'T JOODSE
VOLK IN
DE EERSTE
EEUW
We gaan nu over naar een tamelijk werelds muziekje
Vandaag
Trouw
Kwartet
Beroepingswei
Waldenzen viert
800-jarig bestaan
Dr. H. M. Kuiter!
ZONDER GELOOF
VAART NIEMAND WEL
TROUW/KWARTET ZATERDAG 16 MAART 1974
KERK.
gekomen over de lotgevallen van de
Maccabese vorsten, of over het beleg
van de bergvesting Masada, die eerst
drie jaar na de verwoesting van Jeru
zalem aan de Romeinen in handen
viel, of over de invloed van Sadducee
ën en Essenen, als we uitsluitend aan
gewezen waren op de boeken die dank
zij het Farlzese jodendom bewaard
zijn gebleven.
In de periode na de tweede wereld-
doorlog is er aanzienlijke aanvulling
gekomen van het tot dan toe bekende
materiaal. De vondst van de Dode-Zee
rollen in grotten in de omgeving van
Qumran, en die van de gnostieke
handschriften van Nag-Hammadi
Egypte heeft een zodanige omvang dat
de verwerking van de gegevens nog
slechts voor een deel is geschied.
Daarnaast leverden ook nieuwe opgra
vingen op allerlei plaatsen in Israël
en daarbuiten verrassende resultaten
op. Als gevolg van deze ontdekkingen
weten we nu meer van de joodse
mystiek en toekomst venvachting, en
van het bestaan van andere tempels
naast die te Jeruzalem.
Hoe dienen deze nieuwe feiten te
worden gewaardeerd en tot welke wij
zigingen in het totaalbeeld van de
godsdienstige verhoudingen in de eer
ste eeuwen zal dit alles kunnen lei
den? Tegen de achtergrond van deze
vragen moet de activiteit van de des
kundigen uit joodse en christelijke
kring worden geplaatst Deze werd nu
bekroond met de publikatie van het
eerste deel van de met een Latijnse
naam aangeduide reeks: Compendia
Rerum Iudaicarum ad Novum Testa-
mentum.
UITSTEKEND
door prof. dr. H. Mulder
Ongeveer tien jaar geleden werd een commissie sa
mengesteld van geleerden die tot een van de chris
telijke kerken of tot het joodse volk behoorden. Deze
groep zou moeten nagaan of er mogelijkheden wa
ren tot uitgave van een groot opgezet standaardwerk
waarin zoveel mogelijk alle aspecten van de verhou
ding tussen Jodendom en Christendom in de eerste
twee eeuwen zouden worden beschreven.
Prof. dr. M. de Jonge uit Leiden met het eerste nu verschenen deel
van de serie.
In het voorjaar van 1967 had het pro
ject op papier zulk een vorm gekre
gen dat het gewenst werd geacht een
aantal deskundigen in een conferen
tieoord bijeen te brengen om de plan
nen in gemeenschappelijk overleg uit
te werken en de taken te verdelen.
De ontmoeting vond plaats in de
Hoorneboeg te Hilversum en had het
beoogde resultaat. In principe werd
men het eens over een uitgave in tien
delen, verdeeld over vijf groepen van
twee- De financiering van de kostbare
onderneming kwam rond. Vele parti
culieren en instellingen bleken bereid
steun te verlenen om de uitgave mo
gelijk te maken en de kostprijs van
de afzonderlijke delen binnen redelij
ke perken te houden. Het grote werk
kon dus beginnen.
Enkele weken geleden kwam het eer
ste deel van de pers. Hoewel het een
wetenschappelijk werk moet worden
genoemd en de publicatie in het En
gels plaats vond, werd het toch aan
een groot publiek in Nederland gepre
senteerd. Het meest bekeken NOS-
journaal, dat van 8 uur 's avonds, gaf
beelden van het eerste exemplaar.
