Gedachten uit Jeruzalem: weer oorlog- weer zwijgen Twee zielen, twee gedachten '14/ HW/KWARITET ZATERDAG 22 DECEMBER 1973 BUITENLAND T13/K15 door dr. J. Watters 'De telefoon is stil. Er is niemand van onze christelijke vrienden ons komen opzoeken. Ik kan me niet herinneren dat het hier op kantoor ooit zo stil geweest. Behalve dan in de zesdagenoorlog'. Dit zei mij een vertegenwoordiger van het Israëlische ministerie voor christelijke aangelegenheden, toen de oorlog al negen dagen aan de gang was. Wat hij bedoelde kwam hierop neer. Het was diep tragisch dat de christenen in Israël zich weer in hun eigen kringetje hadden opgesloten, dat ze zich hadden teruggetrokken in de rustige en relatief grotere veilig heid van hun christelijk ghetto om troost te vinden bij elkaar. De Chris telijke gemeenschap in Israël wacht en zwijgt. Misschien is de conclusie wat haastig getrokken maar ik voel mij gedrongen om dit te schrijven. Het zwijgen van de christelijke kerken dwingt mij er toe. Hun klaarblijkelijke aarzeling om tot actie over te gaan in welke vorm ook, vóór of tegen Israël. Te laat Is het nodig om opnieuw duidelijk de aandacht te vestigen op wat er aan verschrikkelijke dingen gebeurd is in de tweede wereldoorlog om daarmee aan te tonen tot wat het klassieke voorbeeld van het zwijgen van de christelijke kerken heeft geleid? Moe ten wij er nog eens aan herinneren wat het christendom had kunnen doen toen de joden in direct gevaar verkeerden? Wat zij hadden kunnen doen om te voorkomen dat de totale ondergang zou plaats vinden of die al thans te vertragen? En hoe vreselijk het christendom in die tijd te kort is geschoten? Ik geloof dat het ons ge noegzaam bekend is. We hoeven trou wens niet verder terug te gaan dan tot zes jaar geleden, de tijd van de oorlog van 1967. Want als het waar is dat er een soort gedragspatroon bestaat voor een chris telijk antwoord op het gevaar dat jo den bedreigt, dan is dat patroon wel duidelijk herkenbaar in de christelij ke reactie in die tijd. Toen de christelijke wereldgemeen schap eindelijk een uitspraak deed over die oorlog, kwam die in de eer ste plaats te laat en was die boven dien van joods standpunt een jam merlijke uitspraak. Het was een ver klaring die men in overeenstemming achtte met de ernstige toestand die klaarblijkelijk bestond. De telegram men van de Wereldraad van Kerken, en van tal van andere kerkelijke li chamen waren in goed gekozen woor den gesteld en ze hielden rekening met al de direct betrokkenen bij het conflict. De welmenende christenen in de gehele wereld hebben hun hoofd geschud en zij hebben opgeroe pen tot vrede. Er ontstond in de penode na de zes dagenoorlog in de christelijke wereld een verschillende benadering ten op zichte van het bestaan van de staat Is raël. Terwijl de V.N. geduldig verder gingen om de staat Israël een passen de plaats te geven in het politieke we reldbeeld, deed elk van de christelijke groepen een poging om Israël een passende plaats te geven in hun theo logisch wereldbeeld. Dialoog en hulp In een tijd van nood is het zo juist ontdekte instrument van de oecume nische dialoog niet meer dan een goed bedoelde akademische aangele genheid die niet in staat is tot actie op te roepen en die dus de partijen die aan het gesprek deelrtemen ook niet tot activiteit brengt. Er gebeurt niets. Noch in positieve noch in nega tieve zin. Als er werkelijk een dialoog aan de gang was. zou het toch niet meer dan logisch zijn, dat de ene partner de an der te hulp zou komen wanneer die partner in levensgevaar verkeert. Want het partnerschap dwingt tot be trokkenheid bij het lot van de ander. Opnieuw is gebleken dat