In
een massa-cultuur
moet je je
stem wel vergroten
FILMKRONIEK DOOR DR. H. S. VISSCHER
Peter
Schat:anders bereik je de mensen niet
T QL7ft'/KWART£I ZATERDAG 6 APRIL 1974
KUNST T13/K13
it Peter Scliat (geb. 1935), die in de jaren zestig o.a. met zijn Niotenkiraker-aotie de schrik van liet
uziek-establisliment in Nederland was, ooit leraar aan liet Koninklijk Conservatorium voor Muziek
Oen Haag zou zijn, had niemand verwacht. Hij moet er zelf ook nog aan wennen dat hij nu vanaf
april met onder meer mede-notenkraker Louis Andriessen, als leraar compositie in het docenten-
rps van dit instituut is opgenomen.
tar gezien het opmerkelijk progres-
vre beleid van directeur Jan van
ijmen, voelt hij er zich wel in goed
m lelschap, zoals bleek tijdens een
jsprek dat wij kort voor zijn offiri-
benoeming met hem hadden. Maar,
hij, ik heb wel als voorwaarde
steld dat ik erg individueel les wil
-ren.
heb zelf lang les gehad van Kees
a Baaren, de voorganger van Van
Ijmen, en dat bestond ook niet uit
inrammen van een aantal regel-
s. Het was meer kritiseren op pun-
waarvan hij vond dat wat je
Idaan had compositorisch slecht ge-
eht was. Hij liet ontstaan wat er
tstaan moest. Die echt klassieke
ïpak, zoals destijds Mathias Seiber
Londen met mij ondernam (ik
iest de 15 driestemmige inventionen
n Bach analyseren en dan zelf de
tiende en volgende schrijven) dat
niet iets wat mij ligt. Maar ik heb
het gevoel dat ik jongens die een
k willen opzetten, kan helpen om
isequent over hun eigen uiitgangs-
nten na te denken Ook om ze
ar voor de techniek te leren ontwik-
nl je compositieles geven nog wel
hebben, nu er door componisten
er en meer met een paar summiere
nwijzingen wordt volstaan waarvan
het uitwerken maar aan de uitvoe-
overlaten?
jiden
iu, zoals je weet doe ik dat hele-
lal niet Ik heb wel zogenaamde
óbiele vormen' gemaakt dn de jaren
itig, waaruit door de uitvoerenden
worden gekozen. Dat heb ik
gedaan, omdat dat toen nog een
plek op de muzikale kaart was.
die witte plekken liggen nu
anders. Ik zie wel mogelijkhe
den dn die vrije improvisatie, maar
niet zo voor mezelf.
Ik ben ook persoonlijk niet 'in' voor
puur-elektronische muziek. Je zit bij
de presentatie van muziek-op-band al
leen maar naar luidsprekers te luiste
ren. Het zichtbaar uitvoeren van mu
ziek waarbij je merkt dat er keihard
gewerkt wordt, dat is op zich erg
belangrijk. Ik heb wèl elektro-instru-
mentale muziek gemaakt, met elec-
trisch versterkte instrumenten dus.
Ook al omdat je dn een maSsa-cultuur
je stem moet vergroten anders bereik
je de mensen niet, en daarvoor heb je
de electronica nodig.
Je wordt door Reinbert de Leeuw in
zijn nieuwe serie 'Rondomconcerten'
de sector neo-romantiek geplaatst.
Hoe vind je dat?