Prof. M. de Jonge uit Leiden, één van
de hoofdredacteuren, maakte een paar
kernachtige opmerkingen en toonde
het boek aan de kijkers. Als de redac
tie van de televisiejournaal de uitgave
van zoveel belang acht, mag een dag
blad op pagina 2 er ook wel iets meer
dan normale aandacht aan besteden.
Lange tijd is het Jodendom in de eer
ste eeuw in sterke mate verenzelvigd
met de partij van de farizeeën- In
hoever andere groepen een rol van
betekenis konden hebben vervuld in
het joodse leven werd niet helemaal
duidelijk. Dat dit beeld kon blijven
voortbestaan lag in zekere zin voor de
hand. De Farizeeën zijn de enigen ge
weest die zonder al te veel kleer
scheuren uit de oorlog die eindigde
met de verwoesting van Jeruzalem
in 70 na Chr. te voorschijn zijn geko
men. Hun gelederen waren ook het
minst gedund. Zij konden aan het
volk een gesloten systeem van wetsbe-
trachting voorhouden, dat ook na het
wegvallen van het tempelritueel voor
uitvoering in aanmerking kwam. Alle
andere partijen werden na de ver
schrikkelijke catastrofe over land en
leven naar de achtergrond gedrongen
of verdwenen helemaal.
De rol van de Herodessen bleek uitge
speeld. Enkele nakomelingen van dit
vorstenhuis konden zich tot het einde
van de eerste eeuw handhaven in de
randgebieden van het joodse land.
maar ze staken geen vinger uit voor
de joden die hun steden en dorpen in
vlammen hadden zien opgaan. De Es
senen, die allang met de volksgemeen
schap hadden gebroken, hielden op te
bestaan als groep- De Romeinse legers
wisten hen in hun geïsoleerde neder
zettingen bij de Dode Zee te vinden
en verwoestten deze ondanks heldhaf
tig verzet.
De Sadduceeën zullen wel niet tot de
laatste man zijn uitgemoord, zoals
misschien met de Essenen gebeurde,
maar ze kregen door de tempelbrand
wel de genadeslag. Tot deze partij be
hoorden de priesterlijke families. Een
goot deel ervan zag zich na het op
houden van de dienst in de tempel
van alle -inkomsten beroofd. Een an
der deel, dat juist in de onmiddellijke
omgeving van Jeruzalem uitgestrekte
landerijen had weten te verwerven,
werd door de confiscatie van deze be
zittingen tot de bedelstaf gebracht.
Als partij moeten de Sadduceeën na
de joodse oorlog alle invloed verloren
hebben.
STRIJD
Aangezien de Farizeeën met de mees
te van de genoemde partijen voortdu
rend in een strijd op leven en dood
gewikkeld waren geweest, werd in de
latere geschriften van de rabbijnen
nagenoeg alle informatie over omvang
en activiteiten van deze groepen syste
matisch genegeerd of onderdrukt. Ze
hadden afgedaan en daarmee uit! We
zouden vrijwel niets aan de weet zijn
Dit boek bevat een aantal uitstekende
bijdragen met gegevens waar men el
ders lang naar zal moeten zoeken. Na
tuurlijk mocht men na zulk een gron
dige voorbereiding nauwelijks anders
verwachten en daarom lijkt het een
wat overbodige opmerking. Ik meen
deze toch voorop te moeten laten
gaan omdat ik daarnaast ook kritiek
heb inzake afzet en uitwerking-
Allereerst over de literatuuropgaven,
bij een werk als dit een belangrijk
onderdeel. Soms wordt de lijst van
boeken gegeven in alfabetische vol
gorde naar de namen van de schrij
vers, in andere gevallen in chronolo
gische volgorde naar het jaar van ver
schijning van het boek. Bovendien
blijkt dat joodse auteurs minder goed
bekend zijn met publicaties van chris
telijke auteurs. De bibliografie over
de aardrijkskunde van Palestina is te
beknopt. Zo ontbreken boeken die D.
