Goed begin van 1974: hogere rente bij de RPS
F=T
Rijkspostspaarbank
Beleggingsrekeningen met opzegtermijn* Beleggingsbewijzen 1
mM
uw nationale spaarinstelling
Nestkastje
zelf maken
bloem en plant
TROOT/KWATÏTET ZATERDAG 5 JiANUlAIRI 1974
BINNENLAND T15/K15
(■advertentie;
Uw nationale spaarinstelling verhoogt de
rentetarieven per 1 januari 1974. Bovendien zijn
er nieuwe spaar- en beleggingsvormen, die de
RPS extra aantrekkelijk maken voor alle
Nederlanders die hoge, veilige rente op hun geld
willen maken. Kies uit onderstaande
mogelijkheden de aarvorm die het beste bij u
past.
RPS-
boekje
Rente
rekening
Bedrijfs- en
ambtenaren-
sparen
met premie
Jeugdsparen
De Zilvervloot;
plus extra premie
van 10%
Opzegtermijn
3 maanden
Opzegtermijn
1 jaar
Opzegtermijn
2 jaar
Opzegtermijn
3 jaar
eerste inleg f 1000.-
4 jaar
vast
5 jaar
vast
was
414%
was
414%
ongewijzigd
was
6%
was
5%
ongewijzigd
ongewijzigd
ongewijzigd
NIEUWE
SPAARVORM
H3ÏPS
Wilt u meer weten?
Verdere informatie kimt u verkrijgen bij:
De Rijkspostspaarbank, Van Baerlestraat 27 (geen postzegel plakken)
en bij alle postkantoren.
U kunt ook bellèn 020 - 589911L
U kunt makkelijk sparen via uw bank- of girorekening. Uw spaargeld op een
beleggingsrekening of een beleggingsbewijs is niet geblokkeerd. U kunt altijd
geld opnemen, waarvoor de RPS dan echter wel kosten in rekening brengt.
Jeugdbeleggingsrckening, nieuwe spaarvorm voor jongeren tot 21 jaar; eerste inleg slechts f 100.—
Jan Koetsma
Naar aanleiding van uw artikel ge
schreven in de kerstbijlage van het
dagblad Trouw/Kwartet over de Rus
Koeshma Cernossiffie (Jan Koetsma)
zou ik u graag nog wat nadere mede
delingen willen doen. In de laatste
oorlogswinter was hij ineens bij ons
in de buurt. Jan Koetsma, evacueerde
uit Arnhem en 'doofstom'. Zelf was ik
een meisje van veertien jaar en woon
de aan de Wilde-landweg in Nunspeet.
Nu las ik in uw artikel dat Koetsma
ondergedoken was in de bossen bij
Nunspeet. Ik vermoed dat hij daar in
het 'geheime dorp' gezeten heeft op
het 'Soerel' en dat door de Duitsers is
ontdekt. Koetsma is toen ongeveer ja
nuari '45 aan de Wilde-landweg 21 bij
de familie Westhuis komen wonen.
Wij gingen iedere dag naar Koetsma
als hij aan het hout zagen was, maar
hij sprak natuurlijk nooit. Mijn
broertje, toen vijf jaar oud, was dage
lijks bij hem en als er dan al die
vliegtuigen overkwamen trok hij
Koetsma aan zijn broek en wees, dan
zag Koetsma ze pas; zo goed hield die
man zich! Ook leerde hij ons wat wij
er vreemd vonden, hout halen in het
bos op een ladder met een touw eraan
als slee, in plaats van een karretje wat
steeds weer verstopt zat door de
sneeuw in de wielen. Wat ik mij her
inner is, dat die laatste oorlogswinter
koud met veel sneeuw was, en Koets
ma maar altijd met zijn bloesje met
korte mouwtjes aan het werk was.
