'Help, de dokter vol dorpshumor FILMPREMIÈRES VAN DEZE WEEK Film International III 'De zaak Mattei': voor kenners 'Alle Turken heten Ali'; waarom niet in gewone bioscoop? 1 Conscience's tijd terug in De Loteling De Uitbrekers: John Hustons laatste film TROUW/tttVARITBT VRIJDAG 1 MAART 1974 BINNENLAND T9/K15 Een uitgave van Elsevier Gieren kennen geen genade John Wayne voelt zich nog altijd ge roepen zijn dikke lichaam in het za del te hijsen teneinde het vaandel van 'rust en orde' in het Wilde Westen des te glorieuzer te kunnen ontplooi en. In Cahill oftewel 'Gieren kennen geen Genade is hij de wetsgetrouwe vader van twee zonen die (o, schrik!) aan een bankroof meedoen, 't Zijn nog erg jonge knaapjes (zeventien en twaalf) en echt slecht zijn ze ook niet, maar ja, toch worden vier on- schuldigen bijna voor hun misdaad gehangen. Enfin, alles keert zich ten goede dank zij het ingrijpen van Va der, die geen zelfverheerlijkend cliché te hoog gaat Als daarbij geen doden vielen zou aan het genre geen recht wrrden gedaan. Regisseur-routinier Andrew V. McLaglen heeft het in de geijkte vorm geperst. W. W.-B. Amsterdam-Luxor, 14 jr. Abstracte filmpjes in het Filmmuseum Dat Walter Ungerer met de beeldende kunst begonnen is, valt zijn filmpjes, die tezamen de cyclus 'Oobieland' vor men. wel aan te zien. 't Gaat over een geheimzinnig land dat op diverse ma nieren wordt verkend; door een on derzoek van de poorten, door een in- tervieuw met de prinses van Oobie land en door een bezoek aan het land dat er dan plotseling niet meer is. Ook dat weten we alleen uit de pers- folder. want Oobieland is een van de drie films waaruit iedereen aan asso ciaties en ondertonen haalt wat van zijn gading is. Er zitten mooie, myste rieuze beelden in die bij sommigen zullen aanslaan, bij anderen niet. Ver der kun je er eigenlijk geen zinnig woord over zeggen. Filmmuseum Amsterdam, woensdag 6 maart W.W.-B. Daddy De film 'Daddy* van Peter Whitehead Is door de filmkeuring integraal afge keurd en zal door Film International in besloten voorstellingen worden ver toond. Nu kan men zich met recht en rede afvragen of het wel door de beu gel kan volwassen mensen voor te schrijven wat ze wel en wat ze niet mogen zien, maar om de film zelf zal ik geen traan laten. Hij is gemaakt in nauwe samenwerking met de schilder es en beeldhouwster Niki de Saint Phalle (zij speelt ook de hoofdrol) en het is er wel aan af te zien, dat ze de laatste tijd geen aardige Nana's meer maakt maar monsters, 'Verslindende Moeders' geheten. Als het een vrou wen-emancipatiefilm moet verbeelden doet hij de emancipatie geen goed. De santekraam van de sexuele randver- tueuze lesbische dromen, de hele die middelen zijn: sadistische inces- middelen van de troon gestoten. En meisjes verkracht, wordt met alle afgrijselijke vaderfiguur, die kleine schijnselen. Niki de Saint Phalle en regisseur Peter Whitehead hebben ter in- en uitleiding van de film flink wat pretentieuze bla-bla geschreven, maar als de vrouwenmaatschappij er zo moet uitzien als Niki droomt ben ik al geweest. W.W.-B (ADVERTENTIE) Martine Bijl en Jules Croiset in 'Help, de dokter verzuipt'. Zigeunerinnen mogen zijn. Piet (Mounty) Bambergen maakt van de dikke verliefde aannemer een kos telijk komische figuur, grappig in al zijn doen en goed ingehouden bij de film aangepast. Leen Jongewaard, te klein voor zijn pet. is, met een mees terlijke bescheidenheid, de veldwach ter die met een zwaarmoedige ernst gebukt gaat onder zijn autoritaire taak. Lou Steenbergen, als de zwer ver, die telkens aan het bedienen toe is, maar door dokter dan nog even hier wordt gehouden, wil nogal eens overdrijven. Henny