VAN DER PLAS HEEFT HEIMWEE, MAAR NIET NAAR ALLES 'De ware Jozef': onwaar beeld over islam Vandaag Trouw K wartet door A. J. Klei Wereldbijbelcentrum in Stuttgart TJIOUW/KWiAiRTET ZAfTBRiDiAiG 3 .NOVEMBER 1973 KERiK T2/3Ü an de hand van mevrouw D. J. Kohlbrugge, hoogleraar aan de rijksuniversiteit te Utrecht in de Iraansc taal- en letterkunde, en de Utrechtse hervormde predikant dr. J. van der Werf is bij Callen- bacli een hoekje verschenen onder de titel 'De ware Jozef' 109 pag., prijs 12.90). De opzet is interessant. Het uitvoerige verhaal over Jusuf in het twaalfde hoofdstuk van de Qoran. het heilig boek van de islam, wordt vergeleken met het ook zeer uitvoerige verhaal over Jozef in hoofdstuk 3750 van het boek Genesis. In de weergave van het Jusuf-ver- haal laten de schrijvers voortdurend de komm entaren van moslimse uit leggers meespreken. In hun uiteen zettingen over het Jozef-verhaal ge ven de schrijvers een christelijke visie op de plaats van Jozef in de heilsgeschiedenis. Op deze manier krijgt de lezer een goede indruk van de andere rol die Jusuf in de Qoran speelt, vergeleken met die van Jozef in de Bijbel. Bij Jusuf gaat het niet om een stuk heilsgeschiedenis als onderdeel van een samenhangend verhaal over de ge schiedenis van Israël. Evenals de andere profetenverhalen in de Qoran heeft het Jusuf-verhaal meer een exemplarische betekenis. Het be schrijft hoe het profeten in deze wereld vergaat en hoe Allah hun leven leidt Duidelijk wordt ook het verschil tussen een christelijke her meneutiek (leer van de regels der uitlegging) van de bijbel en een moslimse hermeneutiek van de Qo ran. De moslimse uitlegger zoekt niet zozeer de plaats van Allah's woorden in de geschiedenis maar past wel vers voor vers toe op de situatie van de gelovige in zijn rela tie tot God. Vertekend trekken, die een volkomen verte kend beeld geven. Ik noem een aantal voorbeelden: de godskennis van de islam blijft ge vangen in rationalisme. Allah is alleen af te lezen uit de natuurorde; geschiedenis maken kan de Ene niet (pag. 94). De moslim erkent naast Allah geen goddelijke machten en wordt zo in een grote vrijheid ge steld, als los individu. Allah kan zich ook niet in namen te kennen geven. Zijn namen ais bij voorbeeld barmhartige Erbarmer zijn geen werkelijke namen, doch slechts toe kenningen van eigenschappen (pag. 96). Even later wordt het nog scherper geformuleerd: Mohammad de profeet van de naamloze God.luidde de 'natuurlijke geschiedenis' in van groothei dsroes, wanorde en verval. Door de mens van alle bindingen los te slaan toont de islam zich destructief. De tot atoom geworden mens ziet vanuit zijn eigen bestaan de hele wereld geatomiseerd (pag. 97). Hadden de schrijvers het hierbij gelaten of hierin aanleiding gevon den om enkele fundamentele ver schillen tussen Bijbel en Qoran, christendom en islam duidelijk te maken, dan had ik gaarne vrede G66n WOndöf gehad met deze uitgave. In het slot van het boekje zijn de auteurs ech ter veel verder gegaan. Zonder te letten op de boodschap van de Qo ran als gehee! hebben zij gemeend uit het Jusuf-verhaal een aantal con clusies over de islam te moeten Geen wonder dat de schrijvers tot de conclusie komen dat men islam en christendom niet zo gemakkelijk als zeer vensante godsdiensten mag beschouwen (pag. 98) en later dat Allah een schimmige grootheid is (pag. 104), dat de islam ons in een werkelijke afgrond stort en de bood schap van de bijbel in zijn tegendeel heeft omgekeerd, tot op de wortel bedorven (pag. 105). Geen wonder ook dat getwijfeld wordt aan de waarde van een dialoog met de is lam (pag. 107). Wel geven de au teurs toe dat het christendom in zijn concrete gestalte niet beter is dan de islam, maar dat komt juist omdat het christendom