Gedachten uit
Jeruzalem:
weer oorlog-
weer zwijgen
Twee
zielen,
twee
gedachten
'14/
HW/KWARITET ZATERDAG 22 DECEMBER 1973
BUITENLAND T13/K15
door dr. J. Watters
'De telefoon is stil. Er is niemand van onze christelijke vrienden ons
komen opzoeken. Ik kan me niet herinneren dat het hier op kantoor
ooit zo stil geweest. Behalve dan in de zesdagenoorlog'.
Dit zei mij een vertegenwoordiger
van het Israëlische ministerie voor
christelijke aangelegenheden, toen de
oorlog al negen dagen aan de gang
was. Wat hij bedoelde kwam hierop
neer. Het was diep tragisch dat de
christenen in Israël zich weer in hun
eigen kringetje hadden opgesloten,
dat ze zich hadden teruggetrokken in
de rustige en relatief grotere veilig
heid van hun christelijk ghetto om
troost te vinden bij elkaar. De Chris
telijke gemeenschap in Israël wacht
en zwijgt.
Misschien is de conclusie wat haastig
getrokken maar ik voel mij gedrongen
om dit te schrijven. Het zwijgen van
de christelijke kerken dwingt mij er
toe. Hun klaarblijkelijke aarzeling om
tot actie over te gaan in welke vorm
ook, vóór of tegen Israël.
Te laat
Is het nodig om opnieuw duidelijk de
aandacht te vestigen op wat er aan
verschrikkelijke dingen gebeurd is in
de tweede wereldoorlog om daarmee
aan te tonen tot wat het klassieke
voorbeeld van het zwijgen van de
christelijke kerken heeft geleid? Moe
ten wij er nog eens aan herinneren
wat het christendom had kunnen
doen toen de joden in direct gevaar
verkeerden? Wat zij hadden kunnen
doen om te voorkomen dat de totale
ondergang zou plaats vinden of die al
thans te vertragen? En hoe vreselijk
het christendom in die tijd te kort is
geschoten? Ik geloof dat het ons ge
noegzaam bekend is. We hoeven trou
wens niet verder terug te gaan dan
tot zes jaar geleden, de tijd van de
oorlog van 1967.
Want als het waar is dat er een soort
gedragspatroon bestaat voor een chris
telijk antwoord op het gevaar dat jo
den bedreigt, dan is dat patroon wel
duidelijk herkenbaar in de christelij
ke reactie in die tijd.
Toen de christelijke wereldgemeen
schap eindelijk een uitspraak deed
over die oorlog, kwam die in de eer
ste plaats te laat en was die boven
dien van joods standpunt een jam
merlijke uitspraak. Het was een ver
klaring die men in overeenstemming
achtte met de ernstige toestand die
klaarblijkelijk bestond. De telegram
men van de Wereldraad van Kerken,
en van tal van andere kerkelijke li
chamen waren in goed gekozen woor
den gesteld en ze hielden rekening
met al de direct betrokkenen bij het
conflict. De welmenende christenen
in de gehele wereld hebben hun
hoofd geschud en zij hebben opgeroe
pen tot vrede.
Er ontstond in de penode na de zes
dagenoorlog in de christelijke wereld
een verschillende benadering ten op
zichte van het bestaan van de staat Is
raël. Terwijl de V.N. geduldig verder
gingen om de staat Israël een passen
de plaats te geven in het politieke we
reldbeeld, deed elk van de christelijke
groepen een poging om Israël een
passende plaats te geven in hun theo
logisch wereldbeeld.
Dialoog en hulp
In een tijd van nood is het zo juist
ontdekte instrument van de oecume
nische dialoog niet meer dan een
goed bedoelde akademische aangele
genheid die niet in staat is tot actie
op te roepen en die dus de partijen
die aan het gesprek deelrtemen ook
niet tot activiteit brengt. Er gebeurt
niets. Noch in positieve noch in nega
tieve zin.
Als er werkelijk een dialoog aan de
gang was. zou het toch niet meer dan
logisch zijn, dat de ene partner de an
der te hulp zou komen wanneer die
partner in levensgevaar verkeert.
Want het partnerschap dwingt tot be
trokkenheid bij het lot van de ander.
Opnieuw is gebleken dat dat de chris
telijke reactie niet is.
