
VARA-ombudsman
Ombudsvrouw richt zich uitslui-
d op problemen die samenhangen
t het werk, met moeilijkheden die
;ïu\ven ondervinden in hun werk.
dere problemen komen wel aan de
Ie, maar de Stichting gaat daar niet
in. Vrouwen die schrijven of bel-
over huurproblcmen, moeilijkhe-
met kinderen of buren, worden
irverwezen naar bijvoorbeeld de
t#A -ombudsman of andere instan-
die meer gespecialiseerd zijn. Dit
te voorkomen dat het werk van de
hting oeverloos zou worden: bo
th idien zou het risico verkeerde ad-
gi ten te geven te groot worden. Fou-
rai zijn niet te voorkomen, maar ze
inen wel beperkt worden.
Meta van Beek:
mensen moeten
het zelf dóén
De Stichting Ombudsvrouw blijkt een
succes te zijn. Per avond (de Stich
ting is alleen 's avonds te bereiken
(070-554513) in verband met de werk
zaamheden en gezinnen van de mede
werksters) bellen zo'n vijftien vrou
wen met problemen en elke dag ko
men er even zoveel brieven op postbus
1520 in Den Haag brieven binnen. 'In 't
begin was het nog veel meer. We
zaten elke avond met vier mensen te
Averken, alles was nieuw en veel pro
blemen moesten we helemaal uitzoe
ken. Nu is er een zekere routine
gekomen, de meeste vragen kunnen
we makkelijk beantwoorden omdat we
ervaring hebben gekregen'.
De vragen die de Stichting bereikten
gaan dus over het werk. Veel proble
men over parttime werk, ontslagkwes
ties, moeilijkheden met sociale verze
keringen, vragen over arbeidsbureau,
rijksstudietoelalen, over discrimine
rende belastingmaatregelen. 'Op het
ogenblik speelt de kwestie van de
aftrekmogelijkheden voor kostwin
ners. In het nieuwe belastingsysteem
mag een man die kostwinner is be
paalde posten aftrekken van zijn be
lasting. Als de vrouw kostwinner is.
mag ze zulke posten niet aftrekken.
Dat zijn dan posten als 'studiekosten',
'bijzondere lasten', 'ziekte' etc.
De vrouw die kostwinner is wordt
dus gediscrimineerd. Maar ze kan vra
gen om toepassing van de hardheids
clausule, waardoor zij in bepaalde ge
vallen toch iets mag aftrekken. Daar
voor moet ze dan een formulier invul
len, maar dat is weinig bekend en
gebeurt dan ook niet vaak. Staatsse
cretaris Van Rooijen heeft gezegd dat
het technisch moeilijk is om die discri
minatie op te heffen. Nou, dat nemen
we niet en daar zullen wc actie tegen
voeren'.
De discriminatie die werkende vrou
wen vaak ondervinden, bracht een
briefschrijfster er toe om te schrijven:
'Ik baal er zo langzamerhand van. dat
wij altijd maar gediscrimineerd wor
den'.
Onwetendheid
Er zijn ook nogal eens problemen die
gewoon te maken hebben met intimi
datie, vindt Meta van Beek. 'Zo komt
het nogal eens voor dat het loon
veel te laat uitbetaald wordt. Er was
een groep ziekenverzorgsters die altijd
twee weken te laat geld kreeg. Hun
directie had gezegd dat de minister
dat goed vond. Nou, met het burger
lijk wetboek in de hand hebben we
toch duidelijk kunnen maken, dat dat
helemaal niet mag. Dat vind ik duide
lijk intimidatie. En vrouwen laten
zich gauw intimideren is onze erva
ring.'
Onwetendheid op het gebied van het
arbeidsrecht komt ontzettend veel
voor. Vandaar dat de ombudsvrouw
ervoor pleit in het onderwijs een vak
als 'Veilig arbeidsverkeer* op te ne
men. Zodat mensen als ze gaan wer
ken, weten welke regels er zijn, hoe
het met ontslag gaat, met verandering
van werk etc. Het onderwijs heeft een
belangrijke funtie in het wegwijs ma
ken van de mensen in de wetten en
sociale verzekeringen, waarmee bijna
iedereen in zijn leven te maken
krijgt.