dat de chris telijke reactie niet is. Het 'joodse vraagstuk' heeft in de ge schiedenis tot drie antwoorden geleid: bekering, verdrijving en vernietiging. Als het eerste antwoord geen uitwer king heeft, komt het tweede antwoord in aanmerking en ook dat tweede niet werkt, gaat men over tot het derde al ternatief. Het feit dat men nu weer bezig is met dat derde antwoord maakt onze woorden zo beklemmend noodzakelijk. Want het gaat er om dat men opnieuw een eind wil maken aan het voortbestaan van het joodse volk. De joden in het Midden-Oosten wor den met genocide bedreigd. De staat Israël zou even snel kunnen verdwij nen als hij 25 jaar geleden is ont staan. Wij christenen zouden rustig door kunnen gaan met onze 'theologi sche oplossing' voor de staat Israël. We zouden tot de conclusie komen, als wij daarmee eindelijk klaar zijn. dat wij weer een nieuw klaaglied te schrijven hebben ter herdenking van hen, die de staat Israël hebben ge bouwd. maar hebben verloren. In de huidige omstandigheden, nu Is raël wordt aangevallen, kan het zich niet de luxe veroorloven van oecume nische en theologische discussies. Is raël kan nu eenmaal niet wachten tot een of ander kerkelijk lichaam met een mededeling komt over het al of niet moreel gerechtvaardigd zijn van wat Israël doet. De staat Israël vecht voor zijn leven. Als de staat moet wachten op de goedkeuring van de christenen om tot. handelen over te gaan. kan het telegram waarin de ze delijke steun wordt uitgedrukt wel eens te laat komen. Professor David Flusser oefende in een artikel in de Jerusalem Post scherpe kritiek uit op de christenen, omdat zij niet duidelijk uitspraken waar zij stonden. Mijn ervaring is dat Professor Flusser voor dovemansoren gesproken heeft Als al naar zijn stem geluisterd zal worden, zal het christe lijk antwoord met tact en omzichtig heid worden gegeven. Er zal weinig begrip in tot uitdrukking komen voor de gruwelijke ernst van de toestand. Er zijn argumenten te over die de christenen zouden moeten dwingen om scherp onder ogen te zien waarom het gaat in deze crisis in het Midden- Oosten. Het joods-christelijk gesprek heeft ons duidelijk gemaakt, dat Gods verbond een verbond is met de chris tenen en met de joden. Als zodanig is de één verantwoordelijk voor het wel zijn van de ander. De Eckhardts heb ben gezegd dat de christenen verbon den zijn met het joodse volk en dus ook met het land van Israël. Christe nen mogen het bestaan van de staat Israël vieren en ernstig nemen omdat Christus een jood was en blijft en omdat het christendom wezenlijk joods is. Israël is het kind van het joodse volk, een kind dat nu leeft nadat het zes miljoen ouders verloren heeft. Israël vormt een uitdaging voor de christenen, of omdat zij hierin hun berouw tegenover het onrecht dat christenen de joden hebben aange daan waar kunnen maken, of omdat zij uitdrukking kunnen geven aan het besef dat elke minderheid recht heeft op het bewaren van zijn eigen identi teit en dus op een land waarin die tot uitdrukking kan komen. Niet te veel steun Maar welke argumenten de Flussers van de joodse gemeenschap in de we reld ook aandragen om de christenen te overtuigen, en om hen er toe te brengen de ernst van de crisis onder ogen te zien, is het mijn overtuiging dat er ook nu niets anders zullen ko men dan weinig betekenende uitspra ken, wel woorden maar geen daden. Want geen christen wil zijn veilige en beschermde plaats opgeven, noch om de Arabische vlag uit te steken noch om duidelijk aan de andere kant te staan en Israël zijn diensten als vrijwilliger aan te bieden. Er zal wat geld uit christelijke kring beschikbaar komen, maar niet zo veel. Er