HET VERSCHIJNSEL BETTY
Ambtsdragers
weten
van niks
Dagboek
van
Mozes Flinker
v<
Vandaag
D
Trouw
Kwartet
moCT/KmwTErr zaterdag 29 december 1973
KERK
Het verschijnsel Betty Smit
noemt lAntliony van Kampen de
jonge vrouw, die nu al weer
bijna anderhalf jaar geleden
via een halfuurtje tv zoveel men
sen aan het geven en het denken
zette. U herinnert zich vast nog
wel, dat ze vier ton aan geld en
een aantal aanbiedingen voor bo
ten kreeg voor haar solo-zen
dingswerk in Amazonas.
De auteur, die haar op zijn
reizen in Brazilië leerde kennen
en haar destijds bij de NCRV in
troduceerde, heeft nu een best
boekje over Betty opengedaan.*)
Betty Smit heeft hem meer dan geim-
poneerd, zoals ze moederziel alleen
met haar kano diep de oerwouden
binnendrong en contact maakte met
stammen, waarvan sommige nog nooit
met blanken in aanraking waren ge
weest. Moederziel alleen? Nee, ze ging
met God, in wie ze onbeperkt vertrou
wen heeft en van wie ze overal vertel
de na verbluffend snel communicatie
tot stand te hebben gebracht. Steeds
kwam deze nu 30-jarige, die geduren
de drie en een half jaar 24 maal op
weg ging en 'al vele malen dood had
moeten zijn' springlevend en ongebro
ken uit de immense wildernis terug.
Niemand beter dan Van Kampen die
zich nooit alleen, laat staan zo ver in
'de groene hel van Brazilië' waagde,
weet wat ze steeds trotseerde. En nie
mand beter dan hij, die zegt niet ge
lovig te zijn, kan overtuigender spre
ken van haar groot geloof, dat haar
denken en handelen bepaalt. Vooral
dat laatste, 'waardoor ze herhaaldelijk
boven zichzelf kon uitstijgen' .en het
authentieke van haar persoonlijkheid
('ik heb nooit iemand ontmoet, die zo
ontstellend echt is') moeten de au
teur de kwalificatie 'verschijnsel'
Betty Smit hebben ingegeven.
door Ton van der Hammen
ruimte en lokaal voor evangelisatiebij
eenkomsten bezit. Een nieuwe stalen
boot uit Nederland met 50 pk motor
stelt haar in staat op minder primitie
ve manier het zendingswerk in de
binnenlanden voort te zetten. Voor
lang verblijf daar wordt een grote
boot gebouwd. Er is een stichting ge
vormd. die uit overwegend Braziliaan
se christenen bestaat en waarvan zij
ook deel uitmaakt. Deze beheert en
besteedt de gelden. De bouw van een
trainingscentrum is zo goed als ge
reed. Hier zal de opleiding starten
van dertig tot veertig jonge Brazili
aanse mannen en vrouwen, die het
werk in de binnenlanden en in de
stad Manaus zullen helpen voortzet
ten. De selectie doet Betty-zelf. De or
ganisatie van dit alles houdt haar vast
in Manaus, waar ze veel sociaal werk
doet onder gevangenen, druggebrui
kers, prostituees, geestelijk gestoorden
en lepra-lijders. Ook houdt ze regel
matig jeugdbijeenkomsten. Ze neemt
vlieglessen om zich in de toekomst,
als daar voldoende geld voor is, effi
ciënter te kunnen verplaatsen.
Een ongeluk
Het vervolg
Wat is er na de tv-uitzending en de
daarop gevolgde massabijeenkomsten
waar ze moest spreken verder ge
beurd? In het kort dit. Ze vertrok
weer naar Manaus. Brazilië, waar ze
nu voor het eerst een simpel maar so
lide houten huisje annex kantoor-
In april van dit jaar kreeg Betty Smit
een ernstig ongeluk. Ze werd in Ma
naus frontaal op haar bromfiets door
een vrachtwagen aangereden. Buiten
haar schuld overigens. Midden van dit
jaar was ze in Nederland voor een
medische behandeling (pees tussen
sleutelbeen en armwervel doorgesne
den). Ook had ze last van een lever
aandoening. Inmiddels is ze genezen
en sinds augustus weer op haar stand
plaats terug. Tot zover de follow-up
tot nu toe.
