uyresoleZ Goedkoop veilig op de band., met de groene stip Recreatie-sport liet in bonden (n HAAG De relatie van sport en maatschappij is in een eeuw p drastisch veranderd van 'een reactie op' tot 'een afspiegeling V. De sport in haar moderne vorm, zo schrijft Rijsdorp, ontstond idelijk als een reactie op de industrialisering en verstedelijking, in de negentiende eeuw zijn ingezet. Sport echter ontwikkelde t, kreeg een wedstrijd-organisatie, spelregels werden uitgebreid trainingen werden ingevoerd om tot een steeds hoger prestatie- 'eau te kunnen komen. Daarin is zij, in plaats van een reactie op, afspiegeling van de aanwezige samenleving, aldus Rijsdorp. i; F" tllsCHEDE Bij zijn entree als voorzitter van FC Twente al ven- jj-erde mr. Jan Masman, als Tweede Kamerlid van de Partij van de tlJ)eid nauw verweven in het politieke gebeuren, enkele opmerke- ie conclusies. Die, zo gaf hij toen toe, misschien niet helemaal el waren omdat hij het voetbal in al zijn geledingen tot op dat fnent op een te grote afstand had gevolgd. Hij ontbeerde daar- jr de noodzakelijke achtergrondinformaties, beijverde zich om [reden in het verzamelen van de details, die zijn kijk op het fe- heen, voetbal, verbreedden en hield zich in de eerste maanden j zijn ambtsperiode bewust op de achtergrond. Liet zich zo wei- j] mogelijk ontgaan en vormde zijn bevindingen tenslotte om tot "h visie, die zich nog het duidelijkst manifesteerde na de bewo- ,q| vergadering van het sectiebestuur betaald voetbal in Zeist. Hij nd perplex, toen, door het wanordelijke verloop van de bijeen- pst, door het gebrek aan tact van sommige voetballeiders en door gemis van discipline op punten, waar hij die wel verwacht had. S ik hier het verschil tussen een vergadering van de Tweede Ka- p en het sectiebestuur met voetbaltermen mag aangeven dan "l de Kamer met 50 gewonnen', zo bekende hij. jjjOIJW/'KWAiRfrET ZA.TERDA.tt 15 SEPTEMBER 1973SPORT T21/K21 PORT: HONING, MAAR TEGELIJK GIF het bijhouden van lijsten, kijken wat je kan. Mijns Inziens geenszins een ombuiging, hooguit wedstrijd sport op kleinere schaal. Rijsdorp: 'Recreatie-sport is inderdaad nog vrij incidenteel, nog steeds onvol doende. Mensen in sportorganisaties kunnen zo weinig denken in speels bezig-zijn, dat ze die andere factor, prestatie, er weer direct bij betrek ken. Ik hou me bezig met het zwem men van ouderen, mensen van 65 jaar die voor het eerst in een zwembroek staan. Je kreeg daarbij direct diplo ma's, je zet dan in feite ze weer op het spoor waar je vanaf moet. Het is moeilijk de recreatie-sport op gang te brengen in het huidige model van de sport. Ik vraag me af of, als de geor ganiseerde sport zo sterk op de wed strijdsport is geënt, d.w.z. dat de sportbonden technische wedstrijdorga nisaties zijn waarin van een sportidee nauwelijks sprake, of die sport dan wel in staat is meer nadruk op het lu dieke te leggen. De recreatie-sport zou gediend zijn bij een service-instituut, bijvoorbeeld een speeltuinvereniging of een wijkcentrum, waar het tegen kostprijs vrij staat te doen wat je wilt. Als de sport het zelf in handen wil houden, zal er een mentaliteits verandering moeten komen. Het veld van het eerste is nog altijd het veld van het eerste, ook al staat het de he le week leeg.' Welzijn Sport kan in een welzijnskader wor den geplaatst. U legt echter wel de nadruk op het woord kan. Dat houdt in dat dit momentcel nog niet het ge val is, althans niet optimaal. Rijsdorp: 'Sport is honing en vergif tegelijk uit dezelfde bloem. Het kan a-socialiserend werken, maar het kan ook een bijdrage leveren tot kame raadschap. In beide gevallen doe je hetzelfde, hoewel je in feite dat niet doet. Je leunt de volksgezondheid door de sport bevorderen, maar als ik een 65-jarige vraag het zo goed of zo snel mogelijk te doen, heeft dat niets met volksgezondheid te maken. Hetzelfde geldt voor een achtjarige, die ik vraag zich in te passen in strakke trainings schema's. Want dat is eén aanslag op de geestelijke volksgezondheid. Nu heeft bijna iedere sportbond in de statuten wel een artikel, meestal arti kel twee, waarin over de volksgezond heid wordt gerept, maar dat artikel leidt een lang. geduldig en vooral ver gaten leven. Het gaat dus om de in stelling. Je moet een organisatie vin den die werkelijk aangepast is aan de bedoeling. En dat mis ik. De sportwe reld is te technisch ingesteld en gaat te weinig uit van een idee. Er is geen inzicht in de sport als zodanig.' oor Hans Schmit 11? 