HET VERSCHIJNSEL BETTY Ambtsdragers weten van niks Dagboek van Mozes Flinker v< Vandaag D Trouw Kwartet moCT/KmwTErr zaterdag 29 december 1973 KERK Het verschijnsel Betty Smit noemt lAntliony van Kampen de jonge vrouw, die nu al weer bijna anderhalf jaar geleden via een halfuurtje tv zoveel men sen aan het geven en het denken zette. U herinnert zich vast nog wel, dat ze vier ton aan geld en een aantal aanbiedingen voor bo ten kreeg voor haar solo-zen dingswerk in Amazonas. De auteur, die haar op zijn reizen in Brazilië leerde kennen en haar destijds bij de NCRV in troduceerde, heeft nu een best boekje over Betty opengedaan.*) Betty Smit heeft hem meer dan geim- poneerd, zoals ze moederziel alleen met haar kano diep de oerwouden binnendrong en contact maakte met stammen, waarvan sommige nog nooit met blanken in aanraking waren ge weest. Moederziel alleen? Nee, ze ging met God, in wie ze onbeperkt vertrou wen heeft en van wie ze overal vertel de na verbluffend snel communicatie tot stand te hebben gebracht. Steeds kwam deze nu 30-jarige, die geduren de drie en een half jaar 24 maal op weg ging en 'al vele malen dood had moeten zijn' springlevend en ongebro ken uit de immense wildernis terug. Niemand beter dan Van Kampen die zich nooit alleen, laat staan zo ver in 'de groene hel van Brazilië' waagde, weet wat ze steeds trotseerde. En nie mand beter dan hij, die zegt niet ge lovig te zijn, kan overtuigender spre ken van haar groot geloof, dat haar denken en handelen bepaalt. Vooral dat laatste, 'waardoor ze herhaaldelijk boven zichzelf kon uitstijgen' .en het authentieke van haar persoonlijkheid ('ik heb nooit iemand ontmoet, die zo ontstellend echt is') moeten de au teur de kwalificatie 'verschijnsel' Betty Smit hebben ingegeven. door Ton van der Hammen ruimte en lokaal voor evangelisatiebij eenkomsten bezit. Een nieuwe stalen boot uit Nederland met 50 pk motor stelt haar in staat op minder primitie ve manier het zendingswerk in de binnenlanden voort te zetten. Voor lang verblijf daar wordt een grote boot gebouwd. Er is een stichting ge vormd. die uit overwegend Braziliaan se christenen bestaat en waarvan zij ook deel uitmaakt. Deze beheert en besteedt de gelden. De bouw van een trainingscentrum is zo goed als ge reed. Hier zal de opleiding starten van dertig tot veertig jonge Brazili aanse mannen en vrouwen, die het werk in de binnenlanden en in de stad Manaus zullen helpen voortzet ten. De selectie doet Betty-zelf. De or ganisatie van dit alles houdt haar vast in Manaus, waar ze veel sociaal werk doet onder gevangenen, druggebrui kers, prostituees, geestelijk gestoorden en lepra-lijders. Ook houdt ze regel matig jeugdbijeenkomsten. Ze neemt vlieglessen om zich in de toekomst, als daar voldoende geld voor is, effi ciënter te kunnen verplaatsen. Een ongeluk Het vervolg Wat is er na de tv-uitzending en de daarop gevolgde massabijeenkomsten waar ze moest spreken verder ge beurd? In het kort dit. Ze vertrok weer naar Manaus. Brazilië, waar ze nu voor het eerst een simpel maar so lide houten huisje annex kantoor- In april van dit jaar kreeg Betty Smit een ernstig ongeluk. Ze werd in Ma naus frontaal op haar bromfiets door een vrachtwagen aangereden. Buiten haar schuld overigens. Midden van dit jaar was ze in Nederland voor een medische behandeling (pees tussen sleutelbeen en armwervel doorgesne den). Ook had ze last van een lever aandoening. Inmiddels is ze genezen en sinds augustus weer op haar stand plaats terug. Tot zover de follow-up tot nu toe. Wie geld zonden voor haar werk kun nen gerust zijn, zegt de