DE VOLGENDE VIJFENTWINTIG JAAR Er stapte een remonstrantse dame in Vandaag - Beroepingswei Heeft de oecumeniscl beweging toekomst KOK KAMPEN Deel van ziekenhuis in Heemskerk afgebrand:: 1 Dit zijn de twee laatste bijdragen in het kader van het jubileum van de wereldraad van kerken. Voorgaande bijdragen, door prof. dr. H. A. M. Fiolet, dr. J. M. van Minnen en Piet Reckman, zijn opgenomen in onze krant van 22, 23 en 24 augustus. Natuurlijk zou het een zotte ge dachte zijn, bij het zilveren jubi leum van de Wereldraad van Ker ken aan het voorspellen te gaan. Bij de oprichting in 1948 had nie mand het verloop kunnen voor spellen, zeker niet dat na 1960; en als we nu van iets doordron gen zijn, dan is het wel van de mistigheid en verwarring van on ze tijd, waarin we nauwelijks een hand voor ogen kunnen zien, laat staan iets kunnen zeggen over de openingen, wendingen, uitdagin gen en teleurstellingen die ons tussen nu en 1998 te wachten staan. Toch is een peinzen over de toekomst niet zonder zin bij zulk een jubileum. We willen immers niet alleen achter om kijken, maar vooral voortgaan en vooruitzien. Wie over de toekomst na denkt, is in elk geval genoopt om uit te spreken hoe hij het heden ziet en de weg naar de toekomst ziet lopen. Dat kan bijdragen tot de nodige zelf bezinning die de kern van elk jubi leum behoort te zijn. Halverwege Wé kunnen dan inzetten met de vraag, of de Wereldraad over 25 jaren nog zal bestaan. De tegenstanders ho pen van niet. De meest idealistische voorstanders en oprichters delen of deelden die hoop: bij de oprichting werd gedacht aan een instrument ter kanalisering en versnelling van de éénwording der kerken. Het laatste wat men wilde was wel dat zo'n in strument zelf een super-kerk zou wor den. Om een beeld te gebruiken dat de oprichters nog niet kenden: het moest de eerste of tweede trap wor den van een raket, die naar de vereni ging moest voeren; deze trap kon straks weer worden afgeworpen. Zo is het (nog) niet gegaan. De raket is halverwege de lucht in. Voor af werpen is het nog te vroeg. Een su- perkerk is de Wereldraad nooit ge worden, de voorspellingen van zijn te genstanders ten spijt. De prediking van het Woord, de bediening van de sacramenten de herderlijke zorg en het opzicht om enkele kardinale functies van de kerken te noemen zijn door de Wereldraad nooit overge nomen. Maar andere functies gaan de leden-kerken steeds meer met de Raad' delen: het werelddiaconaat, de ontwik kelingssamenwerking, de profetie je gens overheden en machten, ook (in veel geringer mate) de vormingsar- beid. Het gaat er op lijken, dat de kerken binnenkort ook het voortgaan de belijden gaan delen met de Wereld raad. De laatste is nl. bezig om een wereldwijd netwerk op te zetten van studiegroepen die onder het motto 'Rekenschap geven van de hoop die in ons is', de kern van het christelijk ge loof voor het heden onder woorden zoeken te brengen. Geen enkele kerk behoeft de resultaten van het werk van de Raad te aanvaarden. Maar in de praktijk staan we toch voor het feit. dat de Raad trekken van een vrijblijvende raad verenigt met profe tische en priesterlijke trekken van de kerk. Ik zie die tussenpositie nog lang voortduren. Mogelijk zullen enige ker ken dat tweede element steeds moei lijker verdragen en daarom uittreden. Maar de meeste zullen deze stimulans en uitdaging niet willen missen, en vooral uit de derde wereld zullen steeds meerdere zich aansluiten, denk ik. Echter zal de Wereldraad daardoor toch maar een deel, zij het een zeer groot deel, van de kerken verenigen. En doordat de R.K. Kerk er buiten blijft, zal de Wereldraad, ondanks de krachtige deelname van de oosterse kerken, in de ogen van de publici teitsmedia vooral als de steun van 'het wereldprotestantisme' gelden. Doordat alles is de Wereldraad niet geheel daar terecht gekomen, waar hij zich wilde opstellen. Hij is niet zozeer een tijdelijk instrument als wel een organisatie die het midden houdt tus sen een mondiaal instituut en een we reldwijde pressie-groep. Zelf