Nederland 'waar laboratorium7 van de godsdienstsociologie Daarvoor gaan de mensen de straat niet op Vandaag Beroepingsweti Trouw Kwartet TROIVT XWAiRTET ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1973 KERK T21 door dr. Q. J. Munters Sinds de sociologie zich als aparte wetenschap aandiende, hebben haar beoefenaars belangstelling getoond voor het verschijnsel godsdienst. Men kan daarom zeg gen, dat de godsdienstsociologie (die de samenhang tussen gods dienst en samenleving onderzoekt) in aanzet praktisch even oud is als de sociologie als zodanig. Dit geldt ook voor Nederland. Was een pro vincialisme aanvankelijk aan de Nederlandse godsdienstsociologie niet geheel vreemd, vandaag staat zij internationaal gezien bepaald niet aan de kant. Dit bleek op nieuw op het twaalfde Internatio nale Godsdienstsociologische Con gres dat onlangs in Den Haag werd gehouden. Er is wel eens beweerd, dat de Neder landers een bij uitstele religieus volk vormen. Of dit waar is, valt moeilijk te beoordelen, maar zeker is, dat de in vloed van godsdienstige oriëntaties op heel wat maatschappelijke terreinen be speurbaar is. Misschien nergens zozeer als in Nederland schenken de media zo veel aandacht aan alle mogelijke kerke lijke binnenbrandjes, omstreden bis schopsbenoemingen en synodale uit spraken. Theologische geschriften beho ren hier niet zelden tot de best-sellers. Bij ons kon nog recentelijk een Evan gelische Omroep eigenlijk in no time van de grond komen. Wie zijn blik laat glijden over de ingezonden stukken in onze dagbladen, bemerkt hoezeer de schrijvers ervan zich vaak bedienen van religieuze argumenten en motieven. En wat te denken van de zg. verzuiling, dat echt Nederlandse verschijnsel waar bij levensbeschouwelijke verschillen als het ware oversloegen op het maatschap pelijk leven! Is het een wonder, dat ons land zich de reputatie verwierf van een 'waar labo ratorium' van de godsdienstsociologie? Dat zich bij ons de laatste tijd tal van nieuwe religieuze of quasi-religieuze be wegingen hebben aangediend van Jesus People tot Unifield Family heeft deze reputatie slechts bevestigd. Veranderingen Het moge dan zo zijn. dat godsdienstige oriëntaties in ons maatschappelijk leven een belangrijke rol spelen, dit betekent niet dat voor de kerken eenzelfde rol is weggelegd. De kerken hebben eeuwenlang gefun geerd als de instanties bij uitnemend heid voor het bewaren en overleveren van het geloofsbezit. Die exclusieve functie is nu uitgehold. De kerken heb ben hun centrale positie in de samenle ving verloren. Velen hebben de kerk als instituut de rug toegekeerd men mag wel zeggen: definitief. Nergens in West-Europa is de officiële buitenkerke lijkheid zo groot als in 'godsdien stig' Nederland. Het kerkbezoek is dalende, het aantal priesterroepingen neemt sterk af enfin, zo kan ik nog wel even doorgaan. Vragen De vraag rijst, wat er eigenlijk gaande is. Zijn we getuige van zoiets als de laatste stuiptrekkingen van het chris tendom? Is het officiële christendom, hoe je 't ook bekijkt, op z'n retour? Of zijn het veeleer de kerken die steeds meer naar de periferie van onze samen leving worden gedrongen? Maar is er, dwars daar tegenin, ook niet sprake van een religieus reveil, misschien ook binnen de kerken maar vooral daarbui ten? Wat is er aan de hand. wanneer we allerlei maatschappij-kritische, acti vistische groepen en bewegingen zien ontstaan, wanneer we een heropleving waarnemen van de mystieke