'Sport en maatschappij'*), een pas verschenen boek van de Utrechtse hoogleraar Klaas Rijsdorp, is in de eerste plaats een confrontatie van het verschijnsel sport met een groot aantal aspecten van de samenleving. Klaas Rijsdorp, die zich als eerste hoogleraar in Nederland (sinds 1968) bezig kon houden met de wetenschap van de lichamelijke opvoeding en sport, richt zich vooral tegen diegenen die werkzaam zijn in de dienstverlenende sector van de maatschappij. Hij informeert over sport, de mensen in de sport, over organisaties op sportgebied en brengt sport in relatie met een groot aantal groeperingen en aspecten, zoals het welzijn, de school, het Jeugdwerk, de bewegingsrecreatie ran ouderen, levensbeschouwing, ethiek, ideologie, politiek enz. Blijvend actueel is dat deel van de sport, waar iedereen indringend mee wordt geconfronteerd: de topsport Die vorm van sport draagt steeds meer het technocratische en specialistische stempel van de huidige samenleving, roept ook steeds meer de vraag op of, en zo ja in hoeverre, topsport ontaard is, of de wedstrijdsport al niet evenzeer 'besmet' en of het daarom nog wel mogelijk is vla de louter prestatie-gerichte sportorganisaties de zoveel gevraagde recreatieve sportbeoefening van de grond te tillen. Vragen waarop prof. dr. Klaas Rijsdorp de antwoorden probeert te geven, die hij in zijn boek ten dele (bewust) achterwege liet. Prof. dr. K. Rijsdorp: Sport en Maatschappij. Een confrontatie van de sport met maatschappelijke vragen. In Sociale en culturele reeks. Uitgeverij Samson, Alphen aan den Rijn. 1973. Prijs: 19,50. j samenleving kenmerkt zich door I overdadige drang naar groei. De jening wordt stukje bij beetje ge tenteerd: het doel blijkt voorbij te geschoten, wanneer het milieu rille van (over)produktie onher- laar beschadigd is. Wanneer de iniek geen vriend meer is, maar j vijand wordt. De vergelijking met topsport ligt voor de hand: kinde- J isoleren zich van hun omgeving [in een bassin van 50 meter op re- te jagen; volwassenen slikken, jten en prikken van alles en nog omwille van ééntiende van een )nde en worden bedreigd met schappelijke aanpassingsmoeilijk- Topsport is, zo stelt prof. Rijs- een logisch uitvloeisel van de Ontaarding is mogelijk, schrijft [en hij legt daar drie criteria voor wanneer de prestatie zo over heerst dat het spelelement is verdwe nen, wanneer de sportman vereen zaamd en wanneer buiten de sport ge legen belangen zo'n rol gaan spelen dat de sport wordt ontwricht- Indien sport een afspiegeling is van de maatschappij, moeten de ontaar- dingsaspecten die u noemt, ook uit die maatschappij zelf voortkomen. Of Is die ontaarding typisch iets van de sport? Rijsdorp: 'Die punten vind je even goed in de maatschappij. Door de be hoefte aan specialisering en de toene mende selectie, moet je je plaats in de samenleving voorbereiden, hetgeen weer samenhangt met de planning door de maatschappij zelf. Dit bete- Prof. K. Rijsdorp kent een stuk desintegratie, een stuk vereenzaming. Dat aspect zit ook in de topsport. De sportman staat er zelf voor die prestatie te leveren, hij kan voor zijn leeftijd normale sociale bin dingen niet aangaan. Zoals een zwem ster zei: topsport maakt egocentrisch, en waarschijnlijk zelfs egoïstisch. Die beperktheid brengt je op een uiterst smal spoor. Bovendien leidt een top sporter een dubel leven; hij leeft in een wereld die niet blijft en waarin hij zichzelf niet kan zijn. Hij deelt handtekeningen uit, verblijft in luxe hotels, leeft in een entourage die niet zijn gewone maatschappelijke pakket schappij, de scheiding tussen arbeids leven en vrije tijd, het zo snel moge lijk door de arbeidstijd zien heen te komen om vrij te zijn. Het in voetbal gaan verdedigen uitsluitend om een voorsprong vast te houden.' 