zullen niet veel christelijke offers worden gebracht in de strijd voor of tegen Is raël. De christenen zullen in hun zwijgen volharden en ook verder een afwachtende houding aannemen. De laatste eeuw heeft duidelijk aange toond dat de joden niet op de christe nen kunnen rekenen als de nood aan de man komt Zoals Herzl met de hoed in de hand naar Rome moest gaan om hulp te vragen om een staat Israël in Palestina op te bouwen; zo als de joden in de gehele wereld een beroep op de christenen hebben ge daan om alle aandrang uit te oefenen op Hitlers Reich om de slachting van de joden in Europa te doen ophou den. zoals de Israëliërs in de zesdagen oorlog tevergeefs zaten te wachten op een telefoontje of een brief als een teken van steun, zo zal Israël bitter worden ontgoocheld wanneer het in deze oorlog rekent op directe en waardevolle hulp van de christenen. Hoe vurig ik ook hoop en zou wensen dat het anders uitpakt, moet ik tot de voorspelling komen, dat van daadwer kelijke christelijke actie geen sprake zal zijn. Waar het de plaats van de jo den als volk betreft, waren de meest verlichte christenen in het verleden opmerkelijk neutraal en terughou dend en naar mijn gevoel zal het ook nu zo zijn. leder voor zich Wanneer het gaat om het blijven be staan van Israël en zijn volk is het 'ieder voor zich' nuchtere werkelijk heid. Het christendom schijnt geen wezenlijk en practisch uitvoerbaar antwoord te hebben op de onderdruk king van de joden. De joden zouden het woord van Hillel moeten aanhalen om de Christenen te wijzen op hun plicht tegenover hun medemens: 'Als ik niet voor mijzelf zorg, wie zorgt er dan voor mij, maar als ik alleen aan mijzelf denk, wat voor een mens ben ik dan? En wanneer niet nu, wanneer dan?' In deze woorden wordt het be roep op verantwoordelijkheid uitge drukt, een oproep tot de daad. zowel van het individu als van de gemeen schap. Maar verdrietig moet ik betwij felen of er een dergelijke reactie van Christenen zal komen. Als er in het afgelopen jaar acties moesten worden ondernomen tegen Palestijnse terroristen, acties die niet populair waren, zag de regering van Israël zich telkens weer genoodzaakt tot de volgende toelichting: 'Wij moe ten doen wat wij voor juist en voor rechtvaardig houden. Het is onze zaak. Wij kunnen ons niet afvragen of de rest van de wereld dat juist en rechtvaardig vindt, want wij staan al leen.' Zulke opmerkingen lijken op het eerste gezicht koud en gespeend van gevoel voor de wereld rondom Is raël. Maar in het licht van de huidige toestand en in het gevaar waarin de Israëliërs verkeren, lijkt deze politiek de enige uitvoerbare wijze van verde diging. tenminste zolang de christelij ke wereld niet te hulp komt. iscussie over Israël en zijn s tussen de volken is voor ons >iding op deze pagina het d te geven aan twee stemmen op zijn minst zeer opmerkelijk Pater Lucas Grollenberg is in naar Palestina vertrokken, hij verbonden is geweest aan 'caanse Bijbelschool van lem. Hij heeft de oorlog van meegemaakt en van nabij het gezien dat deze oorlog met rht Hij is vooral iwd met de gevoelens van ibieren. Het andere artikel is [esciireven door een ilijk theoloog, die zich echter verwant voelt met Israël. Dr. studeerde aan het luthers sch seminarium en iveerde aan de universiteit lowa. Hij was lange tijd SRAEL RVAREN LS QLONIE' methodistisch predikant. De brief van dr. Watters bereikte ons via rabbijn David Lilienthal, van de liberaal joodse gemeente te Amsterdam. Bij de keuze van deze twee bijdragen tekende rabbijn Lilienthal onder meer aan: 'Dr. Watters schreef zijn open brief aan zijn mede-christenen in de wereld vanuit een situatie