Het 'joodse vraagstuk' heeft in de ge
schiedenis tot drie antwoorden geleid:
bekering, verdrijving en vernietiging.
Als het eerste antwoord geen uitwer
king heeft, komt het tweede antwoord
in aanmerking en ook dat tweede niet
werkt, gaat men over tot het derde al
ternatief. Het feit dat men nu weer
bezig is met dat derde antwoord
maakt onze woorden zo beklemmend
noodzakelijk. Want het gaat er om
dat men opnieuw een eind wil maken
aan het voortbestaan van het joodse
volk.
De joden in het Midden-Oosten wor
den met genocide bedreigd. De staat
Israël zou even snel kunnen verdwij
nen als hij 25 jaar geleden is ont
staan. Wij christenen zouden rustig
door kunnen gaan met onze 'theologi
sche oplossing' voor de staat Israël.
We zouden tot de conclusie komen,
als wij daarmee eindelijk klaar zijn.
dat wij weer een nieuw klaaglied te
schrijven hebben ter herdenking van
hen, die de staat Israël hebben ge
bouwd. maar hebben verloren.
In de huidige omstandigheden, nu Is
raël wordt aangevallen, kan het zich
niet de luxe veroorloven van oecume
nische en theologische discussies. Is
raël kan nu eenmaal niet wachten tot
een of ander kerkelijk lichaam met
een mededeling komt over het al of
niet moreel gerechtvaardigd zijn van
wat Israël doet. De staat Israël vecht
voor zijn leven. Als de staat moet
wachten op de goedkeuring van de
christenen om tot. handelen over te
gaan. kan het telegram waarin de ze
delijke steun wordt uitgedrukt wel
eens te laat komen.
Professor David Flusser oefende in
een artikel in de Jerusalem Post
scherpe kritiek uit op de christenen,
omdat zij niet duidelijk uitspraken
waar zij stonden. Mijn ervaring is dat
Professor Flusser voor dovemansoren
gesproken heeft Als al naar zijn stem
geluisterd zal worden, zal het christe
lijk antwoord met tact en omzichtig
heid worden gegeven. Er zal weinig
begrip in tot uitdrukking komen voor
de gruwelijke ernst van de toestand.
Er zijn argumenten te over die de
christenen zouden moeten dwingen
om scherp onder ogen te zien waarom
het gaat in deze crisis in het Midden-
Oosten. Het joods-christelijk gesprek
heeft ons duidelijk gemaakt, dat Gods
verbond een verbond is met de chris
tenen en met de joden. Als zodanig is
de één verantwoordelijk voor het wel
zijn van de ander. De Eckhardts heb
ben gezegd dat de christenen verbon
den zijn met het joodse volk en dus
ook met het land van Israël. Christe
nen mogen het bestaan van de staat
Israël vieren en ernstig nemen omdat
Christus een jood was en blijft en
omdat het christendom wezenlijk
joods is.
Israël is het kind van het joodse volk,
een kind dat nu leeft nadat het zes
miljoen ouders verloren heeft.
Israël vormt een uitdaging voor de
christenen, of omdat zij hierin hun
berouw tegenover het onrecht dat
christenen de joden hebben aange
daan waar kunnen maken, of omdat
zij uitdrukking kunnen geven aan het
besef dat elke minderheid recht heeft
op het bewaren van zijn eigen identi
teit en dus op een land waarin die tot
uitdrukking kan komen.
Niet te veel steun
Maar welke argumenten de Flussers
van de joodse gemeenschap in de we
reld ook aandragen om de christenen
te overtuigen, en om hen er toe te
brengen de ernst van de crisis onder
ogen te zien, is het mijn overtuiging
dat er ook nu niets anders zullen ko
men dan weinig betekenende uitspra
ken, wel woorden maar geen daden.
Want geen christen wil zijn veilige
en beschermde plaats opgeven, noch
om de Arabische vlag uit te steken
noch om duidelijk aan de andere kant
te staan en Israël zijn diensten als
vrijwilliger aan te bieden. Er zal wat
geld uit christelijke kring beschikbaar
komen, maar niet zo veel. Er zullen
niet veel christelijke offers worden
gebracht in de strijd voor of tegen Is
raël. De christenen zullen in hun
zwijgen volharden en ook verder een
afwachtende houding aannemen.
