rATER VADAKKAN VREET
EEN COMMUNISTEN MEER
remier Fidel Castro blijft de populaire leider
r
toW/KWARITET ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1973
BUITENDAM) T15/K1S
3or dr. Bas Wielenga
ok in Kerala zijn de christenen aan weerszijden van de barricaden te vin-
;n. De laatste maanden gaven daarvan illustere voorbeelden te zien. Deze
-iidiase staat in het uiterste zuidwesten van India wordt momenteel door een
talitie van Indira Gandhi's Congres en rechtse communisten (CPI) gere-
serd.
■fP-'
■rdc
e
dit
was enerzijds een massief protest
rechts, onder andere door bis-
ïoppen geleid, die in vol ornaat aan
hoofd van massale straatoptochten
■schenen om tot de strijd tegen de
jering en haar schoolpolitiek op te
jen. Aan de andere kant organi-
■den linkse communisten samen
|t een populaire katholieke priester
'diens aanhang een grootse campag-
om het overtollige land van groot-
indbezitters te bezetten, dat volgens
wet al lang onder de landloze ar-
ders verdeeld had moeten worden.
priester is pater Vadakkan. Hij
•d door zijn bisschop voorlopig van
i ambt ontheven. Pater Vadakkan,
is door de bisschoppen als een wa-
i in de strijd geworpen tegen het
imunisme, is halverwege als een
erang naar zijn afzenders terug-
Berd. In 1959 werd het eerste com-
nistisch geleide kabinet van E. M.
Namboodiripad na geweldige de-
nstraties onder leiding van onze
d ten val gebracht. En nu leidt hij
Ir massale demonstraties maar
van de uiterste andere kant.
'oefzinnëtje
„Ier Vadakkan, 52 jaar oud, is een
Tukwekkend en beminnelijk man.
jr Indiase verhoudingen groot en
led van postuur, goed gebouwd
!Eljr demonstraties dus, twinkelende
i waarmee hij intens vergenoegd
ien kan, en een zware donkere
waarmee hij heel ernstig het
:e Vader opzegt, als hij om een
■fzinnetje voor de microfoon ge-
gd wordt. Hij is een geboren
:sredenaar. energiek organisator
een politicus, die met een soort
^jurtalent sinds vele jaren in het
öailofonische politieke concert van
eitala een unieke partij meeblaast.
22.t eerste hoogtepunt in zijn politie-
9. carrière was de succesrijke 'bevrij-
as,|gsstrijd' in 1959. De communisti-
regering had zich bij de bezitten-
:lassen en dus ook bij de leidende
istenen onmogelijk gemaakt door
populaire landhervormingswet,
men echter niet openlijk durfde
«^bestrijden. In een nieuwe onder-
«swet werd spoedig een bruikbare
'elk gevonden om de hond te slaan,
t nog ontbrak was een populair
Jor en organisator om de massa's
■■de been te brengen.
ei" ied aangeschreven
im
Ob er Vadakkan stond bij de kerkelij-
hiërarchie goed aangeschreven als
i d anti-communistische volksmenner.
p iwel ook destijds al enkele scherp-
pers hem niet helemaal vertrouw-
ijk In het begin van de vijftiger ja
ne had hij met groot succes onder
eri ïolieke arbeiders vakverenigingen
n ebouwd, die hen aan de commu-
?k tische invloed onttrokken. Zijn
S, '-.F.' oftewel 'Anti-Communistische
en|>nt' was een verder resultaat van
zijn gewaardeerde aktiviteit. Hij werd
een gevierd en veel gevraagd trek
paard voor politieke bijeenkomsten en
demonstraties.
