Het
woord is
aan de
Europese
burgers
1 Joegoslavië worden de
touwtjes
(eer krachtig aangetrokken
Prof. H. Brugmans. De foto is af
komstig van de omslag van het vorig
jaar bij de Uitgeverij Orion N.V.
Desclée de Brouwer te Brugge uit
gekomen boekje 'Het antwoord
van Brugmans'. Het is een boeiend en
uitvoerig interview met deze
Europeaan door prof. dr. Paul van
de Meersche.
IW/KWAKlTET ZATERDAG 9 FEBRUARI 1974
BUITENLAND TPNOZHS11/1K13
door prof. H. Brugmans, ere-rector
van het Europa College te Brugge
t begint altijd met
tebroodsweken. In
velijken en in organi-
ies. Zo is het ook ge-
sst met de Europese
momische Gemeen-
ap. Doch het was haar
idlot, dat ze gestart is
1 januari 1958, terwijl
nei van datzelfde jaar
Gaulle in Frankrijk
i de macht kwam.
dat er ook tussen de Gaulle en
lemeenschap geen wittebroodswe-
touden zijn geweest Ze waren er.
rote nationalist was bepaald géén
ictionist. Hij begreep, dat de
se economie nu eindelijk maar
sterk genoeg moest zijn om het
»r beschermende tarieven te kun-
ioen. De industriëlen die dus aan
deur' kwamen jammeren, dat ze
irgste vreesden van 'Europa', wer-
hardhandig weggestuurd. Frank-
vverd in het kille bad van de in-
tionale concurrentie geplonst.
verder hebben de Brusselse auto-
en het in den beginne best met
aulle kunnen vinden. Er was dus
leen regering in Parijs, met wie
rhandeld kon worden en die haar
p hield als het gegeven was. Dat
zwaarder dan alle federalistische
roeringen, die in de laatste jaren
de Vierde Republiek zo talrijk
n geweest even talrijk als de
lappings-clausules wanneer het
daden aankwam. De start was
zolang het werk er zich voorna-
toe bepaalde, grenzen uit te
tolgrenzen op te heffen, be
lemmeringen op te ruimen. Boven
dien had de Gaulle het in die eerste
jaren te druk met de oorlog in Alge
rije om zie' politiek te concentreren
op de Euro^jse eenwording.
Nieuwe fase
Maar na enkele jaren traden twee
nieuwe factoren op. Het conflict in
Noord-Afrika werd beëindigd met de
overeenkomst van Evian en de Ge
meenschap kwam in een nieuwe fase.
Wat dat laatste betreft: de 'negatieve
integratie' was vrijwel voltooid, maar
de 'positieve' moet nu beginnen, dat
wil zeggen: men moest komen tot het
voeren van een gemeenschappelijke
politiek, tot het tezamen voeren van
een beleid dat men vroeger afzonder
lijk voerde.
Ook dat laatste ontketende nog niet
dadelijk het conflict, want het inte
gratieproces werd het radicaalste aan
gepakt in de landbouw-sector, juist
daar waar Frankrijk het meeste mate
riële belang had. En zo zag men de pa
radoxale ontwikkeling, dat de Gaulle's
minister en de Europese pionier
Mansholt broederlijk en doeltreffend
werkten aan de gemeenschappelijke
agrarische politiek. Maar die idylle
kon niet duren. Naarmate men ook
op andere gebieden komen moest tot
een gemeenschappelijk uitoefenen van
de soevereiniteit, stak het nationalis
me de kop weer op.
De Gaulle heeft dat neo-nationalisme
tot een ideologie gemaakt. Hij wilde
het 'Europa van de Staten' (tussen
haakjes: in tegenstelling tot wat menig
een denkt, heeft hij de term 'Europa
van de vaderlanden' slechts éénmaal
gebruikt om hem te verwerpen!).
