Hoog is de hemel boven ons verstand e Een aardige rechtse man Vandaag TROUW/KWARTET ZATERDAG 17 NOVEMBER 1973 KERK door Ad den Besten Wanneer, zoals je steeds vaker kunt horen, het heil 'een volstrekt aardse horizont heeft' en het er voor de christenheid alleen om gaat ertoe bij te dragen, dat overal op aarde de sociale heilstaat wordt opgericht, heeft dat de onvermijdelijke consequentie, dat niemand heden ten dage meer christen kan zijn zonder een be paalde, en wel zéér bepaalde, visie op de politieke en sociaal- economische verhoudingen. Wetende, hoe moeilijk ik het er zelf al mee heb, a. de feiten in mij op te nemen, b. die feiten te interprete ren. c. vast te stellen, of de feiten wel werkelijk feiten zijn, d. na te gaan, of er niet ook nog andere, verzwégen fei ten zijn, die voor de interpretatie en evaluatie van een situatie van belang zouden kunnen wezen, kom ik tot de conclusie, dat men om heden ten dage christen te zijn, a, vrijwel al zijn tijd moet wijden aan het verwerven en verwerken van politieke en sociaal- economische informatie, en b. een aan zienlijk grotere vakkennis en intelli gentie nodig heeft dan ik tot mijn be schikking heb. Alleen al op grond van zulke kranzin- nige consequenties móéten we op het ogenblik wel op de verkeerde weg zijn. Christen zijn kan er toch niet meer in bestaan, dat we in goed ver trouwen bepaalde specialisten nalo pen, die het allemaal wèl kunnen over zien of vóórgeven di»t te kunnen zoals vroeger de theologen, nu de so cio-, polito- en andere modieuze -logen van ten naaste bij christelijke inspira tie?! Maar is er nog iets anders: Christelijk geloof is niet alleen een zaak van überdurchschnittliche intelligentie aan het worden, maar ook een zaak van jeugdige, energieke mannelijk heid. Er zit in dat activitische daad- christendom van ons een ferment van zich breedmakende viriliteit, dat mij uiterst wantrouwig maakt. Een 'vrou welijker' geestesgesteldheid, die tot ontvangen en luisteren geneigd is al vorens tot spreken en handelen over te gaan. wordt hier en daar keihard als 'piëtistisch' of 'uitdetijds' gediscre diteerd. Maar als die houding werkelijk uit-de-tijd zou zijn, dan zou inderdaad het einde-der-tijden zijn aangebroken, en dan in geen andere zin dan deze: •verwoesting en ondergang. Hebben we dan nog altijd niet geleerd, dat we met onze mannelijke drift- en geweld- mentaliteit de aarde verwoesten, zelfs al zou naar onze diepste overtui ging de zaak waarvoor we staan nóg zo heilig, onze oorlogen, onze revolu tie nóg zo rechtvaardig zijn? Jeugd Ons hedendaagse christendom dreigt steeds meer tot een zaak vén en vóór de jeugd te worden, die immers 'de toekomst heeft'. Alsof het, christelijk gesproken, geen schande was, dat we dót geloven! Alsof God niet bij machte zou zijn, uit on vruchtbare stenen Abraham kin deren te verwekken'! Maar dit ter zijde. Hoe staat het met de jonge kin deren in de gemeente? Hoe staat het met de bejaarden? Is het niet duide lijk, dat zij in de kerk iets anders zoeken dan wat deze op veel plaatsen te bieden heeft? Of zoeken zij er ten onrechte wat ze er hopen te vinden? En de velen die gekweld worden door heel andere vragen dan die van een rechtvaardige wereldorde, ouderen èn jongeren? Heeft de kerk hun niets te zeggen dan dat hun problemen in feite voort komen uit de sociaal-politieke verhou dingen in ons werelddeel, dat het 'so- ciosen' zijn die hen kwellen, en dat er alleen hoop voor hen is, wanneer zij zich inzetten voor die wereld van ge rechtigheid, vrijheid en vrede, die dan 'Gods rijk' zou zijn? (Dat verra- derlijk-militairistische woordje sich einsetzen, Einsatz alleen al!). Ik char geer niet, ik ken mensen die op deze wijze