Baly schreef na een jarenlang verblijf
in het nabije oosten. Toen ik hem tij
dens ons verblijf in Beiroet enkele ma
len ontmoette was hij als steeds ruste
loos bezig nieuw materiaal te verza
melen. Hij schreef o.a.: The Geo
graphy of the Bible, 1957 en: A. geo
graphical Companion of the Bible,
1963- Het laatste boek werd ook in
het Duits vertaald: Geographischer
Handbuch zur Bibel, 1966. Aan de li
teratuuropgaven mag de redactie wel
extra aandacht besteden bij de voor
bereiding van de volgende delen.
PROF. DE JONGE
Vervolgens: de verdeling van de arti
kelen tussen joodse en christelijke au
teurs. In dit eerste deel komt slechts
één bijdrage voor van een christelijke
auteur, nl. van prof. M. de Jonge. Het
is een stuk van ruim vijf bladzijden,
onderdeel van een groter artikel over
de 'bronnen'. Op een boek van 560
bladzijden betekent dat een inbreng
van één procent! Ik weet niet hoe die
verdeling er voor de volgende delen
uit ziet. Men kan slechts hopen dat er
dan een meer evenredige vertegen
woordiging zal zijn-
Prof. de Jonge geeft aan in hoever de
boeken van het Nieuwe Testament
van betekenis zijn voor het kennen
van de geschiedenis van het joodse
volk in de eerste eeuw. Hij gaat er
daarbij zonder meer van uit, dat alle
evangeliën geschreven werden na het
jaar 70. Hoewel hij toestemt dat het
niet gemakkelijk is deze boeken te da
teren meent hij toch te mogen zeggen
dat Marcus geschreven werd om
streeks 70, Mattheüs en Marcus tien
tot twintig jaar later en Johannes te
gen het einde van de eerste eeuw.
Het is natuurlijk het goed recht van
prof. De Jonge te kiezen voor een late
datering met alle consequenties die
daaraan verbonden zijn. Het komt me
echter voor dat in een encyclopedisch
werk als dit zulk een voorkeur niet
dient te worden uitgesproken. Eén de
zer dagen raadpleegde ik voor iets an
ders het: 'Handbook to the Bible', en
vond daarin ook de opmerking dat de
evangeliën moeilijk te dateren zijn.
'Wat we kunnen zeggen', zo verklaar
de de auteur, 'is dat ze tussen de vijfti
ger jaren en het einde van de eerste
eeuw werden geschreven. Dat lijkt me
een betere formulering dan de keus
van prof. De Jonge- Niemand denke
dat ik een of ander ouderwets boek
ter hand nam. Integendeel, het ge
noemde boek is splinternieuw, het
verscheen in oktober 1973!
TELEURSTELLING
Ik schrijf dit alles uit een gevoel van
een zekere teleurstelling. Een dag na
de aanbieding van dit boek was ik
's avonds op een bijeenkomst in de
hervormde kerkaan de Graanmarkt
te Brussel. Daar Sprak de heer H. van
Praag, voorzitter van het stichtingsbe
stuur voor de uitgave van^de Compen
dia. Hij vertelde opgetogen over dit
boek. Wie zou het hem kwalijk ne
men omdat er zoveel werk verzet was.
Maar hij voorspelde zijn protestantse
gehoor ook een aantal dingen, die mij
en anderen met ontsteltenis vervul
den. Hij verwachtte, dat deze nieuwe
aanpak een radicale omkeer in de ver
houding tussen Joden en christenen
zou te weeg brengen, zelfs dat de ca
non van het nieuwe testament er bin
nen vijftig jaar anders uit zou zien
dan nu! Nu is de heer Van Praag na
tuurlijk geen redacteur; hij zorgt als
voorzitter van de stichting voor het
geld. Maar ik vond het toch typerend,
dat deze mening naar voren kwam.
Daarom ben ik bij alle waardering
voor verschillende bijdragen wat gere
serveerd. Ik wacht met spanning af
hoe deze samenwerking zich verder
zal ontwikkelen.
