Kamerleden niet gerust op onderwijsvrijheid Moeilijke weg naar onafhankelijkheid Kinderen in de leer bij de warme bakker In RKPN nu strijd om de zendtijd Van Thijn Uit de wereld van Maison deBonneterie: Aquascutum. Van Kemenades toelichting aanleiding voor veel vragen Kroese voeel in ü"eriissel Barrières in Surinaamse staatsregeling - en ook in onze grondwet 'Statuut pas opzeggen na wijziging' Senaat akkoord met heffing op investeringen Eén op vier gezinnen leent geld rRööW/BCWiABfTET WOENSDAG 27 FEBRUARI 1974 BtNiNiENLAiNID T3/K5 Tegenstanders van Beuker vanavond op tv? Van een verslaggever DEN HAAG De strijd tussen de twee groeperin gen in de Rooms Katholie ke Partij Nederland heeft zich nu toegespitst op de vraag welke groep de zend tijd voor radio en televisie mag vullen die aan deze partij ter beschikking is ge steld. Nadat de groeperingen al twee maal in kort geding hun rech ten bepleit hebben, was nu de zendtijd onderwerp van een derde kort geding, dat evenals de twee vorige diende voor de vice-president van de Haagse rechtbank, mr. G. Philipse. Na de vorge gedingen besloten ie regeringscommissaris en de mi nister van CRM de zendtijd toe te wijzen aan de groep-Leeman (de zogenaamde 'club van Utrecht') en niet langer aan de groep-Beuker (K. Beuker is de oprich*cr van de partij en te vens Twee>ie Kamerlid). De gtoep-Beuker wilde via dit derde kort geding nu voorko men dat de groep-Leeman aan het iroord mag komen in de te levisie-uitzending die vanavond op het programma staat (Neder land 1, tien voor half negen). De vice-president zei echter geen kans te zien voor de uit zending nog vonnis te wijzen: de uitspraak werd bepaald op dinsdag 5 maart. Wel zei de heer Philipse dat hij het stand punt van de regeringscommissa ris en van de staat 'erg belang rijk' vond. Zodat aangenomen mag worden dat de tv-uitzen- ding van vanavond verzorgd -al worden door de groep-Leeman, die ie groep-Beuker de be stuursbevoegdheden betwist. Landsadvocaat mr. Drooglever- Fortuiin zei gisteren dat de be slissing de zendtijd aan de groep- Leeman te geven gebaseerd was r.j de uitspraak in het eer ste kort geding, waarin de vice- president zei voorshands aan te nemen dat de groep-Leeman de meeste rechten heeft zich het bestuur var. de RKPN te noe men. Mr. van HHjningen zei namens de qroep-B-'uker dat de groep -Leeman alleen beoogt de RKPN de grond in te boren. De groep maakt zich volgens hem schuldig aan bedrog en mislei ding rn daarvan zou nu zelfs de minister van CRM het slachtof fer geworden zijn De eerste maal dei e' na de uitspraak in kort geding radio-zendtiid aan de parfij tnis toegetreren moest de regeringscommissaris kiezen ui 1 twee h.i.ndie.namen er, <ir> orond i k knos bi-! noo> die f orO'-p-Lei Bakker Ruiters uit Dalfsen, de enige echte warme bakker in die plaats, heeft de kindertjes tussen zes en twaalf jaar uitgenodigd om in zijn bakkerij de kunst van kneden en bakken te leren. De heer Ruiters leert hier een groepje kinderen een krentebol te maken. /an een verslaggever KAMPEN In Grafhorst (Overijssel) s gisteren de °e«-ste ooievaar neerge streken op het plaatselijke ooievaars- lest, wat uil/onderlijk vroeg is. Van onze parlementsredactie DEN HAAG De vrijheid van het onderwijs tegenover de over heid was gisteren het belangrijk ste thema in het debat over de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer. De CHU, DS'70 en WD bleken niet gerust te zijn, gezien de gedachten, die minister Van Kemenade in de toelichting op zijn begroting had ontwikkeld, dat deze vrijheid voMoende zou zijn gewaarborgd. Zo zei drs. G. van Leijenhorst (CHU): 'Wij zijn bang, dat de minister, om de maatschappelijke veranderingen te be reiken, op de dirigistische toer wil'. Volgens drs. Van Leijenhorst legt de minister een te sterk accent op de maatschappelijke betekenis van het onderwijs. Mevrouw Nelie Smit, die