gekenmerkt wordt door islamiserende trekken (pag. 108). Vanuit Oude en Nieuwe Testament moeten er heilzame woor den worden gesproken diie de islami serende karaktertrekken in onze maatschappij in het hart zullen tref fen en de mens zullen bevrijden uit zijn dodelijke eenzaamheid en anoni miteit Eeuwenlang is de verhouding tussen christenen en moslims bedon-en ge weest door grote misverstanden van de één over de ander. Pas in de laatste decenniën komt daarin enige verbetering. We leren langzaam en moeizaam om de ander te verstaan naar zijn beste intenties en om zo min mogelijk over de ander uitspraken te doen waarin hij zich zelf niet herkent Dit boekje wijkt van die nieuwe en mijns inziens juiste en ook christelijk verantwoor de koers ver af. In de boven geciteerde uitspraken over de islam zal de moslim zichzelf niet herken nen en zichzelf onrecht aangedaan voelen. En ronduit gezegd, ook een christen, die let op de boodschap van de Qoran als geheel en op de situatie van de islam als geheel, wrijft zich de ogen uit van verbazing. Enkele punten Het is hier niet de plaats om de beide schrijvers uitvoerig en op we tenschappelijke gronden te weerleg gen. Maar wel noem ik enkele pun ten. In de Qoran is inderdaad geen sprake van een heilsgeschiedenis, verteld van Adam of Abraham tot heden. Maar dat wil mdet zeggen dat Allah een God Is die geen geschiede nis maken kan of geen relatie tot de geschiedenis heeft Heel de geschie denis van Mohammad's publieke op treden (tussen 610 en 632 na Chris tus) vindt men in de Qoran gere flecteerd. En de moslim heeft een duidelijke visie op de successie van profeten die Allah in deze wereld gestuurd heeft en die volgens hem in Mohammad culmineert. Als de moslim belijdt dat er naast Allah geen goddelijke machten zijn en die belijdenis siert hem! wil dat niet zeggen dat hij tot een los individu wordt of van alle bin dingen is losgeslagen. De moslim erkent de wet van God. heeft daar voor een diepe eerbied en tevens een diep besef dat hij van ogenblik tot ogenblik wandelt voor het aange zicht van God. Bovendien weet de moslim zich opgenomen dn de ge meente, de gemeenschap van de ge lovigen. Van dodelijke eenzaamheid of atomisering is geen sprake. En waarom zouden de namen waar onder Allah zich bekend heeft ge maakt geen echte namen zijn? De moslim ervaart Allah als de barmhar tige, de rechtvaardige, de almachti ge. Natuurlijk is het waar dat de christen uitspraken over God doet waarmee een moslim het niet eens is, maar dat geeft geen christen recht om te beweren dat Allah een schimmige, naamloze grootheid is. Een onwaar beeld van de aslam, dat moet de conclusie zijn over dit boek. En dat is een spijtige zaak. Ik schrijf deze regels op eigen verant woordelijkheid, maar in overleg met de Nederlandse afdeling van de be weging van joden, christenen en mos lims. In die beweging hebben we elkaar beloofd om te proberen elkaar te verstaan en de vinger te leggen bij over elkaar nog heersende mis verstanden. Van die belofte heb ik me in deze boekbespreking gekweten. Prof. mr. dr. D. C. Mulder is hoog leraar aan de Vrije Universiteit, waar hij geschiedenis en fenomeno logie der nlet-christeUjke godsdien sten doceert. De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: J. Tammlnga. Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276-280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (relcnr. 69 73 60 768). Gem.glro X 500. Mgr. Lemmcns van Roermond zegent de katholieke wielrenners die in Maastricht ter bedevaart zijn ge- Het haar van een aanstaande non wordt (via tralies) afgeknipt: teken van verachting van de wereld, komen. 