Ook sneed hij voor ons prachtige vo
geltjes met wijd uitwaaierende staart
jes en vleugeltjes, die hij altijd rood,
blauw, geel en groen schilderde. We
zijn ze helaas kwijt geraakt. Enige
maanden later wist ik van mijn vader
dat Koetsma een Rus was, wat ik toen
helemaal niet leuk vond om te weten
daar er bij ons in de buurt ook veel
Duitse spoorwegmensen in een schuur
woonden en ik bang was dat hij ver
raden zou worden. Verder wil ik u
nog meedelen dat op de avond van de
bevrijding in april mijn broertje het
huis bij ons binnen kwam stuiven en
riep helemaal overstuur: Mama.
Koetsma kan praat'n, Koetsma kan
praat'n'. Later sprak hij wel wat
Duits en toen was hij ineens weg. En
nooit dacht ik meer iets over hem te
horen, tot ik uw artikel las. wat in
eens veel herinneringen opriep. Zelf
heb ik dit aan mijn kinderen verteld.
Toen ik de bewuste pagina opensloeg
waar uw verhaal in stond en de foto
zag, dacht ik: Dat is Koetsma'. Graag
zou ik van u willen vernemen of u
nog meer gegevens kunt bemachtigen
door er een ingezonden stukje van te
maken.
Nunspeet
T. H. de Zwaan-Mulder
(Noot van de redactie: Mogelijk zijn
er nog meer mensen, die contact met
'Koetsma' hebben gehad?').
Verschraling
N.a.v. het artikel over 'verschraling
bij het onderwijs' zoals door S. C.
Derksen omschreven zou ik graag en
kele opmerkingen maken. Als een we
tenschappelijk medewerker zegt dat
Turnhout in Nederland ligt noemt
Derksen dit een symptoom van gebrek
aan basiskennis tegenwoordig. De mo
derne onderwijsfilosofie vindt dat dit
soort basiskennis niet functioneel is
in het huidige onderwijs dat zich toch
ten doel stelt de mens te stimuleren
ft zijn ontwikkeling tot mondige
mens in een democratische samenle
ving. Omdat kennis aan verandering
onderhevig is, is het belangrijker dat
je een kind leert waar het kennis en
informatie vandaan moet halen. Het
De redactie behoudt zou het recht
voor haar ter opname in deze rubriek
toegezonden meningsuitingen verkort
weer te geven. Bij publikatie wordt
met de naam van de inzender onder
tekend. Brieven kunnen worden ge
stuurd aan het secretariaat hoofdre
dactie Trouw/Kwartet postbus 859
Amsterdam.
kunnen omgaan met een encyclopedie
of spoorboekje is m.i. van groter be
lang dan een rijstebrijberg van topo
grafische namen, die toch niet weer
gebruikt worden. In bovenstaand om
schreven doel van het onderwijs zit
ook opgesloten de weerbaarheid van
de mens tegen b.v. volksdemagogen.
Als oorzaak van 'massahypnose' noemt
Derksen: praktisch onbenul, culturele
onverschilligheid en het gebrek aan
kennis van de meest elementaire in
formatie. Welke informatie bedoelt
hij? Naar mijn idee ligt het gebrek
aan beheersing van belangrijke vaar
digheden als het onderkennen van ir
relevante argumenten in discussies en
het logisch denken en redeneren. Als
deze vaardigheden meer waren geac
centueerd in het onderwijs zouden nu
niet zulke horden Nederlanders ach
ter Hans Wiegel aanlopen.
Groningen Deddie Ubbens
Prof. Goudzwaard (2)
Met belangstelling heb ik in Tr-Kw
van 29-12-73 kennis genomen van de
gedachten van prof. Goudzwaard over
de ons bedreigende economische cri
sis. Hoewel ik van harte instem met
veel van wat hij zegt, rijzen er bij
mij toch ook veel kritische vragen bij
uitspraken over zaken, waar het nu
juist om gaat. Hier volgen er een
paar: Uitspraak: 'Economische en
technische groei zijn verzelfstandigde
grootheden geworden'. Vraag: Past
het niet juist hier te zeggen, dat ze
dat niet zomaar zijn geworden, maar
dat ze dat zijn gemaakt en dat zelfs
christenen, dwars tegen alle bijbelse
waarschuwingen in, daar dapper aan
hebben meegeholpen. Uitspraak: 'Je
kunt dan ook aan een maximum-inko
men gaan denken. Ik zou daar nooit
vóór zijn wanneer de overheid zo no
dig de baas wil spelen over alle inko
mens, maar wèl wanneer vaststaat, dat
de hoge inkomens een zodanige claim
leggen op bijvoorbeeld schaarse
grondstoffen, dat de mensen met lage
re inkomens daar niet meer aan toe
komen'. Vraag 1: Betekent het ge
bruik van het woord 'alle', dat prof.