Actievoeren kan succes hebben, heeft
de Stichting gemerkt De actie voor
gelijke lonen had succes en Meta van
Beek vindt, dat 'als je de begaafdheid
hebt mag ik haast wel zeggen
om moeilijke onderwerpen zo aan de
orde te stellen dat het de aandacht
trekt, dat dan de overheid er haast
niet onderuit kan. Wetten Avorden erg
langzaam veranderd, maar het ge
beurt'.
Zélf doen
De Stichting doet eigenlijk werk dat
op het terrein van de overheid ligt.
De ombudsvrouw heeft ook het idee
dat de overheid het werk van de
Stichting wel waardeert. Maar subsi
die hebben ze niet en hoeven ze ook
nog niet te vragen. Tot nu toe gaat
het redelijk: de bellende en schrijven
de vrouwen betalen hun adviezen zelf
en dank zij particuliere schenkingen
kan de administratie nog Avel bekos
tigd worden.
Maar die particuliere hulp (op giro
3071221, Den Haag) blijft nodig, voor
al omdat de Stichting ook na 1 mei
wil doorgaan. 'Het zou onverantwoor
delijk zijn er nu mee te stoppen. Het
is een heel langzaam proces, dat wij
in gang zetten. We staan nog maar aan
het begin. Kijk. we willen niet alleen
Meta van Beek: onderwijs moet meer aan arbeidsvoorlichting doen.
het water op dweilen dat door een gat
in het dak het huis in stroomt. We
moeten die gaten zelf repareren. En
dat is moeilijk. We willen ook niet,
zoals bijvoorbeeld bij Release het ge
val is geweest, de rommel opruimen
die anderen, de overheid en anderen,
maken. Daar passen we voor. We
blijven werken aan een mentaliteits
verandering. De mensen moeten weten
dat ze onderdrukt worden, alleen dan
zullen er veranderingen komen. Van
daar ook de nadruk die we leggen op
dat zélf doen. Als wij naar werkge
vers toestappen en de zaakjes voor
gediscrimineerde vrouwen opknappen,
verander je niks'.
Ook mannen
Ook mannen melden zich wel bij de
stichting, en hun bezoeken nemen
steeds toe. Maar niet elke man wordt
geholpen: 'In het begin gebeurde het
nog wel eens dat een man voor zijn
vrouw opbelde, omdat hij altijd alles
regelde en zijn vrouw er toch niets
van snapte. Maar daar gingen we niet
op in. Hoe kan zo'n vrouw nou voor
haar eigen zaak opkomen, als die man
alles wil regelen? Vrouwen zijn vaak
zo onmondig, onwetend, ze zijn eraan
gewend dat de man het wel even zal
opknappen. Ik denk eigenlijk, dat
mannen ook dergelijke onmondig
heidsproblemen hebben. Dat ook man
nen vaak niets begrijpen van de moei
lijke termen in wetten en sociale
verzekeringen. Vandaar dus dat ik
vind het het onderwijs veel meer aan
arbeidsvoorlichting moet doen, in dui
delijke taal. En mannen zowel als
vrouwen worden cnórm afgeschrikt
door de anonimiteit bij veel overheid-
door de anonimiteit bij veel overheids-
grote hallen. Ons systeem met het 's
avonds bellen doorbreekt dat lange
gewacht en die anonimiteit. En dat is
ook al een belangrijke functie die we
hebben'.
De Stichting Ombudsvrouw, waar ie
dereen. ongeacht milieu, opleiding en
woonplaats terecht kan voor gratis
adviezen over problemen die er over
het werk rijzen, blijft doorbestaan.
'We weten nu al heel duidelijk dat
we een functie hebben in de samenle
ving'.
zo goed als meisjes. Het is een belan
grijk maatschappelijk vak'.
Vraag: Als ik dat zo hoor komt u
dicht in de buurt van maatschappij
leer.
Mevrouw Veen: Dat is ook zo en ik
stel me voor dat je op school heel
goed projecten kunt doen samen met
de leraar maatschappijleer. Maar er
zijn meer raakvlakken. Vandaar de
brede opzet van de studie. De hoofd
vakken voor huishoudkunde aan ons
instituut zijn woning, voeding en lei-
cling en beheer A'an de huishouding.