'Zij heffen eerbiedig het voorwiel van hun renncrsfiets'. De verbijstering, waarmee Michel van der Plas tien jaar terug aankeek tegen het materiaal dat het vooroorlogse rijke roomse leven hem leverde voor een boek, heeft plaats gemaakt voor 'piëteit, vaak met ontzag, soms met een, ver legen of geamuseerde, glimlach'. De aangehaalde ivoorden zijn uit de verantwoording van 'De kerk gaat uit', een fors lees- en vooral kijkboek (bijna vierhonderd fo to's) met als ondertitel: 'Familie album van een halve eeuw ka tholiek leven in ISederland'. Dit boek is door Michel van der Plas samengesteld met medewerking van de documentalist Jan Roes en uitgeverij Ambo in Bilt hoven vraagt er maar vijftien gulden voor. Waar komen die piëteit, dat ontzag en die glimlach vandaan? Is Michel van der Plas inmiddels zó ver uit de buurt van de kerk geraakt dat hij er op een veilige afstand naar kan kij ken? Je maakt je dan niet meer dik over wat daar aan de hand was of is, je glimlacht welwillend, net zoals je welwillend glimlacht om merkwaardi ge riten van een of andere heidense stam ver weg, en je hebt in je blik ook iets van ontzag ('dat hebben die mensen er toch maar voor over!') of van piëteit ('daar moeten wij liever van afblijven'). Het is niet zonder reden dat ik de mogelijkheid stel van een Van der Plas een eind van de kerk vandaan. Het is namelijk zo dat heel wat mensen een vertoon van welwillend heid in bepaald opzicht te hoog aan slaan. Je kunt gereformeerden horen beweren dat de Amsterdamse wethou der Han Lammers veel dichter 'bij ons' staat dan schaakmeester Jan Hein Donner. Want. zeggen ze dan, Lam mers praat met grote waardering over anti-revolutionairen en is altijd in de weer met kerkorgels, terwijl Donner nog onlangs zo nodig voor de radio moest verkondigen dat gereformeer den het boosaardigste volkje vormen, dat op de aardbodem rondsjouwt. Ik zou zeggen: Donner zit nog zo vastge bakken aan zijn gereformeerde komaf dat-ie er telkens hard tegenaan moet schoppen, maar Lammers is wat dit U J T WE ft KIN G VAN D€ H; COMMUNIE Devotieprentje Een H. Kindsheidoptocht in 1932: propaganda voor het pauselijke missiegenootschap van de Heilige Kindsheid. aangaat veel verder van huis, heeft er geen 'last' meer van en kan in alle gerieflijkheid complimentjes uitdelen aan het gereformeerdendom. Nog een voorbeeld. Kort nadat de protestantse pendanten van Van der Plas' 'Uit het rijke roomsche leven' waren uitgekomen: 'Parade der man nenbroeders' van Ben van Kaam en 'Het beeld der vad'ren' van A. C. de Gooyer, kort na het verschijnen van deze boeken moest ik een hooggeleer de heer interviewen. Hij zei: 'Dat boek van De Gooyer getuigt van meer liefde voor het gereformeerde volk. het is veel éórdiger geschreven'. Ik was het hiermee niet eens, ik meende dat de aardigheid van De Gooyer hiervandaan kwam dat hij het gere formeerde leven met alles er op en er aan altijd ontspannen heeft kunnen meemaken, terwijl Van Kaam met een heleboel draden aan dat leven vastge bonden zat en nu nieuwsgierig was gaan kijken, waar die draden vandaan kwamen: daarbij botste hij tegen rare dingen aan en die kon hij in zijn situatie niet onbevangen bekijken, hij rukte dan nijdig aan de draden. Ijlings terug naar Michel van der Plas, van wie ik me haast te zeggen. dat hij beslist niet over de rand van de kerk gevallen is, daarvoor getuigt 'De kerk gaat uit' van te veel betrok kenheid met de kerkelijke affaires. Van der Plas zal heimwee naar vroe ger hebben, denkt nu iemand. Ga maar na: eerst schrijf je de hele santekraam van je af, dan kom je 'In de kou' te staan en omdat dit laatste toch niet plezierig is op den duur, hoef je maar een duwtje te hebben om weer met welbehagen de wierook op te willen snuiven.Maar daar voor is 'De Kerk gaat uit' ondanks de piëteit met bijbehoren nu net te nuch ter voor van toon. Met andere woorden: Van der Plas zit ergens