'Zo kunnen ook politieke en commer ciële invloeden het speelse in de sport te niet doen. Het moeten winnen we gens je maatschappelijke positie of steun van de Sporthilfe. Ik zie een zelfde gevaar rijzen bij sponsoring.' Overal wat Wanneer u de Nederlandse topsport is. Nogmaals, topsport is niet kwalijk, maar net als iedere top heeft het zijn eigen vereenzaming en gevaren. Hoe meer andere bindingen een topsporter heeft, des te minder gevaren zijn er. Kijk naar het hockeyteam, zes stappen er op het hoogtepunt uit om zich ook op andere wijzen te ontwikkelen.' 'Een ander gevaar is het spannings veld tussen spel en willen winnen. De aardigheid kan verloren gaan. In Amerika heeft bij het basketbal het systeem een tijd zo centraal gestaan, dat je moest afspelen naar de plaats waar een speler zou behoren te staan. Die splitsing zie je ook in de maat toetst aan deze criteria, hoe ontaard is die sport dan? Rijsdorp: 'Ze zijn alle drie aanwezig, hoewel het niet zo is dat topsport één gedesintegreerde affaire is. Je vindt overal wat in terug.' Reactie Er ontstaat momenteel, zo schrijft Rijsdorp, een reactie: 'de sport ont wikkelt zich weg van het prestatief elitaire standpunt'. Het lijkt echter nog nauwelijks van de grond geko men. Recreatie-sport kenmerkt zich nu vaalt door het afleggen van tests, Arbeiderszelfbestuur in betaald voetbal or Poul Annema Hogewoning. En dat alles, omdat de sport hem fascineert, en uit hoofde van zijn functie binnen de politiek een nauwe relatie met de sport is ge groeid, maar vooral toch, zó zegt hij zelf: 'Om het volstrekt andere. Door mijn werk in de politiek bezit ik een denk-kader dat totaal verschilt met dit. En zoiets grijpt me aan. Vanwege het verfrissende effect dat er vanuit ga^t, maar in hèt bijzonder toch cm- dat zoveel mensen zich met deze sport bezighouden. Dat alles kan gevaarlijk zijn, in die zin, dat er zo ontzettend veel politieke implicaties zijn. Ik moet bijzonder waken voor een rol- verwarring. Als politicus moet ik, ter illsutratie, me best kunnen realiseren dat de subsidiëring van het betaalde voetbal onhaalbaar is. Ik zeg niet, dat dat zo is. Verre van dat. Maar als po liticus zou het me hooguit moeten spijten en tot een situatie leiden, waarbij ik me moeiteloos neer moet leggen'. Vanuit zijn positie bij FC Twente, de voorzitterspost, heeft Mr. Masman de complexe stof, die het betaalde voet bal afwerpt, op zich af zien komen. Botste op de ideeën, die vrijwel on uitvoerbaar waren of die zelden In een tweede fase van afwikkeling kwa men. Onder meer cp het vlak van de subsidiëring door de overheid. Een zaak, waarmee hij als representant van de progressieve drie zeer direct te maken heeft gehad. Toen met name heeft hij betwijfeld of het betaalde voetbal zich wel correct bij de over heid aandiende. Of het betaalde voet bal ook wel een gedegen gespreksbasis had gecreëerd. 'Het betaalde voetbal zal voor een volgende confrontatie met de overheid orde op zaken moe ten stellen. Intern bedoel ik. Het is voor het betaalde voetbal echt geen pré dat het met vergaderingen alé de laatste tot de buitenwacht doordringt. Ik merk dat in de Kamer. Er zijn mij naar aanleiding van die 'meeting' vra gen gesteld. En dat is voorstel baar. Ik heb op het puntje van mijn stoel gezeten en ik heb niet willen re- uitspraak die hij nu, enkele we- J later, onvoorwaardelijk hand- --ivft. Mr. Masman heeft, zo beklem- It hij, geen zin om zijn primaire te bundelen tot een stroom kritiek, omdat hij niet de preten- heeft het betaalde voetbal te kun- zuiveren. Stipt evenwel wèl, ge melijk causerend en bijzonder nhartig, de plekken aan waar het palde voetbal naar zijn idee belang- fe verbeteringen behoeft. Het re- pat van een korte maar intensieve lie en van eerlijke conversaties [zijn oud studiegenoot, de voorzit- [van het sectiebestuur, Mr. Jacques ai - (ADVERTENTIE) Kaas Met ster-allures Jan Masman ageren omdat het mijn eerste keer was dóór in Zeist In de sfeer, die daar ontstond, was het onmogelijk tot