De laatste eeuw heeft duidelijk aange
toond dat de joden niet op de christe
nen kunnen rekenen als de nood aan
de man komt Zoals Herzl met de
hoed in de hand naar Rome moest
gaan om hulp te vragen om een staat
Israël in Palestina op te bouwen; zo
als de joden in de gehele wereld een
beroep op de christenen hebben ge
daan om alle aandrang uit te oefenen
op Hitlers Reich om de slachting van
de joden in Europa te doen ophou
den. zoals de Israëliërs in de zesdagen
oorlog tevergeefs zaten te wachten
op een telefoontje of een brief als een
teken van steun, zo zal Israël bitter
worden ontgoocheld wanneer het in
deze oorlog rekent op directe en
waardevolle hulp van de christenen.
Hoe vurig ik ook hoop en zou wensen
dat het anders uitpakt, moet ik tot de
voorspelling komen, dat van daadwer
kelijke christelijke actie geen sprake
zal zijn. Waar het de plaats van de jo
den als volk betreft, waren de meest
verlichte christenen in het verleden
opmerkelijk neutraal en terughou
dend en naar mijn gevoel zal het ook
nu zo zijn.
leder voor zich
Wanneer het gaat om het blijven be
staan van Israël en zijn volk is het
'ieder voor zich' nuchtere werkelijk
heid. Het christendom schijnt geen
wezenlijk en practisch uitvoerbaar
antwoord te hebben op de onderdruk
king van de joden. De joden zouden
het woord van Hillel moeten aanhalen
om de Christenen te wijzen op hun
plicht tegenover hun medemens: 'Als
ik niet voor mijzelf zorg, wie zorgt er
dan voor mij, maar als ik alleen aan
mijzelf denk, wat voor een mens ben
ik dan? En wanneer niet nu, wanneer
dan?' In deze woorden wordt het be
roep op verantwoordelijkheid uitge
drukt, een oproep tot de daad. zowel
van het individu als van de gemeen
schap. Maar verdrietig moet ik betwij
felen of er een dergelijke reactie van
Christenen zal komen.
Als er in het afgelopen jaar acties
moesten worden ondernomen tegen
Palestijnse terroristen, acties die niet
populair waren, zag de regering van
Israël zich telkens weer genoodzaakt
tot de volgende toelichting: 'Wij moe
ten doen wat wij voor juist en voor
rechtvaardig houden. Het is onze
zaak. Wij kunnen ons niet afvragen of
de rest van de wereld dat juist en
rechtvaardig vindt, want wij staan al
leen.' Zulke opmerkingen lijken op
het eerste gezicht koud en gespeend
van gevoel voor de wereld rondom Is
raël. Maar in het licht van de huidige
toestand en in het gevaar waarin de
Israëliërs verkeren, lijkt deze politiek
de enige uitvoerbare wijze van verde
diging. tenminste zolang de christelij
ke wereld niet te hulp komt.
iscussie over Israël en zijn
s tussen de volken is voor ons
>iding op deze pagina het
d te geven aan twee stemmen
op zijn minst zeer opmerkelijk
Pater Lucas Grollenberg is in
naar Palestina vertrokken,
hij verbonden is geweest aan
'caanse Bijbelschool van
lem. Hij heeft de oorlog van
meegemaakt en van nabij het
gezien dat deze oorlog met
rht Hij is vooral
iwd met de gevoelens van
ibieren. Het andere artikel is
[esciireven door een
ilijk theoloog, die zich echter
verwant voelt met Israël. Dr.
studeerde aan het luthers
sch seminarium en
iveerde aan de universiteit
lowa. Hij was lange tijd
SRAEL
RVAREN
LS
QLONIE'
methodistisch predikant.
De brief van dr. Watters bereikte
ons via rabbijn David Lilienthal,
van de liberaal joodse gemeente te
Amsterdam. Bij de keuze van deze
twee bijdragen tekende rabbijn
Lilienthal onder meer aan:
'Dr. Watters schreef zijn open brief
aan zijn mede-christenen in de
wereld vanuit een situatie van
onmiddellijk levensgevaar. Zijn
noodkreet is nieuw, onze is
eeuwenoud. Wat hij schrijft
betekent dat hij als christen en als
theoloog ook geen andere keuze
ziet zolang de Arabische staten
blijven weigeren Israel's
bestaansrecht te erkennen. Ook al
is er nu een staakt-het-vuren
gekomen, het gevaar is geenszins
geweken. Het was immers een
bestand dat geschonden werd op
Grote Verzoendag. Een dergelijke
schending kan ieder ogenblik weer
plaatsvinden. Dr. Watters weet dat
wij niet terug kunnen tot de
situatie waarin de wereld voor de
jood in twee soorten staten
ingedeeld was: De staten waar ze
niet mochten wonen, en de staten
waar ze niet mochten komen. Is
dit de situatie die de kerken
hersteld willen zien?