G. er geen bezwaar tegen heeft dat de
overheid wel de baas speelt over som
mige inkomens? En welke zijn dat
dan? Vraag: Wil prof. G. in deze uit
spraak zeggen, dat hij in wezen geen
bezwaar heeft tegen een inkomensver
deling op basis van het recht van <le
sterkste, mits de minimumbehoeften
maar niet worden aangetast in geval
van optredende schaarste?
Den Haag G. Tanls
Dwaasheid (3)
Het is de heer W. G. G. J. J. Groene-
veld te Groningen ontgaan waarom
het mij ging met betrekking tot die
gift van onze regering aan de wereld
raad ten behoeve van Afrikaanse re
bellenbewegingen. Ook ais de rege
ring een schenking had gedaan aan
bijvoorbeeld de I.C.C.C. (maar dat is
van dit kabinet niet te vrezen) ten
behoeve van ondergrondse kerken in
communistische landen, zou dat fun
damenteel fout geweest zijn. Zo zit
het ook fundamenteel fout met begro
tingsposten voor 'ontwikkelingshulp'
aan 'regeringen' bevrijdingsbewe
gingen) van staten die niet bestaan
en die dus ook niet erkend kunnen
worden. Van welke pseudo-erkenning
dit kabinet dan ook wijselijk heeft af
gezien. Dat de regering zich de be
voegdheid aanmeet gemeenschapsgel
den te gebruiken voor buitenlandse
'liefdadigheid', die tegelijk moet wor
den beschouwd als een uiting van
sympathie met het politieke of ideolo
gische streven van bepaalde buiten
landse organisaties, past niet in een
democratie. Immers, op die wijze
wordt een kleiner of groter aantal le
den der gemeenschap (geheel onno
dig) gedwongen mee te betalen aan
iets, waartegen hun geweten in op
stand komt.
Doesburg G. Goossens
Tongentaai (2)
Als een kind begint te praten, stoot
het allerlei klanken uit. Vervolgens
weet het zich geheel in te passen. Dr.
K. J. Kraan (Tr/Kw 27-12) zal als ge
leerde de moderne talen beheersen en
mogelijk ook Grieks, Hebreeuws en
Latijn. Als geleerde heeft hij dus
een rijke woordenkeus. Hij zal dan
geen klanken meer willen uitsoten,
maar in rijke bewoordingen zijn ge
dachten willen weergeven. De moge
lijkheden daarvan zijn lang niet uitge
put. Tongentaai is een stap terug.
Rotterdam P. C. van Wijk
Vuurwerk (1)
Prof. Goudzwaard stelt 'dat de christe
lijke partijen veel te laat zijn geweest
met het herkennen van de problemen,
die de oliecrisis ons openbaart'. In
het kader van de ontwenningskuur
(versobering) zou het een goede zaak
zijn, dat de christelijke partijen po
gingen ondernemen om de verkoop
van vuurwerk bij de wet te verbie
den. Dan kan veel menselijk leed, ver
vuiling en verspilling voorkomen wor
den.
Groningen
K. B. Huizinga, lid Arjos/ARP
Vuurwerk (2)
Als er per tv of radio een beroep op
ons wordt gedaan om geld te storten
voor de noodlijdenden in de derde
wereld, lopen wij met z'n allen ons de
benen uit het lijf om onze bijdrage te
deponeren in de bussen in winkels en
op postkantoren. Als de minister ons
op het hart drukt toch vooral de gor
dijnen te sluiten, om zuinig te zijn
met de nog voorhanden zijnde ener
gie, gehoorzamen wij zonder manke
ren. Nauwelijks echter had de klok op
31 december 1973 twaalf uur geslagen,
of wij zonden twintig miljoen gulden
aan vuurwerk de mist in. Kunnen wij
dan werkelijk niet zelfstandig denken
en handelen?