schrijver. Het is goed belegd en brengt zijn rente op. Rente in de vorm van bijstand aan de meest vernederde, uitgebuite, rechteloze groepen in de derde (on derwereld van Amazonas. Over haar verhouding tot God zegt hij: die is van een dochter tot haar vader. Ze spreekt zo ook met hem. Met hem sa men kan haar niets gebeuren, meent ze. Men heeft haar na de W-uitzendin gen (in de tweede vertelde ze over de geldelijke resultaten van de eerste uitzending) een woudloopster Gods, een Jeanne d'Arc van de wildernis ge noemd. Vergelijkingen die erg op haar gevoel voor humor werkten. Er valt ook niets heroïsch aan haar waar te nemen. Ze was en is een eenvoudi ge, ongecompliceerde, maar wel ener gieke en erg inventieve zendelinge, vrij van religieuze hysterie. Aldus An thony van Kampen. Bloeiend plantje Dit geloof van haar, dat kennelijk bergen kan verzetten is wat velen des tijds (we leven zo snel) diep heeft ge troffen. I-?ar werd zo maar ineens in ons westerse verwende wereldje, in die dorre woestenij van geestelijke spraakverwarring, twijfel of ronduit onverschilligheid, doorgaans als ge loofscrisis aangeduid, een bloeiend plantje op het scherm gebracht, dat zó wondermooi leek, als amper voor mogelijk werd gehouden. Je moet na tuurlijk wel zeggen: een bloeiend plantje leek, want een heleboel (christen)mensen willen daar zo maar niet aan. Als ze gaan lezen over een datum van bekering die Betty nooit zal vergeten, van genezingen op ge bed, van tekenen, tongentaai, dan zet ten ze zo hun vraagtekens. Anderen zullen haar met 'geloofsovermoed' wil len afdoen. Weer anderen, de bijbel in de hand, als de brengster van een wel erg gereduceerd evangelie, zij het (uiteraard!) te goeder trouw. Vraag: hebben ze dan het verschijnsel Betty Smit wel goed begrepen? Het verschijnsel dat de verborgen omgang met God, door Van Kampen de laatste waarheid genoemd, weer centraal stelt. Het verschijnsel van de mystie ke vroomheid die in onze westerse sa menleving bijna helemaal is weggere deneerd o n een hoofdzakelijk onder gronds leven te gaan leiden. Het ver schijnsel van een kindérlijk godsver trouwen dat de zwaarste beproevingen kan overleven en deze zelfs als loute ring ervaart, dus niet beschaamt. Het verschijnsel kortom, dat de kern van geloven uitmaakt en van incident tot gemeengoed moet worden, wil de hui dige crisissituatie worden overwon nen. Daarom is het lezen en nadenken over het boekje 'Betty Smit, free lan ce voor God', te beginnen met de in leiding (Marcus 16, 15 tot 18) die u alvast in uw bijbel kunt opzoeken, zo belangrijk. Onder het motto 'een ieder onderzoeke zichzelf.mag het gerust een bestseller worden. Betty Smit, free lance voor God, door Anthony van Kampen. Uitgave Van Holkema &Warendorf, Bussum, 12,90. Betty Smit door W. F. Staf leu Terecht noemt Soetendorp het boekje van de joodje jongen Mozes Flinker een heel bijzonder dagboek. Ook in de zin waar in Het Achterhuis van Anne Frank belangrijk is, maar meer omdat het inzicht geeft in het leven en denken van een groep die veel minder bekend is dan die waartoe Anne Frank behoor de. Het gaat hier om die joden die zich in ballingschap ach ten, ook zonder oorlog en zonder bezetters; een ballingschap die pas eindigt in bet droomvaderland, Erets Jisrael. Daarom, wie Mozes Flinker begrijpt, weet ook wat de Israëli's bezielt. Evenals Anne Frank vertrouwt Mozes Flinker zijn intiemste ge dachten en visies aan het papier toe. Ze zijn gevormd door rabbijn se scholing en strenge wetsbetrach- ting. Soms doen ze haast volwas sen, soms zijn ze ineens weer jon gensachtig (als