Nou ja, Reinbert belde me een keer
op en zei: we moeten het een naam
geven, en wat dacht ök van neo
romantiek. Nou houd ik helemaal niet
van dat begrip 'neo', maar ik zei,
goed ga je gang maar. Ik begrijp het
best, zeker wat mijn laatste stuk be
treft, en daar ging het om, want dat
wordt in dat programma van hem
uitgevoerd. Ik heb bezwaar tegen 'ro
mantisch dn de betekenis van: vluch
ten uit de werkelijkheid. Maar niet in
de zin van: sterk geëmotioneerd en
tot het gevoel sprekend. Dat stuk
waar het nu om gaat, is voor zang
stem, viool en piano en het is ge
schreven voor Lutia Kerstens, Vera
Beths en Reinbert de Leeuw. Het is
op een tekst van Pablo Neruda, een
prachtige tekst uit 1950 die begint zo:
'Stijg met mij mee en wordt geboren,
broeder/Geef mij je hand vanuit de
diepste diepte van je alomtegenwoor
dige pijn.' Dat betreft een door de
Spanjaarden, in conquistadores ver
nietigd volk. Heel visionair slaat dat
op de toestand dn Chili zoals die nu
is. Die broeder die wordt aangespro
ken, dat slaat regelrecht op Allende.
Jouw muziek is vooral in de laatste
jaren in hoofdzaak vanuit een emotio
nele bewogenheid gecomponeerd.
Ja dat geloof ik wel; ik ben gewoon
vergeten hoe het vroeger was. Maar
die laatste geëngageerde stukken zo
als To You' en 'Het vijfde seizoen'
zijn toch wel duidelijk uit een emotio
nele aanleiding ontstaan. Met 'To
You' had ik het zo sterk, dat ik
tijdens het componeren af en toe een
blokje om moest lopen, anders kon ik
niets meer op papier krijgen.
Denk je dat die muziek ook werkelijk
aan de goede zaak kan helpen, gesteld
dat het middel waarmee je werkt, je
muzikale techniek dus, ook overkomt
bij het publiek dat je wilt bereiken.
Ja, dat geloof ik stellig. Het ligt in
eikaars verlengde. He vertaal diie be
trokkenheid, die geëngageerdheid in
muzikale zin en ik geloof zeker dat
dat bij anderen overkomt. Ik zou
trouwens in deze periode niet anders
kunnen, ik zou geèn puur abstract
stuk kunnen maken. Kijk maar naar
dat laatste, dat had ik opgezet als een
stuk voor viool en piano, maar het
werd toch een stuk met tekst over
Chili.
Is dat toch niet een beetje een roman
tische vlucht uit de werkelijkheid?
Neen beslist niet, noem het desnoods
utopisch. Maar het is zeer sterk met
de realiteit van deze tijd verbonden.
En wat de techniek van het compone
ren betreft: ik vind dat een componist
in dat opzicht ook maar één opdracht
heeft, en dat is om bij de tijd te zijn.
Er zijn mensen die i.u leven maar die
bij wijze van spreken zo uit de middel
eeuwen komen, of uit de negentiende
eeuw, of uit de zestiende. Die zie je
soms gewoon in de kroegenzo
maar, kijk daar zit iemand uit de
zestiende eeuw, denk je dan. In de
muziek heb je dat met ménsen die nu
nog de filosofieën- en de ideologiën
aanhangen die ih de; jaren '50 en '60
progressief waren. Dié aanpak, letter
lijk die zelfde aanpak, de Stockhausen-
aanpak zal ik maar zeggen, die is
nu reactionair. Ik vind Stockhausen
nu ook ccn reactionaire figuur. Wat
hij tien, vijftien jaar geleden deed
heeft een ongelofelijk positieve wer
king gehad op de ontwikkeling van
de compositie-techniek, en op de vrij
making van allerlei vastgelopen me
thodes. Het heeft zeer purgerend ge
werkt. En hij heeft ook een paar
fantastische stukken gemaakt. Hij was
een groot componist, maar hij is een
kwast gewordenMaar er is na
tuurlijk wel altijd een continuïteit in
het muziekscheppen. Muzikale ver
nieuwingen komen niet uit de lucht
vallen, die kunnen uitsluitend ont
staan op basis van de traditie. Ja, dat
is een heel traditionele opvatting,
eigenlijk.