ervaring, die zijn inspiratie vooral zoekt in de oosterse godsdiensten maar evengoed soms in het christendom? Het lijkt als of men zoekt naar een nieuwe zin van het leven, ofwel door actie voor een so ciale revolutie, ofwel door een vlucht uit de wereld in contemplatie uiter aard met allerlei tussenvormen. Overi gens: zijn die bewegingen wel zo 'nieuw' als ze zich soms voordoen? En zijn ze wel 'religieus' te noemen? Wat bedoelen we eigenlijk met 'religieus'? Het congresthema Hiermee zijn we aangeland bij de kern van de vraagstukken waarover de bijna 300 deelnemers aan het congres zich bogen. Ze waren uit 33 landen, ver spreid over alle continenten, naar Ne derland gekomen. Ook verschillende oostblok-landen waren goed vertegen woordigd. Wil het bij wetenschappelijke congres sen nog wel eens voorkomen, dat het congresthema in de beraadslagingen en de stukken slechts met moeite is terug te vinden, hier niet. Ik geloof niet. dat er één deelnemer was die in eigen land me: de problematiek herkende die in het congresthema besloten lag: 'The contemporary metamorphosis of religi on?': 'Is er sprake van een gedaantever andering van godsdienst of godsdien stigheid?' Wanneer het congres slechts tot één conclusie zou hebben geleid, dan zou het wel deze zijn, dat' de hierboven ge noemde vragen helemaal geen typisch Nederlandse vragen zijn. Men worstelt er overal mee. Dat bleek al direct na de opening van het congres, toen er on der leiding van Bryan Wilson uit Enge land een intensief debat ontstond over het document van de Nederlandse werkgroep. Dat stuk handelde over de onderzoekbaarheid van godsdienstige veranderingen. Dr. Laeyendecker (voor zitter van de Nederlandse werkgroep), Karei Dobbelaere uit België, Thomas Luckmann uit Duitsland en Samuel Mueller uit de USA waren het in dat debat in verschillende opzichten met el kaar oneens, maar niet op het punt van de algemeenheid van de hierboven genoemde vragen. Wat is godsdienst? Men vergeve mij. dat ik niet het hele congres versla. Liever doe ik een po ging om het centrale thema nog wat te verduidelijken. Zojuist wierp ik de vraag op: wat is eigenlijk religie? Vroe- ver wisten wp nog wel /.n ongeveer waar we 't over hadden, wanneer we een bepaald gedrag of een bepaalde groep 'religieus' noemden. Vandaag is dat problematisch geworden. Overal zijn op kerkelijke en godsdienstig gebied zoveel turbulente ontwikkelingen gaan de, dat het de grootste moeite kost om die enigszins bevredigend te 'plaatsen'. Onze vroegere interpretatieschema's voldoen allang niet meer. Want één ding is zeker geworden: er is een einde gekomen aan het tijdperk waarin gods dienstigheid en kerkelijk gedrag zo on geveer hetzelfde betekenden. (Daarom verbaast het me, eerlijk gezegd, dat er nog altijd 'kerk' staat in de rechterbo venhoek van de tweede bladzijde van deze krant, ook wanneer het berichten betreft die daar strikt genomen hele maal niet onder vallen.) We kunnen niet langer voorbij aan de vraag, in hoeverre er ook buiten de min of meer erkende denominaties sprake is van religie. Zoals we ons evenmin kunnen onttrekken aan de vraag in hoeverre er binnen die deno minaties eigenlijk van godsdienstig gedrag sprake is. Achter dit alles schuilt het besef dat we in een levensbeschouwelijke crisis verkeren: dat de verschillende denomi naties deze crisis in alle hevigheid zelf ondergaan: dat de traditionele kerke lijke antwoorden op de zogeheten laat ste vragen (naar de zin van