IET HAITI VAN DE ZOON
IEEFT NOG VOOR DE VADER
Ontevredenheid groeit in
'thuislanden' voor Bantoes
Jw/KmiRffiET ZATERDAG 27 OKTOiBHR 1973
BUITENLAND Tll/Kll
:om in Haiti, dames en he-
loudt u de riemen nog een
ilik om. Over enkele ogen-
zullen wij u vriendelijk
>he|eken het vliegtuig te verla-
rin u met uw papieren voor
Vuurpeloton te begeven'. Der-
ïicle grollen waren niet lang
dsjen populair bij reizigers
'oor de landing op het vlieg-
van de Haitiaanse hoofd-
'ort-au-Prince. Dat was nog
de beruchte dictatuur
president voor het leven'
Jois Duvalier, alias 'Papa
dseen mentaal kreupele ex-
ilandsarts, die de 'zwarte'
lliek Haiti van 1957 tot zijn
J in 1971 terroriseerde en
ug^eel van mensen hield als
™oHa van sex.
voin het Haiti van de zoon, van de
Ige Jean-Claude Duvalier, zorg-
begeleid en bewaakt door de
n weduwe Simone Duvalier en
:rbi s zijn vader 'president voor het
83 zijn de bandeloosheid en de
veiT aanzienlijk minder, de disci-
ouisn de openheid naar buiten gro-
ug<ute van het vliegveld naar de
eidde vroeger door de ellendig-
7 ottenwijken van Latijns-Amerj-
;rd iar de taxi-chauffeurs zijn tegen-
vijl i
FERRY
VERSTEEG
IN LATIJNS
AMERIKA
De Haitiaanse president Jean Claude Duvalier, hier omgeven door zwaar bewapende militairen, heeft de
terreur verzacht.
verplicht een iets langere
nemen langs enkele tiental-
"|euwe fabriekjes, meest verwer-
industrieën van Amerikaanse
i bist, die hebben ontdekt, dat de
(oedige arbeidskrachten hier nog
s oeër en goedkoper zijn dan in
Rico of Hongkong (maximaal
5 j^r per dag) en dat de belasting
eden nagenoeg onbeperkt zijn.
aaiton Macoutes
ls klleen op het vliegveld maar ook
Alt au Prince zijn de blauwgehem-
mton Macoutes, die de gevreesde
B1jjpestapo van wijlen Papa Doe
ik.ïen, uit het zicht verdwenen.
ïun door Duvalier gesanétioneer-
^jfia-praktijken, hun even gemak
als willekeurig gebruik van
tuig en hun spiegelende zonne-
ii bepaalden ze lange tijd de ui-
negatieve beeldvorming over
in het buitenland. Jean-Claude
hen nu opgedragen het land te
tiseren. Maar omdat de fondsen
j>or ontbreken en negentig pro-
e ran deze terreurbenden zelf de
en schrijfkunst ontbeert, leiden
n ins een sluimerbestaan.
De betrekkelijke liberalisering heeft
ook de Amerikaanse toeristenstroom
weer op gang gebracht. Sinds 1970 is
het aantal hotelkamers verdubbeld en
het jaarlijkse aantal gasten heeft de
honderdduizend al weer overschreden.
In het rumoerige, veel-kleurige en
veel-geurige stadscentrum is het aan
tal auto's de afgelopen twee jaar sterk
toegenomen, terwijl de meest schrille
armoede hier werd uitgebannen.
Want de jonge Duvalier sloot bij de
kreet het stadscentrum voor bedelaars
en ongeschoeide onderdanen, dat wil
zeggen voor he overgrote meerderheid
van zijn volk. Toch kan de bezoeker
buiten zijn hotel al snel rekenen op
jeugdige landgenoten van de 'presi
dent voor het leven', die verzekeren:
'I speak Inglis.You wan my sister/-
mother/brother'. Meisjes van een jaar
of twaalf bieden zich aan voor de spe
ciale prijs van vijf dollar.
Al deze ontwikkelingen worden door
instellingen als het Internationale Mo
netaire Fonds, de Inter-Amerikaanse
Ontwikkelingsbank en de Amerikaan
se regering beloond met kredieten,
die bijvoorbeeld Castro's Cuba en Al-
lende's Chili werden onthouden. Tege
lijkertijd maakten de machthebbers in
Port-au-Prince een begin met de door
breking van hun isolementspositie in
het Caraïbisch gebied door nieuwe
contacten te leggen met de Domini
caanse Republiek, Jamaica en de Ba
hamas.