Dat betekende: geen besluit kon geno
men worden, wanneer één partner-
staat er 'neen' op zei.
leder voor zich
Het gevolg daarvan was, dat er heel
wat besluiten eenvoudig niet genomen creter gezegd: constateren wij, dat de
konden worden en dat een groeiende tot dusver gevolgde methode thans
stapel voorbereide dossiers terzijde niet meer doeltreffend is en kiezen
werd gelegd. De Gemeenschap werd wij een andere, of sukkelen wij door?
onregeerbaar. Andersgezegd: in een Wat was die methode van tot dusver?
fase waarin de middelpuntvliedende, Ze werd gekenmerkt door twee zwak-
nationale krachten groeiden en het heden. Ten eerste, zoals gezegd: het
integratiewerk dus moeilijker werd, beginsel der eenstemmigheid, dus het
versterkte men de middelpuntzoeken- vetorecht, dat nog verlammender
de krachten niet doch verzwakte zé: werkt met negen leden dan reeds het
juist. De Europese Commissie, het geval was met zes. Dan ook: de sec-
'dagelijks bestuur' van de Gemeen- torsgewijze aanpak, de niet-globale,
schap, werd meer en meer gedegra- terwijl in werkelijkheid alle sectoren
deerd tot een technisch secretariaat, met alle andere samenhangen,
terwijl ze oorspronkelijk was bedoeld Een voorbeeld. Een lid van de Com-
als een soort van federale regeri'ng-in- missie komt met een plan voor inte-
kiem. Dat moést tot crisis leiden. gratie van onze industriële politiek en
Een eerste aankondiging daarvan ge- bespreekt dat met de nationale minis-
schiedde in het monetaire veld, toen' ters van Economische Zaken. Maar
de dollar begon te- wankelen. In ons - hele industriële bestel dat
plaats van dat mén toen besloot, de blijkt nu duidelijk hangt af van de
reeds aanvaarde groei naar raunt-een- energie-voorziening... doch die is in
heid te bespoedigen, brak er overal handen van een andere minister. En
nationale paniek uit': ieder voor zich wie over energie praat, heeft het over
en de duivel hale de laatsten. Onlangs het Midden-Oosten, dus, over wat
heeft zich dat miserabele beeld her- 'buitenlandse' politiek genoemd
haald in de energie-crisis. Die ligt te wordt.
vers in het geheugen dan dat we er Welnu, gezien het globale karakter
lang bij hoeven stil te staan. Opnieuw van de problemen, heeft men een ech-
was het (ik citeer le Monde) 'sauve te Europese regering nodig, die het
qui peut' en 'elk voor zich'. gehéél kan overzien, die een concessie
Conclusie: in een tijdvak, dat naar hier kan compenseren met een winst
nauwer samenwerking vraagt, zien wij daar, die de lijn van een totaal ge-
de bestaande Gemeenschaps-structuren meenschaps-beleid vasthoudt,
machteloos worden tegenover de nati- Van-zulk een régering in Europa zijn
onalistische reflexen die groeiende wij verder af dan ooit. Het Franse
zijn. De wittebroodsweken zijn voor- spreekwoord zegt: 'donner et retenir
goed voorbij en wat wij beleven is ne vaut' 1) en dat is nu juist wat voor
niet zomaar een pittige burenruzie al de Fransen hebben gedaan: 'geven
die de lucht kan opklaren: het is een en toch weer vasthouden'. Dat men er
desintegratieproces. zo niet komt is evident Het 'point of
In deze omstandigheden had de Belgi- no return 2) is niet overschreden
sche minister Renaat van Elslande ge- wel voor wat betreft de tolunie, maar
lijk, toen hij een collectief gewetens-niet in zake gemeenschapsvorming
onderzoek voorstelde. Eigenlijk heel en men durft niet verder,
simpel over de vraag: 'willen we het
nu eigenlijk of willen we het nu ei- Wi© bSQiflt?
genlijk niet?',. 'Zijn wij bereid, te fe
dereren of aanvaarden wij de Ge- Een schok is nodig. Vanwaar kan die
meenschap alleen voorzover ons land komen? Die vraag zou zinloos zijn als
er tastbaar voordeel bij heeft?' Con- ër in onze bevolkingen geen overwel
digende instemming was met de Ge-
meensehaps-idee. Althans in de oor
spronkelijke zes landen, Waar óók
in Frankrijk rond twee derde voor
radicale integratie is en bijvoorbeeld
een President van de Verenigde Sta
ten van Europa aanvaardt, die geen
landgenoot zou zijn. Het zit er dus
theoretisch wel in, maar die meerder
heid zwijgt en is niet politiek actief,
omdat ze meent, dat de eenwording
van ons werelddeel 'langzaam maar
zeker' toch wel vordert. Het is
zaak, thans de alarmklok te luiden:
neen, we vorderen niet, we gaan te
rug!