Dr. Watters vraagt de christenen
in de wereld een duidelijke
steilingname: voor of tegen Israël.
De redactie van Trouw/Kwartet
staat erop dat naast zijn brief
een artikel van Lucas Grollenberg
geplaatst wordt. Weigert niet
Trouw/Kwartet daardoor juist een
steilingname die voor ons van
levensbelang is?'
Op deze vraag van rabbijn
Lilienthal antwoorden wij dat
steilingname niet kan zijn het niet
willen luisteren naar de andere
partij. Vooral niet in een situatie
waarin het recht aan beide zijden
is te vinden zoals onlangs nog
werd opgemerkt door de president
van de Wereld Zionistenbond, dr.
Goldberg. Gelijktijdig met de
bittere verzuchting van dr. Watters
uit Jeruzalem bereikte ons het
artikel van dr. Grollenberg. We
hebben ze bewust samen op één
pagina gebracht om de grieven die
erin worden weergegeven in volle
hevigheid op de lezers te laten
inwerken. En voor onze stelling-
name moet men niet op deze pagina
maar in onze commentaarkolom zijn
waar die herhaaldelijk is gegeven.
dr. L. Grollenberg
LC7!
el!
s41 1
veri Arabische wereld heeft in de loop van vele jaren
;3 2 beeld van de staat Israël gekregen, dat heel
mat'k afwijkt van het hier in Nederland gekoester-
Meer dan ooit lijkt het thans nodig, iets te weten
dat 'image' in de Arabische wereld.
i L<
'AC
lerst dit: men ziet daar de staat
als een vrucht van koloniale
spolitiek. Op veel Arabische
in wordt de 'Moderne geschiede-
an Palestina' van Dr. al-Kayali
ikt. Deze schrijver laat de wes-
kolonisering van dat land begin-
njin 1839, toen er een Engels con-
t in Jeruzalem werd gevestigd.
loont aan dat de bedoeling daar-
|ras, door de vestiging van joden
fed in dat gebied te krijgen. Ook
re Arabische geschiedkundigen
fen uitspraken van Britse diplo-
verzameld, waaruit blijkt dat
Franse streven naar macht in
lidden-Oosten (voor Engeland de
Isweg naar India!) wilden tegen-
door er een joodse staat onder
protectie te creëren. De Liba-
a econoom M. Gorm gaf enige van
itspraken weer in een lezing in
.|et, juni 1970, die later in meer-
talen verscheen. Men verbaast
^Aver de typisch koloniale manier
:..,4preken door die diplomaten, al
r - eeks 1840: de joden van Europa
en in Palestina 'geplaatst wor-
blijkbaar zonder dat ze zelf wa-
19x eraadpleegd!
op s
•26;
sche scholieren weten uit citaten
.33^2 erzl en Weizmann, hoe het poli-
45
heeft hen met duizenden op de vlucht
gejaagd. Bij hen kan de naam Israël
niet vallen, of in hun geheugen licht
tegelijk de naam Deir Yassin op, een
onvermijdelijke associatie.
Koloniaal
Israël begon dus met een slecht 'ima
ge' in de Arabische wereld. Men zal
begrijpen, dat niets wat in of door Is
raël aan goeds werd gepresteerd, daar
in een plaats kon vinden. Integendeel,
alleen datgene kwam door bij de Ara
bieren. wat bij dat negatieve beeld
paste en het dus versterkte. Toen Is
raël in 1956 samen met Engeland en
Frankrijk een inval in Egypte deed
om de nationalisering van het Suez-
kanaal ongedaan te maken, werd dit
gezien als een duidelijke bevestiging
van het koloniaal karakter van Israël.
Nog sterker deed dit de juni-oorlog
van 1967, die gericht was op aanzien
lijke uitbreiding van het eigen grond
gebied ten koste van het Arabische.