Oppervlakkig
Maar al is het regime van de zoon
een verbetering te noemen vergeleken
met dat van de vader, het blijft een
feit, dat de veranderingen sinds 1971
oppervlakkig zijn gebleven. De grote
meerderheid van de Haitianen, die op
het platteland werkt, wordt er in het
geheel niet door beroerd, en in Port-
au-Prince, de enige stad van betekenis
in het land, profiteert slechts een
kleine groep, die toch al niet tot de
meest misdeelde van de samenleving
behoort.
De Amerikaanse bedrijven betalen
geen noemenswaardige belasting aan
de Haitiaanse overheid, importeren
zelf hun grondstoffen, laten die tegen
hongerlonen door ongeveer tiendui
zend van de vijf miljoen Haitianen
verwerken, en exporteren daarna hun
eindprodukten, die op lucratieve wijze
hun weg vinden op de wereldmarkt.
De nieuw gevestigde buitenlandse
banken verschaffen de enkele tiendui
zenden welvarende Haitianen het pri
vilege indirect te kunnen bijdragen
aan de financiering van de verdere
ontwikkeling van de VS en Europa in
plaats van aan die van hun eigen
land.
De terreurbenden van de Tonton Ma
coutes verkeren weliswaar op non-ac
tief, maar de zoon teert nog steeds op
de schrik, die de vader de Haitianen
voor lange tijd aanjoeg. Politieke dis
cussie blijft een gevaarlijke sport, die
zelden en dan nog heimelijk wordt
beoefend. Zelfs buitenlandse diploma
ten nemen bij hun beschrijving van
de politieke situatie ongewoon veel
slagen om de arm.
De aanzwellende toeristenstroom
wordt zorgvuldig geisoleerd van de
massa van de straatarme bevolking.
Een taxi-chauffeur, die de enkele toe
rist, die daar eventueelbehoefte toe
voelt, de krottenwijken van Port-au-
Prince zou tonen, moet vrezen voor
zijn vergunning. De toerist geeft zijn
geld uit in enkele enclaves ten behoe
ve van een kleine groep rijke Haitia
nen. Zij worden vanaf het vliegveld
en later vanaf de strandjes op en
kele tientallen kilometers van de
hoofdstad langs bloemrijke, geu
rende hellingen direct naar Petionvil-
le gereden, de luxueuze tuinstad vol
villa's, nachtclubs en hotels in de koe
le bergen achter de benauwde hoofd
stad.
Bedrag
De rijksten rijden nog enkele kilome
ters door naar Kenskoff, waar de prijs
voor één overnachting ongeveer over
eenstemt met het bedrag, dat jaarlijks
in een Haitiaans dorp circuleert. En
als de bewoners en gasten in Petion-
ville en Kenskoff 's nachts om een
uur of twee, drie nevelig tussen de la
kens schuiven, staan op enkele hon
derden meters achter deze luxe fagade
de armsten der armen op om met een
paar kilo groenten en fruit vijf of zes
uur lang naar de markt van Port-au-
Prince te lopen voor een paar gulden
per dag.
De omzet op deze markt, die wordt
gehouden op de gore trottoirs en in
de steegjes van het havenkwartier, is
zeer beperkt. De koopvrouwen zitten
op de kale grond, de rokken hoog op
getrokken, met een kleine hoeveel
heid waren voor zich uitgestald. De
fel-kleurige mensenzee, die voortdu
rend over de markt deint, de stoffige,
verblindend lichte atmosfeer, de ster
ke geuren, het geschreeuw, het loven
en bieden en de vrolijke uitgelaten
heid, doen meer aan Afrika dan aan
Latijns^Amerika denken. De opgewek
te stemming valt op. Maar als hier ie
mand zegt: 'ik sterf van de honger',
geloof hem dan maar.
Men kent de weinig benijdenswaardi
ge positie van Haiti. Enkele veelzeg
gende cijfers: volgens gegevens van de
Verenigde Naties bedraagt het gemid
delde inkomen van de Haitiaan per
jaar zo'n honderdtachtig gulden; de
gemiddelde levensverwachting ligt op
47 jaar; de bevolkingsgroei is twee
procent ondanks het feit, dat de helft
van de kinderen het vijfde levensjaar
niet haalt; ongeveer negentig procent
van de bevolking is analfabeet.