gehoord de eerste reacties van de WD op de on derwijsbegroting zeer gematigd was in haar kritiek, vulde aan: 'De basis van de visie van de minister op het onder wijs is te beperkt.' Jhr. mr. M. L. de Brauw van Ds '70 die een algemene bedreiging van de vrijheid zag, merkte op: 'Ook binnen het onderwijsveld in de ruimste zin doen zich dergelijke verschijnselen voor. We zijn er niet gerust op, dat de regering zich daarvan voldoende rekenschap geeft.' Ook bij de ARP bleken nog vragen te leven. Mevrouw J. G. Kraaijeveld- Wouters, die van alle kanten werd ge complimenteerd met haar speech, zei dat het onderwijsbeleid op een kruis punt terecht is gekomen. De ARP i-oneludeert niet, dat de regering de kant op wil van te weinig ruimte en vrijheid voor het onderwijs Toch is de minister er niet in geslaagd ondub- e17,rvfvio zijn positie uiteen te zetten. Mevrouw Kraaijeveld wil en ook 'I Van Le;|i«nV>rst had deze wens dat d° minister onbetwistbaar dui- l-l-jk da vrijheid van het onderwijs i». geei: =»nkele wijze in het geding is. Een heel eind Overigens bleek de ARP een heel eind met de minister mee te kunnen denken Mevrouw Kraaijeveld zei: 'On derwijs is met waardenvrij. De ont- Leerlingen van de met sluiting bedreigde Akademie voor beeldende vorming ln Amersfoort demonstreerden gisteren op het Binnenhof. Evenals minister Van Kemenade (foto) mocht elk Kamerlid een van de door de studenten ge maakte kunstwerken uitzoeken. plooiing vaii mogelijkheden en talen ten van elk opgroeiend mensenkind laten we niet aan toevallige krachten over, maar we vormen, scholen en voeden op. De visie van de betrokke nen op mens en maatschappij 'kleu ren' het geven van onderwijs Vanuit dit inzicht is het bijzonder onderwijs in Nederland ontstaan, met eigen doelstellingen ten aanzien van de ont plooiing van het kind, ten gunste van zichzelf, in zijn relatie tot God en zijn medemens. In vele sectoren van het onderwijs wordt men zich vandaag dit 'kleur-element' opnieuw bewust.' De overheid moet echter ruimte scheppen, waarin de vrijheid kan wor den ervaren en waargemaakt. Me vrouw Kraaijeveld: 'Het belang van vrijheid, van democratie Is belangrij ker dan het belang van efficiëncy.' De vrijheid wordt bedreigd door de pro cessen van schaalvergroting en profes sionalisering. Het was tegen de'e achtergrond en me. dit beroep op vrijheid, dat drs. Van Leijenhorst pleitte voor de vesti ging van de tweede protestantse lera renopleiding in Zwolle. Het gaat hier, aldus de woordvoerder van de CHU om een nationale zaak. Een vrees van de WD en CHU was, dat de minister, door het instellen van de middenscholen, het onderwijs zou willen gebruiken voor politieke Indoctrinatie. (Van Leijenorst: politie ke doelstellingen mogen niet prevale ren boven de onderwijsdeskundige doelstellingen.) Maar van de kant van de PvdA klon ken geruststellende opmerkingen: C Laban: 'Wij zijn tegen elke vorm van indoctrinatie via het onderwijs': D. van Ooijen: 'De vrijheid van onder wijs. die in onze grondwet is vastge legd vraagt ruimte voor de ouders, leerlingen en studenten om hun eigen ideaal in het onderwijs gestalte te ge ven De overheid moet hiervoor de ruimte geven.' Mevrouw Kraaijeveld had het zo gezegd: 'De overheid moet alles zo afwegen, dat het fundamente le recht op vrijheid van het kind, de ouders de onderwijsgevenden en alle andere betrokkenen in het onderwijs niet in gedrang komt. Middenschool In het debat nam de middenschool (een algemene opleiding van twaalf tot zestienjarigen) een belangrijke plaats in. Een bezwaar, uitgesproken door de confessionele partijen, de VVD en DS '70 was, dat men nog nauwelijks de moeilijkheden met de invoering van de mammoetwet te boven is en dat nu al weer begonnen moet worden met de middenschool. Het onderwijs moet rust hebben, was de verzuchting. De heer H. L. J. Von- hoff dreigde met het indienen