besluitvorming te komen. Dat was de zwakte van Hegewoning, die zich on voldoende heeft laten leiden door het doel van de vergadering. En van die zwakte heeft Ajax 'voorzitter Jaap van Praag misbruik gemaakt. Vooral als je weet hoe de Cruijff-affaire werke lijk heeft gespeeld. Mij verraste bo vendien, vanuit mijn politieke ge zichtshoek dat hier een geweldig stuk openheid ontbrak. De clubbelangen vierden hoogtij. Een, in vergelijking met de Kamer, onvergelijkbare situa tie- In de Kamer zijn de leden gelijk waardig geïnformeerd en wordt er niet, zoals bij die vergadering van het betaalde voetbal met verschillende kaarten gespeeld'. Uniformiteit En op dat punt haakt Mr. Masman ook in, als hij spreekt over de stel- lingname van het betaalde voetbal ten opzichte van de overheid. 'De clubs moeten zich beter bewust worden van wat ze vragen. Er schuilt geen enkele uniformiteit in de clubverlangens, In dat verband zou ik ook willen pleiten voor versterking van het management op de bondsbureau's om de ideeën te verwerken (intensievere rappotage) en de wensen te reguleren. Ik begrijp dat dit totaalpakket alleen maar te re aliseren is als de clubbestuurders meer afstand nemen van hun clubs. We moeten ons er als verenigingsbe stuurders goed van doordringen dat we in een competitie zitten en dat we elkaar nodig hebben om het spel te maken. Vanuit dat oogpunt vind ik een uitslag als bij FC Utrecht -FC Twente (32) ook helemaal niet erg. Natuurlijk breng ik in het begrip spel nuances aan. Het moet niet ont aarden, in die zin dat Cruijff, bij voorbeeld, niet alle kans wordt gege ven om te excelleren. Het gaat mij er om te stellen dat wij ons nadrukkelij ker achter een collectief competitiebe- lang moeten scharen. Ik zie het wel zitten in een company van achttien clubs, die zodanige maatregelen neemt dat de spanning opgevoerd wordt. Die teert op een pot, waarvan de inhoud bij een identieke inbreng zo wordt verdeeld dat de laagst geklasseerde met het oog op de toekomst het mees te geld krijgt. Voetbal als spel heeft alleen maar meer toekomst in een si tuatie waarin dé uitslag van een wedstrijd als tussen Ajax en FC Gro ningen niet meer te voorspellen is Dat is in ieders belang'. Relateert die ontwikkeling toch weer tot de grondgedachte, de basis, die al leen maar versterkt kan worden door een grondwaardige marktanalyse. Spreekt in dat verband over een uni forme boekhouding en over een scher per beeld van de financiële omstan digheden. Masman: 'Je moet goed we ten waar je geld preeies vandaan komt. Die uitzuivering is noodzake lijk. Je moet weten of je 'gloeilamp jes' achter je hebt staan ,die je het mogelijk maken sterk te zijn. Het be taalde voetbal kan zich niet veroorlo ven om zich in z'n werk te laten lei den door vermoedens. Daarvoor is het instituut te sterk gegroeid. In deze bedrijfstak is planning op lange en middellange termijn nodig. Daarvoor heb je als clubbestuurders inzicht no dig. Inzicht, dat verschaft en benut moet worden. Daarvoor is volledige openheid noodzakelijk en dat kan in Ne derland kennelijk niet. Omdat de clubs belangrijker zijn dan het totaalbelang, in de huidige situatie. En daar zijn we dan weer. Op dat terrein moeten we orde op zaken stellen. Prestaties Ook door aandrang uit te oefenen op de technische staf. Mr. Masman be twist de ideee dat clubbestuurders hun trainers tot een gemotiveerde prestatiezucht dwingen. Openbaart al thans de situatie bij FC Twente. 'Wij als bestuur van FC Twente hebben te gen onze trainer Spitz Kohn gezegd: als jij denkt dat je aanvallender moet gaan spelen om het publiek te boeien en je daarbij concessies aan je pun tentotaal doet, dan moet je toch kie zen voor je eigen voorkeur. Wij staan altijd achter je. Dat vind ik een pro fessionele gedachtengang. Je stelt niet je eigen clubbelang primair, maar het gemeenschappelijke bezit overheerst'. 