pastoraal 'bedaan' zijn, ster ker nog: Wat heeft de kerk te zeggen aan mensen in de oosteuropese lan den? Dat zij zich moeten verzetten te gen de knechting van hun bestaan en tegen de gewetensdwang waaronder zij lijden? Of, zoals de N.C.S.V. dat klaarblijkelijk wil, dat hun problemen in wezen voortkomen uit hun kwalij ke laat-burgerlijke instelling en dat zij zich dus moeten bekeren tot de nieuwe socialistische maatschappij, die immers op rechtvaardige grondsla gen berust? En nog een laatste vraag: In hoeverre mogen psychische verschillen een rol spelen in de gemeente? Het moest toch duidelijk zijn, dat ons heden daagse activisme appelleert aan een heel bepaalde mentaliteit en karakter structuur en gevaar loopt voort te bouwen op iets dat misschien niets anders dan pure agressie is. Het moest toch bovendien duidelijk zijn, dat mensen die anders gestructureerd zijn innerlijk stuk gaan aan het christe lijk Soil, das es zu erfüllen gilt. Moeten meditatief-filosofisch ingestelde men sen die instelling dan per se als iets schuldigs gaan beseffen? Of mogen ze alléén zo zijn, wanneer ze anderzijds ook maar etc. etc.? Zal het chris tendom dan nooit ophouden, mensen in staat van beschuldiging te stellen, tot ketters te veroordelen, te frustre ren en kapot te maken? Het zal allemaal niet anders worden, zolang er wordt volgehouden dat het heil een volstrekt aardse horizont heeft. Terwille van de realisering van dat aardse heil, de aardse heilstaat zullen, meer nog dan vroeger terwille van het hemelse heil, christenmensen elkaar verketteren en vereten, ja el kaar naar het leven staan. Ik word koud, als ik denk aan wat ik uit de toekomst bijna onweerstaanbaar op ons toe zie komen. Geëngageerd Waarover ik me verbaas is, dat ik het ben, die deze dingen zit op te schrij ven. Terwijl ik het toch ook ben, van wie in het Liedboek het grootste aan tal liederen verwijst naar Jacobus' 'Weest daders van het woord', en naar de profetische visioenen van aards Ad den Besten welbevinden, vrede en gerechtigheid, sjaloom. 'De meest geëngageerde van ons gezangendichters', heeft Jan Wit eens van mij gezegd. Ben ik ver anderd, sinds ik die liederen dichtte? Maar het is dan toch merkwaardig, dat ik me in die liedteksten, wanneer ik ze nu overlees, nog altijd volkomen herken en er in het minst geen spijt van heb dat ik ze heb geschreven. Trouwens, heb ik niet vorige week nog een lied naar Jesaja 61 gemaakt, waarin het wéér om vrede, vrijheid en gerechtigheid gaat? Een lied bo vendien, dat ik echt niet had hóéven te schrijven? Ik weet niet, welke con clusie ik daaruit moet trekken. Ik hoor blijkbaar nergens thuis. Ik deel de bezorgdheid van 'links' om de be woonbaarheid van de aarde, hier en ver weg, en draag er graag het mijne toe bij een lied of iets materiëlers dat daar iets aan kan gebeuren; maar het zo in- en in-'jeugdige' revo- lutiedenken en revolutie-élan acht ik een gevaarlijk soort romantiek. Ik deel de bezorgdheid van 'rechts' om de vervalsing van de christelijke belij denis, maar ik wijs de daar gebruike lijke beperking van hat heil tot een subjectieve, spirituele categorie als onjoods, en dus onchristelijk, af, om van het nauwelijks verheelde ge loof in de rechtvaardigheid van onze politieke status quo maar te zwijgen! Nee, ik hoor nergens thuis ten zij bij degenen die lijden onder deze scheur die dóór de christelijke ge meente loopt, en onder de scheur door hun eigen hart en geest. En ik hoor thuis, hoezeer 'van verre' dan ook, bij mijn aangevochten mede christenen in de D.D.R., die onze te genstelling links/rechts allang te bo ven zijn, en bij mijn vrienden-mede schrijvers in de D.D.R., teleurgesteld^ communisten, maar voor het meren