Den Haag H. Th. op 't Root-Segers
In de winterdagen zijn de vo
gels liet vrijwel enige teken van
leven in de tuin en graag
strooien we wat voedsel uit om
ze aan onze omgeving te bin
den. Maar boe lioud je ze ook
in het voorjaar en in de zomer?
Insekten°tende v.jcls zijn uiterst
belangrijke bondgenoten van de
tuinliefhebber die niet spuiten wil.
Ze leven immers van veel 'ongedier
te' dat we best met mate kunnen
zien, maar dat geen plaag mag wor
den. Juist in de broedtijd verdelgen
mezen, vliegenvangers, roodstaartjes
en spreeuwen enorme aantallen in-
sekten.
Vooral in nieuwbouwwijken zijn
voor al deze nuttige holbewoners
nauwelijks broedgelegenheden voor
handen. In oudere wijken vinden
spreeuwen en huismursen nestel
plaatsen onder kapotte dakpannen
en treffen vlicgenvangertjes nog wel
eens een goed plekj op met klimop
begroeide schuurtjes. Maar rood
staartjes en mezen zijn afhankelijk
van al of niet natuurlijke holten in
bomen en muren, en waar vind je
die nog?
We zullen ze dus een handje moeten
helpen. Nu is het maken van een
nestkastje een werkje dat zelfs een
kind kan, want in veel doe-het-zelf-
timmerwinkels kun je het benodigde
hout in de gewenste afmetingen la
ten zagen.
Degene die zelf wil zagen, heeft aan
een plank van 113 centimeter lang
en twaalf centimeter breed, een wat
breder stuk hout voor het deksel en
een ophanglat genoeg om een me-
zenkastje te vervaardigen. Het hout
moet kwastloos grenen of vuren zijn
en het mag tijdens de bewerking
niet barsten. Een van de belangrijk
ste eisen is namelijk dat nergens
water in het kastje kan sijpelen.
Ook moet het hout dik genoeg zijn
om warmte en koude buiten te slui
ten. In de tabel is rekening gehou
den met een houtdikte van ander
halve centimeter. Die tabel is nodig
omdat bepaalde vogels bijzondere ei
sen stellen aan hun woning. Zo wei
geren mezen een kastje te betrekken
met een vlieggat groter dan drie
centimeter en moet de bodem min
stens zeventien centimeter onder dat
vlieggat zitten. De cijfers in de tabel
hebben betrekking op centimeterma-
ten.
-■."(S
=?i
vlieg
gat
bodem
zij
wanden
voor-
achterwand
deksel
ophang
lat
mezen
3
9x9
12x12
23x9
(2x)
23x12
(2x)
15x15
37x4
boomkruipertje
4
11x11
14x14
25x11
(2x)
25x14
(2x)
17x17
39x4
roodstaartje
5
13x13
16x16
28x13
(2x)
28x16
(2x)
19x19
43x4
spreeuw
5
13x13
16x16
35x13
(2x)
35x16
(2x)
19x19
50x4
Hoe u te werk moet gaan, kunt u
voor een deel al aflezen aan de teke
ning. Boven aan de ophanglat wordt
eerst van voren een stukje weggeno
men om ruimte te bieden aan de
'neklap' van het deksel die tegen in
wateren moet beschermen. Dan
wordt met twee schroeven de achter
wand ..an de lat vastgemaakt, vervol
gens worden zijwanden en de
voorwand met vlieggat aan de ach
terwand gespijkerd.
Openen
Het kastje moet geopend kunnen
worden: van boven ter controle van
het legsel en de jongen, van onde
ren om het go schoon te kunnen
maken. Daarom zijn zowel de bodem
als het deksel los aan het kastje be
vestigd. Aan de onderkant van voor-
en achterwand en de zijwanden
wordt in het midden een duimschroef
gedraaid tot hij er nog maar an
derhalve centimeter uitsteekt. Dat is
de sluiting van de uitneembare bo
dem, die niet onder de wanden,
maar ertussen moet komen, ook al
vanwege eventueel inlopend regen
water.