Alma is een door tastende priorin. Betsy Smeets het ba ronesje, Onno Molenkamp haar man, Fanny Winkeler de huishoudster, Ro- main Deconinck de 'zigeuner' die over de, goed musicerende, familie van Ta ta Mirando heerst. De temperament volle zigeunerscènes zijn Van der Heyde trouwens niet zo gelukt als de rustige dorpstafereeltjes. En die moe ten eigenlijk maar stuk voor stuk ge noten worden, om de humor, om het spel soms of om het sfeertje, waar dan de muziek van Rogier van Otter- loo nog aan meewerkt. Bert Huising Amsterdam Tuschinki, Den Haag - Passage, Corso, Rotterdam - Thalia, Utrecht - Vreeburg, Groningen - Pala ce, Nijmegen - Carolus, Heerlen - Ro- al, Arnhem - Rembrandt, Haarlem - Palace, Maastricht-Mabi, Deurne - Bio Vink, Tilburg - Midi. Hilversum - City, Casino, Amersfoort - Grand, Sneek - Amicitia, Leiden - Lido, Ven- lo - Scala, Den Bosch - Luxor, Alk maar - Cinema, Leeuwarden - Tivoll, Enschede - Alhambra, Eindhoven - Rembrandt, al.) 1) Toon Kortooms: Help! De Dokter Verzuipt, uitg. J. H. Gottmer, Haar lem. filmeditie, met foto's. Passiespel als uitgangspunt van speelfilm De Griekse cineast Konstantinos Aris- topoulos kwam met zijn film 'De Hoofdschedelplaats' onder de arm naar Rotterdam, omdat hij hem an ders waarschijnlijk het land niet uit zou hebben gekregen. En toch houdt 'De Hoofdschedelplaats' zich aller minst bezig met politieke propaganda, van Christus, maar dan van een zeer aardse Christus, ontdaan van alle mystiek en metafysica. De film valt in drie delen uiteen: in het begin worden de bewoners van Mani geïnterviewd en wat ze zeggen is vaak hartverscheurend; in het twee de deel spelen die dorpsbewoners het passiespel en daarna, vlak na de krui siging, keert de Christus-speler terug naar zijn gewone leven, naar zijn huis waar zijn vader sterft, naar zijn uit zichtloze werkzaamheden in de fa briek. Vooral door dat laatste deel wordt de intentie van de regisseur duidelijk: zijn Golgotha is niet alleen de plaats waar Christus stierf, het is de martelplaats van allen die werden geëxecuteerd, het is de plaats waar zijn land ten onder gaat. Een regisseur die een passiespel als uitgangspunt neemt voor zijn eerste lange speelfilm moet wel weten wat hij doet: vergelijkingen dringen zich cp, vooral met Pasolini. Maar in het aangezicht van deze grote houdt Aris- topoulos' film zijn eigen, unieke plaats stevig bezet. De Hoofdschedel- plaats is een film die doorwerkt, niet in het minst door de gloeiende gru wel van de beelden (cameraman Geor ge Arvanitis heeft daar natuurlijk het zijne toe bijgedragen). Een grote prestatie voor een debuterend regis seur. W. W.-B. 'La faute de l'abbé Mauret' Beroemd boek van Zola verfilmd Georges Franju is voor de meesten een naam zonder oeuvre gebleven, omdat zijn films of niet of erg lang geleden in Nederland werden ver toond. Film International wil hem nu eren door drie van zijn films te bren gen: l'Homme sans- visage' (als we reldpremière), 'Judez' en 'La Faute de l'Abbé Mouret'. Franju schijnt al in 1949 van plan te zijn geweest Zo- la's beroemde boek te verfilmen, maar het kwam er pas in 1971 van. Dit vorstverlet is de film wel aan te zien. Mooi gemaakt, daar niet van, vol be toverende beelden in een consequente stijl, maar wat je met het uitgebeelde aan moet in het jaar 1974 weet je niet zo goed. Want daar zijn: een pas toor die een gloeiende verering heeft opgevat voor Maria en zijn devotie, na felle koortsen, in vleselijke vorm overbrengt op een meisje in een para dijselijke tuin. Daar, bij de boom des levens, wordt de zonde begaan, prompt gevolgd door een verschrikke lijk onweer. De grimmige broeder Ar- changias staat met een stok bij het hek om ervoor te zorgen dat de zon daar er niet meer uit komt maar die komt er wel uit, verzaakt zijn ge liefde en keert terug tot het ambt. En het meisje? Dat brengt bossen en bos sen bloemen in haar kamer en sterft dan, verstikt door de zoete geuren. Nu ja, allegorie of niet, sprookje of niet, men moet wel even flink slikken om dat te kunnen pruimen. W.W.