van onmiddellijk levensgevaar. Zijn noodkreet is nieuw, onze is eeuwenoud. Wat hij schrijft betekent dat hij als christen en als theoloog ook geen andere keuze ziet zolang de Arabische staten blijven weigeren Israel's bestaansrecht te erkennen. Ook al is er nu een staakt-het-vuren gekomen, het gevaar is geenszins geweken. Het was immers een bestand dat geschonden werd op Grote Verzoendag. Een dergelijke schending kan ieder ogenblik weer plaatsvinden. Dr. Watters weet dat wij niet terug kunnen tot de situatie waarin de wereld voor de jood in twee soorten staten ingedeeld was: De staten waar ze niet mochten wonen, en de staten waar ze niet mochten komen. Is dit de situatie die de kerken hersteld willen zien? Dr. Watters vraagt de christenen in de wereld een duidelijke steilingname: voor of tegen Israël. De redactie van Trouw/Kwartet staat erop dat naast zijn brief een artikel van Lucas Grollenberg geplaatst wordt. Weigert niet Trouw/Kwartet daardoor juist een steilingname die voor ons van levensbelang is?' Op deze vraag van rabbijn Lilienthal antwoorden wij dat steilingname niet kan zijn het niet willen luisteren naar de andere partij. Vooral niet in een situatie waarin het recht aan beide zijden is te vinden zoals onlangs nog werd opgemerkt door de president van de Wereld Zionistenbond, dr. Goldberg. Gelijktijdig met de bittere verzuchting van dr. Watters uit Jeruzalem bereikte ons het artikel van dr. Grollenberg. We hebben ze bewust samen op één pagina gebracht om de grieven die erin worden weergegeven in volle hevigheid op de lezers te laten inwerken. En voor onze stelling- name moet men niet op deze pagina maar in onze commentaarkolom zijn waar die herhaaldelijk is gegeven. dr. L. Grollenberg LC7! el! s41 1 veri Arabische wereld heeft in de loop van vele jaren ;3 2 beeld van de staat Israël gekregen, dat heel mat'k afwijkt van het hier in Nederland gekoester- Meer dan ooit lijkt het thans nodig, iets te weten dat 'image' in de Arabische wereld. i L< 'AC lerst dit: men ziet daar de staat als een vrucht van koloniale spolitiek. Op veel Arabische in wordt de 'Moderne geschiede- an Palestina' van Dr. al-Kayali ikt. Deze schrijver laat de wes- kolonisering van dat land begin- njin 1839, toen er een Engels con- t in Jeruzalem werd gevestigd. loont aan dat de bedoeling daar- |ras, door de vestiging van joden fed in dat gebied te krijgen. Ook re Arabische geschiedkundigen fen uitspraken van Britse diplo- verzameld, waaruit blijkt dat Franse streven naar macht in lidden-Oosten (voor Engeland de Isweg naar India!) wilden tegen- door er een joodse staat onder protectie te creëren. De Liba- a econoom M. Gorm gaf enige van itspraken weer in een lezing in .|et, juni 1970, die later in meer- talen verscheen. Men verbaast ^Aver de typisch koloniale manier :..,4preken door die diplomaten, al r - eeks 1840: de joden van Europa en in Palestina 'geplaatst wor- blijkbaar zonder dat ze zelf wa- 19x eraadpleegd! op s •26; sche scholieren weten uit citaten .33^2 erzl en Weizmann, hoe het poli- 45 heeft hen met duizenden op de vlucht gejaagd. Bij hen kan de naam Israël niet vallen, of in hun geheugen licht tegelijk de naam Deir Yassin op, een onvermijdelijke associatie. Koloniaal Israël begon dus met een slecht 'ima ge' in de Arabische wereld. Men zal begrijpen, dat niets wat in of door Is raël aan goeds werd gepresteerd, daar in een plaats kon vinden. Integendeel, alleen datgene kwam door bij de Ara bieren. wat bij dat negatieve beeld paste en het dus versterkte. Toen Is raël in 1956 samen met Engeland en Frankrijk een inval in Egypte deed om de nationalisering van het Suez- kanaal ongedaan