in het midden. Hij stelt de mensen van Confrontatie, die op een draf terug willen naar het rijke roomse leven van weleer, teleur en hij doet de mensen van Septuagint, die de kerk als instituut op een bijzonder laag pitje hebben gezet, be kommerd het hoofd schudden over zoveel inschikkelijkheid jegens alles wat in en om de neogotiek gebakken werd. Ik vraag Michel van der Plas wat hijzelf van zijn positie vindt. Hij zegt: 'Ik geloof niet in die uitersten van alles of niets. Als iemand mij vraagt of ik heimwee heb, antwoord ik: ik heb heimwee, maar niet naar alles. Niet naar romeins machtsver toon bijvoorbeeld, maar wel naar al lerlei geur en kleur die we kwijt geraakt zijn. Je mag het verleden niet loslaten, niet om er tegenaan te leu nen. maar om er vérder mee te ko men. De geschiedenis is de leermees teres van het heden, en dat vergeten ze tegenwoordig'. Andere accenten Heeft Michel van der Plas met 'De kerk gaat uit' zijn boek over het rijke roomse leven verloochend? Van der Plas: 'Achteraf vind ik wel dat ik destijds het verleden te laag waar deerde en allerlei dingen louter als curiositeiten beschreef. Maar je moet niet vergeten dat het boek ontstond in de tijd van het tweede vatikaans concilie, dat ik van heel dichtbij mee maakte. Terwille van het bij-de-tijd- komen van de kerk moesten we van MOEDER IN HET GEZIN EN NIET IN OE FABRIEK Prentbriefkaart, uitgegeven door de katholieke arbeidersbeweging, bestemd voor massale verzending. allerlei erfenissen afstand nemen, wat iets anders is dan dat je ze va» je afschreef. En in die sfeer zijn accen ten gelegd, die je nu anders zou leggen'. Ik zou deze omschrijving willen ge ven: je komt in 'Uit het rijke room sche leven' en in 'De kerk gaat uit' veel dezelfde dingen tegen maar on der heel verschillende belichting. Toen, tien jaar geleden, werden ze je aangereikt als meer of minder malle roomse specialiteiten, nu zijn ze met zorg en aandacht neergezet om ons te doen beseffen: dit was er en we zijn het verloren.Dus toch in hoofdzaak zoiets als jeugdsentiment? Nee, want Michel van der Plas laat de geur en de kleur van voorheen niet opsnuiven en zien om eens behaaglijk te treuren over het verlies ervan, hij hoopt op z'n minst dat de lezers en kijkers gaan beseffen hoezeer wij geneigd zijn het heden te overschatten ten koste van het verleden. Handreiking Michel van der Plas zegt me: 'Nie mand is eigenlijk gelukkig in de kerk. De mensen die naar vroeger terug willen niet, omdat je de klok niet terug kunt zetten; de vernieuwers niet omdat ze aldoor tegen het be- RUST De geschiedenis van Jozef is tot een zekere rust gekomen. Na alle spannin gen van honger en angst en al dat heen en weer reizen met telkens nieu we ontwikkelingen in de herkennings procedure tussen Jozef en z'n broers komt het verhaal in rustiger water. We hebben daar eerlijk gezegd ook wel een beetje behoefte aan. We heb ben de hele week al gelezen over Is raël en Egypte, de woestijn Sina! en het Suez-kanaal en zelfs dook hier en daar even de naam Gosen op. Jozei presenteert zijn familie aan de Farao. Deze stellen zich onder de bescher ming van de Egyptische vorst en vra gen toegang tot het land Gosen om daar hun door de Egyptenaren met misprijzen aangezien beroep van her ders uit te oefenen. Farao noemt Go sen het beste deel en dat zal ook wel blijken. Een kleine tegenprestatie is niet misplaatst, zij moeten dan ook maar op Farao's kudden letten, want zo gaat het in ons wereldje. Maar er is rust en dat is heel wat. En er is voedsel. Er is reden tot tevredenheid en dankbaarheid, zouden wij zeggen. Er ligt aan heel dit verhaal een diepe overtuiging van Gods leiding ten grondslag. Het leven van mensen is geen wild avontuur waarvan geen zin nig woord te zeggen is. Het leven