In de jaren vijftig en zestig zag je de
virtuositeit van de 19e eeuwse pianis
tische salonstukken gaan zitten dn het
uitermate virtuoos hanteren van aller
lei compositorische structuren. Dat
was een uitwerking van de seriële
techniek van Schönberg die tot een
'wildgroei' van stukken leidde waarbij
de controle met het oor onmogelijk
was geworden. Maar het positieve van
die tijd is, dat het handwerk, het
compositorische vakmanschap zo'n
grote aandacht en zo'n hoge kwaliteit
kreeg. Wat mezelf betreft, ik heb daar
toch een techniek uit overgehouden
die ik nu op een andere manier ga
gebruiken, meer emotioneel, meer
recht voor z'n raap, om het zo maar
eens te zeggen.
Denk je daar meer mensen mee te
bereiken dan het betrekkelijk kleine
groepje dat in hedendaagse muziek is
geïnteresseerd?
Nou kijk, dat is nu juist wat we
willen met het 'Amsterdams Electrisch
Oirous' dat Floris Guntenaar aan het
bouwen is. Dat wordt ongelofelijk. Ik
kan daar nu nog weinig van zeggen
want we hebben afgesproken de pu
blieke opinie daarover niet te veel op
te warmen, anders krijg je toch weer
een soort selectie. Maar het wor<Jt
een hele mobiele toestand met een
opvouwbaar podium, geluidsinstalla
ties belichting en zo. We willen ge
woon op een gegeven moment ergens
gaan staan met die hele machinerie,
die heel spectaculair is, en dan maar
zien. Net zoals in het laatste Holland
Festival met 'Het vijfde seizoen' op
het Museumplein in Amsterdam. Maar
dat ging onder de allerongelukkigste
omstandigheden, ook technisch kwa
men we er niet uit, omdat we er het
geld niet voor hadden. Maar dk geloof
dat het dit jaar nu we het geld,
althans dn principe, wel gekregen
hebben, goed zal lukken.
Dat wil ik ook weieens nadrukkelijk
kwijt; dat het wel een erg progressief
besluit is geweest, zowel van de Raad
voor de Kunst als van het ministerie,
om het circus financieeël te steunen
met een grote subsidie, eigenlijk veel
groter dan we verwacht hadden, om
de hele zaak op poten te zetten: de
tent met de auto's, de geluidsappara
tuur, dc belichting, de hele troep.
Ongelofelijk, echt een doorbraak. Kijk
als het maar eenmaal staat, dan kun-
nen we het wel verder runnen. Er
nemen zoveel groepen aan deel: de
Instant Composers Pool, Volharding,
The Family, het Blazersensemble. Dat
is hier in Nederland iets opmerkelijks
wat ook in het buitenland nauwkeu
rig gevolgd wondt: dat de uitvoering^
praktijk hier gesteund wordt door
een hele hoop avontuurlijke musici
buiten het gewone concertbedrijf om.
Dat stimuleert ook de componisten.
Die jij nu ook gaat helpen kweken op
het conservatorium
Nou ja meer stimuleren, zo dat er uit
komt wat er in zit En vooral leren te
relativeren, afstand nemen. Want ik
weet hoe ontzettend je emotioneel en
intellectueel gebonden bent aan wat
je aan het doen bent als je compo
neert. Je kunt er niet naar luisteren
met de oren van iemand anders. En
dan staat het bij zo'n leraar op de
lessenaar en dan wordt het besproken
en dan valt de cnitiek. Bij Boulez heb
ik gehad dat ik een stuk zes keer
moest over doen.
Heb je daar veel aan gehad?
Ja ongelofelijk. Want je zag dat hij
gelijk had, hoewel je het emotioneel
niet wilde zien. En dat je dat moest
venverken, niet eens zijn kritiek op
wat je deed, maar dat 'gelijk* dat hij
had, dat was psychologisch heel moei
lijk. Maar geweldig goed. Je moet, wat
zal ik zeggen, een beetje nederige
houding leren hebben tegenover de
muziek.