Prof. dr. H. Mulder, buitengewoon
hoogleraar aan de protestantse theolo
gische faculteit te Brussel, bespreekt
het eerste deel van: Compendia Re-
rum Iudaicarum ad Novum Testamen-
tum: 'The Jewish People In the first
century I'. Uitg. Van Gorciun, Assen,
inleiding 24 pag., 540 pag., prijs 70,-.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Dagelijks bestuur: B. Bol, Den
Haag, dr. E. Bleumink, Paters-
wolde; mr. G. C. van Dam.
Nootdorp; W. A. Fibbe, Rot
terdam; J. Lanser, Utrecht;
drs. J. W. de Pous, Den Haag;
J. Smallenbroek, Wassenaai.
Overige leden van het alge
meen bestuur: K. Abma, Am
sterdam; H. A. de Boer, IJmui-
den; Th. Brouwer, Assen. mr.
dr. J. Donner, Den Haag, J.
van Eibergen, Schaarsbergen;
mr. K. van Houten, Wagemn-
gen; ds. O. T. Hylkema. Biit-
noven; Jac. Huijsen, Deitt;
mevrouw M. C. E. Klooster-
man-Fortgens, Voorschoten;
mevrouw J. G. Kraayeveid-
Wouters. Heerhugowaard;
prol. dr. G. N. Lammens.
Naarden; ds. F. H. Lands
man, Den Haag, H. de Mooij,
Rijnsburg; H. Ottevanger. Bui
tenpost; mr. dr. J. Ozlnga,
Lunteren; H. H. Wemmers.
Den Haag; drs. R. Zijlstra.
Oosterland (Zld.).
Directie:
Ing. O. Postma
F. Diemer
Hoofdredactie:
J. Tamminga
Hoofdkantoor B.V. De
Christelijke Pers, N.2.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020-22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69 73 60 768). Gem.giro
X 500.
door A. J. Klei
Eens, jaren geleden, moesten we
in de vastentijd voor de krant
naar een receptie en we keken
allemaal met een beetje leed
vermaak naar collega Frits. Die
was namelijk rooms en Frits,
die zich anders graag overgaf
aan de consumptieve kanten van
onze journalistieke bedrijvighe
den, zou nu de rondlopende
obers aan zich voorbij moeten
laten gaan.
Maar tot onze verbazing zat hij in
een volstrekt ontspannen houding in
te nemen. Mag je dat wel? vroegen
we. Frits grijnsde tevreden. Het
mag als het sociaal verkeer dat eist,
legde hij uit en stak weer een bit
terbal in z'n mond.
Hij vertelde verder dat zijn broers
en zussen nogal jaloers op hem wa
ren, want die hadden geen baan met
'sociaal verkeer' dat op een gegeven
moment' eist' dat je lekkere dingen
eet. Ja maar, wierpen wij tegen, het
sociale verkeer eist niks van je,
geen hond in de zaal merkt of jij
wel of niet een borrel of een hapje
neemt! Frits trok een gewichtig ge
zicht en verklaarde: ik vóel het als
een eis en dat telt ook volgens de
kerkelijke autoriteiten.
We knikten voldaan, want zo zag je
maar weer dat die roomsen er een
potje van maakten. Natuurlijk zou
je ook wel goeie roomsen hebben,
daar niet van, maar je kon in 't al
gemeen wel zeggen dat ze zich eerst
uitleven in het carnaval en daarna
de regels voor het vasten aan hun
stukgedanste laars lappen. Dan had
den wij het toch maar getroffen met
onze lijdensweken zonder voorschrif
ten en mèt de Mattheus Passion.
Aan die receptie moest ik terugden
ken toen ik de voorpagina zag van
het nummer van 2 maart van Over
weg, informatieblad voor het bisdom
Breda. Als illustratie bij een artikel
over de vraag: kunnen we nog spre
ken van een vastentijd? had de re
dactie een aantal vastenregels uit de
oude doos laten afdrukken. Dezelfde
als die nu bij dit verhaal staan.