hij beschrijft hoe hij zijn jood-zijn verborgen houdt bijvoorbeeld). Een jonge jood, die zich voorbestemd weet voor een leidende politieke rol in de toe komstige staat Israël. Maar het is oorlog. Zestien jaar is Mozes Flin ker oud, als hij met zijn ouders, broer en vijf zusjes uit Den Haag naar België vlucht. Daar onderge doken (onder valse namen bewe gen ze zich tamelijk vrij in Brus sel) begint Mozes zijn aantekenin gen op 24 november 1942 (anders gezegd: op 15 Kislev 5703, de jood se datum). Kort voor de bevrij ding, in 1944. wordt Mozes Flinker door de nazi's gedeporteerd, en uit die verschrikking keert ook Hij niet terug. Geallieerden Het boekje dat hij heeft nagelaten, en dat kennelijk al in J958 in Is raël is uitgegeven maar pas nu in vertaling hier verkrijgbaar is, be vat vele ontroerende bladzijden. Niet eens zozeer omdat het de vi sie van een jongen op bezetting en vervolging weergeeft. Hij is vaak erg nuchter over de oorlogsberich ten. Trouwens, al noemt hij de Duitsers slecht, de Engelsen, Ame rikanen en Russen komen er niet zovéél beter af. Ook zij bombarde ren burgerbevolkingen, en Hitier zorgde beter voor de werklozen dan de geallieerden. Nee, de be vrijding komt voor Mozes Flinker niet van de geallieerden, maar van de God van Israël, en betekent de terugkeer naar Palestina. Zijn ge tuigenis onthult, zegt Soetendorp, 'wat de zwerftocht van het joodse volk als echo in de ziel van een jonge jood heeft achtergelaten en het verklaart iets van de achter grond waaruit Israël van vandaag is ontstaan en de hardnekkigheid waardoor het in staat is zich te handhaven. Er leeft veel van deze Mozes Flinker jongen in de jongens in de Sinai en Golan.' Strijd met God Mozes Flinker strijdt met God om het lot van zijn volk. Al op 26 no vember 1942 schrijft hij: 'Wat kan toch Gods bedoeling zijn, dat Hij die vreselijke ellende niet tegen houdt?' En bijna het laatste dat hij optekent: 'Tweeduizende jaar worden wij al vervolgd Eeuwi ge onze God ls het nog niet genoeg? Kunt Ge Uw volk niet eindelijk troosten. Uw eigen volk Houdt Uw woede nog altijd zijn gloed? Zult Ge, God van Ts- raël, ons blijven vergeten? Uw naam werd onze roepnaam Als het niet voor ons is Doe het dan toch voor U Snel Eeuwige be vrijdt ons. Zo eindigt het verhaal van Mozes Flinker als een l'ed, als het gebed van een balling, als de Klaagliede ren uit Tenach. bitter maar nim mer zonder geloof, dat is: vertrou wen in de messiaanse toekomst. Hij lijkt op de Mozes uit de bijbel. Dagboek van Mozes Flinker (19421943). Uit het Hebreeuws vertaald door dr. J. Soetendorp. Uitgave H. Meulenhoff, Baarn. 146 blz., 9,90. Een van de laatste berichten die we dit jaar in de krant gezet hebben, was dat hervormde ambtsdragers vaak niks of be droefd weinig van synodale be zigheden af weten. Zoiets maakt om te beginnen ons, journalisten, erg neerslachtig. Neem nu de najaarszitting van de synode. Een week vóór de vergaderingen krijg je van het hervormd persbureau een pak stencils toegestuurd, welke een niet bijzonder tot lezen uitnodigend proza behelzen maar die je toch dap per doorneemt om a. goed beslagen ten synodaal ijs te komen en b. een paar wérvende aankondigingen te ma ken: mensen, let op, dan en dan praat de synode hier- en daarover. Is het eenmaal zo ver en heb je de reis naar het ver van 't gewoel der wereld afliggende Hydepark overleefd, dan zitten we in groot getal aan de perstafels. Dagen lang en lange dagen luisteren we gehoorzaam naar wat hoogeerwaarde stemmen te beweren hebben. We kladden blocnotes vol, collega's van IKOR en NCRV zijn met