leven, lij den en dood) klaarblijkelijk niet meer voldoen en dat langs allerlei, soms nau welijks herkenbare wegen, naar nieuwe antwoorden wordt gezocht. In sommige gevallen zijn er 'nieuwe' groepen of bewegingen aan te wijzen die soortgelijke functies voor hun le den of aanhangers schijnen te vervul len ais de kerkelijke denominaties voor de hunne. Jouko Sihvo uit Finland, Carlo Caldarola uit Canada, James Beckford uit Engeland, Gérard van Til- lo uit Nederland, Fujio Ikado uit Japan en vele anderen rapporteerden daaro ver. Maar lang niet altijd zijn dit soort nieuwe kaders zomaar aan te wijzen. Ze zijn in zekere zin net zo onzichtbaar als wel van de kerk van Christus wordt ge zegd, merkte de Amerikaan Allan Eister op. Maar als dan de vraag 'wat is gods dienst' niet meer beantwoord kan wor den met een verwijzing naar bepaalde institutionele kaders, hoe dan wel? Nieuwe definities Het zal duidelijk zijn, dat ook de 300 congresserende godsdienstsociologen niet in staat waren om deze vraag te beantwoorden. Ze beschouwden dat, te recht overigens, ook niet tot hun taak. Men zou kunnen zeggen maar dat is natuurlijk geen echt antwoord op de vraag dat godsdienst datgene is, wat mensen zo noemen. Wanneer iemand zijn eigen of andermans houdingen of gedragingen als godsdienstig bestem pelt, is het niet de taak van de socio loog om daar wat aan af te doen of toe te voegen. De socioloog vraagt zich in zo'n geval af, waaróm wélk gedrag gods dienstig benoemd wordt en of die 'defi nitie' puur persoonlijk is dan wel door meerderen wordt gedeeld. Juist naar dat laatste is hij op zoek. Vandaar de centrale vraag: zijn er nieuwe 'defini ties' van godsdienst en godsdienstigheid aan het ontstaan? En wanneer die niet langer althans in het Westen ontleend zijn aan het officiële, geïnsti tutionaliseerde christendom, waaraan dan wel? De samenleving De zogenaamde klassieke godsdienstso ciologie hield zich vooral bezig met de bepaaldheid van de samenleving door de godsdienst. Tegenwoordig is deze probleemstelling omgedraaid. Het gaat de moderne godsdienstsociologie veel meer om de bepaaldheid van godsdien stige oriëntaties door de samenleving. Betekende dat een poosje nog maar ge leden, dat men "vooral ging letten op de sociale bepaaldheid van allërlei vormen van godsdienstig (meestal: kerkelijk) gedrag, meer en meer gaat de aandacht nu uit naar de inhouden. Eigenlijk is de tegenstelling godsdienst maatschappij onzuiver. Want er is im mers geen sprake van autonome groot heden? Juist daarom is het van zoveel belang om bij de bestudering van het hedendaagse godsdienstige leven te let ten op wat zich in de bredere samenle ving afspeelt! Het was ongeveer met deze woorden dat vooorzitter Bryan Wilson het congres sloot. Dr. Q. J. Munters maakte deel uit van de Nederlandse werkgroep op het con gres. Hij is verbonden aan de Land bouwhogeschool te Wageningen, belast met het onderwijs in de theoretische sociologie. door A. J. Klei 'U hebt geluisterd naar Piet van Egmond op het orgel van de Prinsessekerk in Amsterdam'. Deze medede ling krijg je nogal eens in huis via de microfoon van NCRV of EO (want bij beide omroepen zorgt Piet voor de klantenbinding door op dit orgel ruw stormen te laten woeden of de melodie in F zachtkens voort te doen glijden). Maar de dagen van de (hervormde) Prin sessekerk zijn geteld en binnenkort zal het Prinses- sekerk-orgel alleen nog maar klinken op band en plaat. Het is al lang geen voorpaginanieuws