vergeet hij daarbij zijn herenigingsidealen al lerminst, blijkens het vele en geduldi ge werk van de afdeling voor Geloof en Kerkstructuur. Maar er is veel naast en omheen komen te staan, dat in deze jaren van de kerken raag wor den verwacht, en het laat zich aanzien K*- 'Er heerste een zekere spanning in de grote zaal van het Concertgebouwtoen de Fransjqan Boegner het voorstel tot oprichting van de wereldraad van kerken aan de gedelegeerden voorlegde. Daar lag dan het voorstel officieel ter tafel. De voorzitter dr. Fisher, de aartsbisschop van Canterbury, brengt het voorstel in stemming en daar gaan alle handen instemmend omhoog. Er is geen enkele tegenstemmer. Dan barst een dankbaar applaus los. De wereldraad van kerken is een feit geworden'. Zo schrijft pastoor A. R. Heyligers, een van de ooggetuigen, over die maandag 23 augus tus 1948. Twee dagen later ontvangt de jonge wereldraad twee jeugdige personen in haar midden: Juliana, toen nog prinses, en haar echtgenoot. Het Oranjehuis heeft steeds blijk gegeven van een levendige belangstelling voor de oecumenische bewe ging. Tussen de prinses en prins Bemhard de Franse predikant Mare Boegner. dat dat vele zich nog gaat vermeerde ren. Of we het willen of niet: de We reldraad ziet zich door de loop der kerk en wereldgeschiedenis de rol van een alternatief van de romeinse Curie opgedrongen progressiever, dyna mischer, fantasievoller dan deze, maar even totaal en wereldomvattend in aanpak.' Onvoorspelbaar Tóch.blijft ook binnen-dit perspectief de toekomst van de Wereldraad on voorspelbaar. Om de eenvoudige re den, dat hij een raad van kerken is, waardoor alles wat de kerken bezig houdt, op zijn agenda terecht komt. Dat kan zijn: herenigingsproblemen, theologische opleiding, literatuurbe- leid, vluchtelingenhulp, ontwikke lingssamenwerking. mensenrechten, herstructurering van de samenleving, enz. enz. Daarom kan men zoveel oor delen over de Wereldraad horen, die vaak uiteenlopend of zelfs tegenstrij dig zijn, omdat ze afhangen van de periode of de arbeidssector waarop het oordeel betrekking heeft. Zo kan de Wereldraad afwisselend of tegelijk heten: kerkistisch, horizontalistisch, bureaucratisch, revolutionair, traditio neel. enz. Dat zal wel zo blijven. De Wereldraad is een zeer gevoelige seis- door prof. dr. H. Berkhof mograaf. Hij zal telkens nieuwe bewe gingen registreren, en haastige critici zullen menen dat hij zich daar dan ook mee identificeert. Ook voor de naaste toekomst kan men met vrij grote zekerheid voorspellen, dat zijn agenda onvoorspelbaar is. Het is zelfs mogelijk, dat dat in nog heviger mate het geval zal zijn dan in de afgelopen periode. Er vindt nl. in deze jaren een grote verschuiving in de Wereldraad plaats. Zijn tegenstan ders menen, dat het een verschuiving is naar syncretisme, communisme, re volutie. enz. In werkelijkheid is het een verschuiving in de machtsverhou dingen, en wel van de eerste naar de derde wereld. Misschien gaat er iets gebeuren als in de zesde tot achtste eeuw, toen het zwaartepunt van het christendom verschoof van Rome naar de germaanse volkeren. De gekleurde christenheid ontworstelt zich aan de blanke dominantie en treedt ons zelf bewust met andere verstaansvormen van het Evangelie tegemoet. Zij vin den dat ze de Schrift rechtstreeks op hun situatie mogen betrekken, zonder door de mangel van bv. Augustinus, Calvijn en Barth te zijn heengegaan. Mogen zij? Ja, maar wij kunnen dat moeilijk verwerken. We vrezen dat zo de wijsheid der eeuwen wordt veracht en oude ketterijen vrij speelruimte krijgen. Tegelijk voelen we ons als de vader die zijn ervaringswijsheid niet aan zijn opgroeiende zoon kan verko pen. omdat hij zich met zijn paterna lisme ongeloofwaardig heeft gemaakt. Dat maakt ons, de blanke beheerders- tot-nu-toe van de Wereldraad, zeer on zeker. Waar moeten we zwijgen? Waar getuigen? Waar ons verzetten? Ik vermoed, dat de spirituele confron tatie met Azië en vooral Afrika (met duidelijke ethische en politieke conse quenties) de komende