van een motie als de minister niet beloof de, dat de experimenten met de mid denschool niet beslist de instelling van de middenschool noodzakelijk zouden maken. Drs. W. A. F. Wilbers (D'66) hield de ministers en staatsse cretaris voor de ontstellende achter stand bij meisjes, die he>t voortgezet onderwijs volgen. Het aantal uit het onderwijs verdwijnende meisjes is steeds een veelvoud van het aantal Jongens, dat verdwijnt. Noord-Brabant De samenwerking van het hoger on derwijs in Noord-Brabant is mogelijk het onderwerp van een motie, die de heer Hermes namens de KVP, ARP en CHU zal Indienen. De KVP is het er namelijk niet mee eens, dat de ka tholieke hogeschool in Tilburg en de technische hogeschool ln Eindhoven een fusie moeten aangaan. De beide instellingen vinden echter, volgens een gezamenlijk rapport, een vergaan de samenwerking voldoende. In geen geval wenst de KVP, dat het in het leven roepen van nieuwe faculteiten moet wachten op de verlangde fusie. Verder hangt er een motie in de lucht over de stichting leerplanont wikkeling, die pas is opgericht. De op zet is volgens de confessionele partij en te centralistisch met de minister als middelpunt. Een bezwaar is ook, dat de levensbeschouwelijke richtin gen onvoldoende in het bestuur zijn vertegenwoordigd. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG De juridische moeilijkheden bij het verlenen van volledige onaf hankelijkheid van Suriname (en eventueel de Nederlandse Antillen) liggen niet in de eerste plaats in liet Statuut, maar veeleer in de staatregeling van Suriname en in mindere mate ook in onze eigen grondwet Op zichzelf zijn deze juridis che moeilijkheden natuurlijk een zaak voor vakmensen, maar aangezien er (ook in Su riname) nogal wat juristen in de politiek rondlopen, is er al tijd wel een politicus te vin den die zijn politieke bezwa ren in juridische termen weet te vermommen. Daarom ook is er weinig voor spellende geest nodig, om nu reeds te kunnen zeggen dat in Suriname de tegenstanders van de onafhankelijkheid (ein ln mindere mate ook de tegen standers in Nederland) het onderste uit de kan zullen «villen halen wat betreft de staatsrechtelijke haken en ogen. Met het Statuut zelf is het vrij eenvoudig. Artikel 55 van het Statuut omschrijft de mo gelijkheden van wijziging van het Statuut: de voorstellen moeten in alle drie de parle menten (in Den Haag, Para maribo en Willemstad) wor den goedgekeurd, waarbij in Paramaribo en Willemstad in eerste instantie een meerder heid van twee-derde van de stemmen is vereist. Ontbreekt deze twee-derde meerderheid echter, dan is het mogelijk de wijziging in eer ste lezing goed te keuren met een gewone meerderheid, waarna een maand later de zelfde wijziging in tweede le zing moet worden behandeld. Behaalt het voorstel dan op nieuw een (gewone) meerder heid, dan is het voorstel aan genomen. Te verwachten is dat echter in Suriname oppositieleider Lachmon (en dat is één van de juristen-politici waarop ge doeld werd in de aanhef van dit stuk) zal beginnen te hak ketakken over het woord 'wij ziging'. Al eerder heeft hij zich beroepend op de letter lijke tekst van artikel 55 van het Statuut de stelling ver dedigd dat het Statuut niet kan worden 'opgezegd' al leen 'gewijzigd'. Wie het Sta tuut wil opzeggen, aldus de redenering van Lachmon, moet eerst een wijziging aan brengen om opzegging moge lijk te maken. Als echter die barrière geno men is, zal ongetwijfeld nogmaals: dat valt te voor spellen op grond van in het verleden verkondigde stand punten de heer Lachmon zich terugtrekken in zijn vol gende loopgraaf: de staatsrege ling (dat is: de grondwet) van Suriname. Het is waar: in het staatsrecht gaat het Statuut als verdrag boven de staatsre geling (en onze grondwet), maar omdat de Surinaamse staatsregeling nogal wat gege vens en verworvenheden van het Statuut veronderstelt en daarnaar verwijst, zal de heer Lachmon zeker de stelling verdedigen dat als het Statuut wordt opgezegd, tegelijk de Surinaamse staatsregeling moet worden gewijzigd. En daarvoor is in alle gevallen wél een twee-derde meerder heid .