'Ik voel me ook geen manager of voorzitter van een sportvereniging. Ik voel me de leider van een gemeen schap, waar we iets trachten waar te maken van het arbeiderszelfbestuur. Ik beschouw een voetbalbedrijf niet als een winstmakende enderneming ik zie spelers en bestuur ook niet in de verhouding werknemer-werkgever, hoewel dat juridisch correct is. Voor mij vertegenwoordigen de spelers een stuk kapitaal, dat zichzelf exploiteert, leiding nodig heeft en omdat de jon gens dat zelf niet kurlnen daarbij een bestuur betrekt'. Hij appeleerde in dat geval aan de be trokkenheid van de spelers. Bij FC Twente heeft hij juist daarom aan het begin van het seizoen geen toespraken gehouden, haar heeft hij zich louter voorgesteld en zich in een brief tot de spelers gericht. 'Omdat we elkaar moeten leren kennen. Omdat er nog moeilkheden moeten rijzen, voordat je kunt zeggen dat de partijen elkaar goed dóór hebben'. Uiteraard mankeert er nog wat aan de betrokkenheid van de spelers, maar ik ben van mening dat dat niet de schuld van de spelers is. Een Theo van Duivenbode, vind ik, heeft het goed door hoe hij zich op moet stel len. Veel jongens kost dat moeite. Ze werden op handen van het publiek gedragen, met glinster bedekt en krij gen een populariteit, die vaak mytisch is. Je kunt de spelers niet opvoeden. Je moet ze inzicht geven en ze bewust laten worden van hun situatie. Bij FC Twente hebben we, zo weet ik zeker, wat dat betreft een voorsprong op de rest. Een consequentie van de lijn - Hilbrink. FC Twente wilde en wil geen full-profs. We hebben nu semi- profs die dank zij het voetbal op een niveau zijn gekomen, die ze buiten het voetbal kunnen handhaven. Een goed voorbeeld daarvan is toch Benno Huve, die als hij niet gevoetbald had nu tuinman zou zijn geweest. Met de goede begeleiding, die FC Twente hem gegeven heeft heeft hij nu een goed florerende zaak opgebouwd. Spe lers moeten zich bewust worden van het feit, dat ze nu in een beperkte pe riode iets kunnen verzamelen, waar ze anders nooit aan toe waren geko men'. Essentieel Zozeer hij de groei van de individuele betrokkenheid van de spelers als een essentiële voorwaarde van de toe. komstverbetering van het betaalde voetbal beschouwt, zio wijst hij,' Mr. Masman, ook op een rationele groei aan de top. Reflecteert om de onvol wassenheid aan te geven nogmaals aan de houding van het sectiebestuur betaald voetbal. 'Het sectiebestuur mocht natuurlijk nooit aftreden, zoals het ^oen deed. Daarmee getuigde het van een tekort aan zakelijkheid. Het ging immers om een geschil tussen het Bonds- en sec tiebestuur en niet om een controverse met de clubs, die nu in hun hemd werden gezet. Meuleman en Bungwal moeten zich rot hebben gelachen. Het bestuur had zijn werkzaamheden moe ten schorsen en de clubs moeten acti veren. Ik begrijp wel dat het razend was, maar het had toch de rust op moeten brengen om alles tot werkelij ke proporties terug te brengen'. In zijn toekomstvisie van het betaal de voetbal past geen sponsoring per club. Wel die van de subsidie voor het totaal. Sponsoring per club is naar zijn idee te ongelijkwaardig. Vult binnen dat kader ook zijn ethi sche bezwaren in. Mr. Masman: 'Is het wel juist dat het bedrijfsleven recla me maakt via sportmensen. Een ander bezwaar vormt voor mij de afhanke lijkheid van de sponsor en ten derde gaat sponsoring voor mij te nadrukke lijk voorbij aan het collectief belang'. Een belang dat het beste binnen een volledige autonomie van het betaalde voetbal lijkt te gedijen, zo oppert Mr. Masman. 'Met de stress-situatie van dit moment komen we niet uit. Men moet in de gedachte van een ronde-tafelvergadering de wijdere be langen gaan onderkennen. Ik reken erop dat het gezonde verstand zal ze gevieren. Gebeurt dat niet dan staan ons gekke dingen te wachten, denk ik. Dan krijgen we misschien toch de Li ga, waarop de commercie aast. Een niet zo gunstige ontwikkeling voor het betaalde voetbal. Fataler is nog dat de clubs van de eventuele Liga buiten Europa Cup-voetbal worden ge houden, omdat ze niet onder de KNVB-vlag varen. Daarom nogmaals mijn verzoek: Orde op zaken en in herent daaraan langs een zuiver ver standelijk weg naar absolute zelfstan digheid van het betaalde voetbal'. (ADVERTENTIE)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 21