is geen geworpen-zijn met de benauwen de opdracht om het zelf helemaal te maken, er is een verborgen stramien. De lijn loopt naar Gosen. Dat wil nog niet zeggen dat het daar alles pais en vree zal zijn, maar er is een plan, er is een hand die leidt Dat kan een mens, een volk rust geven, vooral als het zich moe gelopen en ge streden heeft. Mensen hebben rust no dig. Ze kunnen niet eindeloos heen en weer gedreven worden. Dat is ook iets dat de volken met betrekking tot het Midden-Oosten mogen bedenken. Niet eindeloos kunnen volkeren daar op vulkanische toestanden leven. Dan wordt ook de afwezigheid van een di- rekte oorlog een langzame marteling, waarin we elkaar treiteren en het le ven in feite onmogelijk maken. We moeten elkaar de rust laten en gun nen. Mensen kunnen er niet buiten. De bijbel spreekt van een rust die overblijft, die wacht. Het leven gaat met deze God niet onder in een ver warrende chaos. Goddank niet (Gene sis 47, 1-6) staande aangebotst zijn, en hun élan kwijnt weg; en de mensen van het midden niet omdat ze links noch rechts steun vinden. Ik wil in mijn boek laten zien wat er over boord is gegaan.ik zeg niet: over boord is gegóóid.en dat doe ik om te helpen de aard van de kloof tussen de kerk van toen, waarin menigeen wel geluk kig en althans tevreden was, en de kerk van nu vast te stellen. Een oplossing bied ik niet, 'De kerk gaat uit' is niet meer dan een handrei king'. Tot zover over 'De kerk gaat uit', waarvan we hier ook een paar platen laten zien. Met elkaar, hoop ik, vol doende om bij de lezer de begeerte te wekken, in de boekhandel te vragen naar dit ongewone boek, dat ook dui delijk maakt hoezeer het rijke roomse leven nog lang na de tweede wereld oorlog voortleefde, en voor mij wordt het einde ervan heel triest in beeld gebracht door een van de laat ste foto's: die van de sloop van de eens zo trotse Willibrorduskerk van Cuypers aan de Amstel in Amster dam. Nog iets: de uitweiding over gereformeerde bevindingen in het bo venstaande beoogde de bodem toe te bereiden voor een soortgelijk vervolg op de boeken over de calvinistische mannenbroeders. NED. HERVORMDE KERK Beroepen: te Vlaardingen (nieuwi wijkgem. Holy-Noord): P. Vermaat ti Vlaardingen; te Brandwijk: H. Stoutjesdijk, kand. te Amsterdam: Meerkerk: M. Baan, kand. te Wad dinxveen; te Bodegraven: A. van Brummelen te Hierden. Aangenomen: naar Nisse en 's-Heei Ambtskerke: Mevr. drs. M. G. Berg kotte, kand. te Utrecht. Bedankt: voor Gorinchem: R. Hol werda te Renkum. Intrede: op 4 nov. te Staphorst (bui tengewone wijkgem. in wording): kand. B. Metselaar, kand. te Zwolle. Overleden: te Eindhoven: J. H. H. Jansen (53 jaar), eervol onthevei pred. v. d. NHK en leraar klassieke talen aan het prot. Lyceum te Eind hoven. Was daarvoor pred. te Heere waarden, Poortugaal en Tilburg. GEREF. KERKEN Beroepen: te Appelscha: W. Wijbenga te Rotterdam. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen: te Urk: B. de Romph t« Naarden. GEREF. GEMEENTEN Bedankt: voor Rijssen-Zuid: Ch. v. d Poel te Yerseke; voor Poortvliet: A Bregman te Rijssen. door prof. dr. D. C. Mulder LONDEN De wereldbond van bij belgenootschappen heeft besloten zijl hoofdbureau van Londen naar Stutt gart te verplaatsen. De verhuizing za waarschijnlijk begin 1974 plaatsvinden. In Stuttgart bevinden zich, behalve van oudsher het Württembergse bij belgenootschap, ook het bureau var het Duitse protestantse bijbelwerk ei dat van het Europese produktiefondi r van de samenwerkende bijbelgenoo schappen. Ook het secretariaat van d r.k. wereldfederatie voor het bijbel' apostolaat is sinds begin van dit jaa in Stuttgart gehuisvest, waar teveni de centrale voor r.k. bijbelwerk Duitsland te vinden is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2