Gek eigenlijk dat je daar nu minder
vreemd tegenaan kijkt dan je vroe
ger gedaan zou hebben. Je kon er
vroeger trouwens helemaal niet te
genaan kijken, want toen hielden de
roomsen hun boeken voor ons dicht
(en wij de onze voor hen). Maar in
middels hebben we heel wat beken-
tenis-lectuur onder ogen gekregen
TmIhHIhhiiIHi mr M lMni Mt.
1. Hel zatl geoorloofd zijn vleesch te eten, op de
Zondagen., Maandagen, Dinsdagen en Donderdagen,
uitgenomen Donderdag vóór den eersten Zondag inde
Vasten en Dinsdag en Donderdag in de Goede Week.
2. Op Zondagen zal het toegelaten zijn meermalen
vleesch te eten, maar op de andere dagen van de Vasten
slechts eens daags.
3. Nooit zal men visch en vleesch bij denzelfden
maaltijd mogen gebruiken.
4. Ook wordt toegelaten, meermalen op iénen dag
gesmolten vet in plaats van boter, te gebruiken, van
den eersten Zondag van de Vasten tot Dinsdag in
de Goede Week, wederzijds ingesloten, op al de dagen,
uitgenomen de Vrijdagen, Zaterdagen en den Quater
temper- Woensdag.
b. Het gebruik van snivel en eieren wordt toegelaten,
alle dagen, do Goede Vrijdag alléén uitgenomen.
6. Diegenen, welke vleesch gebruiken, moeten op al
de dagen, waarop zij vleesch gebruikt zullen hebben,
bidden teven Otute Vaders en teven Weee gegroeten
met éénmaal de twaalf artikelen des geloo/s, of, om
trent Pascben, eens eene aalmoes naar hun vermogen,
doch welke niet minder dan van tien centen zal zijn,
voor het Biadom offeren in de Zuivelbus.
7. Die, welke euivel of eieren of vet, of alle drie
te zamen zullen gebruikt hebben, moeten alle dagen van
de Vasten bidden vijf Oute Vaders en vijf Wees
gegroeten, of eens, omtrent Paschen, voor het Bisdom,
vijf centen offeren in de Zuivelbus. Op de dagen dat
men vleesch gebruikt, volstaat men echter, mede voor
het snivel, met het bidden der voor hot gebruik van
vleesch voorgeschreven gebeden.
Godfried Bomans
Ton van Duinhoven
van roomsen, die hun rijk rooms
verleden van zich af moesten schrij
ven. Het was bij mij tenminste zo
dat ik, nadat ik de 'Vastendispensa-
tiën voor het bisdom Breda' beke
ken had. zonder dralen 'In de kou'
van Godfried Bomans en Michel van
der Plas uit m'n boekenkast haalde
om de volgende passage op te slaan
(Bomans is aan het woord):
Bij ons vastten ook de kinderen, en
het ontbijt heette niet meer ontbijt
maar collatie, dat was dan één bo
terham met niets erop, en een kop
thee zonder suiker en melk. En dan
had je de lunch, die had ook een
naam, maar dat weet ik niet meer,
en daar kwam dikwijls een weeg
schaaltje bij te pas: mijn moeder
woog dat af. De bedoeling was, dat
men niet over een bepaald 'kwan
tum' ging, ik herinner me dat woord
nog precies, het werd veel gebruikt.
In twijfelgevallen werd de pastoor
opgebeld en die riep dan royaal
door de telefoon: maar natuurlijk
mag dat, gaan jullie je gang maar,
geen gedonderjaag, want dat was
een ruime franciscaan. Nu hadden
mijn broers en vooral mijn zusje
daar nog hun particuliere hoog
standjes bij, zoals: niet fietsen, niet
knikkeren, niet lezen. Niet snoepen
door de week was gewoon gecodifi
ceerd, geen sterveling nam dan een
koekje, het werd hem trouwens ook
niet aangeboden, maar ook 's zon
dags 'nee, dank u wel' zeggen, met
een zachte glimlach, dót was weer
een eigen nummertje, want dat hoef
de niet.