-B. Begrafenis in Berlijn Een Russische geleerde moet naar het Westen worden ontvoerd. Maar waarom blijkt de Russische geheime dienst daar aan mee te werken? Het optreden van dubbelagent Johnny Vulkan en een Israëlische spionne doet vermoeden dat er méér op het spel staat De man, die na een ademloze jacht door heel Europa de laatste stukjes van een gruwelijke puzzel in elkaar weet te passen, is laf, gemeen en kinderachtig, maar tegelijkertijd meedogenloos, gevoelig en slim. Zijn naam? Zomaar een agent van de Engelse Secret Service. De naam van de man, die Begrafenis in Berlijn schreef? Len Deighton, die als één van 's werelds beste levende schrijvers wordt beschouwd. Begrafenis in Berlijn, in 304 bladzijden voor 11,50 bij elke boekhandel. De dokter verdrinkt niet. Hij rijdt tewater met zijn autootje en wacht gelaten tot ze Item op de kant trekken. Hij hoeft niet eens help te roepen. Iets naars kon er gewoon niet gebeuren in het oubollig genoegelijke Brabantse dorpsleventje van vroeger, dat vol grapjes voortrolde. Nou ja, er ging een konijn dood. en een zwerver eindelijk. Dokters huis houdster viel in een mestschuit, en de wankele brug stortte tenslotte in zon der persoonlijke ongelukken. De baro nes zag er aardiger uit toen zij zich niet meer zo optutte, de nonnen kre gen zwemles, een mannetje vond on nodige dingen uit. er was een vergeef se processie voor die zwerver De aan nemer kreeg het zwaar te pakken van een zigeunermeisje, en dokter werd verliefd op de onderwijzeres. Daar zij geen betere minnars waren dan Dik Trom geweest zal zijn. wachtten zij tot het einde van de film op de eerste zoen. Die van het begin af aan al ze ker was. Zelfs medeminnaars ontbra ken. Het was geen dorp voor dramati sche spanningen. Alleen voor anekdo tes. Die komen uit het boek van Toon Kortooms'. veranderd, beknot, samen gevat, soms aangevuld, en enigszins gerangschikt naar het zwakke lijntje, Leen Jongewaard dokter verzuipt'. Film International III begint vanmiddag om drie uur met de openingsvoor stelling van Het Zomerverblijf, en zal in de nacht van zaterdag 9 maart eindigen met een slotfeest Dan zijn er, in het Venster, het Filmhuis en de Lantaren (ook 111 Antwerpen) meer dan vijftig voorstellingen geweest van meer dan dertig films, die hier nog niet werden vertoond en zonder Film International vermoedelijk ook niet vertoond zouden worden. Al zijn ze het waard. WIJ laten hieronder korte be oordelingen volgen van de films die op de eerste vier dagen te zien zullen zijn. dat Felix Thijssen er in zijn zoveelste scenario van 'Help, de dokter verzuipt' voor vond. Regisseur Nikolai van der Heyde heeft wel gevoel voor zulke dorps- schetsen met humor, en zijn camera man Jörgen Persson (die in Zweden met Bo Widerberg werkte) bewees in Angela al, dat hij een Nederlands landschap mooi kan verwerken. Al vonden zij niet alles (meer) in de Peel, de natuurdecors zijn schilderach tig en lief in de romantisch nostalgie- ke stemming, van altijd zomer zonder regen. De mensen fladderen daarin nogal onbestemd, en soms kominsch, maar wat rond, tafereeltje in tafereel tje uit. Jules Croiset is de innemend stoer doende, jongensachtige verlegen, en verstrooide, dokter. Martine Bijl is het mooi, zuivere, blonde onderwijze- resje, dat zo enig