Bohnen
Niet ver van de markt van Port-au-
Prince woont pater Bohnen, een zes
tig-jarige torenhoge Limburger met
een borstel-kapsel, die al een jaar of
twintig dn de krottenwijken van de
hoofdstad werkt. Lang geleden sticht
te hij hier een soort ambachtschool,
waar kinderen behalve lezen en
schrijven ook een vak kunnen leren,
waarmee ze later met een beetje ge
luk de kost kunnen verdienen. Z'n
school wordt nu bezocht door twee
duizend leeflingen, die les krijgen
van enkele tientallen Haitiaanse on
derwijzers. Pater Bohnen betaalt ze
acht dollar per maand, als er tenmin
ste geld ds.
Daarnaast heeft de pater een keten van
primitieve schooltjes opgezet in Sali
ne, één van de meest afschuwelijke
krottenwijken van de stad, slechts van
de zee gescheiden door hopen afval en
modderbanken. In deze stinkende
opeenhoping van mensen bezochten
we met de pater enkele hutjes, die
normaal worden bewoond door 'onder
wijzers' en hun gezinnen. Maar enkele
uren per dag maakt de schaarse in
boedel plaats voor een schoolbord en
enkele bankjes. Op deze wijze bren
gen pater Bohnen en zijn Haitiaanse
helpers nog eens vierduizend kinde
ren de beginselen van het lezen en
schrijven bij.
Maar het meest grandioze van al is de
primitieve keuken, die door de krot
bewoners zelf wordt beheerd en iede
re dag zesduizend kinderen een maal
tijd biedt, vaak hun enige. Dit project
draait jaarlijks op een budget van en
kele honderdduizenden guldens, die
pater Bohnen bijeenkrijgt door subsi
dies van internationale hulporganisa-
Francois Duvalier alias Papa Doe
ties en de Haitiaanse regering, maar
vooral door het houden van 'bedelpre-
ken' tijdens zijn vakanties in de VS.
De pater gelooft niet, dat zijn werk
bijdraagt tot de instandhouding van
de feodale structuren in het land. In
tegendeel: 'Het leven van negentig
procent van de bevolking is hier afge
stemd op de allesoverheersende vraag,
"Hoe krijg ik vandaag genoeg te eten?'
De diepe armoede maakt de mensen
apathisch, anti-revolutionair en onge
voelig voor politiek. Toen Francois
Duvalier in 1970 stierf, lagen er Ame
rikaanse marineschepen voor Port-au-
Prince, omdat Washington een massa-
Ie opstand verwachtte. Een volstrekt
belachelijke zaak'.
Weerzinwekkend
We zagen zijn visie zeker bevestigd
op het platteland tijdens een moeiza
me rit naar het afgelegen dorp De-
schappeles. Weerzinwekkende armoe
de en ondervoeding hebben hier een
grauwe korst van apathie gevormd,
waarin hongerlijden en doodgaan
blijkbaar vanzelf spreken, maar waar
in solidariteit en gastvrijheid op een
aandoenlijke manier zijn ontwikkeld.
Eerst vanuit Port-au-Prince honderd
kilometer naar het noordelijker gele
gen Sant Mare. Direct buiten de
hoofdstad zit men in Afrika. Dicht
oerwoud en rieten hutjes langs een
miserabele asfaltweg vol diepe gaten,
die later een van de pronkstukken
van het erbarmelijke Haitiaanse we
gennet zal blijken. Om de dertig km
moeten we stoppen bij militaire pos
ten, waar we onze toestemming van
het ministerie van binnenlandse za
ken om buiten Port-au-Prince te mo
gen reizen, moeten tonen.
Al snel maakt de dichte begroeiing
plaats voor een onvruchtbaar savanna-
landschap, ingesloten door kaalgesle-
ten bergen: het resultaat van langdu
rige ontbossing in een land, waar
de houtskool nog steeds de voornaam
ste brandstof is en de daarop vol
gende erosie, het wegspoelen van de
vruchtbare grond. Vooral daardoor
werd Haiti een-van de relatief
meest overbevolkte landen ter we
reld.
De helft van de landbouwers bezit
minder dan een hectare, terwijl het
noodzakelijke minimum hier in het
algemeen op zeven hectare wordt vast
gesteld. De boertjes verbouwen voor
namelijk voor het eigen onderhoud:
mais, bananen en Caraïblsche kool.