Men kan "de schok niet verwachten uit
de Raad van (nationale) ministers. Er
zitten goede federalisten onder, maar
er hoeft maar één dwars te liggen en
het stuk speelt niet.
Ook van de zogenaamde 'topconfe
renties moe; men thans op zijn minst
de grenzen zien. Wij hebben als goede
opportunisten die methode aanvaard,
omdat (dacht n wij) een besluit geno
men door de hoogste nationale instan
ties althans tot reële uitvoering leiden
zou. Maar zo is het niet gegaan. In
Parijs heeft de 'top' destijds plechtig
verklaard, een munt-eenheid te gaan
bouwen vóór het decennium 1970
koud was, en ziet: we zijn nu in '74
en staan verder van het doel dan ooit.
Men heeft de officiële Gemeenschaps
organen voorbijgelopen onder het
motto- 'Nu gaan we serieus worden,
op intergouvernementele grondslag',
maar dat paardemiddel heeft niet ge
holpen. Het. 'Europa vaq de Staten'
heeft daarmee zijn laatste troef uitge
speeld vruchteloos.
Natuurlijk is de Europese Commissie
actief. Ze heeft alarmerende taal ge
sproken. Ze zou misschien dramati
sche dingen kunnen doen en het bijl
tje neerleggen, in hongerstaking gaan.
Meer dan één lid denkt daaraan. Maar
ze heeft in de openbare mening te
Weinig echo gevonden dan dat haar
zoals onze veiligheid, onze verhouding
tot Oost en West, de Derde Wereld,
de 'multinationals' en dergelijke.
Daarover moeten toekomstige campag
nes lopen en men zal de belangstel
ling bij het publiek hand over hand
zien groeien. Politiek zal weer de
moeite Waard zijn!
Nieuwe dimensies
'Partij tegenover partij'. Terecht
werkt Mansholt dus aan Europese
partij-vorming. Maar laat één ding
duidelijk zijn: 'Europa' is niet een
vergroot Nederland of een vergroot
Frankrijk en dergelijke. Het wordt
qualitatief iets gans anders. Nationale
problemen verdwijnen: de tegenstel
ling clericaal-anticlericaal bijvoor
beeld, zoals die in sommige landen
nog naspookt. Nieuwe problemen dui
ken op en dus zal Europese partijvor
ming leiden tot hergroepering van de
politieke krachten. Nationaal-ongeïnte-
resseerden zullen politiek wakker
schieten, jongeren vooral. De demo
cratie, die historisch is gegroeid uit
natie-vorming en die met het verval
van de natie-staten dreigt onder te
gaan, zal in Europees-federaal bestel,
ja, in wereld-verband, nieuwe dimen
sies krijgen en een nieuwe kans.
Vanwege dèt perspectief hechten
wij niet al te veel belang aan al
lerlei Europees lapwerk, dat mis
schien komen kan. We staan aan
de tweesprong: integratie of ver
dere desintegratie, federale de
mocratie of verder verval. Het
woord is aan de Europese bur
gers!
1) Geven en toch weer vasthouden ls niets
waard
2) Punt, waarvan geen terugkeer mogelijk ls
S) De problemen diepgaand te bestuderen,
zodat de Raad ze kan negeren.
collectieve ontslag electriserend wer
ken zou.
Blijft het Europese Parlement. Het is
een politieke academie zonder macht
en dus zonder weerklank. Maar zijn
leden zijn althans volksvertegenwoor
digers die iets achter zich hebben. Ve
len van hen beginnen boos te worden
en neem het hun eens kwalijk! Ze be
steden gewetensvol ongeveer honderd
dagen per jaar aan hun Europese
werk. Sommige van hun beste colle
ga's hebben dat al moeten betalen
met verlies van hun zetel (de kiezers
thuis 'zagen hen te weinig'). Hun le
ven werd één grote afjakkering. En
dat alles (om de Times te citeren) 'to
study the problems in depth, so that
the Council can ignore them'? 3) Hon
derd dagen stro dorsen? Of echt boos
worden? Ik hoop en geloof ook, dat
die boosheid groeit.