deel communisten nog steeds, bij wie juist dié vragen boven zijn gekomen, die wij hedendaagse westerse christe nen met zoveel geweld onder de tafel hebben gewerkt: de vraag naar de zin van een mensenleven, van lijden en dood, de vraag naar het recht van de unieke menselijke persoonlijkheid, en de zekerheid dat gesellschaftliche Kategorien bij lange na niet toerei kend zijn om de mens te 'begrijpen'. Foto: Wubbo de Jong Ja, ik ben blij dat ik volgende week weer naar de D.D.R. ga, weg uit dit bedorven klimaat. Want ik ben er ze ker van, dat daar heden ten dage menselijker mensen geboren worden dan in ons deel van de wereld, onder hevig als het is aan consumptiedrift en modezucht, tot in de litteratuur en de theologie toe. Geboren uit nood en pijn, zoals ieder 'kind van God'. Inkonsekwentie Merkwaardige inkonsekwentie: Dege nen die de eschatologische uitspraken over de nieuwe aarde strikt historisch nemen, denken er niet aan, het ver haal van schepping en zondeval histo risch te verstaan. Zou het niet de overweging waard zijn, beide termen begin èn einde te onthistorise- ren? Zoals er aan het 'begin' op z'n minst een dimensie is, die 'meta-histo- risch' is, zo is ook het einde naar alle waarschijnlijkheid niet historisch te verstaan. Misschien is het zinvol, waar het over het einde gaat te on derscheiden tussen de twee perspectie ven, die in de bijbel piet zomaar met elkaar in overeenstemming te brengen zijn: wereldondergang en nieuwe aar de. Dat het naar de ondergang toegaat, hoeft geen mens heden ten dage meer te 'geloven', wie niet ziende blind is, ziet het voor zijn ogen gebeuren. Maar in de nieuwe aarde te geloven kost moeite, hoe zou het anders? en in dit strikt reële zin geloof ik er dan ook eigenlijk niet in. Maar móét dat dan wel? Is er met de 'nieu we aarde' in de bijbel wel iets anders bedoeld dan die voor alle tijden door God gegarandeerde 'werkelijkheid', waarin de eer en de heerlijkheid der mensen wordt ingedragen? Dat móét toch welhaast meta-historisch worden gedacht? Te weten, dat al wat door mensen op aarde de eeuwen door aan zinvols is verricht zelfs al is het in zijn tijd aan het Scheitern prijsgege ven geweest voor ons bewaard is in Gods toekomst! Het zou wel eens kunnen zijn, dat met dit perspectief de mensen in onze tijd méér geholpen worden om moedig te leven en te handelen dan met welk krampachtig geloof in een historische 'goede toe komst' ook. Nieuwe aarde Curieuze bevestiging van wat ik al eens in mijn eentje heb overwogen gesprek met Jaap Meijer, altijd boei end, altijd verrassend, over het escha- ton. Hij: 'Geloof jij dan, dat die nieuwe aarde reëel, materieel vandaag of mor gen een feit zal zijn?' Ik, voorzichtig: 'Nou, vandaag of mor gen zeker niet'. Hij: 'Dat bedoel ik niet. Geloof jij, dat überhaupt hier, in het onder maanse zal ik maar zeggen, dat rijk van Adonai zich zal openbaren?' Ik: 'Jij dan niet? Wat probeer jij als jood mij nu voor spiritualisme aan te praten? Alsof we daar in het calvinis me al niet genoeg aan hadden ge daan!' Hij: 'En dat gooien jullie weg?! Nota- bene het enige, wat voor mij als jood het oude calvinisme interessant maakt Ik: 'Ik meen toch, dat we de laatste vijfentwintig jaar terecht hebben ont dekt, dat het joodse denken concreet en specifiek onspiritualistisch is'. Hij: 'Jullie zijn gek, natuurlijk gaat het om de spiritualistische Uberhöhung van het aardse perspec tief. Toch alleen op die manier kan, zoals jullie dat zeggen, het heil van de joden tot de volkeren komen! Dacht je heus, dat er één jood was nou ja, dat er één echte jood was, die het uiteindelijke heil als een puur aardse aangelegenheid opvatte? Dat jullie, filosemietische christenen God