Aanzienlijke delen daarvan moeten
nog naar de Voedoe-priester, de bur
gemeester en de plaatselijke politie.
De afwezigheid van bijna elk handels
verkeer tussen de dorpen vormt een
van de verklaringen voor de onvol
doende en slecht gebalanceerde basis
voeding. Groot- en middelgroot grond
bezit is uitzondering op Haiti. Wat
wil zeggen, dat niet eens de theoreti
sche mogelijkheid bestaat om door
landverdeling iets te bereiken. Eerder
zou concentratie van grondbezit en
daarop volgend mechanisatie noodza
kelijk zijn. Maar dat zijn in deze stre
ken luchtkastelen.
Vooral na Sant Mare, waar de weg in
oostelijke richting weinig meer is dan
een hobbelige vlakte, waar de bomen
zijn weggekapt. Mén rijdt hier door
een van de ellendigste delen van Hai
ti, waar de ontberingen nog worden
vergroot door regelmatige droogtepe
rioden. We worden wezenloos nage
staard door broodmagere kinderen
wier kroeshaar door eiwit-gebrek vaak
rood is gekleurd. Uit een recente en-
quete van de FAO bleek, dat niet
minder dan zeventig proeent van de
kinderen hier in ernstige mate is on
dervoed. Af en toe passeren bouwval
lige, tot bussen omgebouwde vracht
wagens met namen als 'Uw wil ge
schiede', en 'De kleine Jezus van
Praag', beschilderd met de meest felle
kleuren. Er mag dan weinig voedsel
zijn, er is nog altijd kleur.
Na vele uren bereiken we ons eind
doel, het hospitaal van het gehucht
Deschappeles. Een Nederlandse ver
pleegster, die hier werkt: 'Door de
droogte van de laatste maanden,
heerst hier nu nog meer honger. Juist
daardoor krijgen we minder patiën
ten, want een opname kost een dol
lar'. Ze Iaat ons de kinderafdeling
zien, waar voedselgebrek de voor
naamste kwaal blijkt. Ze toont ons
drie categoriën van babies en peuters:
zij, die er bovenop zullen komen; de
kinderen, die het misschien zullen ha
len. maar beter zouden kunnen ster
ven vanwege de onherstelbare schade,
die al is aangericht; en de duidelijk
hopeloze gevallen.
Ontbinding
Er zijn kinderen van vier jaar, die
nog geen twintig pond wegen. De
lysol kan de ontbmdingslucht, die bo
ven sommige bedjes hangt, niet ver
drijven. Een gedesillusioneerde Ame
rikaanse chirurg, die op punt van ver
trekken stond: 'Veel patiënten krijg
je een paar maanden later weer terug.
Je moet eigenlijk het systeem van dit
land op de snijtafel leggen.
Dit was het eerste artikel over Haiti
uit een serie van drie. Volgende week
zaterdag: Haiti is een ver verleden.
'Si
let belangrijkste punt in de
uidafrikaanse politiek is het
in de grond brengen van de
g. thuislanden (Homelands)
)or Bantoes, de 'bekroning'
in de gescheiden ontwikke-
ng, zoals de Zuidafrikaanse re
tiring die voor ogen staat.
fe thuislanden-gedachte leidt al een
[trekkelijk lang leven reeds in
-4 dertiger jaren is er sprake van
maar is vooral uitgewerkt in een
jpport uit 1955 van de Tomlinson-
Jmmissie. Er bestaat een enorme
leveelheid literatuur over, zelfs fi-
sofische en religieuze. Het voert
dit bestek echter te ver daarop in
gaan. De bedoeling van de rege-
hg is om voor de ruim 15 miljoen
igekntoes afzonderlijke, in de loop van
tijd onafhankelijk wordende ge-
zjfiden te creëren: de thuislanden,
ïit^arbij wordt rekening gehouden
iet de verschillende achtergronden
in de Bantoe-volken. Getracht
brdt om het volk van de Swazi's
'orij elkaar te brengen in het thuis-
nd Swazi, het volk van de Tswa-
l's in het thuisland Boputhatswana
fl. Er zijn 10 thuislanden gepland,
larvan sommige, zoals de Transkei
Kwazulu reeds vergevorderde
ntouren hebben aangenomen. Het
ondgebied van de Republiek van
:helid-Afrika wordt als het ware op-
t ttsplitst in gebieden voor blanken
niet-blanken. De blanken, ver in
minderheid, hebben het grootste
Jbied. Een reeds bekend getal is de
I pet van het totale oppervlak van
jid-Afrika, dat voor de Bantoe-vol-
}n is gereserveerd. Een getal, dat
Ij navraag aan een ambtenaar van
kt Departement van Inlichting,
8jet werd tegengesproken.