Wie geld zonden voor haar werk kun
nen gerust zijn, zegt de schrijver. Het
is goed belegd en brengt zijn rente
op. Rente in de vorm van bijstand
aan de meest vernederde, uitgebuite,
rechteloze groepen in de derde (on
derwereld van Amazonas. Over haar
verhouding tot God zegt hij: die is
van een dochter tot haar vader. Ze
spreekt zo ook met hem. Met hem sa
men kan haar niets gebeuren, meent
ze. Men heeft haar na de W-uitzendin
gen (in de tweede vertelde ze over de
geldelijke resultaten van de eerste
uitzending) een woudloopster Gods,
een Jeanne d'Arc van de wildernis ge
noemd. Vergelijkingen die erg op
haar gevoel voor humor werkten. Er
valt ook niets heroïsch aan haar waar
te nemen. Ze was en is een eenvoudi
ge, ongecompliceerde, maar wel ener
gieke en erg inventieve zendelinge,
vrij van religieuze hysterie. Aldus An
thony van Kampen.
Bloeiend plantje
Dit geloof van haar, dat kennelijk
bergen kan verzetten is wat velen des
tijds (we leven zo snel) diep heeft ge
troffen. I-?ar werd zo maar ineens in
ons westerse verwende wereldje, in
die dorre woestenij van geestelijke
spraakverwarring, twijfel of ronduit
onverschilligheid, doorgaans als ge
loofscrisis aangeduid, een bloeiend
plantje op het scherm gebracht, dat
zó wondermooi leek, als amper voor
mogelijk werd gehouden. Je moet na
tuurlijk wel zeggen: een bloeiend
plantje leek, want een heleboel
(christen)mensen willen daar zo maar
niet aan. Als ze gaan lezen over een
datum van bekering die Betty nooit
zal vergeten, van genezingen op ge
bed, van tekenen, tongentaai, dan zet
ten ze zo hun vraagtekens. Anderen
zullen haar met 'geloofsovermoed' wil
len afdoen. Weer anderen, de bijbel
in de hand, als de brengster van een
wel erg gereduceerd evangelie, zij het
(uiteraard!) te goeder trouw.
Vraag: hebben ze dan het verschijnsel
Betty Smit wel goed begrepen? Het
verschijnsel dat de verborgen omgang
met God, door Van Kampen de laatste
waarheid genoemd, weer centraal
stelt. Het verschijnsel van de mystie
ke vroomheid die in onze westerse sa
menleving bijna helemaal is weggere
deneerd o n een hoofdzakelijk onder
gronds leven te gaan leiden. Het ver
schijnsel van een kindérlijk godsver
trouwen dat de zwaarste beproevingen
kan overleven en deze zelfs als loute
ring ervaart, dus niet beschaamt. Het
verschijnsel kortom, dat de kern van
geloven uitmaakt en van incident tot
gemeengoed moet worden, wil de hui
dige crisissituatie worden overwon
nen.
Daarom is het lezen en nadenken
over het boekje 'Betty Smit, free lan
ce voor God', te beginnen met de in
leiding (Marcus 16, 15 tot 18) die u
alvast in uw bijbel kunt opzoeken,
zo belangrijk. Onder het motto 'een
ieder onderzoeke zichzelf.mag het
gerust een bestseller worden.
Betty Smit, free lance voor God,
door Anthony van Kampen. Uitgave
Van Holkema &Warendorf, Bussum,
12,90.
Betty Smit
door W. F. Staf leu
Terecht noemt Soetendorp het boekje van de joodje jongen
Mozes Flinker een heel bijzonder dagboek. Ook in de zin waar
in Het Achterhuis van Anne Frank belangrijk is, maar meer
omdat het inzicht geeft in het leven en denken van een groep
die veel minder bekend is dan die waartoe Anne Frank behoor
de. Het gaat hier om die joden die zich in ballingschap ach
ten, ook zonder oorlog en zonder bezetters; een ballingschap
die pas eindigt in bet droomvaderland, Erets Jisrael. Daarom,
wie Mozes Flinker begrijpt, weet ook wat de Israëli's bezielt.
Evenals Anne Frank vertrouwt
Mozes Flinker zijn intiemste ge
dachten en visies aan het papier
toe. Ze zijn gevormd door rabbijn
se scholing en strenge wetsbetrach-
ting. Soms doen ze haast volwas
sen, soms zijn ze ineens weer jon
gensachtig (als hij beschrijft hoe
hij zijn jood-zijn verborgen houdt
bijvoorbeeld). Een jonge jood, die
zich voorbestemd weet voor een
leidende politieke rol in de toe
komstige staat Israël. Maar het is
oorlog. Zestien jaar is Mozes Flin
ker oud, als hij met zijn ouders,
broer en vijf zusjes uit Den Haag
naar België vlucht. Daar onderge
doken (onder valse namen bewe
gen ze zich tamelijk vrij in Brus
sel) begint Mozes zijn aantekenin
gen op 24 november 1942 (anders
gezegd: op 15 Kislev 5703, de jood
se datum). Kort voor de bevrij
ding, in 1944. wordt Mozes Flinker
door de nazi's gedeporteerd, en uit
die verschrikking keert ook Hij
niet terug.