Congres-politici die niet zo zeker wa
ren van hun eigen aantrekkelijkheid
lieten Vadakkan een politieke preek
houden en een massale opkomst was
verzekerd. 'Ik werd een propaganda-
instrument in de handen van de Con
gres-partij' in die tijd, zegt hij nu. Te
gelijk herinnert hij zich met ge
paste trots hoe het hem lukte om
de massa-optochten van de communis
ten te overtroeven. De concurrentie
loog er niet om. Toen de communis
tische leider Gopalan op een
mooie dag met 50.000 demonstranten
onder rode vlaggen langs een kanaal
in de stad Alwaye opmarcheerde,
presteerde Vadakkan het 100.000 vol
gelingen onder gele ACF-vlaggen aan
de overzijde van hetzelfde kanaal op
te trommelen.
Grootmoedig
Alleen Vadakkan's arbeiders vonden
fijn dat de afkorting 'A.C.F.' tevens
'Anti-Capitalist Front' moest beteke
nen.
De bisschoppen vergaven grootmoedig
deze betreurenswaardige kant van Va
dakkan's aspiraties en benaderden
hem met het verzoek de leiding van
de anti-regeringscampagne op zich te
nemen. De pater verklaarde- echter na
drukkelijk, dat hij géén bezwaar had
tegen de beide wetten en zich tegen
elke revisie daarvan verzetten zou.
Als vroeger onderwijzer, die van een
maandloon van 9 rupees slechts 5 in
handen kreeg (de rest hield het
schoolbestuur), wist hij hoe dringend
regelingen in het onderwijs nodig wa
ren. En over de noodzaak van land
hervorming hoefde men hem als orga
nisator van landarbeiders niets te ver
tellen. Hij was alleen bereid vanwege
de toenemende gewelddadigheid in Ke
rala, waarvan al enkele van zijn
ACF-collega's het slachtoffer gewor
den waren, tot aktie over te gaan. De
bisschoppen beloofden grif, dat aan
de wetten niets zou worden veranderd
en Vadakkan's loyale gebrek aan fan
tasie was toentertijd nog groot genoeg
om daaraan niet te twijfelen.
Na volbrachte arbeid hielp hij nog bij
het smeden van een coalitie die in
1960 het bewind overnam. Zijn roem
was intussen tot de Europese bolwer
ken van het anti-communisme doorge
drongen. Op uitnodiging van de chris-
ten-demokratische regering Adenauer
bracht hij een soort christelijk staats
bezoek aan Westduitsland, waar hij
door kardinaal Frings, kardinaal
Döpfner en andere waardigheidsbekle
ders ontvangen werd. Ook de Morele
Herbewapening liet zich niet onbe
tuigd en troonde hem mee naar Caux.
Teruggekomen in India hoorde hij
van de noodtoestand waarin duizen
den arme bergbewoners in het oosten
van Kerala waren geraakt, doordat de
nieuwe regering hen terwille van
grote rubberplantages en plantage
houders met geweld en zonder eni
ge compensatie uit hun hutten en van
hun bescheiden stukjes pachtland ver
dreven had. Hij trof hen in de jungle
aan, in het regenseizoen zonder on
derdak en zonder enige hulp. Van de
monstrerende bisschoppen en politieke
leiders was geen spoor te bekennen.
Er was één uitzondering: zijn vijan
den van gisteren, de communisten, wa
ren ter plaatse om te helpen. Eén van
hun leiders, A. K. Gopalan hij ver
tegenwoordigt nog steeds de CPM in
het parlement van Delhi was in
hongerstaking gegaan om de aandacht
op deze nood en dit schandaal te ves
tigen.
Vadakkan overwon zijn anti-commu
nistische beklemmingen en organi
seerde samen met Copalan 'n protest-
aktie, die de regering tot hulpmaat
regelen en vergoeding dwong. Kort
daarop ontstond Vadakkan's kleine
boeren- en arbeiderspartij, die sinds
de splitsing van de communistische
partij in 1964 voornamelijk met de
linkse CPM onder leiding van Nam
boodiripad en Gopalan samenwerkt.