""jtedeljjken
e meest voor de hand liggende
.pUaag is wat er gaat gebeuren met
Bantoes, die in de stedelijke ge
leden van de blanken werken, om-
aalt niet kan worden aangenomen,
it die blanken het zonder de ar-
feidskracht van de Bantoes zullen
linnen stellen. De opvatting daaro-
ïr is de volgende. De stedelijke
antoe wordt beschouwd als een tij-
Blijke inwoner van blank Zuid-Afri-
Ji, die daar, als inwoner van een
lakhdere natie, met een verblijfsver-
ünning kan zijn. Hij komt om zijn
rbeidskracht te verkopen. De blan-
G werkgevers hebben daaraan be-
door Koos van Weringh
hoefte en de Bantoe verkoopt zijn
arbeidskracht graag. De Bantoe in
een stedelijk, blank gebied kan dus
geen aanspraak maken op de conse
quenties van een permanent inwo
nerschap, zoals het recht om iets in
eigendom te hebben of het uitoefe
nen van politieke rechten. Zo staat
te lezen in een brochure van het
Suid-Afrikaanse Buro vir Rasse-aan-
geleenthede, van september 1972. De
directeur van dat bureau, de socio
loog dr. C. J. Jooste, vertelde mij in
een uitvoerig gesprek, dat de situa
tie voor de Bantoe in blank Zuid-
Afrika vergelijkbaar is met die van
gastarbeiders uit Turkije, die bij
voorbeeld in Nederland werken. Die
komen hpn arbeidskracht verkopen,
omdat daar behoefte aan bestaat en
Nederlanders voor allerhande werk
zaamheden niet beschikbaar zijn. Ge
schat wordt dat op dit ogenblik on
geveer de helft van de Bantoebevol
king, ruim 7 miljoen, in de thuis
landen is opgenomen.
Wat gebeurt er nu in de thuislan
den zelf? Wat moet er terechtkomen
van miljoenen mensen, velen zonder
enige onderwijsachtergrond, die
naar die thuislanden worden overge
plaatst? Zijn daar mogelijkheden tot
ontwikkeling? Déze en nog andere
vragen heb ik voorgelegd aan twee
ambtenaren van het Departement
van Inlichting, vriendelijke heren
met een overtuigd geloof in de
thuislanden-politiek en tot elke in
formatie bereid (zoals trouwens van
zulke ambtenaren mag worden ver
wacht). Om te beginnen ontving ik
een paar fraaie brochures, waarin
het één en ander wordt verteld over
het thuisland Boputhatswana, een
gebied, dat zich ten noordwesten
van Pretoria uitstrekt. Dit thuisland
kent nu een 'zelfregerende' status
en heeft een eigen volkslied en vlag.
De Wetgevende Vergadering kan
zelf wetten maken, geldig voor het
eigen gebied, en kan ook wetten van
het (blanke) Zuidafrikaanse Parle
ment wijzigen of herroepen ten op
zichte van aangelegenheden, waar
voor hij gerechtigd is om wetten te
maken. Er bestaat dus een zekere
mate van zelfstandigheid, maar niet
vergeten dient te worden, dat deze
zelfstandigheid door de blanke min
derheidsregering gedicteerd is. De
Bantoes is niet gevraagd, wat zij van
de thuislanden-politiek vinden en of
zij er iets in zien.
Ontwikkeling-
Om de economische ontwikkeling op
gang te brengen, zijn verschillende
plannen in uitvoering genomeh. In
het thuisland Boputhatswana is een
zogenaam groeipunt gesticht, de in
dustrieplaats Babelegi. Een belang
rijke rol daarbij speelt de Bantoe
Beleggingscorporatie, een instantie,
die o.a. blanke industriëlen assisten
tie verleent als zij zich in de thuis
landen willen vestigen met een in
dustrie. In een eveneens fraaie -bro
chure worden de voordelen van zo'n
vestiging opgesomd: concessies op
het gebied van de belastingen, ruim
te om expansief te zijn, geen ver
keersproblemen, maar vooral: volop
werkkrachten en 'realistische lonen'.