E SALAMANDER
('een soort opera'). Drie jaar daarna
n salamander is een lieflijk
lar venijnig diertje, dat zo be-
eglijk en snel is dat men
t niet gauw te pakken kan
jgen. In 'La Salamandre', de
n van de Zwitserse cineast
—tain Tanner, wordt ook nog ver-
d, dat een salamander in
it is om ongekwetst en on-
■fechadigd uit het vuur te voor-
Elfüjn te komen.
zover de salamander want wat
in 't vizier komt, is de jonge
rice Bulle Ogier, die o.a. in
ndez-vous a Bray' speelde, en die
Tanners film de hoofdpersoon, dus
salamander* is. Zij doet dat
rweldigend en met een
henticiteit die alles wé Sr maakt
de filmtitel haar toeschrijft. Dat
t trouwens bijzonder sterk in
aners film op: de authenticiteit van
personages die in het beeld
schijnen. Tanner is een geweldige
isseur van mensen, hij geeft ze
vrijheid om te zijn wie ze zijiv
ir op het doek. Zijn film heeft de
se maar doeltreffende
ichalanche die herinnërt aan het
ite wat de 'nouvelle vague' ooit
2d, en wij worden er bij zijn
lerpe observatie ons duidelijk
wust van dat hij een van de makers
van het filmpje 'Nice Time', dat
als een van de opvallendste
rtbrengselen van de Engelse 'Free
ema'-beweging uitkwam.
ee mannen willen de salamander
jpen, hetgeen betekent: be-grijpen.
rre is een journalist die bezig is
t een reportagereeks over zijn
ente reis naar Brazilië, maar die
financiële nood tezelfdertijd
lepteert om een soort televisie-
umentaire te maken over een 'faits
ers' van enkele jaren geleden, nl.
aanslag die het meisje Rosemunde
leegd zou hebben op haar oom, bij
zij inwoonde. Rosemundes lezing
een totaal andere, nl. dat haar
i, die bezeten is van zijn
nstgeweer en dat minstens eenmaal
dag uit elkaar neemt en
oonmaakt, per ongeluk zichzelf in
schouder geschoten heeft. Het
geval is altijd duister gebleven en tot
een rechtszaak is het nooit gekomen.
Pierre, die nog midden in zijn
reportagereeks zit, roept de hulp in
van zijn vriend Paul, een schrijver.
Maar hun werkwijze is, in
overeenstemming met hun
verschillende geaardheid, volkomen
anders. Pierre doet overal navraag om
het meisje Rosemunde te zoeken. Zij
is na de hele affaire aan het toezicht
van de oom ontsnapt en leeft nu een
zogenaamd onafhankelijk leven, dat in
feite niet meer dan een grillige
opeenvolging van vervelende en erg
geestdodende baantjes is. Onze eerste
confrontatie met haar is een zeer
lang, statisch shot als ze achter een
machine staat die worst draait
Behalve dom en saai heeft het ook
nog, satirisch, een sexuele implicatie
net als het werk dat ze later als
verkoopster in een schoenenzaak doet
nl. het passen van mannevoeten in
telkens weer nieuwe schoenen. Juist
die implicaties maken de
vervreemdende effecten van het werk
dat Rosemunde gedwongen is te doen,
zo sterk en onontkoombaar.
Paul, de schrijver, is er niet op uit om
zoals Pierre, gewapend met tape
recorder en fototoestel, de
werkelijkheid exact te achterhalen.
Hij werkt vanuit de verbeelding, en
het vreemde is, dat hij, uitgaande van
het enige dat hij van haar weet
haar naam een beeld van haar en
haar afkomst ontwerpt, dat later
grotendeels met de werkelijkheid
blijkt overeen te stemmen. Maar zijn
evocatie van een fictieve Rosamunde
valt op een gegeven moment volledig
in elkaar, als hij de echte Rosamunde
in Pierres bed aantreft, waar zij
zichzelf heel speels maar ook heel
hardnekkig naartoe gemanoeuvreerd
heeftEn ook Paul 'valt' voor de
werkelijkheid, al is zijn verbeelding
erdoor onmogelijk gemaakt.