te maken, werd dit gezien als een duidelijke bevestiging van het koloniaal karakter van Israël. Nog sterker deed dit de juni-oorlog van 1967, die gericht was op aanzien lijke uitbreiding van het eigen grond gebied ten koste van het Arabische. Het element Deir Yassin werd vrijwel elk jaar versterkt door acties, die in de Arabische wereld breed werden uitgemeten, terwijl er in ons land nauwelijks iets van doordrong. Uitzonderlijk Nederland Vanuit ons land was er een heel an der beeld van Israël gevormd. Twee voorname factoren daarin waren: het Deze foto werd omstreeks 1948 gepubliceerd onder het opschrift 'Eindelijk thuis'. •humanitaire' karakter van de staat als toevluchtsoord voor vervolgde jo den, en het 'bijbelse' karakter van Is raël. Zo werden in 1948 de grondsla gen gelegd van het 'image' dat sinds dien met zorg in stand werd gehou- zionisme tegemoet kwam aan de se drang naar invloed in Palesti- 22 7in waaruit het zo vitale Suez-ka- 17 Rf)eheerst kon worden. Zij weten e 49 d van het streven naar onafhan- 26-heid, dat in de jaren na 1860 bij rabische volken ontwaakte, en vo e Engelsen dat hadden gebruikt Bapn strijd tegen de Turken. Zij mee met de machteloze woede ïee in 1917 de Balfour-verkla- verd ontvangen, waarvan ook de lering zo uitermate grievend oor de Palestijnse bevolking ('de )odse gemeenschappen"). npjaar mt hi i Mi de aar 1920 heet in de Arabische irtoejedenis 'am an-nakba, het jaar e ramp, de grote calamiteit. In .en Syrië werden de Arabische ;escl idsbewegingen bloedig neerge- Opi door de Engelsen en Fransen, mde un plechtige verzekeringen van 17, jaren tevoren ongedaan maak- rgste was, dat toen Palestina on- ngels mandaat kwam er als eer- ige commissaris een zionistische p uriveerde. Omdat de zionistische 1 en bekend waren bij de Arabie- letekende dat feit in hun ogen Jijk het doodvonnis over het Pa- Sise volk. De geschiedenis van 1 bandaat (1920-1947) is voor hen f^ok één stuk wanhopig verzet van ■lestijnen tegen hun uitroeiing, patwording van 1948 wordt even- ■jen, in deze lijn, als totaal nega- Iflde bekroning van een langdurig W3 tn door de westerse machten om Xitaal st Arabische wereld in ifte krijgen. Daarbij komt, dat die •ording in hun geheugen onver- lijk is verbonden met de uit- van het dorpje Deir Yas- ij Jeruzalem, op 9 april van dat in d<De verantwoordelijke voor deze l8wnoord, Menachem Begin, 3 4(p in zijn boek 'The Revolt' van dat er zonder dit wapenfeit geen 'K IJIsraël geweest zou zijn. Deze be- ig wordt door de Palestijnen be id. Het gerucht van Deir Yassin Eveneens een foto uit 1948: Palestijnse inwoners van hel oude Jaffa trekken weg. den, van waaruit men dacht en oor deelde, en dat bepaalde wat mocht overkomen en wat niet. Andere gelui den dan gunstige konden hier te lan de nauwelijks doordringen. En ge beurde dat toch, dan werd erop gerea geerd met heilige verontwaardiging. Die heiligheid werd gedeeltelijk ont leend aan de gevoelens van humani teit. gedeeltelijk aan min of meer dui delijke geloofsversies die op de bijbel steunden. Het is goed voor ons te bedenken, dat noch die humaniteit noch die bijbelse visies ook maar enigszins begrijpelijk zijn voor Arabieren. Wat het eerste betreft, in hun 'image' zijn het poli tieke zionisme en zijn vrucht, de staat, ondernemingen die zich jegens de Arabische bevolking van Palestina alleen maar onmenselijk hebben ge dragen. Hierbij komt, dat Arabieren niet kunnen begrijpen wat 'antisemi tisme' eigenlijk is. Het verschijnsel is typisch christelijk, en bij moslims on bekend en onvoelbaar. Wanmeer men in Europa zoveel spijt heeft over wreed gedrag tegenover de Joden, waarom maakt men dat daar