Op 7 september heb ik met de twee
genoemde ambtenaren een bezoek
gebracht aan dit gebied. In Babelegi
wordt druk gewerkt aan de indus
triële opbouw. Verschillende zeer
moderne fabrieksgebouwen functio
neerden reeds, zoals een borstelfa-
briek, een sokkenfabriek en een fa
briek, waar schapevellen bewerkt
worden. De lonen voor de Bantoe
werkkrachten bedragen engeveer 7
Rand per week.
Er is (nog) één blanke bestuurder
in Babelegi, wiens kantoor door een
hoog hekwerk van gaas is omgeven.
De blanke industriëlen ontpopten
zich als ware idealisten. De direc
teur van de borstelfabriek werd
lyrisch, toen hij sprak over de grote
kansen, die hier lagen om de Ban
toes, die nooit aan enig werk ge
wend waren, tot ontwikkeling te
brengen. Hij prees hun ijver en toe
wijding. Soms bleven ze wel eens
weg als ze hun geld hadden ver
diend, maar dat was steeds minder
het geval. De produkten, die werden
afgeleverd, noemde hij van hoge
kwaliteit. Zelfs voor een niet-des-
kundige was dat te zien. De borstels
werden uitgevoerd naar Frankrijk
en Duitsland. Om mij op stang te
jagen, zei iemand uit het gezelschap,
dat ze ook borstels naar Nederland
zouden gaan uitvoeren om wat werk
loze academici door middel van een
Anti-Borstel-Actie tegen Zuid-Afrika
weer aan enig werk te helpen.
De arbeidskrachten in Babelegi wo
nen in het naburige derp Temba,
waar momenteel ongeveer 2500 hui
zen gebouwd zijn. Geen huizen, als
waarin de blanken wonen, maar ein
deloze rijen barak-achtige gebouw
tjes, gelegen aan niet-verharde, zan
derige wegen. Als een auto met eni
ge snelheid daarover reed, was er
enige minuten lang niets anders te
zien dan stof rondom. Er komen wel
verharde wegen, zo zeiden de ambte
naren. Wat er wel was, waren een
paar scholen, een ziekenhuisje, een
kerk en een werkelijk zeer gezellig,
klein winkelcentrum, met geheel
'westers' ingerichte zaken. Voor de
rest maakte het gedeelte van het
thuisland waar ik was een uiterst
troosteloze indruk. Als men vanuit
een stad als Pretoria in zo'n dorp
komt, is het alsof een andere wereld
betreden en een ander tijdperk bin
nengegaan wordt.
De grote vraag is hoe de ontwikke
ling van de thuislanden zal verlo
pen. De bedoeling mag dan zijn de
gebieden op den duur onafhankelijk
te maken, maar dat is slechts be
trekkelijk. De blanken zullen grote
invloed blijven uitoefenen, omdat zij
over het kapitaal beschikken, dat de
economische ontwikkeling moet aan
zwengelen. Ock het buitenland
krijgt steeds grotere belangstelling
voor de investeringsmogelijkheden
in de thuislanden, met name de
Westduitse Bondsrepubliek en Frank
rijk. Toen ik in Babelegi aankwam,
vertrok de eerste minister van de
Het uitvoerend gezag van liet thuisland Bophuthatswana
deelstaat Sleeswijk-Holstein, dr. G.
Stoltenberg, juist weer. Op een di
ner, hem aangeboden door de Ban
toe Beleggingscorporatie, zei hij,
zeer onder de indruk te zijn van
de pogingen van de Zuidafrikaanse
regering om de economische ontwik
keling van de thuislanden te bevor
deren. Buitenlandse investeerders
konden helpen dat proces te versnel
len, voegde hij eraan toe (Pretoria
News van 10 september 1973).