Een bezoek dat ze samen met
Rosamunde aan haar geboortestreek
brengen om haar beter te leren
'kennen', levert niets meer op dan
een kliemerig weekend in het
ongezellige dorpshotel, waar ze het
laatste beetje voorschot voor hun
documentaire opmaken. Hun pogingen
Want 'La Salamandre' is een film die
tragisch en komisch is, die de
raadselachtigheid van het erg mooie
meisje Rbsamunde weet te verbinden.'
met een hevige kritiek op een
maatschappij die mensen, al
geconditioneerd door milieu en
afkomst, tot een bestaan van saai en
uitzichtsloos werk en ze eenvoudig -
het zicht op 'vrijheid' ontzegt of
ontneemt Rosamundes aanslag op de-
bevoogdende oom is in feite het
verzet tegen die
maatschappijstructuur, zoals Paul
haar tegen het einde van de film
tracht duidelijk te maken. Zij heeft
voor zijn opmerking alleen een -»
sceptische en ongeïnteresseerde blik i
over, waarschijnlijk omdat zij zulke -
'ondergrondse' dingen niet doorziet
Maar bewust of onbewust 'leeft* zij
het verzet Haar aanvankelijke
stugheid, haar dikwijls somber
starend en gesloten gezicht dat op
een ander moment opeens in een
glimlach kan openbloeien, haar
solitair zich uitleven bij de
popmuziek van haar grammofoon
het zijn even zo vele uitingen van het
verzet dat ergens smeult en
onverwachts is losgebroken, dat ene
moment in het verleden. Typerend is
ook haar voorkeur voor een zwembad,
waar ze a-h.w. alle stof van de haar -
opgedwongen werkelijkheid van zich
afspoelt. 'La Salamandre' doet in
verschillende opzichten denken aan
Jean Eustaches 'La maman et la
putain', een film die ik tot mijn spijt
niet in deze rubriek besproken heb.
Ook daar de herinnering aan de
'nouvelle vague'-teohniek, ook daar
een epos van de menselijke misère,
ook daar het genadeloos uitbenen van
een relatie tussen drie mensen, ook
daar de fabuleuze regie die mensen
op het filmdoek vrij 'zichzelf laat
zijn, en ook daar de glimlach en de
humor om een situatie zonder
perspectief.
Het is tekenend en veelbetekenend
dat beide films niet in Holland te
zien zouden zijn geweest als er geen
filmhuizen als het Amsterdamse 'The
Movies' zouden bestaan. De gewone
bioscoop zag er geen 'brood' in. En
dat is wèl treurig
Hoewel Peter Schat bepaald geen
fcestcomponist genoemd kan worden,
kreeg hij toch de meeste bekendheid
met stukken, die, al dan niet in
opdracht gecomponeerd, tijdens
diverse Holland Festivals ln première
gingen. In 1966 was dat 'Labyrinth'
kwam ccn collectieve muziek-
theaterproduktie tegen het
Amerikaanse Imperialisme:
•Reconstructie', waaraan naast Schat
meewerkten de componisten Louis
Andriessen, Reinbert de Leeuw, Jan
van Vlijmen en Mlsja Mengelberg. ZIJ
zijn nu allen, op Mengelberg na, als
docent verbonden aan het Koninklijk
Conservatorium voor muziek in Den
Haag. Werken als To you' (1972),
waarvan hij gisteren de Matthijs
Vermeulenprijs kreeg uitgereikt, en
Scène uil 'De Salamander
om de salamander te grijpen, lopen
op niets uit, het is duidelijk dat de
salamander hen tussen de vingers
doorglipt. Toch geeft ze heel aan het
eind plotseling, heel onverwachts en
achteloos, haar 'geheim' bloot door de
bekentenis dat zij het inderdaad was
die op haar oom geschoten heeft. De
toeschouwer heeft in het allereerste
