UNST MOET LINKEN ALS EN SPROOKJE De vrolijke anarchie van Faraldo xul Klee: Eén mens tegen een wereldmacht G. Kruis Filmkroniek door dr. H.S. Visscher y/KTORfflETT VRJJiDAG 15 FIBBiRIOAlRlI 1974 KUNST K15 Ir de mensen die lazen dat er in het Haags eentemuseum een overzicht gegeven zou wor- fan Paul Klees werk, zijn er zeker geweest, die pht hebben: wéér een expositie van Klee. Paul Klee: Voornemen een plahaatverfschilderij uit 1938. >aar jaar Immers is er wel een hier en over de grenzen, dat wonderlijke oeuvre aandacht Wonderlijk, want als je de neemt de catalogussen van die tellingen eens met elkaar te ken, zul je merken dat het zei- elfde werken betreft. Er wa- van louter aquarellen, van te- n alleen, selecties uit de schil- Rlees oeuvre is zo uitgebreid veelzijdig, dat het mogelijk elfs voor grotere overzichten, Iiit verschillende bronnen te De ruim 130 werken die nu i mei in Den Haag te zien men voor (het grootste deel uit it van Felix Klee, de zoon van stenaar en uit het Kunstmu- Bern, waar de collectie van Stiftung is ondergebracht. 8ee (1879-1940), een der groot- stenaars uit de eerste eeuw- nderscheidt zich eigenlijk op ondere manier van de andere uit die tijd. Van Kandinsky wiens eerste abstracte uit 1910 de stoot gaf tot een n nieuwe ontwikkeling in de kunst, of van Picasso, )emoiselles d' Avignon* in ze- toch het tijdperk van het ku- nluidde. Klee daarentegen iet aan de wieg van een stro- BW richting, die later als 'stijl' liedenis zou ingaan. Hij schiep r jl, misschien heeft hij er wel en lang naar gezocht. Hij expe- irde, analyseerde, werkte zeer isch, maar stuitte toch tel- eer op een onoplosbaar pro- XjJorgrondelyk ^hoogste sfeer', schreef hij in zijn dagboek, 'begint het ge- nige en schiet het intellect rlijk tekort. Mijn hand is ge- ferktuig van een hogere sfeer, look niet mijn hoofd, dat func- t, maar iets anders, een hoger, gelegen Ergens'. Een benade ring van het onverklaarbare, een uit spraak, die je in tegenstelling tot vele kunstbeschouwingen, van vlot popu lair tot zuiver wetenschappelijk, dui delijk maakt, dat het zogenaamde 'be grijpen' van kunst een fictie is. Kunst, zo maakt Klee je duidelijk,~ls een ondoorgrondelijk geheim, dat de mens en dat betreft een van de be langrijkste facetten van zijn menszijn toch blijft trachten te doorgron den, Want anders dan bijvoorbeeld de surrealisten, die spreken van een psychisch automatisme, een dictaat van de gedachte, ongecontroleerd door het verstand, onafhankelijk met elk esthetisch of moreel vooroordeel, stelt Klee, dat het werkelijke scheppings proces overdenking vereist en vooral ook een beheersing van een bepaald métier. Bewustwording dus juist, ver dieping, het bijeenvoegen van losse flarden gedachten en invallen tot een poëtisch geheel, verdichting. De poë zie van de verbeelding, de dichterlijk heid van een 'bekende', bijna ver trouwde vreemdheid. In ieders hoofd dwarrelen toch tel kens weer die oncontroleerbare ge dachten rond, die gedachten waarmee je geen raad weet, die je niet thuis kunt brengen, die in je dromen rond spoken en daarna heel vaak met een 'niet meer aan denken' worden afge daan. Paul Klee moet juist die ondefi nieerbare gedachtenflitsen hebben willen vasthouden; hij trachtte ze te vangen in lijn en kleur, in persoonlij ke symbolen en telkens.'Kunst', zei Kandinsky, 'geeft niet het zichtbare weer, ze maakt zichtbaar'. Een won derlijke ervaring, zo'n ontmoeting met het werk van Klee. Zo voelen ve len het, je hoort het, je ziet het aan de reacties, je merkt het aan het ver stilde kijken. Het Klee-publiek is zeer verschillend: opvallend veel jongeren en onder de oudere 'aanhangers' zijn er velen, die de 'moderne' kunst over het algemeen genomen niet zo'n erg warm hart toedragen. Misschien om dat Klee niet 'modern' is in de bete kenis, die daar meestal aan gegeven wordt. Je zou hem een 'universele in dividualist' kunnen noemen, een kun stenaar die, zijn eigen gedachten in beelden vertaalde met een levendige bewogenheid in vereenvoudigde (dat is iets heel anders dan: primitieve, suggestieve vormen. 