beware ons voor jullie! dat zijn gaan denken, dat is toch de hele ellende waar wij en waar jullie nu onder gebukt gaan?' Ik: 'Hoe zie jij het dan: Dat dat ge profeteerde rijk van recht, vrede en vrijheid een uiterste ris, een limiet, een maatstaf waaraan we gemeten zul len worden?' Hij: 'Ja, exact dat bedoel ik. Alsof de staat Israël, althans het Zionisme, de frustratie van de Maschiach niet was! Dat jij en ik zullen worden geoor deeld naar de mate waarin wij in dat rijk, dat niet van deze wereld is (zo als Jezus toch al heeft gezegd), zullen blijken te hebben gelóófd, dat be doel ik. En dan heel gewoon met en tussen de mensen, en alsjeblieft niet meteen geprojecteerd op mondiale schaal. Want dat is veel te goedkoop'. Drs. A. C. den Besten, dichter en es sayist, medewerker aan de nieuwe psalmberijming en het liedboek voor de kerken, schreef dit artikel oor spronkelijk voor 'De Klokslag', week bericht van de commissie 'Groot-Zuid' van de hervormde gemeente van Am sterdam. Burgemeester Schakel van Noordeloos zit in de a.r.-partij rechts van het midden en dat wil hij weten. Hij kan overigens heel goed hebben dat er in zijn partij mensen rondlopen die anders tegen de dingen aankijken, hij mag graag met hen debatteren .want van een stevige discussie word je alleen maar beter, zegt hij. Trouwens, in huize Schakel zelf is het evenmin koekoek-één-zang, je kunt er radicale praat, vergezeld van lange haren, tegenkomen, maar vader Schakel raakt daardoor niet van slag. Het Nederlandse hotelwezen heeft een slechte klant aan hem, want als hij niet de grens over is komt de heer Schakel elke avond thuis, hoe laat het ook geworden is. En zonder mankeren wordt hij dan verwelkomd door mevrouw Schakel, al dan niet in peignoir, en samen drinken ze een glas wijn alvorens in bed te stappen. Dit viste ik verleden week allemaal op uit het radiogesprek dat NCRV's Henk Glimmerveen met de heer Schakel had (alleen dat van die peignoir heb ik zelf bedacht). Ik ken de heer Schakel niet persoonlijk, maar ik vind hem een aardige man. Het interview werd rechtstreeks uitgezonden, de vijand kon meeluisteren, maar burgemeester Schakel zat volstrekt ontspannen te praten. Hij sloofde zich niet uit om gewichtige volzinnen te bedenken met het oog op de kranten van de volgende dag ('De heer Schakel verklaarde gisteravond voor de radio..'), hij converseerde op losse toon,- en het was een bijzonder verkwikkende ervaring een burgemeester annex kamerlid een verhaal te horen houden waarin enge woorden als struktureel, operationeel, relevant en weet ik wat, schitterden door afwezigheid. De heer Schakel zat ook geen moment te zeuren van: als zij nou maar dit. dan zouden wij dat..., hij was compleet wat hij is: een aardige rechtse man. Die indruk had ik al eerder van hem gekregen, namelijk toen de VPRO-televisie bij hem over de vloer was na zijn terugkeer uit Mozambique. Volkomen onbevangen ging hij (en ging ook mevrouw) in op wat de jongens van de VPRO hem aanreikten... o ja, hij wilde het meegebrachte cadeautje voor zijn Burgemeester Schakel komt te rug uit Mozambique door A. J. Klei vrouw ook nu wel geven als de heren dachten dat dat aardig was.... Maarten kreeg juist een paar flinke klapzoenen van zijn wederhelft, toen bij mij thuis de telefoon ging. Het was een naaste geestverwant van de man op het scherm en ik vroeg: moet jij niet naar Schakel kijken? Voor de EO? informeerde de ander gretig. Nee, zei ik, voor de VPRO. O, die lui proberen natuurlijk hem voor gek te zetten, was het commentaar aan de andere kant van de lijn. - Zo'n opmerking is nou wat je noemt polariserend: VPRO, dus: lelijk doen tegen Schakel. En dat terwijl de VPRO-ploeg zo goed overweg