Vadakkan's populariteit bij de kerke
lijke hiërarchie nam met dat al zien
derogen af. In het verkiezingsjaar
1964 werd hij voor studie een jaar
naar Canada gestuurd, kennelijk in de
hoop, dat hij daar wat af zou koelen.
Toen dat niet geholpen had, kreeg hij
de grootste parochie van Kerala toege
wezen, die al zijn energie voor pasto
rale bezigheden zou moeten opeisen.
Voor alle zekerheid kreeg hij boven
dien het bevel niets zonder toestem
ming van de kerkelijke autoriteiten te
publiceren hij leidde een krant en
schreef veel populaire brochures
en nergens zonder toestemming van
de plaatselijke priester in het open
baar op te treden. Als loyale zoon van
zijn kerk hield de pater zich zes jaar
lang, tot 1971, aan deze dwangbepalin-
gen. Hij beperkte zich tot privaatge-
sprekken met zijn politieke volgelin
gen en tot sociaal werk in zijn paro
chie. Dat laatste deed hij echter zo
grondig, dat de rust van de kerklei
ding opnieuw verstoord werd.
land werk aangenomen. De politieke
betekenis van deze opzet bestaat in
het praktische bewijs van de moge
lijkheid zich door zelforganisatie uit
allerlei afhankelijkheden te bevrijden.
Het model trok overal in India de
aandacht en de tot politieke zwijg
zaamheid gedoemde pater bleef in het
nieuws. Uiteraard bleef hij indirekt
ook politiek aktief door de begelei
ding van zijn partijgenoten in het
parlement en in het tweede kabinet
van Namboodiripad, en door zijn me
dewerking bij voorbeeld in een kleine
regeringscommissie die een nieuwe
landhervormingswet moest voorberei
den.
Inmiddels kreeg de anti-Vadakkan
fraktie in de kerkleiding de overhand.
In 1971 werd het conflict op de spits
gedreven. Er kwam een bisschoppelijk
bevel het bouwproject, waarin bijna
200 woningen voltooid waren, te stop
pen. Toen Vadakkan dit weigerde,
aangezien het niet onder bisschoppe
lijke jurisdictie viel (het was een ci
viele vereniging, waaraan ook hindoes
en moslems deelnamen), werd een tij
delijke stopzetting via de rechter be
werkt met behulp van een aanklacht
van corruptie. Een preekverbod in de
eigen parochie vanwege ontstane on
rust werd spoedig uitgebreid tot 'n
algemeen spreekverbod toen Vadakkan
buiten eigen parochie voor 100.000
mensen een openluchtmis hield.
BBifrjp- r't '10 jgfeShü,'';
Weer op pad
Zelfhulp
Vadakkan speelde het namelijk klaar
de liefdadige tendens van het traditi
onele sociale werk te doorbreken en
een overtuigend model van zelfhulp
op te zetten. Hij organiseerde 520 ar
me, slecht of helemaal niet behuisde
families in zijn woonplaats in een wo
ningbouwvereniging, die elke week
een nieuwe woning oplevert. Iedere
deelnemer betaalt een wekelijkse bij
dragen krijgt in de loop van 10 jaar
de datum wordt door de wekelijkse
loting bepaald een woning toege
wezen. Het project werkt zonder een
cent vreemde hulp. Een gift van
100.000 rupees van Misereor werd prin
cipieel afgewezen, alleen een rente
loos voorschot voor de aankoop van
Vadakkan wilde zich niet zonder recht
van tegenweer van alles en nog wat
in het publiek laten beschuldigen en
voelde zich na zijn suspensie als
priester niet meer aan een politieke
zwijgplicht gebonden. Dat gaf hem de
vrijheid om in de afgelopen maanden
weer met zijn oude tegenstander en
strijdmakker A. K. Gopalan op pad te
tijgen in de reeds beschreven landbe
zettingscampagne. Hij behoorde met
een met hem tot de prominente ar
restanten van de eerste dag.