'Cultuurbolsjewist' Zo'n kunstenaar moest wel in ongena de vallen bij de nazi's. In een Dilssel- dorfse krant werd hij zonder meer als een 'Siberische Jood' en een gevaar lijk cultuurbolsjewist gedoodverfd. Hij was helemaal niet joods. Dat de nazi's zijn werk gevaarlijk vonden, pleit tenminste nog enigermate voor hun intelligentie. Ze hebben in ieder geval het werk van een vrije, onge bonden geest herkend. Oskar Schlemmer schreef al in 1930, toen zijn fresco's in het Bauhaus, waar ook Klee doceerde, werden over geschilderd: 'Het verschrikkelijke, de cultuurreactie, ligt hierin, dat het niet gaat om de vervolging van wer ken met politieke tendenzen, maar om puur artistieke, ethetische werken'. Hij bedoelde waarschijnlijk: niet al léén werken met politieke tendenzen. Want uiteraard was dat er evenzeer bij betrokken, het betrof iedere vrije kunstuiting. Entartet (ontaard) was: alle werk van Joodse kunstenaars, met Joodse, pacifistische, socialisti sche en marxistische thematiek, alle expressionistische en alle abstracte kunst. Op de tentoonstelling 'Entartete Kunst' in 1937 in MUnchen in twee maanden tijd twee miljoen be zoekers werd een beroep gedaan op het gezonde oordeel van het volk: 'Kom het bekijken, oordeel zelf over deze ziekelijke fantasten en deze krankzinnige nietsnutten. Daarvoor betaalden rijks- en stedelijke instellin gen destijds gewetenloos miljoenen (van uw belastingcenten) terwijl Duitse kunstenaars verhongerden'. Op deze expositie hingen alleen al 17 werken van Paul Klee, terwijl er ook nog eens 102 werken in Duits open baar bezit in beslag genomen werden, 't Is dè oplossing, als je met iets niet helemaal weg weet, noem het ontaard, en verban het. Dat is overigens niet iets specifiek nationaal^socialistisch. Als je je werkelijk in Klees werken verdiept en dat gaat als vanzelf, word je als het ware gedwongen tot den ken. Vreemdvrije gedachten, die (dus) kunnen verwarren, maar dik wijls ook vreugdevol zijn, je blij ma ken en lichtvoetig. Die, misschien juist omdat je er niet helemaal raad mee weet wat weten wij nog van sprookjes? op een bijna magische wijze boeien. 'De kunst', schreef Klee eens, 'moet klinken als een sprookje en overal thuis zijn en omgang hebben met goed, zowel als met slecht.De men sen moet ze tot zomerverblijf zijn, om eens van gezichtspunt zoals van lucht te verwisselen en zich in een wereld verplaatst te zien, die als afleiding niet anders dan aangenaams biedt en waarvan hij weer gesterkt naar het le ven van alledag kan terugkeren.' Een tentoonstelling waar verder wei nig 'zinnigs' over valt te zeggen, die je zelf moet zien: bijzonder overzich telijk, want exact chronologisch inge richt met als extra in een tweetal za len veel informatie over Klees leven en werken. Er wordt zelfs een met voorbeelden geïllustreerde samenvatting gegeven van Klees beeldleer, maar dat Lijkt me gezien de hoeveelheid tekst niet al te functioneel. De catalogus met veel reprodukties, waarvan zeven in kleur, biedt wat dat betreft betere mogelijkheden, kost 10,- maar was desondanks zo veelge vraagd, dat na enkele dagen de eerste oplage al was uitverkocht. Paul Klee: In de huizen van St. Germain1914, aquarel. I