De steunvakken zijn: biologie, econo
mie, sociologie, natuur- en scheikun
de,
Vraag aan mcA'rouw Rol: Hoe komt
het dat het vak textiele werkvormen
de laatste jaren zo tot ontAvikkeling is
gekomen?
Op MAVO, IIAVO, Atheneum en
Gymnasium is het al bekend als keu
zevak, en sinds kort bestaan er voor
MAVO en IIAVO zelfs experimentele
eindexamens.
Mevrouw Rol: 'Het Averken met textiel
heeft al eerder het beroepsgerichte
karakter verloren. Dat is het gevolg
van een internationale ontAvikkeling,
van de modem e maatschappijstruc
tuur met meer vrije tijd, toegenomen
Avelvaart, enz.
Bovendien is het werken met textiel
al zoveel eeuAven lang beoefend, niet
altijd alleen om de nuttigheid, want
ook de versiering was in veel gevallen
een belangrijk onderdeel.
Het zoeken van de mens naar de
mogelijkheden van allerlei materialen,
dus ook van textiel, waarin hij zich
creatief kan uiten, komt in elke sa
menleving voor. Dat zie je juist nu,
met de kleding, als reactie op de
confectie, op het kant en klaar ge
maakte. op de soms minder goede
kAvaliteit van veel dingen, en ook om
de kleding een pereoonlijke toets te
geven.
Ch-erigens. kleding Avordt meer zelf
gemaakt dan men denkt. Van de vier
miljoen vrouwen in Nederland boA'en
dertien jaar, maakt bijna 3.2 miljoen
minstens één kledingstuk per jaar. En
bijna de helft maakt minstens drie
kledingstukken'.
Vraag: Ook het werken met textiel
lijdt nog altijd onder dat eenzijdige
beeld dat het vrouwelijk is.
Mevrouw Rol: 'Ja, tenvijl eeutven
lang het juist de mannen zijn geweest
die met textiel werkten. En nog, denk
maar aan de modeontwerpers en
kleermakers. Maar zeker vroeger: de
prachtige wandtapijten uit de midde-
leeuAven en later, Avaren het Averk van
mannen. Het maken van kant, dat
ongeveer in de zestiende eeuw begint,
is eigenlijk een A-an de Aveinige uit
zonderingen: dat hebben bijna altijd
vrouwen gedaan'.
Vraag: Textiele werkvormen ls nu
vooral een beeldend vak, zoals bij
voorbeeld tekenen. Hoe komt het dat
men zich Juist nu zo tot textiel voelt
aangetrokken. Waarom gaan zovelen
wandkleden maken?
Mevrouw Rol: 'De mensen hebben
zich altijd aangetrokken gevoeld tot
textiel. Ja, hoe komt dat? Textiel
neemt in ons dagelijks leven een
grote plaats in, je draagt het, je
slaapt tussen textiel. Je hebt het veel
nodig, het slijt, dus je moet het A-aak
A-ernieuwen, het is aan mode onderhe
vig, je probeert er iets van je zelf in
te leggen en je kunt er zonder al te
grote inspanning altijd aan blijven
A'eranderen.
En dan de wandkleden. Men kan hier
zeer vrij werken, omdat de nuttig
heidsfactor zo goed als verdwenen is.
En ons veranderde interieur, veel
meer baksteen, beton, glas en staal of
aluminium, harde materialen dus, ver
langt een andere aankleding.
Ook de akoustiek verbetert door tex
tiele materialen. Denk maar eens aan
de kerk in Drempt, Avaardoor het
aanbrengen van Avandtapijten, de
akoestiek zeer verbeterd is.
Vraag: Wat gaat het vak textiele
werkvormen nu inhouden op de lcra-
renopleding?
MeA'rouw Rol: 'De voornaamste onder
delen van de studie zijn: het verwer
ken van garens, dus ondermeer we
ven, haken, breien, het maken van
kant, enz. Dan het beAA*erken van
stoffen, dus het bedrukken van stof,
batik en zeefdruk en het borduren.
De derde groep omvat het maken A'an
kleding en andere ruimtelijke vormen
in textiel. Het ontwerpen en tekenen
is een zeer belangrijk onderdeel en
ook de studie van de kunst- en cul
tuurgeschiedenis en de kunstbeschou-
Avihg. Daarbij wordt aan de onderwijs
kundige kant veel aandacht geschon
ken'.