bandopname-apparaten in de weer en zodra er synodaal hogeschoolwerk aan te pas komt, glijden ingewikkelde te levisietoestanden de gewijde ruimte binnen. De volgende dag staat, als alles goed gegaan is, je verslag ordentelijk in de krant, 's Avonds komt Barend de Ronden voor de televisie in Kenmerk op strenge toon uitleggen wat de synode verkeerd heeft gedaan en waar over, naar later uit het Hervormd Weekblad blijkt, professor Van Itter- zon zich nijdig heeft gemaakt (dat wil zeggen, hij was niet kwaad op de synode, maar op Barend). Of Noortje van Oostveen van NCRV-radio soms ook haar zegje heeft gedaan is me ontgaan, maar ik weet wel dat EO's Bram Zeegers vol geestdrift op de ge reformeerde bonder ir. Jan van der Graaf afvloog en hem vroeg of nu de progressieve vleugel verloren had. Maar ir. Van der Graaf liet zich de hervormde kaas niet van het brood eten en reageerde wat koeltjes met: ik weet niet welke vleugel u bedoelt. Overigens wilde hij wèl kwijt dat hij dankbaar was voor de genomen beslis sing. Dit alles naar aanleiding van de dis cussie over de investeringen in Zuid- Af rika die de synode en de perstafel gelijkelijk opwonden. Tjonge-tjonge. d^t zijn nog eens zaken die kerk en wereld beroeren! Maar achteraf blijkt dat maar een handjevol ambtsdragers in heel die hervormde kerk gelezen, geluisterd en gekeken heeft. Ze weten van niks. Ik moet zeggen dat vooral bij Trouw-Kwartet de klap hard aan kwam, want wij hebben een brief in een lijstje gezet, die we kregen van een synodelid omdat wij in de krant alles zo mooi en duidelijk verteld hadden. Maar ook voor anderen, die niet zo'n briefje in huis mochten krijgen, is het natuurlijk sneu. Voer de synode zelf zal 't ook moeilijk te verwerken zijn, want die keek zo innig tevreden rond met al die publiciteitsmedia (af grijselijk woord eigenlijk) om zich heen. Zo kwam je linea recta bij het grondvlak terecht. Vergeet het maar! Want als het groene hout de ambts dragers, dus: de dominees, de ouder lingen en diakenen) er niet naar om kijkt, hoe moet het dan wel zijn met het dorre hout (het 'gewone' gemeen telid)? Interesseert heel de synode die ambts dragers dan niet? Nee, de synode in teresseert hen geen bal. Tot deze on vervaarde conclusie moeten we ko men. Je kunt, heel liefjes, aannemen dat ze avond aan avond op pad zijn om zielen te winnen en wel wat an ders aan de kop hebben dan uitzen dingen vol synodaal gedebatteer. Je kunt, heel lelijk, veronderstellen dat ze lui uitgezakt naar de TROS zitten door A. J. Klei Ambtsdragers die de synode koud laat (tekening van Piet Donkersloot uit 'Kerkeheren/ kerkeknechten van Henk de Jong). te kijken. Maar het resultaat blijft ge lijk: ze weten van niks. Nu moeten we niet hoofdschuddend alleen de hervormde kant uitkijken. Het is bij alle kerken zo dat de be langstelling voor kerkelijke affaires met de dag wegebt, welke boeiende onderwerpen een syftode ook aan snijdt: sex, euthanasie, abortus noem maar op. Nu ben ik er niet erg voor dat een synode met zulke zaken aan de gang is. Een synode moet zor gen dat in de kerk alles zo'n beetje volgens de regels verloopt en daarmee uit. Voor die apdere dingen kun je veel beter conferenties van en met deskundigen houden. Want hoe gaat het als een synode zich buigt over een brandend probleem? Ze praat over een rapport, dat dan herschreven zal worden, waarbij rekening gehou den wordt met de ter synode gemaak te opmerkingen (lees: de scherpe kantjes gaan er af). Na enige tijd komt er dan een boekwerkje uit, dat bepaald geen bestseller wordt. Ik ben tenminste nog niemand tegen geko