Het element Deir Yassin werd vrijwel
elk jaar versterkt door acties, die in
de Arabische wereld breed werden
uitgemeten, terwijl er in ons land
nauwelijks iets van doordrong.
Uitzonderlijk Nederland
Vanuit ons land was er een heel an
der beeld van Israël gevormd. Twee
voorname factoren daarin waren: het
Deze foto werd omstreeks 1948 gepubliceerd onder het opschrift 'Eindelijk thuis'.
•humanitaire' karakter van de staat
als toevluchtsoord voor vervolgde jo
den, en het 'bijbelse' karakter van Is
raël. Zo werden in 1948 de grondsla
gen gelegd van het 'image' dat sinds
dien met zorg in stand werd gehou-
zionisme tegemoet kwam aan de
se drang naar invloed in Palesti-
22 7in waaruit het zo vitale Suez-ka-
17 Rf)eheerst kon worden. Zij weten
e 49 d van het streven naar onafhan-
26-heid, dat in de jaren na 1860 bij
rabische volken ontwaakte, en
vo e Engelsen dat hadden gebruikt
Bapn strijd tegen de Turken. Zij
mee met de machteloze woede
ïee in 1917 de Balfour-verkla-
verd ontvangen, waarvan ook de
lering zo uitermate grievend
oor de Palestijnse bevolking ('de
)odse gemeenschappen").
npjaar
mt
hi
i Mi
de aar 1920 heet in de Arabische
irtoejedenis 'am an-nakba, het jaar
e ramp, de grote calamiteit. In
.en Syrië werden de Arabische
;escl idsbewegingen bloedig neerge-
Opi door de Engelsen en Fransen,
mde un plechtige verzekeringen van
17, jaren tevoren ongedaan maak-
rgste was, dat toen Palestina on-
ngels mandaat kwam er als eer-
ige commissaris een zionistische
p uriveerde. Omdat de zionistische
1 en bekend waren bij de Arabie-
letekende dat feit in hun ogen
Jijk het doodvonnis over het Pa-
Sise volk. De geschiedenis van
1 bandaat (1920-1947) is voor hen
f^ok één stuk wanhopig verzet van
■lestijnen tegen hun uitroeiing,
patwording van 1948 wordt even-
■jen, in deze lijn, als totaal nega-
Iflde bekroning van een langdurig
W3 tn door de westerse machten om
Xitaal st Arabische wereld in
ifte krijgen. Daarbij komt, dat die
•ording in hun geheugen onver-
lijk is verbonden met de uit-
van het dorpje Deir Yas-
ij Jeruzalem, op 9 april van dat
in d<De verantwoordelijke voor deze
l8wnoord, Menachem Begin,
3 4(p in zijn boek 'The Revolt' van
dat er zonder dit wapenfeit geen
'K IJIsraël geweest zou zijn. Deze be-
ig wordt door de Palestijnen be
id. Het gerucht van Deir Yassin
Eveneens een foto uit 1948: Palestijnse inwoners van hel oude
Jaffa trekken weg.
den, van waaruit men dacht en oor
deelde, en dat bepaalde wat mocht
overkomen en wat niet. Andere gelui
den dan gunstige konden hier te lan
de nauwelijks doordringen. En ge
beurde dat toch, dan werd erop gerea
geerd met heilige verontwaardiging.
Die heiligheid werd gedeeltelijk ont
leend aan de gevoelens van humani
teit. gedeeltelijk aan min of meer dui
delijke geloofsversies die op de bijbel
steunden.
Het is goed voor ons te bedenken, dat
noch die humaniteit noch die bijbelse
visies ook maar enigszins begrijpelijk
zijn voor Arabieren. Wat het eerste
betreft, in hun 'image' zijn het poli
tieke zionisme en zijn vrucht, de
staat, ondernemingen die zich jegens
de Arabische bevolking van Palestina
alleen maar onmenselijk hebben ge
dragen. Hierbij komt, dat Arabieren
niet kunnen begrijpen wat 'antisemi
tisme' eigenlijk is. Het verschijnsel is
typisch christelijk, en bij moslims on
bekend en onvoelbaar. Wanmeer
men in Europa zoveel spijt heeft over
wreed gedrag tegenover de Joden,
waarom maakt men dat daar niet
goed door ze vriendelijk en als goede
medeburgers te behandelen? Waarom
wil men ze dan met alle geweld wèg
hebben, naar een land dat anderen
toebehoort?