Het Parlement kan dramatische din
gen doen. De Commissie naar huis
sturen. Dat zou onbillijk zijn, want
die arme Commissie kan het ook niet
helpen. Maar een dramatisch gebaar
zou het tenminste zijn. Belangrijker:
het kan eisen, dat nu eindelijk ernst
gemaakt wordt met artikel 138 van
het Verdrag, dat directe verkiezingen
voorschrijft. Het kan een soort 'eed in
de kaatsbaan' zweren en verklaren,
dat het niet rusten zal, voordat deze
eis is ingelost Dat kan.
Maar Europese verkiezingen zouden
een wassen neus zijn, als ze niet wer
den voorafgegaan door een verkie-
zings-campagne, waarbij standpunt te
genover standpunt zou komen te
staan, partij tegenover partij. Te veel
hebben de Europeanen naar eenstem
migheid gestreefd en daarmee een kli
maat van saaiheid geschapen. De éch
te problemen van deze eeuw zijn niet
nationaal meer, ze zijn continentaal of
intercontinentaal en moeten dus wor
den gebracht in regeringen en parle
menten van transnationale omvang.
Echter: niet iedereen zal het met ie
dereen eens zijn over die kernvragen,
r M. J. Broekmeyer
hoogleraren en docenten
Ie sociale faculteit in Belgra-
orden door de partij met ont-
bedreigd. Vanwege hun poli-
en filosofische opvattingen
'oppositionele houding'
en zij niet meer geschikt ge-
om de studenten te onder
die zij met hun ideeën
an 'vergiftigen'. Dit is het
ituk van een jarenlange hetze
de acht vanwege hun weten-
>pelijke prestaties, interna-
le filosofen en sociologen.
deze actie tegen geleerden
aam worden verklaard?
bekend dat Joegoslavië, het
van het arbeiderszelfbestuur,
de laatste jaren steeds meer in
risistoestand is geraakt Om het
usland geërfde allesoverheersen-
aatsmonopolie (met alles wat
:ee gepaard gaat) te breken en
imte te schéppen voor een op
berustende maatschappij,
gemaakt van het mecha-
van de markteconomie. Deze
lementen: staatsalmacht, markte-
(beide bekend en wel te defi-
en het zelfbestuur (vaag, on-
nieerd, zonder sluitend bijpas-
economisch instrumentarium)
a een onafgebroken onderlinge
om de overhand gevoerd, waar-
t zelfbestuur permanent aan het
eind trok.
wezen vriend en vijand erop
meer kapitalistische ele-
de overhand kregen, dat de
rijker en de armen armer wer-
de sociale verschillen steeds
werden en dat de kloof tussen
it en woorden wijder werd.
ile regelingen bestaan nauwe-
economische planning bestaat
f er wordt niet de hand aange-
n, de werkloosheid bedraagt
ruim 10% in eigen land, terwijl meer
dan een miljoen Joegoslaven in het
buitenland werken, en heerst een on
gekend hoge inflatie, het is begrijpe
lijk dat alle elementen voor een vol
wassen crisis aanwezig waren.
Gefrustreerd doordat op het niveau
van de federatie de grote problemen
niet tot een oplossing konden worden
gebracht, probeerde men die te vin
den in de afzónderlijke republieken:
bron voor de nationalistische bewe
ging in Kroatië en andere republie
ken.
De sociologen en filosofen die thans -
op uitdrukkelijk bevel van Tito - het
veld moeten ruimen hebben sinds
jaar en dag, vooral in het uitmunten
de filosofische tijdschrift Praxis op de
feilen van het Joegoslavische systeem
gewezen. Zij vielen de centralisten en
staatsbureaucraten aan toen deze nog
machtig waren; zij protesteerden het
eerst en fel tegen nationalistische ex
cessen; zij wezen op de onaanvaard
bare sociale verschillen toen nog nie
mand zich daaraan waagde; zij kritise
ren het 'charismatisch leiderschap'
d.w.z. de persoonlijke macht en per
soonsverheerlijking van Tito. Zij we
zen ook in kervende analyses op de
halfheid van de koers naar zelfbe
stuur, op de onmogelijkheid dat een
partij die de partij is geworden van
de middenklassen en de witte boor
den, een arbeiderspolitiek kan voeren.
Het zijn, zonder en zweem van twij
fel, zelf marxisten en men kan hen tot
'new left' rekenen. Z'j twijfelen aan
de innerlijke samenhang van het Ti-
toïsme en zijn nadagen. Deze opvat
tingen en deze kritiek wordt hun niet
in dank afgenomen.