begin van de film dat schot ook zien
en horen vallen, zonder nochtans
zeker te kunnen zijn van wat er nu
precies gebeurd is. En men heeft niet
het gevoel, dat men na Rosamundes
bekentenis nu werkelijk zeker kan
zijn van de échte toedracht. De
salamander blijft ongrijpbaar het
wordt duidelijk dat ze binnen
afzienbare tijd uit ons gezicht, en dat
van de twee vrienden, verdwenen zal
zijn. Maar ze is in al haar
raadselachtigheid en grilligheid zo
levend en fascinerend geworden, dat
we haar maar met moeite 'loslaten',
zoals de. vrienden en tenslotte ook de
camera, haar moeten loslaten, in die
prachtige slotbeelden waarin
Rosamunde voor de zoveelste keer
'ontsnapt' aan haar baantje met
een lach van bevrijding op straat
loopt tussen de duffe menigte die in
het grauwe Gcnève haar
decemberinkopen doet. De camera
vclgt haar in close-up maar met een,
voor dit type opname zeer
ongebruikelijke, vertraging, die
eenvoudig geweldig emotionerend
werkt
Men merkt trouwens voortdurend,
welk een geweldig filmisch elan er
achter Tanners film zit. Op velerlei
niveau trouwens. De wijze waarop hij
de tramscène monteert, getuigt van
een humoristisch vermogen van grote
allure. Pierre en Paul voeren een
kleine revolutie op in de tram: Paul
speelt een uitbundige gastarbeider,
Pierre een onmiskenbaar racistische
Zwitserse burger die een hele stampij
in de tram maakt. Terwijl de
waanzinnige monoloog van Pierre
doorgaat, staat de camera opeens op
grote afstand de tram te observeren
die net een brug passeert, en het is
geweldig om te merken, hoe die door
niets gerechtvaardigde
afstandelijkheid de humoristische
impact van de scène versterkt en
afrondt. Zijn beeldvorming is
eigenlijk overal boeiend, of hij nu in
interieurs dan wel buiten werkt Zijn
film in zwart-wit is, in
overeenstemming met de grijsheid
van het menselijk bestaan: niet voor
niets speelt hij in een kille,
regenachtige decembermaand, en ziet
hij bewust af van alle toeristisch
'schoon' bij de autotocht naar
Rosamundes geboorteplaats, ergens in
een mistig bergdal.
De verhaalstijl is eigenlijk heel
opdringerig. Er worden situaties
opgebouwd, die middenin worden
afgebroken of hooguit 'aangevuld'
door de ironische commentaarstem
die in de stijl-Truffaut soms de
handeling begeleidt. Allerlei gewekte
verwachtingen worden niet
gehonoreerd terwijl anderzijds het
beeld juist weer heel alert reageert
op een bepaald gebeuren, zoals de
opname waarin Paul met zijn
dochtertje op het station een trein
ziet voorbijkomen en de camera
inzoomt op het gezicht van het
dochtertje: direct visueel commentaar
op het citaat dat Pauls vrouw even
tevoren uit Heöne heeft voorgelezen
en dat gaat over het verlangen naar
de nieuwe mens die werkelijk 'vrij'
zal zijn. Zo is de hierboven
aangeduide tramscène ook een directe,
spontane reactie op de even tevoren
genoemde vergelijking van de twee
vrienden met het komische duo
Laurel en Hardy.
Tanners film heeft een spontane, niet
geprearrangeerde 'beweging* —en
juist daardoor werd het mogelijk om
zoveel verschillende aspecten binnen
het raam van deze film te vangen.
DOOR R. N. DEGENS
'Het vijfde seizoen' (1973) zijn enkele
recente voorbeelden van Schats
politlek-geëngagccrde protestkunst.