kon met de gastheer, en omgekeerd. De knusheid van de huiskamer wc n het glansrijk van de ellende van Mozambique en zo hebben we het toch maar 't liefst, nietwaar? Waar ik nu heen wil is dit: hoe zou het toch komen dat je bij links nooit zulke aardige mensen als de heer Schakel tegen het lijf loopt? Eerlijk gezegd voel ik me niet volledig thuis in de denkbeelden van de heer Schakel, ik zit eerder instemmend te knikken als ik linkse lieden hoor vertellen wat er hier allemaal niet deugt en instemmend te knikken als ze uitleggen wat er allemaal veranderen moet, maar diep in mijn hart hoop ik dan dat het niet doorgaat wat ze willen, want dat lijkt me een bar ongezellige boel.... Ik geloof niet dat de heer Schakel destijds voor de VPRO-televisie en verleden week voor de NCRV-radio aldoor bewust aan klantenbinding zat te doen (al zou hem dit niet ontsierd hebben), maar hij krijgt door die uitzendingen vast en zeker voorkeurstemmen als 't weer zover is. Hij verkoopt zijn zaakjes goed, door niet over die zaken te praten maar door iets te laten meemaken van zijn eigen wereld. Maar de linkse mannen verkopen hun affaires slecht. Ze staan met een zuinig mondje te praten, ze heffen de wijsvinger, waarschuwend omhoog, je hoort ze nooit over hun vrouw, laat staan over wijn die ze met haar drinken. Ik denk dat ze zich alleen haastig wat prikwater ingieten en dan naar een volgend forumgesprek draven. Ze redeneren ontzettend rechtlijnig vcoral als ze ex- gereformeerd zijn, dan zien ze er ook uit als iemand die een heel moeilijke inleiding heeft gemaakt voor de jongelingsvereniging, en ze zijn nog doller op principes dan de door hen afgezworen mannenbroeders. Wat me ook hindert is dat deze mensen vaak zo onduidelijk praten. Neem VPRO-radio, daar worden de wonden van onze maatschappij blootgelegd, alsjeblieft, maar je kunt bijna niet verstaan wat nou weer fascistoïde is, het gaat allemaal zo halfmompelend. Wie ik wel goed kan verstaan zijn de nette AVRO- heren van 'In de kaart gespeeld' op zondagavond, je hoort precies welke mevrouw opusnummer heeft aangevraagd, maar ja, daar woel je geen strukturen mee om. Tussen haakjes: mijn bewondering voor AVRO-omroepers kent nauwelijks grenzen en ik ben nu al benieuwd naar de speciale eerbiedige woordjes waarmee ze komend voorjaar op palmzondag de Mattheus Passion zullen aan- en afkondigen. En nu komt het allerergste: als ik al die bedenkelijke gezichten zie en die haastige, dorre stemmen hoor, kan ik soms terugverlangen naar Luns met zijn bla-bla, die kon je tenminste het gevoel geven van: waarin een klein land groot kan zijn. Vraag: zijn alle rechtse mensen aardig? Antwoord: Neen, geenszins. Links mag zijn sombere kanten hebben, rechts heeft ze niet minder. Wanneer ik daar wat van zeg, blijf ik in mijn eigen tak van dienst. Je hebt kerkmensen die te kennen geven trouw te willen zijn aan Schrift en belijdenis en die anderen verwijten dat ze ontrouw zijn. Die mensen staan als rechts te boek. Welnu, ik sta telkens weer verbaasd wanneer ik, via artikelen, brieven of telefoontjes, meemaak hoe gemakkelijk deze mensen de opwekking uit de bijbel om je naaste lief te hebben als jezelf en de waarschuwing uit de belijdenis om 's naasten eer en goed gerucht te bevorderen, in de wind slaan, zich er niks van aantrekken. Bijzonder vlot wordt Iemand onverhoord veroordeeld, wordt over een ander smalend gedaan en worden een derde bedoelingen in de schoenen geschoven die hij ooit heeft gehad. Je kunt je ergeren aan 't gemak waarmee links allerlei dingen 'fascistisch' noemt, maar een grotere ergernis is het als ze in de rechterhoek van de kerk met minstens zulke onvriendelijke naamkaartjes gooien. Ik kom dat in