In de herfst van 1972 probeerde de
Joegoslavische kommunistenbond, dat
wil zeggen, Tito en een klein aantal
mannen om hem heen het heft weer
volledig in handen te nemen. In alle
republieken werden grootscheepse zui
veringen gehouden. Sindsdien is er
geen dag voorbijgegaan dat de krant
geen melding maakte van ontslagen of
afzettingen. Fabrieksdirecteuren, jour
nalisten, hoofdredacteuren (bijna alle
maal) rechters, leraren, onderwijzers,
partijsecretarissen burgemeesters, in
iedere republiek en op ieder niveau
regende het ontslagen. De ideologi
sche touwtjes werden weer aangetrok
ken (al is nooit duidelijk en samen
hangend uiteengezet wat die Joegosla
vische ideologie nu precies inhoudt),
boeken werden verboden, eens ver
leende literaire prijzen worden inge
trokken, films worden verboden, hun'
makers tot gevangenisstraffen veroor
deeld, uitgeverijen worden gezuiverd,
oude en al afgesloten processen wor
den heropend - de lijst ware nog wel
uit te breiden.
Het komt er op neer dat de Joegosla
vische kommunistenbond, geconfron
teerd met een op zijn beloop gelaten,
in scherpte toenemende economische,
sociale en politieke crisis, veroorzaakt
door de worstelpartij tussen staats
macht, zelfbestuur en markteconomie,
teruggrijpt op een beproefd
en bekend middel: regressie.
Iedereen houdt zijn mond,
de partij regeert en wie zich verzet
moet verdwijnen. Zo ging de één na
de ander voor de bijl, alleen op de
universiteiten verzetten enkelen zich
hardnekkig en langdurig. Hoewel en
kele van hun boeken verboden wer
den, hoewel van vijf hunner al jaren
de passen waren ingenomen, waren,
zij niet van plan het op te geven.
Van alles is geprobeerd om de acht
lastige horzels kwijt te raken. Studen
ten werden tegen hen opgezet, doch de
ze zijn solidair met hun leermeesters
gebleven. De faculteitsraad weigerde
hen te ontslaan, ook de universiteits
raad van de Belgradose universiteit
weigerde dal te doen. Daarop werd de
samenstelling van de universiteitsraad
gewijzigd: de helft van haar leden
werd door de overheid benoemd. Zelfs
toen viel er nog geen besluit. Het
nieuwste is dat de overheid weigert
projecten te financieren, waaraan een
van de acht jeugdbedervers medewer
king verleent.
Ondertussen hebben de studentenvere
nigingen van de sociale faculteiten in
Belgrado contact opgenomen met hun
collegae in Zagreb en Ljubljana. Zij
dreigen met een staking als de be
dreigde docenten metterdaad ontsla
gen zouden worden. Het izou Neder
landse academici niet misstaan van
hun Joegoslavische collegae solidari
teit te leren met om welke reden ook
door ontslag bedreigde hoogleraren en
docenten. In het buitenland hebben
velen al geprotesteerd, waaronder
Ernst Bloch en Herbert Marcuse.
Met vele Joegoslavische intellectuelen
zijn zij bevreesd dat met de huidige
heksenjacht een klimaat wordt gescha
pen waarin vrijheid, wetenschap noch
democratie kunnen gedijen. Men
merkt het al aan alles: kranten bren
gen geen nieuws meer, kritische stu
dies en artikelen worden zeldzaam, op
kongressen spreekt alleen de tweede
en derde garnituur. Wie een beetje
moed heeft zwijgt, wie veel moed
heeft verzet zich.
Zowel voor Joegoslavië als voor
ieder ander land geldt dat het
slecht gaat met een maatschappij
die dè waarheid over zichzelf niet
durft aan te horen. Als weten
schappelijke discussies en me
ningsverschillen uitgevochten
worden met overheidsdruk en
ontslagdreiging dan wordt wéér
een lampje gedoofl van de toch al
spaarzame 'verlichting'.
Dr. M. J. Broekmeyer is weten
schappelijk hoofdmedewerker aan
het Oost Europa Instituut van de
Universiteit van Amsterdam.
Boven Lunchpauze in een staalcomplex. De industriële ontwik
keling in Joegoslavië gaf het land een imago ivaardoar het hoog
staat genoteerd in de Derde Wereld. Niet kapitalistisch en ook niet
bureaucratisch.
Hiernaast President Tito