Geallieerden
Het boekje dat hij heeft nagelaten,
en dat kennelijk al in J958 in Is
raël is uitgegeven maar pas nu in
vertaling hier verkrijgbaar is, be
vat vele ontroerende bladzijden.
Niet eens zozeer omdat het de vi
sie van een jongen op bezetting en
vervolging weergeeft. Hij is vaak
erg nuchter over de oorlogsberich
ten. Trouwens, al noemt hij de
Duitsers slecht, de Engelsen, Ame
rikanen en Russen komen er niet
zovéél beter af. Ook zij bombarde
ren burgerbevolkingen, en Hitier
zorgde beter voor de werklozen
dan de geallieerden. Nee, de be
vrijding komt voor Mozes Flinker
niet van de geallieerden, maar van
de God van Israël, en betekent de
terugkeer naar Palestina. Zijn ge
tuigenis onthult, zegt Soetendorp,
'wat de zwerftocht van het joodse
volk als echo in de ziel van een
jonge jood heeft achtergelaten en
het verklaart iets van de achter
grond waaruit Israël van vandaag
is ontstaan en de hardnekkigheid
waardoor het in staat is zich te
handhaven. Er leeft veel van deze
Mozes Flinker
jongen in de jongens in de Sinai
en Golan.'
Strijd met God
Mozes Flinker strijdt met God om
het lot van zijn volk. Al op 26 no
vember 1942 schrijft hij: 'Wat kan
toch Gods bedoeling zijn, dat Hij
die vreselijke ellende niet tegen
houdt?' En bijna het laatste dat
hij optekent: 'Tweeduizende jaar
worden wij al vervolgd Eeuwi
ge onze God ls het nog niet
genoeg? Kunt Ge Uw volk niet
eindelijk troosten. Uw eigen
volk Houdt Uw woede nog altijd
zijn gloed? Zult Ge, God van Ts-
raël, ons blijven vergeten? Uw
naam werd onze roepnaam Als
het niet voor ons is Doe het dan
toch voor U Snel Eeuwige be
vrijdt ons.
Zo eindigt het verhaal van Mozes
Flinker als een l'ed, als het gebed
van een balling, als de Klaagliede
ren uit Tenach. bitter maar nim
mer zonder geloof, dat is: vertrou
wen in de messiaanse toekomst.
Hij lijkt op de Mozes uit de bijbel.
Dagboek van Mozes Flinker (19421943). Uit het Hebreeuws
vertaald door dr. J. Soetendorp. Uitgave H. Meulenhoff,
Baarn. 146 blz., 9,90.
Een van de laatste berichten die
we dit jaar in de krant gezet
hebben, was dat hervormde
ambtsdragers vaak niks of be
droefd weinig van synodale be
zigheden af weten.
Zoiets maakt om te beginnen ons,
journalisten, erg neerslachtig. Neem
nu de najaarszitting van de synode.
Een week vóór de vergaderingen krijg
je van het hervormd persbureau een
pak stencils toegestuurd, welke een
niet bijzonder tot lezen uitnodigend
proza behelzen maar die je toch dap
per doorneemt om a. goed beslagen
ten synodaal ijs te komen en b. een
paar wérvende aankondigingen te ma
ken: mensen, let op, dan en dan praat
de synode hier- en daarover.
Is het eenmaal zo ver en heb je de
reis naar het ver van 't gewoel der
wereld afliggende Hydepark overleefd,
dan zitten we in groot getal aan de
perstafels. Dagen lang en lange dagen
luisteren we gehoorzaam naar wat
hoogeerwaarde stemmen te beweren
hebben. We kladden blocnotes vol,
collega's van IKOR en NCRV zijn met
bandopname-apparaten in de weer en
zodra er synodaal hogeschoolwerk aan
te pas komt, glijden ingewikkelde te
levisietoestanden de gewijde ruimte
binnen.