niet goed door ze vriendelijk en als goede medeburgers te behandelen? Waarom wil men ze dan met alle geweld wèg hebben, naar een land dat anderen toebehoort? Concreet betekent dit totaal verschil lende reacties op dezelfde gebeurtenis sen. De actie van Palesti-jnen tegen Joden uit de Sowjet-Unie in Oosten rijk werd hier te lande onmenselijk gevonden, en onze regering bood haar diensten onmiddellijk aan uit humani taire overwegingen'. De Palestijnen weten dat van de 475 Arabische dor pen. die Israëls gebied telde vóór 1967, er thans 385 totaal verwoest zijn, door bulldozers met de grond ge lijk gemaakt. De immigratie van joden uit Rusland heeft ten doel. menen zij, al dat gebied zo te bevolken dat te rugkeer van Palestijnen steeds minder mogelijk wordt. Dat vinden zij on menselijk. Onbegrijpelijk De 'bijbelse' argumenten en gevoelens zijn voor de moslims onder de Araba- bieren uiteraard volkomen onbegrijpe lijk. Zij weten helemaal niets van de bijbel af. Moslims die hier in Neder land wonen, kunnen hun ogen niet geloven wanneer zij in kamerversla gen lezen, hoe in discussies over het Midden-Oosten, 'de Almachtige God' erbij wordt gehaald. Veel Palestijnen weten wel iets over één bepaald boek van de Bijbel, nL Jozua. Dat is ter sprake gekomen in het Israëlische tijdschrift 'New Outlook' van januari 1966. Ben Goerion bracht in 1955 de nieuwe koers (na Sharett) van hard chauvinisme o.a. in praktijk door aan het boek Jozua een belangrijke rol te geven in de opvoeding van de jeugd. De sociaal-psycholoog Georges Tama- rin van Tel Aviv deed in 1963 onder zoekingen op allerlei scholen van ver schillende typen om het resultaat van dit bijbelonderricht na te gaan. In dat nummer van 'New Outlook' gaf hij enige van zijn ontstellende conclusies weer: voor het merendeel der kinde ren was het vanzelfsprekend, dat het Israëlische leger met Arabieren mag handelen zoals Jozua op Gods bevel had gedaan met de inwoners van Ka- naan. De critische Israëli's (van Matz- pen en Israca) hebben hier goed nota van genomen en zo kwam het terecht bij de Palestijnen. Maar dit is een detail. Overwegingen vanuit de bijbelse beloften aan Israël die nu 'in vervulling* zouden gaan, zijn voor moslims onbegrijpelijk, en daarmee ook de motiveringen die daaraan in Nederland worden ont leend voor politieke stellingnamen. Terloops zij gewezen op de grote moeilijkheden, die christelijke Arabie ren hebben met het Oude Testament. De Nederlandse dr. Wessels, die In Beirut theologie doceert, kan er veel over vertellen. Zelf hoorde ik onlangs van christenen in Bagdad, dat zij bij lezingen uit het oude testament tij dens kerkdiensten de naam Israël al tijd vervangen door iets anders, 'volk Gods', 'verbondsvolk' of zo, gewoon omdat zij die naam niet meer over hun lippen kunnen krijgen. Wegens die 'heilige' gevoelens van de meerderheid der Nederlanders kwa men heel veel gegevens in ons land niet door. die wèl doorkwamen in an dere Europese landen. Dat geldt ook voor allerlei boeken en verhandelin gen die 'De andere kant van de me- dalje' lieten zien (zoals de titel luidt van een der boeken van Alfred Lilien thal, een Amerikaan van joodse af komst). De stormen van verontwaardi ging, die opstaken wanneer er hier eens iets werd geschreven of gezegd dat niet in het gekoesterde 'image' paste, leken soms wel georganisserd. hoe gek dat klinken moge. Ik denk dat heel wat kranten- en weekbladre dacties hierover uit ervaring zouden kunnen vertellen. Zo groeide die voor het buitenland raadselachtige houding van Nederland, niet uit 'beginselen^ maar uit gebrek aan voorlichting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 15