men die met rooie oren in Sex en de nieuwe moraal zat te lezen. Er zijn mensen die menen dat juist het feit dat de kerk vandaag bezig is met 'wereldse' vraagstukken mee brengt dat de belangstelling en het meeleven sterk afnemen. Als de kerk maar weer terugkeerde naar de ver trouwde paden, dan zou je eens zien! Dat geloof ik niet. De oorzaak van de kleine en kleiner wordende belang stelling voor wat de kerk zegt en doet (allebei) ligt eerder hierin dat de kerk meestal pas iets zegt en doet, als anderen het al vóór haar gedaan heb ben. En dan hoeft het niet meer, dan is het te laat Het is hierbij hollen of stilstaan. Als de kerk eenmaal de problemen ont dekt heeft die ze zo lang liet liggen vliegt ze er als een wilde op af om de scha in te halen. Hup, hup, jongens, nou gaan we 't evangelie handen en voeten geven (een nieuw kanseltaaltje is ook gauw genoeg gebakken). Sten cils en structuren vliegen door de kerk en wat dreigt stil te staan is de zorg voor de individuele ziel. En let op, over een poosje wordt die indivi duele ziel weer geknuffeld, want dan krijgt de kerk in de gaten dat we dat 'terrein' te lang hebben overgelaten (ADVERTENTIE) BINNEN ENKELE DAGEN VERSCHIJNT DE 2E DRUK HOMOFILIE/Prof. Dr. J. Douma Als eerste deel van de serie ETHISCH KOMMENTAAR, door Dr. J. Douma te Kampen en Dr. W. H. Velema te Apeldoorn, verschijnt het boekje Homofilie. Prof. Douma haalt veel interessant materiaal naar voren, bijv. over de homofielenvervolging in Nederland 1725) en over de schorsing van één der eerste Afgescheiden predikanten. Het kernstuk van de studie wordt gevormd door de behandeling van de bekende teksten uit de Schrift, Gen. 19; Lev. 18 en 20 en Rom. 1. De schrijver confronteert zich o.a. met D. S. Bailay, S. J. Ridderbos en ds. Jan van Veen en wijst op grond van de Schrift hun opvattingen af. Daarnaast komen kwesties als aangeboren of verworven cn dc al of niet geneeslijkheid aan de orde. De schrijver acht het onderscheiden tussen homofilie en homosexualiteit van belang en wijdt tot slot een passage aan de pastorale zorg voor homofielen. De schrijver wil aan hen, die in de morele verwarring van deze tijd hun weg zoeken een handreiking bieden. Omvang 108 pag. - prijs 7,90 Boekhandel - antiquariaat - uitgeverij TON BOLLAND PRINSENGRACHT 493, AMSTERDAM, TELEFOON 020—22.19.21 Verkrijgbaar bij de boekhandel. T2/Kp0 We cleii )inn> iqbere oetf ijfcal jeve ijk r JOZEF In de woorden die de stervende Jakoku ten aanzien van zij nzoon Jozef uitdrukking brengt is een zekere u bundigheid niet te miskennen. I^n i beelden waarmee hij de gezegem staat van deze oudste zoon van Rach wil tekenen rollen over elkaar heefcel en hebben zelfs onze vertalers verleg om te spreken van 'de steenrots Israi die zijn herder is'. Wat men zit daarbij moet voorstellen zullen vertalers evenmin weten als die lezen. Wel een bewijs hoe moeili hier de tekst ligt. Eén ding staat vas Jakob wil zeggen hoe gezegend h dat leven van Jozef en zijn stam zie De woorden mogen onhelder zijn allerlei vertalingen toelaten, maar ding staat vast: over Jakobs gezegem bestaan behoeft niet getwijfeld worden. Het lcopt tegen 't eind vj het jaar. Zoals de hebreeuwse woo den in deze teksten over Jozef ondu delijk zijn, zo zal er wel veel onduid lijk zijn in ons eigen leven. Al die d gen. Die dagen die we ons met geef1 mogelijkheid te binnen kunnen bre gen. En dan die andere, beschamemf en verheugende dagen. Het ligt allt door elkaar. Dagen van hoop en wa hoop, van verlamming en verbitt ring. Ons leven lijkt vaak op zo stuk tekst. Daar kan iedereen zich storten