Piccoli, de beroemde speler uit een Idwekkend aantal films, heeft een produktiemaatschappij opgericht is doelstelling: zich los te maken uit Tien van 'het systeem', en anderen >en hetzelfde te doen. De motieven lor liggen voor de hand. Piccoli is jterlijk en allure a.h.w. gepredesti- lyoor de rol van de ideale, gedistin- B en charmante bourgeoisheld en jlroor zo'n pasklare figuur moet de van het op de commercie gerichte ptiesysteem bijzonder sterk zijn. zelf echter leent zijn persoonlijkheid er graag voor de ontmaskering en rela- g van de schijnwaarden van een bour- imenleving. Al heel lang geleden in Louis e< geruchtmakende film 'Les Amants', ard hij de rol van de 'officiële' minnaar van Moreau: opvallend knap, gedistingeerd, n van de wereld, maar volkomen hol. ,ai eden speelde hij een rol in Chabrols ge- ontmaskering van de provinciale ;e, 'Les noces rouges'. En verder ont- hij een duidelijke voorkeur voor iggende' films als Ferreri's 'La grande en Bunuels 'Le charme discrète de la uisie'. Vioral in Ferreri's film is er spra- een totale ontluistering en afgang van e waarvoor Piccoli gepredisponeerd lijkt: ft aan indigestie na een weerzinwekken- etpartij en na eerst het vernederende doorlopen te hebben waarin hij zijn eren niet onder controle heeft en oor- ^nde winden moet laten, lastroianni, die in diezelfde film een heroïsche rol speelde, geldt hetzelfde, 'èt ideale type van de 'Italian lover' met lemend en gedistingeerd bourgeois-uiter- de zwakke held van Fellini's 'Dolce vi- '8!4' en ook hij moet zijn rol in 'La bouffe' als een persoonlijke aangelegen- en 'doorbraak', gevoeld hebben, ccoli en Mastroiani in die film hun ei- men dragen, is tekenend genoeg. Trou- )ok in Ferreri's voorlaatste film, 'Lisa'. Mastroianni een rol: die van een Parijse itueel die uit zijn bourgeoisbestaan is "ucht naar een onbewoond eiland, waar zeer on-burgerlijke. 'hondse' relatie n jonge vrouw opbouwt, zonder dat dat ms veel uitweg biedt, speelde in die film een kleine bijrol, genoeg dus, dat deze 'mooi mannen', et erg thuis meer voelen in de rol die oor 'het systeem' wordt opgedrongen, vonder, dat het Piccoli's produktiemaar- 'j was, die Faraldo de gelegenheid gaf. lm 'Themroc' te maken, temeer omdat zelf de proletarische en ongeschoren- 'istische titelrol in kon spelen. 'li® )i illic 'de1 n rel Michel Piccoli Het aanvangsbeeld van Themroc', waarin de toeschouwer heel hevig, in close-up, met 'de an dere Piccoli' geconfronteerd wordt de onge schoren, rossige, luid-brullende Piccoli heeft de waarde van een zeer persoonlijke producerssignering.'Themroc' is Faraldo's derde film. De twee voorafgaande zijn bij mijn weten nooit in Nederland geweest, deze derde is er ook alleen maar dankzij 'Film Internatio naal', het distributiekantoor dat de z.g. film huizen initiatief van Huub Bals van films voorziet die men in het normale commer ciële circuit niet aandurft omdat men er geen brood in ziet. Piccoli's aandacht werd op de autodidakt Faral do gericht door diens tweede film, 'Bof', waar in als men de inhoudsbeschrijving geloven mag al vele thema's van 'Themroc' aanwezig zijn: de tot machine gedegradeerde mens, de vernedering van de fabrieksarbeid, de révolte tegen dat werk, en de doorbraak van een anar chistische vrijheid waarin de normen van de burgermaatschappij niet meer bestaan. Ook de ethische niet. De film. begint met de aanvang van Themrocs werkdag: het zelf klaargemaakte, haastig naar binnen gewekte ontbijt, het stereotiepe gebaar van zijn moeder naar de klok, de slaperige ver schijning van het zusje. Wat daar vooral op valt, is een zeer nauwkeurige, hevige en nauw keurige