Vadakkan ziet het conflict met de
kerkleiding als een politieke zaak,
waarbij het om de keus gaat tussen
de conservatieve politiek van de hiër
archie, die op zijn best aan sociale fi
lantropie wil doen en verder de rij
ken en regerenden naar de ogen kijkt
en een radikale linkse politiek die be
reid is tot confrontatie met de geves
tigde belangen. Wie niet aan de
macht en welvaart van het kerkelijk
instituut geïnteresseerd is maar aan
het koninkrijk van Christus, aldus
Vadakkan, moet bereid zijn tot mili
tante en massale aktie als de nood
van het volk dat vraagt, en wel in
collaboratie en niet alleen in dialoog
of coëxistentie met de communisten als
dat het volk dient.
'Ik geloof nog steeds in God, ik heb
Christus nog steeds lief', zegt hij met
overtuiging, 'en ik ben nog steeds een
priester, in mijn eigen ogen tenmin
ste en hopelijk in die van God, want
ik zie het offer in de politieke strijd
als een priesterlijke dienst terwille
van de verlossing van het volk, die
met de sociale verlossing begint'.
Ds. Bas Wielenga is werkzaam bij het
Christelijk Instituut voor de studie
van godsdienst en samenleving in
Bangalore, India.
MÈË
India: misère en opwindende leuzen.
jloor Claude Regin
HAVANA Talrijke Cubanen eai buitenlandse gasten hebben de afgelopen weken in de Cubaanse
stad Santiago de twintigste verjaardag gevierd van bet begin van de revolutie, die Fidel Castro uit
eindelijk aan de macht bracht.
JJt fldel Castro: nog niet uitgeblust.
Hoewel ook in de hoofdstad Havana
feest werd gevierd, speelde Santiago,
de tweede stad van het eiland, bij
de vrolijke herdenking een hoofdrol,
omdat Fidel Castro hier in 1953 met
een groep vrienden een doldrieste
aanval op de Moncada-kazerne on
dernam in een alles-of-niets poging
de toenmalige dictator Fulgencio
Batista, die deze week in Spanje
overleed, af te zetten. Hoewel de
aanval mislukte en velen van Cas
tro's 165 volgelingen werden gemar
teld of gedood, markeerde de aanval
op de kazerne het begin van de
strijd, die in 1959 leidde tot de ge
boorte van de eerste socialistische
natie op het westelijk halfrond.
Het gezicht van Cuba is sinds die
tijd op dramatische wijze veranderd.
Ondanks door Amerika gesteunde
invasies van Cubaanse bannelingen,
economische sabotage, en een diplo
matieke en economische boycot door
op twee na alle landen van
het westelijk halfrond, zijn Fidel
Castro en zijn volgelingen er in ge
slaagd te overleven en een socialisti
sche maatschappij te ontwikkelen.
Veel waarnemers op Cuba menen,
dat tot de grootste prestaties van
het regime behoren: zijn eigen over
leving, ondanks de talloze moeilijk
heden waarop men stuitte, en het
feit, dat het nog altijd kan rekenen
op de steun van de meerderheid van
de acht miljoen Cubanen.
Meerderheid
Ondanks bijna veertien jaar van
voedseltekorten, een stricte rantsoe
nering van de meeste consumptie
goederen, het totale gebrek aan on
derdelen van alle Amerikaanse pro-
dukten op het eiland (gevolg van de
Amerikaanse economische blokkade)
en vele andere problemen, zijn onaf
hankelijke waarnemers het er over
eens, dat de meerderheid van de Cu
banen voor Castro zou kiezen, als
hij nu via vrije verkiezingen naar
het presidentschap zou streven. Ook
voor Cubanen, die zich tegen het
communisme blijven kanten, is de
Cubaanse premier toch een populai
re figuur, die zij graag 'Fidel noe
men.