ïodig. Koninkrijk Om een voorbeeld te noemen: de staatsregeling van Surina me veronderstelt dat Surina me een Koninkrijk is (artikel 11 van de staatsregeling: 'De Koning is het hoofd van de Regering van Suriname'). Nu is het natuurlijk mogelijk dat Suriname onafhankelijk wordt met behoud van het ko ningschap (Canada en Austra lië zijn op die manier al meer dan honderd jaar onafhanke lijk van Engeland), maar of dat nu past in de binnenland se politieke verhoudingen van Suriname is nog de vraag. Het kan zijn dat premier Ar- ron met zijn Nationale Partij Suriname bereid is om een volledige, volkenrechtelijke onafhankelijkheid van Surina me binnen het koninkrijk te aanvaarden, maar een man als minister Bruma van economi sche zaken denkt er zeker an ders over. Niet voor niets heeft deze te midden van pragmatici principieel denken de politicus een paar jaar geleden zijn partij de naam gegeven: Partij Nationalisti sche Republiek. Voor de beoordeling van de vragen rondom de toekomstige onafhankelijkheid van Surina me is vooraJ van belang te we ten welke compromis op dit punt te zijner tijd binnen de Surinaamse regeringscoalitie zelf zal worden gevonden. Dui delijk is echter wel dat juist het vinden van dat compromis al de nodige moeilijkheden zal geven waarvan (wie ver wacht het anders?) een behen dig politicus als Lachmon ze ker gebruik zal proberen te maken. Onze grondwet Wat de Nederlandse grondwet aangaat: artikel 1 van onze grondwet zegt wel dat het Ko ninkrijk der Nederlanden me- Oppositieleider Lachmon de het grondgebied van Suri name en de Nederlandse An tillen omvat, maar artikel 2 noemt meteen reeds de grond wet slechts verbindend voor het rijk in Europa. Echter: het Statuut (dat als verdrag boven de grondwet gaat) suggereert in het al eer der genoemde artikel 55 wel dat er een wijziging van het Statuut mogelijk is, die strij dig is met de Nederlandse grondwet In dat geval echter er is geen misverstand mogelijk moet een dergelijk voorstel hier in Nederland worden be handeld als een grondwetswij ziging. Met andere woorden: Tweede en Eerste Kamer moe ten het voorstel goedkeuren; beide Kamers moeten worden ontbonden en na de verkiezin gen moeten de nieuw gekozen Kamers zich opnieuw over het voorstel uitspreken. Alleen is dan niet (anders dan bij grondwetswijziging) een twee derde, maar een gewone stem- menmeerderheid in de Kamers voldoende. Een uitweg biedt dan mis schien nog artikel 63 van onze grondwet, waarin bepaald wordt dat in het belang van de ontwikkeling van de inter nationale rechtsorde (en daar hoort de onafhankelijkheid van Suriname en de Antillen onder) kan worden afgeweken van de bepalingen van de grondwet. In dat geval echter is daarvan in beide kamers van het Nederlandse parle ment weer een twee-derde meerderheid nodig. Bij de goedkeuring van de overeenkomst over Nieuw-Gui- nea in 1962 heeft de grond wetsbepaling bij de discussies in de Tweede Kamer een theo retische rol gespeeld, waarbij men er eigenlijk niet uitgeko men is. Een staatsrechtelijk zeer geslepen Kamerlid als prof. Oud zag indertijd geen enkele moeilijkheid, maar toen bij de replieken de hele discussie zich op dit punt toespitste, diende hij toch maar voor alle zekerheid een wijziging op het voorstel in: 'voor zover nodig geschied tde overdracht van Nieuw-Guinea met inachtneming van artikel 63 van de grondwet'. De tweederde meerderheid was er toen overigens royaal: 127 tegen 9 stemmen in de Tweede Kamer en 63 tegen 3 stemmen in de Eerste Kamer. Vervolg van pagina I denis, waarin, op basis van nieuwe maatschappelijke en politieke machts verhoudingen, gewerkt kan worden aan een