montage grotendeels in close-ups die dat hele ontbijtproces vastlegt als een sleurroutine van ontelbare jaren: een uitzicht loze mechanisering. Daarna krijgt de film een breder amslag: Themrocs tocht naar de fabriek, per fiets en per métro, wordt hoofdzakelijk in totalen geob serveerd, waarin we Themroc temidden van eindeloze mensenmenigten langs stoplichten, oversteekplaatsen en metrogangen de fabrieks- hekken binnengestuwd zien worden. Prachtig voorbeeld van het 'mechanische' en de daaruit voortvloeiende afhankelijkheid is Themrocs buurman en fabriekskameraad, die iedere morgen precies op dezelfde seconde de straat oprijdt en door tegen Themroc aan te leunen in evenwicht blijft- Later, als Themrocs anarchistische vrijheid Is aangebroken en hij niet meer naar de fabriek gaat, komt de kame raad prompt met zijn fiets te vallen, en nóg la ter zien we dat hij een paar steunwieltjes aan weerszijden heeft aangebracht. Tati Zo'n trekje roept duidelijk herinneringen op aan de grote filmkomieken. O.a. aan Tati een associatie die nog sterker wordt in de fa- brieksscène, waarin de hiërarchische strukturen, de autoritaire gedragspatronen en de tot in de kleur der overalls doorgevoerde arbeidsverde ling tot in het absurde worden opgedreven. Typisch 'Tati' is een scène waarin een lid van het bewakingspersoneel dozijnen potloden van een punt voorziet, om ze daarna, met zorgvul dig weer afgebroken punt, keurig in het gelid te leggen voor een hernieuwde behandeling. Vooral het vanzelfsprekend, het niet-opdringe- rige van zo'n situatie en van vele andere is kenmerkend voor Tati. Evenals de afwezig- heid van het gesproken woord. Er wordt uit sluitend 'gesproken' in een soort grauw, ge grom, geschreeuw en gehoest. Dat laatste is het enige waartoe Themroc nog in staat blijkt totdat een uitbrander van de fabriedsdirec- tie hem tot zijn 'doorbraak' brengt. Doorbraak Zijn opstand uit zich in een vreeswekkend en dierlijk gebrul als van de oermens. Dat klopt: thuisgekomen metselt hij de woning van zijn moeder dicht zij vertegenwoordigt de onaflaatbare dwang en sleur, en de opstand van haar zoon 'ontregelt' haar ademhaling zo volledig dat zij de rest van de film aan een on bedwingbare hik gaat lijden, hij hakt de ven stersponningen uit zijn muur, gooit de hele bur gerlijke inboedel op de cour typisch Frans binnenplaatje, dat mèt zijn bewoners weer sterk aan Tati doet denken en leeft dan vrolijk in zijn 'hol' samen met het al lang heimelijk en incestueus door hem begeerde zusje Want de anarchie kent geen grenzen. Zij ver spreidt zich als een besmettelijke ziekte on danks de steeds grotere aanwezigheid van poli tie (waarvan de bevelvoerende inspecteur door dezelfde acteur gespeeld wordt als de fabrieks directeur. Het politie-optreden leidt tot niets: de politie heeft geen vat op de vrolijke anarchist, die in zijn hol leeft alsof zij niet meer bestond. Al leen 's nachts gaat hij op roof uit, 'bemachtigt' twee politie-agenten roostert die thuis aan het spit Tenslotte gaat de politie over tot een aanval met gaspatronen en scherp maar ook daar voor blijkt de vrolijke anarchist onkwetsbaar. Sterker: er blijkt een komplete omkering op te treden. Zo werkt het traangas niet als wapen, maar als drugs en de film eindigt met de extatische kreten van de inmiddels in aan tal toegenomen holbewoners. Hun kreten klinken over de gebouwen van de stad waarvan de meeste vensters potdicht of geblindeerd zijn. Veel toekomst heeft Themrocs vrolijke anarchie niet. Het huis van de buren is alweer dichtgemetseld, alleen hijzelf is erin geslaagd, in een weergaloos grappig fragment, de metse laar in zijn hol te lokken. 