om het uit te leggen en ln kaar te passen. Maar als dan één dir 'er vast staat, dan kan het goed zijn. A het maar geen jaar was waarin we leen met al die veelduidige dagen doen hadden, maar met Hem van w de Eenvoud één der hoogste deugdi ls, om het eens dogmatisch te zeggef'1 Want zo is Hij, eenvoudig. Ni voor meer dan één uitleg vatba: Een God met een vaste bedoeling1 met een plan waarvan Hij door nii en niemand af te brengen is, met doel, een toekomst die niemand hi zal ontnemen. Als het een jaar vol gen was waarvan Hij afweet, dan t het goed zijn. Dan hoeft alles w niet glad te zijn, maar dan is er gronde hoop dat het niet teverg< was. En dat geldt ook van het ji dat we straks hopen in te gaan. teksten mogen vol vragen zijn, de gen soms duister en dan weer lid maar dan is er Eén die ons oriëntee die ons een weg wijst eri ons wil zej neh. (Genesis 49,22-26). iejU u d iient :entr j ïngv i rachl .eld. ap'egei I tipp( 'PR. :l IVijks lit it igdemu evaa ijkvo ta: ;rach fooren be L leen NED HERV KERK P.rom: Beroepen te Monster: J. C. SchuJ;1€,u.v man te Putten. paait] Aangenomen naar Rijnsburg: G. Ket_I van de Bogerd te Ridderkerk najovrij Goederede: R. van Kooten kand. Delft die bedankte voor Streefkerfyena Gouderak, Bleskensgraaf, Eist tfietei Amerongen, Bruchem en Goudkomt waard. Penbi Bedankt voor Katwijk aan Zee: J. de P Schuurman te Putten: voor Leerdafyach J. v. d. Schee te Zierikzee; voor Mef'chti kerk: A. Breure te Westbroek; v<#n oj Hillegom: A. A. Drost te Lemmer, grach Beroepbaarstelling: L. Schaap, SclPynb1 pendrift 17, Laren. Via li Overleden: P. Zijlstra (76), em. preÖe b( te Scherpenzeel. Was zendingsleraPPwrt op Celebes en vervolgens predikant Öen 1 Noordeloos, Harmeien, Moerkapefan d en te Vlaardingen. lemm GEREF KERKEN Beroepen te Leiden: A. Reen Rotterdam-Centrum. GEREF KERKEN (VRIJG) Beroepen te Zaandam en te Baarn: Klamer te Spakenburg. Bedankt voor IJmuiden: J. Strating Bunschoten. CIIR GEREF KERKEN itat Imge teen ijk v n ta: traat Ie it Bedankt voor Middellïarnis: G. BoiÉenrit narkl lorss ichti: :ome: te Scheveningen. GEREF GEMEENTEN Beroepen te Elspeet: L. Vogelaar 's-Gravenpolder. Bedankt voor Wolfratsdijk en Rott traat dam-Alexanderpolder: J. van Vliet Aagtekerke. >oor traat inne aan oosterse mystieke stromingen die 'hand over hand toenemen' (ik zie trouwens dit soort zinnetjes al na deren). En dan gaan de structuren weer de kast in. Geef ik nu die ambtsdragers en al die anderen, die van de synode geen kwaad (en geen goed) weten, gelijk? Nee, maar het staat voor mij niet bij voorbaat vast dat zij 't slechtste deel verkozen hebben. En dit was dan mijn oudejaarsover- peinzing. DEN HAAG Het Nederlands SI denten Orkest heeft de opbrengst de begin dit jaar gehouden tourni een bedrag van 18.000 gulden, ovi gedragen aan de stichting het Ned lands studenten sanatorium en stichting 'Het university assistan i] fund'. Het fund gaat het geld gebr ken om uit Chili afkomstige vluch^i lingen hun studie hier te laten tooien. Het studenten sanatorium voor het geld drie kamers voor handicapte studenten in Leiden richten. i li n De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: J. Tammlnga. Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Mldd. Bank (relcnr. 69 73 60 768). Gem.fllro X 500. uto's eid. C enri< lijft. orm< et h ipoü én i in ét e d< j ichti •ordt 'ancr ■lijft landt Dr loste en d log >mge d< en a rajec it H St m di en. k v< .eerp iet Üet ensti De PI laats ►veri oorg oedk Us a oena igsrr erin ijn e an i in? "erke 'an lindi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2