de linkerflank van de kerk beduidend minder tegen en dat mogen we niet bagatelliseren met de opmerking dat ze daar niet zo zwaar aan de zaken tillen en dus minder gauw kwaad worden. Want juist als je wat geschreven staat, serieus neemt, bedenk je je wel tien keer voordat je met verwijten aan de gang gaat. Maar, tot troost: burgemeester Schakel is vast niet de énige aardige rechtse figuur. T2 -Jol DE HONGERMAN EN DE PRIN We gaan de laatste hoofdstukken! de geschiedenissen van Jakob en 1 binnen. De oude aartsvader is I en Jozef wordt erbij geroepen. Val broers horen we niets. De bijzoii band tussen de vader en deze oi| zoon van Rachel duurt voort, neemt zijn beide zonen, Manassl Efraïm mee. Jakob bereidt zich I op de ontmoeting met de onderko van Egypte. Jozef moet hem niet ioe' gend, als een afgeleefde man, aatr(je fen, hij gaat dwars op het bed z zodat het bed ineens meer dan bed, een troon wordt. Dit gebaar ïN dersteunt de woorden die hij tot is zef richt Daar zit de armoedzaaie lijsi vanwege de honger z'n land heeft Lndi ten verlaten en daar voor hem ot c de geslaagde zoon. Om de vader iVi sfeer van het land, om de zoon va :ls; van de kuituur, van de stad, vanaarc hof van de Farao. Maar de vade e c op de troon. Hij beroept zich 1 voor op iets dat niet gezien word eer een oud woord, dat nog nooit kra voo loos geworden is, op een belofte, et c alleen met een belofte kan een ii si dit leven aan. Een belofte van ig hem in Luz en Padan-Aram ged pr een herhaling van de belofte Ev Abraham. Een zegenwoord dat het Gei geleid heeft tot op deze dag van voc ouderdom. Zonder schroom herïwer hij de woorden die spreken vruchtbaarheid, vermenigvuldigd vele volken. Zijn woorden k< hierop neer; hij adopteert Manasi C Efraïm. Hij kan Jozef niet het geboorterecht geven, d,at is na het vallen van Ruben en Simeon aatQf da gekomen, maar hij kan wel 1 een andere weg de bijzondere pl het dubbele erfdeel, aan Jozef t delen. Zijn zonen zullen zijn als G ben en Simeon. Eeen groots geien, maar niet loos en zonder kracht. gebaar van een man die dwars alle aardse grootheid heenziet naafleel werkelijkheid van God. De bedf c van de honger uit Kanaan heeft i< weg te geven, hij adopteert Eglerc sche prinsen. Een werkelijk gezeit n mens, niet te breken, niet klei en. krijgen vanwege de hem verl« ke grootheid in het geloof. En dat is morgen zomaar hier en daar en o c: kan blijken waar te zijn, als mei e 'om een zegen', met Israël, naari It plek gaan waar deze en andere wa den gelezen en afgekondigd z in worden. (Genesis 48, 1-7). nnt itgt (ADVERTENTIE) Waarheid en Eenhei< Orgaan voor het gereformeerd lev< Ultg. Karssen, Bodegraven (vraagt proefnummer) rkoi idii NED. HERV. KERK Beroepen te Genderen: J. Vin Valburg; te Bijbam-Bellingwolde J. Inberg te Britswerd; te Amster West: J. Vroegindewij te Emmeli te Nunspeet: P. Vroegindeweij t< dega (W) te Kootwijk (toez.) Vergunst te Capellc aan den I 1 die bedankte voor Wijk bij Hei Aangenomen naar Deventer: K. sen, hulpred. te Deventer; naai burg: M. Baan, kand. te Waddini, die bedankte voor Goudswaard,: kingen, Meerkerk, Streefkerk, kwijk en Wouterswoude. Bedankt voor Leerdam:M J. C. te Rijssen; voor Huizen: A. Vlii te Doornspijk". CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Deventer: A. Broers^ Goes. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Randburg (Z. N.W. Schreuder te Goes. GEREF. KERKEN De mededeling dat ds. W. J. dl ter te Uithuizermeeden zou ziji roepen te Burum, berust op een verstand. (ADVERTENTIE) EN prei dii nva eld org. ZIE PAGINA 16en van deze krant: GROTE BOEKEN- AANBIEDING KOK KAMPEN lm.. Pncli pkn li [ge gc Al<

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2