Concreet betekent dit totaal verschil
lende reacties op dezelfde gebeurtenis
sen. De actie van Palesti-jnen tegen
Joden uit de Sowjet-Unie in Oosten
rijk werd hier te lande onmenselijk
gevonden, en onze regering bood haar
diensten onmiddellijk aan uit humani
taire overwegingen'. De Palestijnen
weten dat van de 475 Arabische dor
pen. die Israëls gebied telde vóór
1967, er thans 385 totaal verwoest
zijn, door bulldozers met de grond ge
lijk gemaakt. De immigratie van joden
uit Rusland heeft ten doel. menen zij,
al dat gebied zo te bevolken dat te
rugkeer van Palestijnen steeds minder
mogelijk wordt. Dat vinden zij on
menselijk.
Onbegrijpelijk
De 'bijbelse' argumenten en gevoelens
zijn voor de moslims onder de Araba-
bieren uiteraard volkomen onbegrijpe
lijk. Zij weten helemaal niets van de
bijbel af. Moslims die hier in Neder
land wonen, kunnen hun ogen niet
geloven wanneer zij in kamerversla
gen lezen, hoe in discussies over het
Midden-Oosten, 'de Almachtige God'
erbij wordt gehaald. Veel Palestijnen
weten wel iets over één bepaald boek
van de Bijbel, nL Jozua. Dat is ter
sprake gekomen in het Israëlische
tijdschrift 'New Outlook' van januari
1966. Ben Goerion bracht in 1955 de
nieuwe koers (na Sharett) van hard
chauvinisme o.a. in praktijk door aan
het boek Jozua een belangrijke rol te
geven in de opvoeding van de jeugd.
De sociaal-psycholoog Georges Tama-
rin van Tel Aviv deed in 1963 onder
zoekingen op allerlei scholen van ver
schillende typen om het resultaat van
dit bijbelonderricht na te gaan. In dat
nummer van 'New Outlook' gaf hij
enige van zijn ontstellende conclusies
weer: voor het merendeel der kinde
ren was het vanzelfsprekend, dat het
Israëlische leger met Arabieren mag
handelen zoals Jozua op Gods bevel
had gedaan met de inwoners van Ka-
naan. De critische Israëli's (van Matz-
pen en Israca) hebben hier goed nota
van genomen en zo kwam het terecht
bij de Palestijnen.
Maar dit is een detail. Overwegingen
vanuit de bijbelse beloften aan Israël
die nu 'in vervulling* zouden gaan,
zijn voor moslims onbegrijpelijk, en
daarmee ook de motiveringen die
daaraan in Nederland worden ont
leend voor politieke stellingnamen.
Terloops zij gewezen op de grote
moeilijkheden, die christelijke Arabie
ren hebben met het Oude Testament.
De Nederlandse dr. Wessels, die In
Beirut theologie doceert, kan er veel
over vertellen. Zelf hoorde ik onlangs
van christenen in Bagdad, dat zij bij
lezingen uit het oude testament tij
dens kerkdiensten de naam Israël al
tijd vervangen door iets anders, 'volk
Gods', 'verbondsvolk' of zo, gewoon
omdat zij die naam niet meer over
hun lippen kunnen krijgen.
Wegens die 'heilige' gevoelens van de
meerderheid der Nederlanders kwa
men heel veel gegevens in ons land
niet door. die wèl doorkwamen in an
dere Europese landen. Dat geldt ook
voor allerlei boeken en verhandelin
gen die 'De andere kant van de me-
dalje' lieten zien (zoals de titel luidt
van een der boeken van Alfred Lilien
thal, een Amerikaan van joodse af
komst). De stormen van verontwaardi
ging, die opstaken wanneer er hier
eens iets werd geschreven of gezegd
dat niet in het gekoesterde 'image'
paste, leken soms wel georganisserd.
hoe gek dat klinken moge. Ik denk
dat heel wat kranten- en weekbladre
dacties hierover uit ervaring zouden
kunnen vertellen. Zo groeide die voor
het buitenland raadselachtige houding
van Nederland, niet uit 'beginselen^
maar uit gebrek aan voorlichting.