'Themroc' is een anarchistische droom. Dat wordt heel duidelijk door de gerichte manier waarop werkelijk en onwerkelijk tegen elkaar worden uitgespeeld: de nauwkeurige, zakelijke observatie van het ontbijt, het fascinerende do cumentaire deel van Themrocs weg naar de fa briek. Pas daarna is de toeschouwer rijp voor briek. Pas daarna is de toschouwer rijp voor de totale anarchie van Themrocs 'hol', en gaan de gags werken met een vernietigende kracht Even vernietigend als Themrocs eliminering van de meubeltjes uit zijn voorheen zo keurige woning. En het vreemde is, dat Faraldo de toe schouwer pleizier in die vernietiging bijbrengt: we volgen de val en verplettering van een tafel of een bergmeubel met een even grote span ning als bijv. de autorace in 'The French Con nection'. Themroc' is een verrukkelijke film. Hij bouwt niets op, hij bereikt ook geen enke le 'nieuwe waarde' maar dan zou er ook geen sprake van anarchisme zijn maar wèl vernietigt hij, en toont de 'zin' vón en ln die vernietiging. Hij bevat het destructieve van de goede, oude slapstick, waarin tussen vernieti ging en onweerstaanbaar plezier nauwelijks verschil bestaat. Er is in tijden niet zó'n vreemde en grappige film gemaakt. En hoe we Piccoli ook in een volgende filmrol aantreffen opnieuw als 'heer', keurig gekapt, smette loos in de vorm wc zullen nooit meer ver geten dat hij Themroc is: de ongeschoren held van de verschrikkelijke en vrolijke anarchie. door J. van Doorne Er is de laatste tijd, ook in Trouw/Kwartet, veel over de Russi sche schrijver Aleksander Isajevitsj Solzjenitsin geschreven. Dat ik nogmaals de aandacht op hem vestigen wil, is omdat ik een belangrijk boek gelezen heb, dat over hem, zijn werk en de om standigheden waaronder hij werken moet, op overzichtelijke wijze en naar mijn stellige overtuiging, op nauwkeurige wijze de lezer inlicht. De betekenis en de grootheid van Solzjenitsyn kunnen moeilijk over schat worden. Hij '.s niet alleen een auteur die een uniek oeuvre gescha pen heeft en daarvoor de Nobelprijs voor de literatuur ontvangen heeft Zijn betekenis en zijn grootheid worden allereerst op een ander vlak dan dat van de literatuur gevonden. Hij heeft zijn oeuvre in korte tijd en onder ongelooflijk moeilijke om standigheden tot stand gebracht. Maar dit werk was een verzetsdaad tegen een van de meest wrede, meest perfide regimes die de wereld kent Dat regime heeft een wereld rijk van geweldige potentie in zijn klauwen. Gesteund door honderden, die gedoemd zijn geliquideerd te wor den, wederstaat Solzjenitsyn dat re gime. Zijn grootheid en zijn betekenis worden gevormd door een ongeëven aarde heldenmoed, ik zou bijna zeggen: uniek in de geschiedenis, ware het niet dat ik besef, dat dui zenden een even grote heldenmoed hebben tentoongespreid, doch naam loos zijn ondergegaan. Mede door zijn talent als auteur en door de be kendheid die Solzjenitsyn buiten Rusland verkregen heeft is hij staande kunnen blijven. Dat hij hierdoor onaantastbaar geworden is, waag ik te betwijfelen. Zo er iets is, dat de stelling 'de we reld ligt in het boze' schragen kan, dan wel het bestaan van het Rus sisch communistisch regime, dat in naam van Marx en Lenin beweert een conglomeraat van volkeren te hebben bevrijd, dodh in feite ze ge knecht heeft zoals zelfs het Tsaris tisch regime nooit gedaan heeft. Het boek waarop ik doel, heet: 'Solz jenitsyn'. Het boek is samengesteld door Jo- zien J. Driessen, een slaviste. De vertalingen zijn alle rechtstreeks uit het Russisch en werden geleverd door medewerkers van het Slavisch seminarium en het Oost-Europa In stituut te Amsterdam. De