is met die enige in Help, de kinderen. Ward de Ravet is een aardi ge, bezige pastoor met wat ironische mensenkennis. Willeke van Ammel- rooy speelt de zigeunerin die, bij het baden, heel wat vrijmoediger is dan Veel blijft te raden in 'The last of Sheila' Sheila werd in 'The Last of Sheila' Ganja and Hess (Blood Couple) De Amerikaanse negers hebben al be wezen dat ze gangsterfilms kunnen maken en James Bond-films als de beste blanke, nu moest ook de griezel film geattaqueerd. Dat werd door Bill Gunn gedaan met veel pretentie in een soort onderkoelde edelkitsch-stijl, die mijn goesting niet is. Professor Hess is behept met de ziekte van een oude, uitgestorven neger-civilisatie, hij wil mensenbloed drinken. Zijn ge liefde, Ganja, trekt hij mee in het on geluk, maar tenslotte wordt hij door het kruis gered. Waarschijnlijk gaat zij dcor met haar lugubere praktij ken, want de volgende vrijer staat al te wachten voor de deur. Enfin, veel 'beautiful black', dat is wel het beste wat men er van kan zeggen. W. W.-B. Het Pest Theater Thomas Koerfer schreef, en regisseer de. een parabel over de directeur van een vlooienhteater, die zijn beestjes kwijtraakt in een wolk van insectici de, en dan, gedreven door enige duis tere machtige figuren, voorstellingen over de pest gaat spelen. Om mensen weer bang en klein te krijgen. Hij krijgt tenslotte zelf de pest. Koerfer heeft zich in die, zo goed als histori sche. plaat uitvoerig verdiept. Evenals in het epische theater van Brecht of het wrede van Artaud. Zozeer zelfs dat zijn belerende film grotendeels theater en literatuur bleef, met lange dialogen en beschouwingen. Al zitten er, in de kermissfeer van het vlooien theater, erf in een nagemaakte middel eeuwse pest-processie bijvoorbeeld, wel pakkende stukjes film in. Ook had hij in Francois Simon, Janine Weill, en anderen, wel boeiende ac teurs. Mijn grootste moeilijkheid was evenwel, dat Koerfer mij niet duide lijk maakte wat hij precies met dit al les wilde, behalve artistiek en somber diep doen. Casual Relations van Mark Rappaport leek mij een toevallige (casual) rela tie van een fotograaf met een filmca mera. Hij kreeg er maar niet genoeg van dat foto's ook kunnen bewegen. Hij maakte dus eindeloos lange, lege vervelende shots. Hij verbond ze, even toevallig, met drug- en dracula- effecten, en porno, die voor een deel werd afgekeurd, zonder verlies voor het geheel, want dat is al verknipt. Modieuze tendenzen in Schattenreiter De al jaren in Duitsland wonende en werkende George Moorse maakte met 'Lenz' een voor mijn gevoel indruk wekkende film. Zijn 'Schattenreiter* is wel aardig, maar mij te veel door spekt met modieuze tendenzen. Zijn melodramatische verhaal over een hoer en een handelsreiziger, die el kaar niet kunnen krijgen en daarom maar zelfmoord plegen, is gebaseerd op motieven van de laat-zeventiende eeuwse Japanner Chikamatsu Monzae- mon, maar Moorse heeft het gesitu eerd in het Duitsland van de jaren twintig en dat tijdperk dan nog weer eens zo vervreemd dat het bijna een niemandsland wordt. Zijn film zit vol mooie anecdotes en aandoenlijke scè netjes, het is 'n goed afgewerkt genre stukje, maar het raakt niets essen tieels, het loopt als koel water van je af. Zet hem naast zijn landgenoot Fass- binder (die hij graag wil na-ijveren) en hij valt onherroepelijk door de mand. W.B.