De volgende dag staat, als alles goed
gegaan is, je verslag ordentelijk in de
krant, 's Avonds komt Barend de
Ronden voor de televisie in Kenmerk
op strenge toon uitleggen wat de
synode verkeerd heeft gedaan en waar
over, naar later uit het Hervormd
Weekblad blijkt, professor Van Itter-
zon zich nijdig heeft gemaakt (dat wil
zeggen, hij was niet kwaad op de
synode, maar op Barend). Of Noortje
van Oostveen van NCRV-radio soms
ook haar zegje heeft gedaan is me
ontgaan, maar ik weet wel dat EO's
Bram Zeegers vol geestdrift op de ge
reformeerde bonder ir. Jan van der
Graaf afvloog en hem vroeg of nu de
progressieve vleugel verloren had.
Maar ir. Van der Graaf liet zich de
hervormde kaas niet van het brood
eten en reageerde wat koeltjes met: ik
weet niet welke vleugel u bedoelt.
Overigens wilde hij wèl kwijt dat hij
dankbaar was voor de genomen beslis
sing.
Dit alles naar aanleiding van de dis
cussie over de investeringen in Zuid-
Af rika die de synode en de perstafel
gelijkelijk opwonden. Tjonge-tjonge.
d^t zijn nog eens zaken die kerk en
wereld beroeren! Maar achteraf blijkt
dat maar een handjevol ambtsdragers
in heel die hervormde kerk gelezen,
geluisterd en gekeken heeft. Ze weten
van niks. Ik moet zeggen dat vooral
bij Trouw-Kwartet de klap hard aan
kwam, want wij hebben een brief in
een lijstje gezet, die we kregen van
een synodelid omdat wij in de krant
alles zo mooi en duidelijk verteld
hadden.
Maar ook voor anderen, die niet zo'n
briefje in huis mochten krijgen, is
het natuurlijk sneu. Voer de synode
zelf zal 't ook moeilijk te verwerken
zijn, want die keek zo innig tevreden
rond met al die publiciteitsmedia (af
grijselijk woord eigenlijk) om zich
heen. Zo kwam je linea recta bij het
grondvlak terecht. Vergeet het maar!
Want als het groene hout de ambts
dragers, dus: de dominees, de ouder
lingen en diakenen) er niet naar om
kijkt, hoe moet het dan wel zijn met
het dorre hout (het 'gewone' gemeen
telid)?
Interesseert heel de synode die ambts
dragers dan niet? Nee, de synode in
teresseert hen geen bal. Tot deze on
vervaarde conclusie moeten we ko
men. Je kunt, heel liefjes, aannemen
dat ze avond aan avond op pad zijn
om zielen te winnen en wel wat an
ders aan de kop hebben dan uitzen
dingen vol synodaal gedebatteer. Je
kunt, heel lelijk, veronderstellen dat
ze lui uitgezakt naar de TROS zitten
door A. J. Klei
Ambtsdragers die de synode
koud laat (tekening van Piet
Donkersloot uit 'Kerkeheren/
kerkeknechten van Henk de
Jong).
te kijken. Maar het resultaat blijft ge
lijk: ze weten van niks.
Nu moeten we niet hoofdschuddend
alleen de hervormde kant uitkijken.
Het is bij alle kerken zo dat de be
langstelling voor kerkelijke affaires
met de dag wegebt, welke boeiende
onderwerpen een syftode ook aan
snijdt: sex, euthanasie, abortus
noem maar op. Nu ben ik er niet erg
voor dat een synode met zulke zaken
aan de gang is. Een synode moet zor
gen dat in de kerk alles zo'n beetje
volgens de regels verloopt en daarmee
uit. Voor die apdere dingen kun je
veel beter conferenties van en met
deskundigen houden. Want hoe gaat
het als een synode zich buigt over
een brandend probleem? Ze praat
over een rapport, dat dan herschreven
zal worden, waarbij rekening gehou
den wordt met de ter synode gemaak
te opmerkingen (lees: de scherpe
kantjes gaan er af). Na enige tijd
komt er dan een boekwerkje uit, dat
bepaald geen bestseller wordt. Ik ben
tenminste nog niemand tegen geko
men die met rooie oren in Sex en de
nieuwe moraal zat te lezen.
Er zijn mensen die menen dat juist
het feit dat de kerk vandaag bezig is
met 'wereldse' vraagstukken mee
brengt dat de belangstelling en het
meeleven sterk afnemen. Als de kerk
maar weer terugkeerde naar de ver
trouwde paden, dan zou je eens zien!