Dat is verleden tijd. Roomsen heb
ben wel andere dingen aan hun
hoofd van preciese vastenvoorschrif-
ten en nog preciesere voorschriften
om er van af te komen. Protestan
ten hebben het carnaval 'geplaatst'
en je verneemt ook geen onderling
krakeel meer, zoals verwijten over
goede vrijdag-romantiek aan 't adres
van mensen die op deze dag avond
maal vierden.
We zijn wel in de wereld, maar niet
van de wereld. Dit werd ons vroeger
vaker dan tegenwoordig voorgehou
den. 't Is ook moeilijker waar te ma
ken. Oók verleden tijd is namelijk
dat je je gezicht liet zien door be
paalde dingen na te laten, vooral op
het gebied van vermaak. Nu komt
het aan op wat je dóet en waarom
je het doet. Enfin, daar zijn prachti
ge referaten over gehouden en ze
zullen stellig ook nog gehouden
worden. Maar ik ontdekte onlangs
dat kerkmensen, ook al vallen ze
niet meer op door soberheid in de
vastentijd of door discussies daaro
ver, veel minder 'van de wereld'
zijn dan bezorgde referenten menen.
En als kerkmensen zelf geen nadruk
willen leggen op hun vreemdeling
schap dan doet 'de wereld' dat wel.
Aldus overdacht ik bij een uitzen
ding op Hilversum 3. Ton van Duin
hoven telefoneerde met een her
vormde dame in Enschede, het ging
over diaken of ouderling worden en
het was een leuk gesprekje. Na af
loop moest er weer een plaatje ge
draald worden. Ton van Duinhoven
kondigde dat aan op een manier
waarbij je hem om zo te zeggen
hóórde tobben: misschien verwacht
co iemand nu wel een psalm of zo
iets, ik weet het nietEn op
enigszins bezorgde en tegelijk harte
lijke toon sprak hij toen: "We gaan
nu over naar een tamelijk werelds
muziekje'.
Kijk, dat zijn, om met Paul van
Vliet te spreken, mooie dingen voor
de (kerk) men sen. En nu we het
toch over mooie dingen hebben, het
volgende. Kort geleden schreef ik
hoe tuk veel dominees op hun (aan
spreek) titel zijn. Een met mij mee
voelende lezeres stuurt me een kerk-
blaadje uit het hoge noorden des
lands, waarin een aanstaand domi
neesechtpaar, duidelijk hunkerend
naar de dag waarop ze 'ds. en mevr.'
zijn, artikeltjes ondertekent met:
'men. en mevr'.
HEILIGE GROND
Er heeft een Godsverschijning p;:
gevonden in het leven van Mozt< rrT
de struik die in vlam staat en I1
verbrandt komt God tot hem. ijn
Mozes deze totaal van het ganr |ga
afwijkende zaak wil bekijken V
hij geroepen. Mozes, Mozes, zegt
Een teken van Gods liefde en bei
diging, zo verklaren joodse uitleg ,k
deze verdubbeling van de naam.
zes mag geen stap verder en hij
zijn sandalen uitdoen. De plaats v
op hij staat is heilige grond dj
hoeft niet te betekenen dat hie
eerder een heiligdom was. God ,1
schijnt, waar God verschijnt is
stuk werkelijkheid apart gezet, i
scheiden van al het andere, he
heilige grond. Daarom moet Mozei
sandalen uitdoen, waarschijnlijk
dat ze van leer zijn en leer, afkon
van dode dieren, verontreinigt. iej
doet ons alles wat vreemd aan. fn
zijn hier werkelijk in een ani
wereld, waaruit we niet naar ei t.
believen het een wel en het ani
niet kunnen overnemen. We kuj
bv. niet doen alsof de kerk ook
ge grond is en wel onze scho?