-B. Franscesco Rosi is een filmregisseur die geen documentaires, maar studies maakt: Hij neemt een bepaalde figuur (Salvatore Giuliano) of een bepaalde situatie (La mani sulla citte) legt die door minitueus en conscentieus ontra- felingswerk open en slaagt er dan in niet alleen iets belangrijks te zeggen over de Maffia op Sicilië of over de corruptie bij de woningbouw, maar ook over Ita.iaanse structuren en Ita liaans leven. Nu waren zijn twee bo vengenoemde films, hoe specifiek Ita liaans ten dele ook, voor buitenlan ders wel invoelbaar. Ze mochten dan niet alle personen kennen en alle fij ne nuances begrijpen, het essentieële ontging hen niet. Met 'II Caso Mattei', ligt dat enigszins anders. De figuur van Enrico Mattei, de 'olieczaar', de machtigste Italiaan sinds keizer Au gustus', een self-made man die na de ontdekking van methaan in een Itali aans dorp in 1946 de Ente Nazionale Idrocarburi opriohtte en begon met de verovering van de oliemarkt, langs zeer on-orthodoxe wegen die het her ontdekken waarschijnlijk wel waard zijn, is voor zo'n Rosi-studie prachtig materiaal. Vooral gezien het feit dat deze Mattei in 1962 onder raadselach tige omstandigheden verongelukte in zijn privé-vliegtuig, tezamen met zijn piloot en de journalist McHale, die een coverstory voor Time-Life voorbe reidde. Als hij niet vermoord werd, dan waren er toch een heleboel men sen die hem dood wensten. De spoor- loze verdwijning van de journalist Mauro de Mauro, die in opdracht van Francesco Rosi Mattei's laatste uren probeerde te reconstrueren, maakt het mysterie compleet. Het is Rosi's bedoeling niet geweest het geheim op te helderen, hij toont alleen sporen, hij geeft wenken, maar het ongeluk is, dat men volkomen van 'de zaak Mattei' in het bijzonder en van Italië in het algemeen op de hoogte moet zijn om hem bij zijn zoektocht te kunnen volgen. Als men dat niet is raakt men verdwaald in de authentieke figuren, die men niet thuis kan brengen. W. Wielek-Berg doodgereden na een Hollywood-feest- je, door een onbekende. Haar vriend, een producer, nodigt een half jaar la ter alle gasten van het feestje op zijn jacht in de Middellandse Zee. Daar speelt hij een wreed wraakzuchtig en vreemd spel met ze. Ze moeten el- kaars geheime, hem bekende, zonden of misstappen raden. De bedoeling is, dat hij zo de aanrijder van Sheila ont dekt. Zij laten het spelletje met zich spelen omdat zij alleen hopen op een aandeel in de film, die hij wil produ ceren, over het geval Sheila. Het is nogal ingewikkeld bedacht en het wordt nog ingewikkelder. Want die producent wordt vermoord, in een leeg klooster op een eiland. En dan spelen zij verder het spel: wie deed het? Elk van hen kan het gedaan heb ben. En ^oals dat hoort in zo'n puzzle: de meest verdachten deden het toch niet. Die puzzle moet hier, voor uw spanning, nog even onopgelost blij ven. De oplossing vergt trouwens heel wat geraad en gepraat van James Ma son, die hier een vervallen filmregis seur speelt, en het gehele, nog te ont rafelen, verhaal al als de film ziet, die hij hoopt te maken. Mason doet dat best. De film steunt trouwens toch voornamelijk op de spelers: Richard Benjamin als een schrijver zonder succes, met een rijke vrouw, Joan Hackett, die aan de drank is; Dyan Cannon als een los, wellustig type, dat alles er maar uit flapt, met humor; Raquel Welch als een filmster; Ian McShane, als haar knappe brutale vriend; en James Co- burn als die merkwaardige, sadisti sche schatrijke producer. Ze zijn allen min of meer zichzelf en ze worden, tot hun schrik en schaamte in de film ook nog door de mand vallende figu ren, die heel wat te verbergen heb ben. Van Hollywoods 'glamor' blijft niet veel over, en het cynisme gaat zover dat de misdaden niet worden bestraft, maar in een nieuwe film worden verwerkt. Herbert Ross heeft het geregisseerd, realistisch op het jacht met geheimzin nige tussenvoegsels over wat er ge beurd is, of kan zijn, en met een dankbaar gebruik van