Dat geloof ik niet. De oorzaak van de
kleine en kleiner wordende belang
stelling voor wat de kerk zegt en doet
(allebei) ligt eerder hierin dat de
kerk meestal pas iets zegt en doet, als
anderen het al vóór haar gedaan heb
ben. En dan hoeft het niet meer, dan
is het te laat
Het is hierbij hollen of stilstaan. Als
de kerk eenmaal de problemen ont
dekt heeft die ze zo lang liet liggen
vliegt ze er als een wilde op af om de
scha in te halen. Hup, hup, jongens,
nou gaan we 't evangelie handen en
voeten geven (een nieuw kanseltaaltje
is ook gauw genoeg gebakken). Sten
cils en structuren vliegen door de
kerk en wat dreigt stil te staan is de
zorg voor de individuele ziel. En let
op, over een poosje wordt die indivi
duele ziel weer geknuffeld, want dan
krijgt de kerk in de gaten dat we dat
'terrein' te lang hebben overgelaten
(ADVERTENTIE)
BINNEN ENKELE DAGEN VERSCHIJNT DE 2E DRUK
HOMOFILIE/Prof. Dr. J. Douma
Als eerste deel van de serie ETHISCH KOMMENTAAR, door Dr. J. Douma
te Kampen en Dr. W. H. Velema te Apeldoorn, verschijnt het boekje
Homofilie. Prof. Douma haalt veel interessant materiaal naar voren, bijv.
over de homofielenvervolging in Nederland 1725) en over de schorsing
van één der eerste Afgescheiden predikanten.
Het kernstuk van de studie wordt gevormd door de behandeling van de
bekende teksten uit de Schrift, Gen. 19; Lev. 18 en 20 en Rom. 1.
De schrijver confronteert zich o.a. met D. S. Bailay, S. J. Ridderbos en
ds. Jan van Veen en wijst op grond van de Schrift hun opvattingen af.
Daarnaast komen kwesties als aangeboren of verworven cn dc al of niet
geneeslijkheid aan de orde.
De schrijver acht het onderscheiden tussen homofilie en homosexualiteit
van belang en wijdt tot slot een passage aan de pastorale zorg voor
homofielen.
De schrijver wil aan hen, die in de morele verwarring van deze tijd
hun weg zoeken een handreiking bieden.
Omvang 108 pag. - prijs 7,90
Boekhandel - antiquariaat - uitgeverij
TON BOLLAND
PRINSENGRACHT 493, AMSTERDAM, TELEFOON 020—22.19.21
Verkrijgbaar bij de boekhandel.
T2/Kp0
We
cleii
)inn>
iqbere
oetf
ijfcal
jeve
ijk r
JOZEF
In de woorden die de stervende Jakoku
ten aanzien van zij nzoon Jozef
uitdrukking brengt is een zekere u
bundigheid niet te miskennen. I^n i
beelden waarmee hij de gezegem
staat van deze oudste zoon van Rach
wil tekenen rollen over elkaar heefcel
en hebben zelfs onze vertalers verleg
om te spreken van 'de steenrots Israi
die zijn herder is'. Wat men zit
daarbij moet voorstellen zullen
vertalers evenmin weten als die
lezen. Wel een bewijs hoe moeili
hier de tekst ligt. Eén ding staat vas
Jakob wil zeggen hoe gezegend h
dat leven van Jozef en zijn stam zie
De woorden mogen onhelder zijn
allerlei vertalingen toelaten, maar
ding staat vast: over Jakobs gezegem
bestaan behoeft niet getwijfeld
worden. Het lcopt tegen 't eind vj
het jaar. Zoals de hebreeuwse woo
den in deze teksten over Jozef ondu
delijk zijn, zo zal er wel veel onduid
lijk zijn in ons eigen leven. Al die d
gen. Die dagen die we ons met geef1
mogelijkheid te binnen kunnen bre
gen. En dan die andere, beschamemf
en verheugende dagen. Het ligt allt
door elkaar. Dagen van hoop en wa
hoop, van verlamming en verbitt
ring. Ons leven lijkt vaak op zo
stuk tekst. Daar kan iedereen zich
storten om het uit te leggen en ln
kaar te passen. Maar als dan één dir 'er
vast staat, dan kan het goed zijn. A
het maar geen jaar was waarin we
leen met al die veelduidige dagen
doen hadden, maar met Hem van w
de Eenvoud één der hoogste deugdi
ls, om het eens dogmatisch te zeggef'1
Want zo is Hij, eenvoudig. Ni
voor meer dan één uitleg vatba:
Een God met een vaste bedoeling1
met een plan waarvan Hij door nii
en niemand af te brengen is, met
doel, een toekomst die niemand hi
zal ontnemen. Als het een jaar vol
gen was waarvan Hij afweet, dan t
het goed zijn. Dan hoeft alles w
niet glad te zijn, maar dan is er
gronde hoop dat het niet teverg<
was. En dat geldt ook van het ji
dat we straks hopen in te gaan.