meer wanneer in grote steden kerkgebouwen gesloten, verkocht en gesloopt worden. Wel kun jc van tijd tot tijd lezen en horen over acties: redt de Koninginnekerk! (Rotterdam), handen af van de Koepelkerk! (Arasterdam) en: spaar de Bonifatiuskerk! (Leeuwarden). Soms heeft zo'n actie succes, in het Leeuwardense geval bijvoorbeeld, maar meestal niet en dan gaat de kerk in kwestie onder het nodige gemor toch tegen de vlakte. Maar er verdwijnen ook heel wat kerken geruisloos. Kerken voor 't behoud waarvan geen sterveling in de benen komt: het blijft bij min of meer droeve berusting van (kerk mensen die er rechtstreeks bij betrokken zijn. Onlangs vertelde iemand dat hij in de na-oorlogse jaren graag naar Feike Asma luisterde in de Wilhelminakerk in Rotterdam. Worden die concerten daar nog gegeven?, wilde hij weten. De man was erg verbaasd toen hij vernam dat deze kerk dicht en het orgel opgekocht is. In de kranten was alleen maar over de Koninginnekerk geschreven. De kerken die zonder dat er kabaal om wordt gemaakt in slopershanden vallen, zijn voor 't merendeel gebouwd in het eerste kwart van deze eeuw. Dat de mensen daarvoor de straat niet op gaan, is wel begrijpelijk. Het gaat namelijk om gebouwen die niet de markantste voorbeelden van kerkelijke bouwkunst opleveren. Architecten kregen de boodschap een ruimte te ontv/erpen met een preekstoel en (veel) banken er in cn, als 't even kon. een toren er boven op. Dit leverde dan gebouwen op, waarvan het 'kerkelijke' besfond uit de toren (als die er opgeplakt was) uit een beetje gestoei met gothischc of romaanse motieven in de raampartij. Ook wilde men nogal wat werk maken van de preekstoeler werd niet op hout gekeken en als je ruimte had voor twee trappen, waarom zou je 't dan met één doen? Toch hadden deze kerken een gezellige beslotenheid, die weldadig aandeed. Hier rook je eau de cologne en pepermunt en kon je instemmend aanheffen: wees tevreden met uw lol! Ontevreden waren de rooien, die hadden altijd watOm deze knusse stichtelijkheid mee te kunnen maken, moest de kerk wel vol zijn, je moest links cn rechts bekenden kunnen toeknikken: Jan van de kiesvereniging en Piet van 't schoolbestuur, Mien van de vrouwenclub en Jans van de naaikrans. Hé, die oudste van Piet heeft een meisje, zou ze ook van onze kerk zijn? De dominee moest een stevige preek leveren en die flauwe vraag- en antwoordspelletjes met 'open onze lippen' en zo hadden we niet nodig, laat dat maar aan de roomsen over. Jc moest ook luidkeels de psalmen en gezangen zingen onder dreunend orgelspel en niet van dat iele gepiep. In de jaren na de oorlog is op een bijzonder klungelige manier met het interieur van dit soort kerken omgesprongen. Dat kwam omdat de dominees zo hoog nodig een 'liturgisch centrum' moesten hebben, want 't werd nou menens met de liturgie. De preekstoel werd verplaatst, verkleind of afgebroken om ruimte te maken voor een kuise lessenaar. Er kwam een tafel waarachter dc dominee wat heen cn weer kon scharrelen. Boven hem zat de organist te mokken over dc mollige en wollige geluiden die zijn instrument voortbracht, driftig zocht hij naar een eenzaam vulstemmetje, we hoefden niet meer te rekenen op het 'volle werk'. Voorbeelden van kwalijke verbouwingen? In de gereformeerde Noorderkerk in Ujrecht verdween een kansel, die heel organisch naar voren trad uit het baksteen van de lambrizering, waardoor alle verhoudingen zoek zijn. En in de hervormde Oranjekerk in