jaren van de Wereldraad zal stempelen. Continuïteit Maar bij dat alles verwacht ik toch een sterke continuïteit. Goethe heeft gezegd, dat je je niet kunt onttrekken aan de wet die je oorsprong bepaalde. Dat geldt ook van instituten en bewe gingen. Voor de Wereldraad ligt die oorsprongswet in de twee conferen ties: van Stockholm (1925) en van Lausanne (1927), de eerste voor de sociale en politieke verantwoordelijk heid van de kerken, de tweede voor het belijden en de kerkelijke eenheid. Die twee zijn sindsdien altijd samen gegaan en steeds inniger met elkaar vergroeid geraakt. Dat samengaan maakt m.i. de identiteit van de Wereld raad uit. Aan onze tegenstellingen van verticalisme en horizontalisme zal de Wereldraad nooit een boodschap hebben. Ook al zal zij in zijn verschil lende activiteiten de accenten ver schillend leggen. De trein was op dat uur van de dag niet voL Ik had een coupé voor mij alleen, tot in Hilversum een dame binnenstapte, die schuin tegenover mij ging zitten. Ze was het type tan een oudere lerares: een resoluut maar met onvriendelijk gezicht, een degelijk en duur mantelpak en van die schoenen die je in Forma Natu- ra-winkels koopt. Omdat ik niks te lezen had en ledigheid het oorkus sen van de duivel is. besloot ik voor mezelf te raden welke godsdienstige overtuiging mijn medereizigster er op na zou houden (vriendelijkheids- halve ging ik er van uit dat ze geen heidin was). Ze zag er te nuchter uit voor een aanhangster van een of andere mystiek-getinte beweging, ze leek me veel te vastberaden om 's zondags gewoon in een hervormde of gereformeerde kerkbank te schui ven en ik kon me haar ook niet de voot in een schemerige rooms kerk voorstellen. Ze zal wel vrijzinnig zijn, besloot ik, en dan niet vaagjes omdat helemaal niets zo kaal is. maar heel bewust. Protestantenbond? Nee, iets sjieker: remonstrants. Daar hield ik het op. Eigenlijk jam mer dat ik nooit te weten zou ko men of ik gelijk had. want ik kon toch moeilijk, mijn reisgenote par does op de schouders tikken: bent u soms remonstrants? En juist toen ik dit spijtig overwoog gebeurde het: de dame haalde uit haar tas een blad tevoorschijn.en laat dit nu het remonstrants weekblad zijn Mijn innige voldoening hierover kon ik pas onlangs kwijt. Dat toas tij dens een discussie over de oecume ne. min of meer ter gelegenheid van het komend zilveren jubileum van de wereldraad van kerken. Wat me in zulke debatten vaak opvalt is dat ue grif bereid zijn een ander voluit 'zuster' of 'broeder' te noemen, zo lang die ander maar uit een heel ver land komt, in vreemde gewaden gestoken is en een andere huids kleur heeft. Dan hoor je niemand de Tyriër en de Moor uit psalm 87 had laten opdraven toen het over een assemblee van de icereldraad ging en die daarbij te kennen gaf dat we 'die mensen' niet direct om reformatorische geloofsbrieven moes ten vragen. deze spreker gaf in niet mis te verstane bewoordingen lucht aan zijn misnoegen over de Nederlandse situatie. Overal wordt maar aangepapt met de vrijzinnigen- dom alsof 't maar niks is, zei hij, en beweringen dat ze 'in die hoek' bij man afgegaan en heb hem verteld dat hij nog niets was bij mij verge leken: ik hoefde immers esn ander niet te horen, ik zdg gewoon aan ie mand of-t-ie vrijzinnig was, zelfs van welk soort! Maar natuurlijk zijn wij er niet met het bespieden van Gooise dames in de trein. We zijn er overigens even min als we klaagzangen aanheffen over de vrijzinnigheid in andermans kerk. Want in alle kerken die zo'n beetje meedoen in oecumenische af- vroeger beheerst door de nogal ze nuwachtig makende gedachte dat we als 't om de oecumene ging, allemaal bij elkaar in één kerk moesten krui pen. Als (bijvoorbeeld) 'Samen op weg' van hervormden en gerefor meerden iets als integratie oplevert, is het al heel wat. Is 'dit iets om over te treuren? Wel nee. je harkt niet alles straffeloos bij elkaar en bovendien kunnen de kerken haar tijd beter gebruiken dan dat ze eindeloos aan het passen door A. J. Klei tobbeng over de confessie