zijn acteurs, die met hun teksten vaak meer moesten zeggen, dan de filmbeelden konden to nen. Zodat het niet bepaald op het eerste gezicht duidelijk is hoe alles precies in elkaar zit B. H. (Den Haag- Buitenhof, 14 Brigitte Mira en El Hedi Salin in 'Alle Turken heten Ali' Hoe is het nu toch mogelijk, hoe kan het toch bestaan dat zo'n prachtige film als \Alle Turken heten Ali' van Rainer Werner Fass- binder niet in de gewone bioscopen komt? Het zou toch zonde en schande zijn als hij alleen maar in Film International werd ver toond? Mensen, neem in elk geval het zekere voor het onzekere en reis naar Rotterdam om dit juweel te zien. Fassbinder heeft alle toeren en dub bele bodems, waarmee hij vroeger in drukwekkend werkte, overboord ge smeten. De realiteit is hem genoeg en dat hij en passant een levensgroot ta boe doorbreekt kan gebeuren bij ie mand die zich door de werkelijkheid laat leiden. Zijn hoofdpersoon Emmi, een werk ster van meer dan middelbare leef tijd, zonder schoonheid maar met een lieve stem en veel waardigheid, brengt op een regenachtige avond een bezoekje aan een café waar veel gas- arbeiders komen. Zo maar, uit nieuwsgierigheid. Ze drinkt er een co la en ze danst met Ali, een mooie Tu nesiër, jong genoeg om haar zoon te zijn en hij brengt haar thuis en hij blijft die nacht slapen en ze gaan van elkaar houden en besluiten te trou wen. Maar 0, het is net zoals Sartre zei: 'SDe hel, dat zijn de anderen'. De kinderen en de collega's en de winke liers en de huisgenoten! Ze brengen Emmi en Ali tot wanhoop. En dat verandert wel wanneer het paar te rugkomt van een vacantie, dan is ie dereen weer lief, maar Emmi gaat in haar vreugde Ali een beetje als een huisdier behandelen ten gerieve van haar vriendinnen en ze geeft hem geen couscous en hij gaat er vandoor. Ze vinden elkaar terug in hetzelfde café en ze dansen weer en dan valt Ali op de grond. 'Een maagzweer', zegt de dokter, 'dat komt van de stress en het eten, heel veel buiten landse arbeiders hebben dat. Wij lap pen hem op, over een half jaar ligt hij hier weer. Dat is dan het verhaal, eenvoudiger kan het al niet en eenvoudig verteld wordt het ook. Maar hoe geraffineerd en hoe zuiver weet Fassbinder zijn ef fecten te plaatsen!En wat kent hij de mensen en het leven goed, dat blijkt welhaast uit elke flard van een ge sprek. W. Wlelck-Bcrg De Belgische film De Loteling is ge maakt naar een van de honderd boe ken die de Vlaamse schrijver Hendrik Conscience schreef, in de vorige eeuw. Dat was wel een andere tijd nog. Vol ellende voor arme mensen. Conscience, een volksjongen, zes jaar zoldaat geweest, wonend in de Kem pen en ziek, toen hij De Loteling schreef (1849) kon ervan meepraten. Maar hij wilde opvoeder van het volk zijn en dus wekte hij, romantisch en sentimenteel, wel tranen, maar geen verzet. Het lot moest verdragen wor den. En Katrien werd een heldin van dappere berusting. Haar Jan was vrij geloot, maar hij werd plaatsvervanger voor het geld. Dat hij, dom genoeg, niet in het Kem pense boerebedrijfje stak, maar mee nam in een kous. Zodat het gestolen werd. En thuis alles verkocht moest worden doordat Katrien en de oudjes het zonder Jan niet konden rooien. Jan werd in de kazerne, door onzinde lijk en onzedelijkheid (een keer naar de vrouwen) nog blind ook. Toen Katrien dat hoorde, na maanden van de scharenslijper, ging zij hem halen. Een vriendelijke commandants vrouw zorgde ervoor dat Jan mee- mocht Er waren liefdadige mensen, maar veel slechterikken ook. Rovers bij voorbeeld, die een boerderij plunder den en de mensen martelden. Op een boerderij plunderden en de mensen martelden. Op Katriens aanwijzingen stak