uitgever zegt, dat het boek zich laat lezen als een roman. Ik begrijp wel zo'n beetje wat daarmee bedoeld wordt, ook al is die kwalificatie me naar haar letterlijke betekenis duis ter. Zeker is, dat het boek mij zeer geboeid heeft en mij opnieuw voor het fenomeen van het kwaad gesteld heeft. Het Westen is min of meer aan de communistische wereldmachten ge wend geraakt. Het moet ermee leren leven en het heeft dat geleerd. Het Westen is nog steeds niet in oorlog met Rusland. In zijn manifest van 3000 woorden: 'Vrede en geweld' van 5 september 1973 wijst Solzjenitsyn erop, dat de tegenstelling oorlogvrede vals is. Oorlog is slechts een spectaculaire vorm van geweld. De ware tegenstel ling is vredegeweld. Hij zegt (pa gina 247) daarvan het volgende: 'Het bestaan van de mensheid wordt ver woest en aangevreten, niet alleen door do stormachtige rottenis der oorlogen, maar ook door voortduren de, nimmer aflatende processen van geweld, soms ook stormachtig, soms verflauwd en verborgen. En als men zegt (zoals men gewoonlijk doet) dat vrede ondeelbaar is, dat ook de kleinste inbreuk erop (echter niet alleen een militaire!) al een inbreuk is op de gehele vrede, dan is ook het geweld ondeelbaar. En dan is het vasthouden van één gijzelaar of één vliegtuigkaping een even grote bedreiging voor de wereldvrede, als een kanonschot aan een staatsgrens of een bom die is afgeworpen op het terrein van een ander land.' Het allergevaarlijkste geweld is vol gens hem het systematische staatsge- weid. Op pagina 243 staat dit te le zen: 'Zo'n vorm van geweld heeft het niet nodig, explosieven te leggen of bommen te gooien; zijn procedure voltrekt zich in het diepste stilzwij gen, een hoogst enkele keer verbro ken door de laatste schreeuw van een verstikte. Dit geweld wil niet zelden een waardig, vriendelijk, zeer vreedzaam en bip onder sluimerend uiterlijk aannemen.' In datzelfde manifest verwerpt Solz jenitsyn ook het geweld van d<* gu errilla: het doel heiligt de middelen nooit. Het is duidelijk drt de auteur van het manifest niet een opstandeling is. Hij heeft Rusland en het socialis me lief, hij heeft de lijdende mens lief en wil die met de wapenen van de geest bevrijden. Professor I. A. Koerganov, hoogle raar in Leningrad en Moskou, die naar Amerika emigreerde, een statis ticus van naam, schat het aantal ver moorden in Rusland vanaf het dóórbreken van de revolutie op 66 miljoen. Zoals bekend is ook onder de zogenaamd humane Chroesjtsjef op grote schaal gemoord. In Solzje- nitsyns nieuwste boek 'Goelag-Archi- pel' komt dat op schrikwekkende wijze tot uiting. Tegen deze in de geschiedenis on geëvenaarde misdaad komt de schrij ver met vele anderen in verzet. Trots verdachtmaking en laster en bureaucratische chicanes werkt hij door. Toegang tot bibliotheken en archieven is hem ontzegt Hoe hij dan toch zijn werken heeft kunnen schrijven, maakt hij duidelijk. Er bestaat ln Rusland een ondergrondse produktie en verspreiding van lite ratuur in wijde zin, het 'Samizdat' geheten. Duizenden Russen kennen daardoor de verboden werken van de auteur. Die duizenden helpen hem door hem boeken en aanteke ningen toe te sturen. Zodoende kan deze grote humanist zijn arbeid ver richten. Misschien wordt hem bin nenkort de mond gesnoerd. Als dit artikel gedrukt wordt, is dat wel licht al gebeurd. Maar het goede is geschied, daar kan geen Russische instantie meer iets aan doen: he* wereldgeweten is wakker geschud, althans de mogelijkheid is daartoe geschapen. Niemand kan meer zeg gen dat hij het niet heeft kunnen weten. De kerk in Rusland Afgaande op de oorspronkelijke be tekenis van de woorden socialisme