praten, nee. dan zijn we allang blij dat 'zo iemand' Jezus gevonden heeft. Eigenlijk een soort van neo-kolonia- lisme op het gebied fan hef geloof. Maar zo gauiv de toestanden in ei gen land aan de orde komen ver dwijnt de rozige stemming. Ook op die door mij meegemaakte bijeen komst. Een spreker, die zojuist nog met grote opgewektheid de Filistijn, bclser waren gaan denken, was hij zo vrij als kletskoek te bestempelen. Vooral relaties met remonstranten vond hij kwalijk, die waren en ble ven 'puur modern'. De spreker ver klaarde verder dat ze hem niet kon den bedotten met orthodox klinken de formuleringen: een vertegenwoor diger van die kant hoefde maar een paar zinnen gezegd te hebben of hij wist wat voor vlees hij in de kuip hadIn de pauze ben ik op deze faires, kom je vrijzinnigheid tegen, bij de ene als iets vanzelfsprekends, bij een tweede als een zaak die men verdraagt en bij een derde kerk als een verontrustende kwestie. Er is nóg een reden, zo sprak ik tot mijn spreker (want ik deed meer dan hem over mijn treinervaringen ver tellen) om je minder dik te maken over vrijzinnigheid buiten je eigen kerkdeur: het verkeer tussen de ker ken wordt namelijk veel minder dan en meten zijn. Eenheid groeit, die knutsel je toch nooit in elkaar. Ik zie daarom ook een eind komen aan allerlei vrijblijvende oecumenische liefdesverklaringen op het vader landse kerkelijke erf. We horen ei genlijk bij elkaar!, hebben deputa- ten ran de gereformeerde en ran de christelijke gereformeerde synode el kaar weet ik hoe vaak verzekerd, maar de enige gereformeerden die (in Amsterdam) de christelijke gere- Jormeerde kerk aan de Laurier gracht van binnen zien, zijn veront rusten. En de hervormde kerk, die zo fleurig met een overeenstemming met de lutheranen begonnen vervol gens hartelijk de kant op keken van remonstranten en doopsgezinden, omdat we toch met elkaar kinderen van de reformatie in Nederland zijn, de hervormde kerk is geen mo ment van slag geweest toen bleek dat dit alles in de praktijk niet zo bar' veel opleverde. Ik begon dit verhaal met een remon strantse dame en ik eindig nu met een remonstrantse dame. Kortgele den hoorde ik voor de radio een preek van de remonstrantse predi kante W. S. Wiardi Beekman uit Den Haag. Ze legde uit wat Paulus in het begin van Romeinen 14 be doelt als hij zegt dat we elkaar moe ten aanvaarden. Het betekent niet (ik zeg het nu maar met eigen woor den) dat je de ander bij je op schoot moet nemen, maar dat we naar de ander toegaan en hem se rieus nemen zoals hij is en hem niet meteen op grond van andere ge woonten of meningen direct afschrij ven. Met andere woorden, en nu geef ik de toepassing: we hoeven kerkelijk niet met iedereen 'aan te pappen', maar nog minder mogen we met een boog om iemand heenlopen vanwege 't etiketje dat hem opge plakt is. Het komt er eigenlijk op neer dal we elkaar liefderijk bij on ze lurven nemen, en dat valt niet ER WAS NIEMAND In de verhalen rondom Jozef 1 aan dromen schier geen eind. heeft gedroomd, de schenker em ee bakker hebben hun dromen gehi nu is de Farao aan de beurt. jj)£ z'n eigen droom', zo heet het ii vorige verhaal. En zo is het hiei rder De Farao droomt uiteraard in E sche voorstellingen. Zeven koeieptaai zeven aren schijnen bekende geg te zijn in de Egyptische cuituui blijfselen. Een inwoner van Pali Jj£ vertelt de droom, vandaar, zegt' Selms, die oostenwind, want in pndf stina is het de oostenwind die de verbrandt en in Egypte de zi L-aI wind. Toch kan Jozef later rustia gen dat God aan Farao bekenfe maakt heeft wat Hij doen zal J verhaal is onlogisch, koeien die en opeten en aren die aren vc us d den, maar dat kan een teken zijy jn de Farao een logisch denkend jn3 was, want zo liggen die dingen, in d ik me wel eens heb laten vert r 0p Opnieuw treft ons de verwarrinj ft-0rp de dromer, maar nog meer de vevc ring van hen die opgeroepen w<, be om de dromen uit te leggen. Ei 0mv: niemand, staat er. En dat wil wa iden; gen onder al die Egyptische wijzi ge geleerden. Er was