teksten mogen vol vragen zijn, de
gen soms duister en dan weer lid
maar dan is er Eén die ons oriëntee
die ons een weg wijst eri ons wil zej
neh. (Genesis 49,22-26).
iejU u
d iient
:entr
j ïngv
i rachl
.eld.
ap'egei
I tipp(
'PR.
:l IVijks
lit it
igdemu
evaa
ijkvo
ta:
;rach
fooren
be L
leen
NED HERV KERK P.rom:
Beroepen te Monster: J. C. SchuJ;1€,u.v
man te Putten. paait]
Aangenomen naar Rijnsburg: G. Ket_I
van de Bogerd te Ridderkerk najovrij
Goederede: R. van Kooten kand.
Delft die bedankte voor Streefkerfyena
Gouderak, Bleskensgraaf, Eist tfietei
Amerongen, Bruchem en Goudkomt
waard. Penbi
Bedankt voor Katwijk aan Zee: J. de P
Schuurman te Putten: voor Leerdafyach
J. v. d. Schee te Zierikzee; voor Mef'chti
kerk: A. Breure te Westbroek; v<#n oj
Hillegom: A. A. Drost te Lemmer, grach
Beroepbaarstelling: L. Schaap, SclPynb1
pendrift 17, Laren. Via li
Overleden: P. Zijlstra (76), em. preÖe b(
te Scherpenzeel. Was zendingsleraPPwrt
op Celebes en vervolgens predikant Öen 1
Noordeloos, Harmeien, Moerkapefan d
en te Vlaardingen. lemm
GEREF KERKEN
Beroepen te Leiden: A. Reen
Rotterdam-Centrum.
GEREF KERKEN (VRIJG)
Beroepen te Zaandam en te Baarn:
Klamer te Spakenburg.
Bedankt voor IJmuiden: J. Strating
Bunschoten.
CIIR GEREF KERKEN
itat
Imge
teen
ijk v
n ta:
traat
Ie it
Bedankt voor Middellïarnis: G. BoiÉenrit
narkl
lorss
ichti:
:ome:
te Scheveningen.
GEREF GEMEENTEN
Beroepen te Elspeet: L. Vogelaar
's-Gravenpolder.
Bedankt voor Wolfratsdijk en Rott traat
dam-Alexanderpolder: J. van Vliet
Aagtekerke.
>oor
traat
inne
aan oosterse mystieke stromingen die
'hand over hand toenemen' (ik zie
trouwens dit soort zinnetjes al na
deren). En dan gaan de structuren
weer de kast in.
Geef ik nu die ambtsdragers en al die
anderen, die van de synode geen
kwaad (en geen goed) weten, gelijk?
Nee, maar het staat voor mij niet bij
voorbaat vast dat zij 't slechtste deel
verkozen hebben.
En dit was dan mijn oudejaarsover-
peinzing.
DEN HAAG Het Nederlands SI
denten Orkest heeft de opbrengst
de begin dit jaar gehouden tourni
een bedrag van 18.000 gulden, ovi
gedragen aan de stichting het Ned
lands studenten sanatorium en
stichting 'Het university assistan i]
fund'. Het fund gaat het geld gebr
ken om uit Chili afkomstige vluch^i
lingen hun studie hier te laten
tooien. Het studenten sanatorium
voor het geld drie kamers voor
handicapte studenten in Leiden
richten.
i li n
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer.
Hoofdredactie:
J. Tammlnga.
Hoofdkantoor B.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 859.
Telefoon 020-22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Mldd. Bank (relcnr.
69 73 60 768). Gem.fllro
X 500.
uto's
eid.
C
enri<
lijft.
orm<
et h
ipoü
én i
in
ét e
d<
j ichti
•ordt
'ancr
■lijft
landt
Dr
loste
en d
log
>mge
d<
en a
rajec
it H
St
m di
en.
k v<
.eerp
iet
Üet
ensti
De PI
laats
►veri
oorg
oedk
Us a
oena
igsrr
erin
ijn e
an i
in?
"erke
'an
lindi