In het midden van de zijkanten van
de grote bodemplaat maakt u een
inkeping waarin de duimschroeven
passen en de eigenlijke bodem
schroeven we vast op het midden
van de bodemplaat (tekening onder
de doorsnede van het kastje).
Hoe de bodem in het kastje lit,
kunt u ook op de tekening zien
(doorsnede en rechts). Scharnier en
haakje van het deksel zijn van dik
gegalvaniseerd ijzerdraad.
Voor het scharnier boor je twee
kleine gaatjes in het deksel, waar de
hoekig U-vormig gebogen draad
door gestoken wordt, waarna de uit
einden omgebogen en als krammen
in de bovenkant van het deksel ge
slagen worden. Met twee krammen
wordt het scharnier aan een zijkant
van het kastje bevestigd. Aan de an
dere kant komt het haakje, hangend
aan een kram en sluitend in de
kram in de zijwand Let er wel op
dat het deksel, wanneer het gesloten
is, de kast zonder kleren afsluit. Het
deksel wordt van boven en opzij be
kleed met asfaltpapier of dakleer,
waarvan een stuk van een paar cen
timeter aan de achterkant neerhangt
(de 'neklap'). Hel deksel moet zo op
de kast worden vastgemaakt dat de
door henk van halm
voorrand zo ver mogelijk oversteekt
om inregenen door het vlieggat te
voorkomen.
Splinters
Denkt u er wel om dat mezen geen
kastje betrekken als ze er ook maar
ergens houtsplinters aan ontdekken.
Misschien omdat ze dat voor spech-
tenwerk aanzien Tenslotte werkt u
het kastje af met buitenbijts, liefst
een mengsel van groene en bruine
bijts door elkaar. Gebruik geen car-
bolineum zoals ik deed. Her duurde
ruim een jaar voor de eerste mees
in het kastje durfde. Daarvoor sta
ken ze wel regelmatig hun kop naar
binnen, maar vlogen dan dadelijk
weg, waarschijnlijk verjaagd door de
doordringende stank van het im
pregneermiddel.
In streken möt eekhoorns moet het
vlieggat tegen knagen beschermd
worden door een ijzeren ring direct
rond de opening vast te krammen.
Daarvoor kan dit ijzerdraad goed
dienst doen.
Vindt u dit allemaal erg veel werk?
WAVEKA in Driebergen (telef.
03438-3063) verkoopt houtbetonnen
nestkastjes die uitstekend aan hun
doel beantwoorden en helemaal geen
onderhoud vergen.
In een gewone stadstuin kunt u
maar één kastje van een categorie
kwijt, behalve voor spreeuwen, want
die houden ervan bij elkaar te nes
telen. Kastjes hoeven niet speciaal
op het oosten worden opgehangen,
zoals wel wordt beweerd, als het
maar niet in de brandende zomerhit
te pal op het zuiden is. Aan de op
hanglat kunt u met schroeven en
pluggen het kastje aan muren han
gen, met een grote kram onder en
boven aan boomstammen- Drie meter
hoog is mooi, als u er maar voor
zorgt dat katten er met geen moge
lijkheid bij komen. Dus bij voor
beeld niet in klimplanten tegen het
huis aan.
Elke herfst moet het kastje grondig
schoongemaakt worden, want in het
nestmateriaal huizen vaak vogelpara
sieten. Gebruik daarbij geen bestrij
dingsmiddelen! Laat u het schoon
maken achterwege, dan komen de
vogels meestal niet meer terug in
het eenmaal bewoonde kastje.
Als u nu een kastje ophangt, hebt u
kans dat mezen het al meteen als
slaapplaats benutten. Maar wanhoop
niet als er vooreerst geen vogel op
af komt. Als er na een jaar nog
geen vogel naar omgekeken heeft,
kunt u het eens op een andere plek
proberen.