niemand. Du gspu ze niet? Of waren ze met blindeer geslagen? De dromen lijken, voor r he de uitlegging van Jozef een zaclBehc tje voor een beetje droomuitle ^ten Koeien en aren en het getal zevivert dat allemaal zo moeilijk? Toch w best niemand. Het is namelijk niet aAani zo dat er dingen in het leven zij fliscl onze uitlegging te boven gaan, fcrha< er zijn ook dingen die wij eenv cilia niet zien of niet willen zien. Ei uwb< komt het zelfs op hetzelfde nee id: onmacht om uit te leggen. OnHKlei om op datgene wat op ons afkom aal werkelijk antwoord te vinden. Eiinpa niemand. Een droevige constat* en Des te meer komt uit dat ook vo ïingi bijna doorzichtige dingen van hiToei ven een uitlegger nodig is. Eenjg o- legger die het niet van zichzelf lgde die niet in de eerste plaats opE standelijk kunnen drijft, maar oppg0 lichting. Verlichting uit het M en door de Geest. Voor die ve adv ting gaan mensen naar de kerk. plar nesis 41, 1-8) iurs1 inen Is het mogelijk, deze tweeheid van de oorsprongswet tot één begrip te her leiden? De architect van de Wereld raad, Visser 't Hooft, heeft dat ge tracht in de zeer belangrijke lezingen die hij vorig jaar mei in Utrecht heeft gehouden en die nu door Kok te Kampen zijn uitgegeven onder de titel: 'Heeft de oecumenische bewe ging toekomst?' Hij grijpt daar aan het slot (bl. 71 v.) naar het begrip 'profetisch perspectief'. Daarvan zegt hij o.a.: 'Het is vanuit die openbaring van Gods wil en Gods marsorder dat de profetie de strijd opneemt tegen de drie vervalsingen van het godsdienstig leven: tegen de 'zielige' vroomheid, die -God alleen voor de eigen ziel wil hebben en Gods heerschappij over de wereld niet daadwerkelijk erkent; te gen het godsdienstig institutionalis- me, waarvoor de allesbeheersende vraag die is naar de continuïteit van de traditionele vormen van het gods dienstig leven; tegen de afgoderij, die aardse machten, systemen en ideologie- en verabsoluteert'. Ik dacht, dat hier mee de oorsprongs wet goed is omschreven. Ik verwacht de Wereldraad ook in de komende kwarteeuw op die drie fronten aan te treffen. En in elk geval hoop ik dat. d er i£ J®P NED. HERV. KERK t Beroepen: te Bruchem-KerkwijMouw Blauwkapel-Groenekan en te Hoaetsp ken: A. Vlietstra te Doornspijk, in o\ Bedankt voor Krimpen aan de In v b.w.i.w.): K. Schipper te Dordit hei voor Meerkerk: J. den Dikken te huizen. Benoemd tot bijstand In het i te Grollo: J. E. Tuininga, pred. te Londen. GEREF. KERKEN Beroepen te Scharendijke: P. P; kand. aldaar, die dit beroep heeft genomen; te Vianen: J. A. van 1 donk te Hantum-Ternaard. Aangenomen de benoeming als zi ÜL huispred. van 'Refaja' te Dordrec ven et past* :a, a.sle? Wilschut te Dordrecht GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen te Sehildwolde: T. D^er te Capelle aan de IJssel. Aangenomen naar Spakenburg (voor de missionaire dienst op 1 ai Java: D. J. Wambergen, kand. te ndb< pen. die bedankte voor Rozenbur iers GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Katwijk aan Zee Bregman te Rijssen. Aangenomen naar Ridderkerk J Mijnders te Rijssen. Bedankt voor Veenendaal: P. Bl< ;tl Dirksland. (ADVERTENTIE) 1 reei Dr. W. A. Visser 't Hooft paperbeck 7,50 IDE prbi Op uiterst boeiende wijze stelt de vroegere secretarii generaal van de Wereldraat vanuit zijn rijke ervaring a een aantal belangrijke 0kt aspecten van de dec oecumenische beweging af^ de orde. Verkrijgbaar in de boekhandel. HEEMSKERK De chirurgisch deling van het Sint Jozef-ziekei in Heemskerk is donderdagavond om half twaalf geheel door 1 verwoest. Er deden zich geen per lijke ongelukken voor. Ongeveer tig patiënten uit het chirurgisch aangrenzende paviljoen, dat evei ontruimd werd, konden op tijd in lighcid gebracht worden. Het j ziekenhuis is uit hout opgetri De brandweer van Heemskerk assistentie van de brandweren vi verwijk, Velsen en Haarlem. Ovi schade is nog niets bekend. Meer kerknieuws op pagina 15 TROUW/KWARTET ZATERDAG 23 .AUGUSTUS 1973 KERK T2I ÏKO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2