Amsterdam kijk je tegen een nachtclub-achtig décor aan, dat eerder wulpse gedachten voedt dan liturgische vernieuwing dient. Die Oranjekerk schijnt trouwens ook haar langste tijd gehad te hebben, en alweer: daarvoor gaat geen mens protesterend de straat op. Het is natuurlijk verkeerd terug tc verlangen naar de kerkelijke knussigheden van weleer. Want hoevelen ook genoten hebben van vurige referaten over de dreigende verroomsing van ons land of van diepborende debatten over het voor of tegen van een pot bloemen in de kerk, er waren er nog meer die vanwege zulke referaten en debatten op een drafje dc kerk uitliepen, omdat wat er allemaal aan armoe en ongelijkheid voor 't grijpen was in de maatschappij, hen hoger zat dan die eventuele verroomsing en die bloesem. Hierover gesproken, niemand van degenen die heimwee hebben naar de kleur en de geur van dat vooroorlogse kerkelijke leven, compleet met volle 'beurten', heeft tevèns heimwee naar de maatschappij waarin dat soort kerkelijk leven te vinden was! Inmiddels hebben noch de liturgische centrums noch de tegenwoordige betrokkenheid van kerk en kerkmensen op de vragen van de samenleving de kerkbanken weer doen vullen. Daarom "gaan die kerkgebouwen dicht en worden ze afgebroken. Niet omdat ze in ontvolkte buurten staan, zoals sommigen dapper volhouden. Want die kerken staan in straten. In die straten staan huizen en in die huizen wonen mensen, echt waar. Alleen, het zijn mensen die niet naar de kerk gaan. Dat komt eenvoudig in hun hoofd niet op. In' Amsterdam loop ik wel eens op een zondagmiddag door die straten uit het laatst van de vorige eeuw en het begin van deze eeuw. Ze zijn wat onbestemd van sfeer, maar ze stemmen mij niet triest, wat enge lanen in Zeist, Baarn of Bussum me wèl doen. 's Morgens vind jc een handjevol mensen in de kerk. We letten niet op het getal, jawel maar je kunt er niet aan voorbij, dat de buurtcafé's over aanloop niet te klagen hebben! De mannen leggen een kaartje, de vrouwen kletsen wat. Niemand zit na tc mokken over de kerk of is opstandig, welnee, de kerk speelt gewoon geen enkele rol. O ja, ze zullen 't misschien sneu vinden voor hun benedenbuurvrouw als straks de Prinsessekerk dicht gaat: daar ging ze elke zondag heen, weet je wel. en veel anders heeft ze ook niet. Hartelijke mensen, in dat café, ze zouden ook ieder 't zijne geven, als de overheid dat al niet dank zij de sociale wetgeving deed. Ik laat het bij deze constateringen, je hoeft niet altijd een opwekkend slotwoord te verzinnen. Ik wil nog wel kwijt dat ik bij de Prinsessekerk bepaald werd door een telefoontje van Arend Storm, dertig jaar lang de vaste organist van deze kerk. Hij zit behoorlijk in zorg over zijn orgel. Of ik wel weet dat het in 1924 gebouwd is door Steinmeyer, die ook het orgel van de Dom in Passau, dat het grootste is van Europa, gebouwd heeft? En of er niets in zat, dat de EO de Prinsessekerk zou kopen, dan hadden ze er een mooie studio aan. compleet met een goed orgel? Ik kan niet in de harten van EO-bestuurders kijken, maar ik leg de suggestie van de heer Storm hier met genoegen neer. NED. IIERV. KERK Overleden: J. P. Simoons (66) e pred. te Dieren, die stond te St. L rens en te Dieren. GEREF. KERKEN (VRIJG.)' Beroepen te Grootegast en te Old hove: A. den Broeder, kand. te K; pen. GEREF. KERKEN (VRIJG. B.V.) Intrede te Nijvei'dal: W. Bax' Zwartsluis. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Zeist: R. Boogaard te De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Dagelijks bestuur: B. Bol, Den •Haag, dr. E. Bleumink, Paters- wolde; mr. G. C. van Dam. Nootdorp; W. A. Fibbe, Rot terdam: J. Lanser, Utrecht; drs. J. W. de Pous, Den Haag: J. Smallenbroek, Wassenaar. Overige leden van het alge meen bestuur: K. Abma, Am sterdam; H. A. de Boer, IJmui- den; Th. Brouwer, Assen; mr. dr. J. Donner, Den Haag, J. j van Eibergen, Schaarsbergen; mr. K. van Houten, Wagenin gen; ds. O. T. Hylkema, Bilt- hoven; Jac. Huijsen, Delft; mevrouw M. C. E. Klooster- man-Fortgens, Voorschoten; mevrouw J. G. Kraayeveld- Wouters. Heerhugowaard; prof. dr. G. N. Lammens. Naarden; ds. F. H. Lands man, Den Haag; H. de Mooij, I Rijnsburg; H. Otfevanger, Bui- tenpost; mr. dr. J. Ozinga, I Lunteren; H. H. Wemmers, 1 Den Haag; drs. R. Zijlstra. Oosterland (Zld.). Directie: Ing. O. Postma F. Diemer Hoofdredactie: J. Tamminga Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers, N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020 - 22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69 73 60 768). Gem.giro X 500. DOEN ALSOF di 'Doen alsof' kan een kwalijke bi i heid zijn. Je zet een mombakkes q 1 niet, maar je komt in ieder gi voor de dag zoals je niet bent oftot wilt zijn. Je verbergt je bedoelin ip Meestal is dat verkeerd. Toch zijt I'd omstandigheden waarin het kan f misschien wel eens moet. Ouders 1 nen die problematiek. Het heeft t met oneerlijkheid te maken wam 11 ze soms doen alsof. Het echte, eer! 11 doen alsof, is er nl. altijd juist ter 11 le van de ontknoping. Het blijft f bij een maskerspel. De raas!el, gaan af en zo gauw mogelijk. De mens die echt en eerlijk doet 5r of zit achter zijn masker te pop: om het te kunnen afwerpen. J; deed alsof. De broers zijn uit hetl l gerland van hun vader Jakob g men om voedsel te kopen in het r n Egypte. Ze komen bij Jozef en bu; zich neer 'met het aangezicht ter de'. Daar staat die hoge meneer, :l hier alles te zeggen heeft. Je 1cn maar't best meteen gaan buigen a!< iets gedaan wilt hebben. Jozef zit: en herkent ze onmiddellijk. Is 12 hem al meegedeeld dat er een del B tie daar en daar vandaan aangeku is. Heeft hij zijn inlichtingendi 1 die hem van de bewegingen van hongerlijders ter wereld op de ho 11 houdt? Het is aan te nemen. In ii geval doet Jozef alsof hij hen kent. Hij voert het nog verder: sprak ze bits aan en liet ze verte 111 waar ze vandaan kwamen. Het is bijbels trekje, dit doen alsof. Als :j Heer onderweg is om het dochte j; vaai Jairus te genezen, komen knechten vertellen dat het kind al storven is, maar Jezus luistert en naar (Markus 5), Hij doet alsof niet gezegd is. Als Hij de avond zijn opwekking op de weg met twee mannen van Emmaus meel® doet hij alsof hij een vreemdelinj i Als ze bij het huis van de twee i nen zijn, doet Hij alsof Hij ve gaat. Doen alsof kan de bedot hebben iets uit te lokken. Een vr een betekenis, een betuiging van ach, dat weet ieder mens van zid i wel, waar op gewacht wordt. Op 1 i ke woorden, op welke gedachten. nesis 42,6,7). i Piet van Egmond bespeelt het orgel van de Prinsessekerk in Amsterdam. 'BïjSJjf ||f AND THIS GOSPEL KOF THE KINGDOM lij SHALL BE PREACHED BÏIN AIL THE WORLD' ^FOR AWITNESS UNj TO ALL NATIONS AND THEN SHALL i THE END COME j I, MT?« :1 Jesus-people in Amsterdam, waar buiten de kerk allerlei christelijke en andere religieuze bewegingen een opgewekt leven leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2