en communisme, zou men kunnen veronderstellen dat in staten die zich daarnaar noemen, vrijheid van godsdienst zou zijn. Echter, zelfs al is die godsdienstvrijheid in grond wetten neergelegd, is er in commu nistische staten geen sprake van vrijheid van godsdienst De leugen achtigheid, de pure huichelarij van de communistische regimes komen Solzjenitsin met zoontjes Ignati (links) en Yermolai. mede uit in de vervalsing van be grippen als socialisme, vaderlands liefde en naastenliefde. Communistische staten zijn atheï stisch geleide staten. In Rusland is de Russisch-Orthodoxe Kerk zoge naamd vrij. Waarom? Omdat die kerk per traditie haar roeping ver zaakt. Dat was onder de Tsaren zo en dat is nóg zo. Dat verzaken van haar roeping inzake het prediken van gerechtigheid heeft het commu nisme doen ontstaan. En nu her haalt de geschiedenis zich. De kerk houdt zich afzijdig van politiek en maatschappij. Zij is geen gevaar voor de staat. Een kerk die geen ge vaar voor een staatsbestel inhoudt, bestaat óf in een ideale staat óf is verziekt De Russisch-Orthodoxe Kerk is daarom weliswaar gekneveld maar nog niet geworgd. Andere reli gieuze gemeenschappen die zich hun evangelische roeping wèl bewust zijn, worden zwaar vervolgd, zoals Baptisten en Jehova's Getuigen. Solzjenitsyn heeft in 1972 een brief geschreven aan de Patriarch van ge heel Rusland: Pimen. In deze brief hekelt hij de houding van de kerk op niet mis te verstane wijze. Het antwoord dat de auteur kreeg op zijn brief is onthullend. Het ant woord dat hij, niet van Pimen, maar van een priester, Zjeloedkov gehe ten, ontving zegt dat het de kerk niet is toegestaan te doen wat Solz jenitsyn vroeg. Het még eenvoudig niet. De kerk had geen keus want óf zij zou moeten verdwijnen, óf zij zou haar eredienst mogen behouden. De priester erkent dat cathegese en werving niet zijn toegestaan. De briefschrijver eindigt aldus: 'In het algemeen moeten wij de realiteit nuchter onder ogen zien: de Russi sche kerkelijke hiërarchie kan in haar huidige samenstelling op geen enkele wijze een merkbare invloed uitoefenen op het systeem. Het is gemakkelijk en ongevaarlijk, Alexandr Isajevitsj, om de bisschop pen te beschimpen, maar voorwaar, de arbeid in dienst des Heren is zwaar in onze dagen. Het lot van de Russische kerk is on verbrekelijk verbonden met het lot van het volk. Als er 'toekomst zal zijn', dan zal er zonder enige twijfel ook een wedergeboorte van het Rus- sische Christendom zijn.' Men kan dit -aïtwoord moeilijk an- ders betitelen dan een verdrietig en beschamend conformisme. De kerk heeft afstand gedaan van haar roe ping, zuurdesem te zijn. Maar laten we ons oordeel zo sober mogelijk houden. De Russische kerk heeft zich altijd slerk met de staat verbonden gevoeld. En het Westen kent nog slechts sinds kort een ge tuigende kerk op het gebied vau het sociaal-maatschappelijke bestel en dan nog meestal als het gaat om mistoestanden in andere landen. Waar blijft het getuigenis van de kerk ln de beide Amerika's? En ook ln Europa is dat getuigenis nog maar zwak. En dat terwijl de kerken hier vrij zijn. De uitgave 'Solzjenitsyn' is een boek dat rijk aan Inhoud is. Zeker nu Solzjenitsyn op tragische wijze in het nieuws is ,mag men het boek niet ongelezen laten. Daarvoor geeft het te veel belangwekkende Informa tie. 'Solzjenitsyn'. Autobiografie, be schouwingen, brieven, interviews, kritieken, Nobelprijsrede en een es say. Samengesteld door Jozien J. Driessen. Met een inleiding van prof. dr. J. Bezemer. Bij De Boeke rij te Baarn. Paperback. Aantal pagi~ na's 270. Prijs 17,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 15