democratischer samenleving', schrijft Van Thijn. Eerder in zijn artikel zegt Van Thijn dat het wantrouwen van KVP en ARP tegenover het kabinet-Den Uyl vaak is bepaald door een caricatuur van de polarisatie: de caricatuur alsof de po larisatie de strijd zou zijn tussen werknemers en kleine zelfstandigen. Van Thijn meent juist dat zowel werknemers als kleine zelfstandigen aan dezelfde kant van de streep staan in de strijd om gelijkere zeggen schapsverhoudingen, omdat beiden daarbij de gevestigde belangen tegeno ver zich vinden. Van Thijn wijst erop dat de 'oude sa nering' van de klein» middenstand zich juist heeft voltrokken onder libe raal-confessionele kabinetten en dat juist de kleine zelfstandigen de dupe worden van de bikkelharde concurren tieslag tussen het klein- en grootbe drijf. 'Het wegkwijnen van de kleine middenstand in de afgelopen jaren is het directe gevolg van de schaalver groting in de detailhandel ten gevolge van de ijzeren wetten van het vrije marktmechanisme, ofwel het recht van de sterksten. Maar geen midden standsorganisatie die beweert op te komen voor de kleintjes, die aan dit economische grondprincipe wenst te tornen', aldus Van Thijn. DEN HAAG De Eerste Kamer Is gisteren akkoord gegaan met de door de regering voorgestelde selectieve in- vestermgsheffing voor het westen van het land. De bedoeling van dit wetsvoorstel is de concentratie van werkgelegenheid in de randstad wat meer over het he le land te verdelen. Het wordt door vergunningen en eventueel heffingen minder aantrekkelijk gemaakt voor een nieuw bedrijf zich in de randstad te vestigen. Vorig jaar twintig procent méér krediet Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM Globaal geno men leent één op de vier gezin nen in Nederland op de een of andere manier geld. De in 1968 begonnen jaarlijkse daling van het aantal leningen is in 1973 tot stilstand gekomen. Het ge middelde leningsbedrag steeg in 1973 met 11.5 procent van 3.340 tot 3.840 gulden. Volgens voorlopige gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek is het totaal aantal aan verstrekte kredieten in Ne derland vorig Jaar met twintig procent gestegen van bijna 2.5 miljard tot ruim 2.9 miljard. Rekening houdend met een prijsstijging van ongeveer acht procent, bedroeg de werkelijke stijging ongeveer twaalf pro cent Van het totaal verstrekte krediet wordt rond dertien pro cent gebruikt voor de financie ring van personenauto's. De energiecrisis heeft geen zichtbare invloed uitgeoefend op de berekende uitkomsten. De financieringsmaatschappijen constateerden wel een daling ln de financiering van personenau to's. In de laatste twee maanden van 1973 werden zeventienhon derd auto's minder verkocht dan in de overeenkomstige maanden van 1972. Dat ln het vierde kwartaal (ener giecrisis) het totaal verstrek te krediet een stijging te zien gaf ten opzichte van het derde kwartaal moet volgens de heer Post, administrateur van het CBS, worden gezocht in het hamsteren van dagelijkse ge bruiksartikelen en het feit dat steeds meer Nederlanders per soonlijke leningen afsluiten om contant duurzame consumptie goederen (auto's, tv's, etc.) te kopen. Volgens hem was dit de oorzaak dat in 1973 1.8 mil jard minder werd gespaard dan in 1972. Momenteel zijn er in ons land driehonderd financieringslnstel- lingen waarvan 49 boven de vijf miljoen gulden per Jaar uitle- ADVERTENTIE Aquascutum. Modieuze mantels met het typisch Britse gevoel voor stijl en distinctie. Elegant van belijning en kleur stellingen. Voor Aquascutum hoeft u nu niet meer naar Londen of Parijs. Want niet zonder trots presenteert Maison de Bonneterie u dit wijdvermaarde merk. In de Amsterdamse Kalverstraat en op het Haagse Buitenhof kunt u Aquascutum bewonderen. Zoals deze exclusieve manteL Prijsvanaf f550,a Bij Maison de Bonneterie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 5