aanhouden. We kunnen wel naar
diepere boodschap luisteren. God
ons vreemd. Hij »is de Andere, d«
ons leven gekomen is. Waar Hij fa
daar is iets bijzonders aan de h
Daar is het heilige. Hij komt in
leven, dat mag niet vergeten won
in onze werkelijkheid. Dat hebbea
wel eens over 't hoofd gezien,
heil hing dan boven ons te zwei
Nee, het is hier en nu, bij ons,
onze mond en in de mond van
naaste. Maar het is wel het heil
God, waar onze werkelijkheid i
aangedaan wordt Het is het hei:
het unieke dat ons overkomt als
God ons roept in onze werkelijk!)
ons aanspreekt en richting en i
wijst en voorgaat naar zijn toekoi
Dat is de heilige grond. Dus on
waar Hij ons tegemoet komt, i
spreekt. Heilige grond en heilige I
En dat zouden we vandaag wel t
vergeten kunnen zijn. (Exodus 3,
5).
NED HERV KERK
Beroepen te Amsterdan-West: G. P
te Arnemuiden; te Zoetermeer: A.
Buuren pred. voor bijz. werkz. (len
godsdienst Rijnlands Lyceum) te
senaar; te Hillegom: W. van Brufj
te Arnhem.
GEREF KERKEN
Beroepen te Oostkapelle: H. J. i
Dalen te 2e Exloërmond; te Staph®
kand. Verhoog te Schoonhoven.
Beroepbaar J. Blok, IJweg
Hoofddorp.
GEREF GEMEENTEN
Beroepen te Leerdam: A. Hofman
Scheveningen; te Dinteloord: Chr.
d. Poel te Yerseke; te Zoetermi
(zendingspred.) C. G. Vreugdetl
(kand.) aldaar.
Bedankt voor Aalburg: R. Boogaard
Leiden; voor Apeldoorn: A. Bregn
te Rijssen; voor Nieuwerkerk (Z1
P. Blok te Driksland.
CHR GEREF KERKEN
Bedankt voor Zwijndrecht: B. v
Smeden te Amersfoort
VRIJE EVANG. GEMEENTEN
Beroepen te Amsterdam-West: J,
Ullersma, laatstelijk missjpred. te 1
ramaribo, thans wonende te Laren
TORRE PELLICE De waldenzi
kerk in Italië gaat dit jaar haar ac!
honderdjarig bestaan vieren.
Van 25 tot 28 april wordt een histB
sche reis langs waldenzenplaatsen j
organiseerd. Op 7 juli wordt in To:
Pellice, bekend waldenzencentru
het vernieuwde historische musec
der waldenzen heropend en van 151
18 augustus vinden herdenkingsfó
viteiten plaats. De leiding van
kerk wilde jubileumviering aangr
pen als een gelegenheid voor b«
ning en aandacht voor de kerk rc
vandaag, voor haar getuigenis in i
wereld van deze tijd.
De waldenzen-beweging gaat terug
de Franse koopman Petrus Valdèsi
Lyon. Eenmaal bekeerd tot een len
van apostolische armoede, gaf hij 1
terlijk gevolg aan het woord n
Christus tot de rijke jongeling *Vi
koop wat gij hebt, geef het aan
armen en volg Mij.' Zijn volgeling!
de 'armen van Lyon', trokken volgt
Lucas 10 twee aan twee predikend 1
land door. Het Lateraans concilie
1179 veroordeelde zijn beweging
toen Valdès een preekverbod o«
trad. werd hij in 1185 geëxcommb
ceerd.
De waldenzen, die zich aanvankefl
verbreidden door geheel midden
west-Europa, maar later een toevlui
vonden in de naar hen genoemde
len in Noord-Italië, zijn tot in dei
ventiende eeuw telkens weer fel vr
volgd. In 1532 sloten zij zich bij
Reformatie aan. Him kerk telt tl»
circa 70.000 leden.
ADVERTENTIE)
nu in de boekhandel
een plaatsbepaling
van christendom en kerk
110 bladzijden, paperback 8,98
UITGAVE VAN TEN HAVE