De ontwikkeling van de thuislanden
wordt geheel gedicteerd door blank
Zuid-Afrika. De Bantoes wordt niet
naar hun mening gevraagd. Honderd
duizenden van hen worden ver
plaatst naar nieuwe gebieden, ook
tegen hun zin. Begin september wer
den meer dan 300 families verplaatst
van een gebied waar ze al generaties
lang woonden waar ze 'thuis' wa
ren, om zo te zeggen naar een
nieuw gebied in het thuisland Lebc-
wa, 60 kilometer verder. Ze weiger
den aanvankelijk, maar met gebruik
van traangas wist de politie het ver
zet te breken, na hartverscheurende
taferelen, waarbij de vrouwen zich
onder meer als een barrière opstel
den tussen hun leider en de politie
(Rand Daily Mail, 7 september
1973). Over 'thuis'-landenpolitiek ge
sproken
De ontevredenheid onder de zwarte
bevolking neemt echter toe, zoals
blijkt uit uitspraken van leiders van
de thuislanden. Een enkele keer
vraagt iemand om meer grondge
bied, maar in het algemeen valt op.
dat in die steeds luider wordende
kritiek de thuislanden-gedachte niet
als uitgangspunt wordt genomen.
Gesproken wordt over gelijke rech
ten voor iedereen in Zuid-Afrika en
over een rechtvaardiger verdeling
van de welvaart. Een minister van
het thuisland Lebowa hield een be
wogen pleidooi voor de vrijlating
van Nelson Mandela en Walter Sisu-
lu, twee Bantoe-leiders, die op het
Robbeneiland een levenslange gevan
genisstraf uitzitten. Een minister
van Gazankulu waarschuwde, dat de
kritieke fase nu bereikt is. Als het
nog even duurt, bestaat er geen ge
legenheid meer voor een vreedzame
oplossing van de problemen. De
zwarten zijn een geduldig vclk,
maar er komt een eind aan als de
blanken in hun paternalistische hou
ding volharden. Het grootste pro
bleem daarbij wordt gevormd door
de frustraties van de jonge zwarten.
De meest bekende thuisland-leider,
Gatsha Buthglezi van Kwazulu, ver
telde in een tamelijk agressief inter
view met Die Vaderland van 6 sep
tember (op de eerste vraag zei hij:
Wat maakt het nou uit wat ik als
zwarte vind?'), dat hij de eerste
zwarte premier van geheel Zuid-Afri
ka zal worden.
In de kritiek van de thuisland-lei
ders klinkt enigszins de opvatting
door dat de thuislanden een tijdelij
ke zaak zijn en dat uiteindelijk één,
geïntegreerd Zuid-Afrika zal ont
staan, met één Parlement, dat door
allen gekozen wordt. Tegen deze ge
dachte is buitengewoon fel stelling
genomen door Eerste-Minister Vor-
ster op een congres van zijn partij
in Oudshoorn. Het thuisland-beleid
is géén tussenfase, zei hij met na
druk. Zuid-Afrika is een multi-natio-
naal, maar geen multi-raciaal land.
'Iedereen krijgt in zijn eigen gebied
gelijke kansen om zich volledig te
ontplooien' (Rand Daily Mail, 6 sep
tember 1973). De minister van Ban
toezaken waarschuwt de thuisland
leiders tegen het te hoog cpschroe-
ven van hun verwachtingen. Ze kun
nen lang niet altijd krijgen wat ze
vragen. Zeer duidelijk neemt ook de
minister van verdediging, P. W. Bo
tha, stelling tegen de eis om meer
grondgebied voor de thuislanden be
schikbaar te stellen. Daar kan geen
sprake van zijn, zei hij. De Bantoes
zullen moeten leren te leven op de
grond die ze nu in bezit hebben. En
dat is al de beste grond met de
hoogste regenval. Ook als het aantal
Bantoes steeds groter wordt is het
onlogisch het grondgebied uit te
breiden. Het zou toch belachelijk
zijn als Nederland op een goeie dag
een stuk grond van West-Duitsland
zou opeisen, omdat de bevolking zo
toeneemt, merkte hij op (Oggend-
blad, 4 september 1973).
Minder succes
Zo zijn de Zuidafrikaanse leiders
druk in de weer met waarschuwin
gen en vermaningen. Uit wat daaro
ver in de eigen pers verschijnt,
moet men de indruk krijgen, dat de
politiek van de thuislanden niet zo
succesvol verloopt als de fraaie bro
chures ons doen voorkomen. Als de
verschillen in welvaart en macht zo
groot blijven, zal het verzet van de
zwarte bevolking toenemen en zul
len de problemen zich voor de rege
ring in een snel tempo opstapelen.
De oplossing zal dan gelet op de
uitspraken van Vorster e.a. ge
zocht worden in een toenemende re
pressie van politie en justitie. Dat is
een investering in ellende en ver
driet.
I