blinde Jan er twee aan een mest vork. En daarvoor werd Katrien later opgewacht en verkracht. Dat is het einde van de film en als je die twee dan zielig ziet voortsukkelen over de hei denk je nog wel: wat moet dat worden? Helemaal verplaatsen naar die tijd, zoals Conscience die weergaf, is wel noodzakelijk. Regisseur Roland Verha- vert heeft dat ook trouw gedaan. Cos- tuums, landschappen, binnenhuisjes en de gevangenisachtige kazerne, steeds mooi gefotografeerd door Ralf Boumans en Herman Wuyts, zijn ou derwets genoeg. Dat zijn de dialogen en de muziek van Haendel ook. De Conscience-sfeer is er dus. Ansje Beentjes is een lieve gevoelige, korda te maar tengere Katrien. Jan Declair heeft wel eens moeite met de sukkeli ge hulpeloosheid van Jan. Voor hen die Conscience nog met genoegen le zen is De Loteling, geloof ik, een goed gemaakte film. B. H. (Amsterdam-City 2, 18 J.) John Huston (die het vorige Jaar stierf) was een regisseur van topklas se dat bewijzen films als 'The Maltese Falcon' The Treasure of the Sierra Madre', The Red Badge of Courage' en 'Fat City*. Maar dat wil nog niet zeggen dat alle 28 films die hij heeft gemaakt meesterwerken zijn. Zijn laatste 'The Mackintosh Man' oftewel' De Uitbrekers' geheel in igeland op genomen, is niet meer dan behoorlij ke middelmaat Mackintosh (Harry Andrews) is een hoge ambtenaar van de geheime dienst, die gevaarlijke klusjes ensce neert, daarbij geholpen door Mrs. Smith (Dominique Sandra). Qp zijn instignatie dringt geheim agent Rear- den (Paul Newman) door in een groep die zich bezighoudt met het la ten ontsnappen van belangrijke gevan genen. Hij moet er meer dan een jaar voor in de gevangenis zitten, maar zijn opzet lukt Dat lijkt althans zo, tot alles mis gaat. Politici zitten in het complot, Mackintosh wordt ver moord, Rearden en Mrs. Smith zijn geheel en al op eigen vindingrijkheid aangewezen. 'De Uitbrekers' valt min of meer in het genre van John le Carré's 'The Spy who came in form the cold'. Ge heime agenten zijn ook mensen, ze zijn wel eens moe, melancholiek en weifelend, ze hebben de neiging om het met de tegenstander op een acoordje te gooien. Maar in 'De Uit brekers' is deze tendentie niet conse quent volgehouden' hij hangt er maar zo'n beetje los bij. Dat is te wijten aan het boek waarop de film is geba seerd 'The Freedom Trap' van Des mond Bagley. Die trekt zich van ge loofwaardigheid en consequentie niet zoveel aan, het gaat van dik hout zaagt men planken als het maar span nend is. Maar John Huston had zijn cast weer mee, daarin zitten, naast de hoofdrolspelers, acteurs als James Ma son, Ian Bannen en Nigel Patrick. Zo werd het toch een film waarnaar je met genoegen blijft kijken. W. W.-B. (Amsterdam- Cineac Damrak, 18 jr.) Greco en Ballardo naar Nederland AMSTERDAM Juliette Creco, de Franse chansonnière die zo beroemd is dat in Japan zelfs een paar straten naar haar genoemd zijn, zal met haar gezelschap enkele concerten in Neder land geven. Zij treedt op 7, 8, 9 en 10 maart achtereenvolgens op in Nijme gen (Stadsschouwlburg) Rotterdam (De Doelen), Amsterdam (RAI) en Den Haag (Congresgebouw). ort daarop komt een andere beroem de muzikante naar Nederland: de zi geuner-gitarist Ricardo Ballardo, bij genaamd Manitas de Plata (Zilveren handen) die onder zijn bewonderaars en intieme vrienden o.a. mag tellen wijlen Pablo Picasso, Salvador Dali, Jeanne Moreau en U Thant. Deze 'grootste levende Flamenco-gitarist' zal in ons land te horen zijn op 14, 15, 16 en 17 maart in Amsterdam (Concertgebouw), Tilburg (Stads schouwburg), Den Haag (Congresge bouw) en Eindhoven (P.O.C.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 15