De prijs voor de overleving van de
Cubaanse revolutie is voor veel Cu
banen niet gering. Zij moeten hard
werken en worden daarvoor in be
perkte mate materieel beloond, hoe
wel het afgelopen half jaar op dat
laatste punt enige verbetering is in
getreden. Zo kunnen er steeds meer
duurzame verbruiksgoederen worden
gekocht en is de voedselvoorziening
vooruitgegaan.
Intussen worden op Castro's Cuba
boerenzonen ingenieurs of artsen en
de medische verzorging reikt tegen
woordig tot de meest afgelegen de
len van het eiland, waar vroeger
nooit een arts of een verpleegster
kwam. En toegewijde revolutionai
ren wijzen de bezoeker er bij voort
during op, dat het vlees weliswaar
nog altijd op de bon is vier ons
per persoon per week maar dat
het nu tenminste ook gegeten kan
worden door de mensen, voor wie
het voor de revolutie een onbereik
bare luxe was.
Bedelaars
Bedelaars, een vertrouwd beeld in
overig Latijns Amerika, bestaan niet
meer op Cuba. Alle kinderen dragen
schoenen en hoeven niet langer een
karige boterham te verdienen met
het poetsen van andersmans schoe
nen. Cuba, eens het land van de
rum, de vette sigaren en de weelde
rige bordelen voor Amerikaanse toe
risten, lijdt niet langer onder de
scherpe tegenstelling tussen arm en
rijk.
Er is beperkte persoonlijke vrijheid
op het eiland en de massamedia
worden geheel door het regime be
heerst en vaak voor propagandisti
sche doeleinden gebruikt, maar het
analfabetisme is praktisch uitgeroeid
en boerenkinderen ontvangen nu
gratis onderwijs en voeding in luxe
villa's, die in de eerste jaren van de
revolutie zijn verlaten door rijke
Cubanen, die de voorkeur gaven aan
een verblijf in Spanje of Miami.
De Cubaanse economie, die nog al
tijd draait om de suiker, is dankzij
betere organisatie, meer toewijding
en minder planningfouten, de afge
lopen tijd weer vooruitgegaan. De
Cubaanse president Dorticos zei en
kele maanden geleden in Chili, dat
de economische groei in 1972 tien
procent bereikte en dat voor dit jaar
zelfs zeventien procent wordt ver
wacht.
Veel onafhankelijke waarnemers zijn
het er over eens, dat de afgelopen
jaren op Cuba een stevige basis is
gelegd voor een betere planning van
de toekomstige economische ontwik
keling. In de eerste tien jaar na de
revolutie, vormde de gebrekkige
planning een van de grootste zwak
ten van het regime-Castro. Cuba's
lidmaatschap vorig jaar van de CO
MECON (de Oosteuropese tegenhan
ger van de EEG) en de vergaande
economische overeenkomsten, die
een half jaar geleden met de Sowjet-
Unie werden beklonken, zullen ze
ker een gunstige uitwerking hebben
op de zwakten van de Cubaanse eco
nomie.
De suiker zal vooralsnog het voor
naamste export-produkt blijven en
de belangrijkste bron van buiten
landse deviezen. Het eiland heeft
zich kennelijk hersteld van de zoge
naamde rekord-oogst van 1970, die
de overige economische sectoren
ernstig ontwrichtte. De Cubaanse
leiders stellen zich nu een meer ge
leidelijke en harmonieuze groei van
de suikerproduktie voor. Dit streven
wordt gesteund door de voortgaande
mechanisatie in de suikersector.
Volgens de Cubaanse leiding zal in
1980 tachtig procent van het suiker
riet door machines worden geoogst.
De Sowjet-Unie, al jarenlang Cuba's
voornaamste leverancier van techni
sche en economische hulp, heeft be
loofd zich te zullen inspannen voor
een algehele modernisering van de
suikerindustrie.
Moskou
Met Russische hulp zal ook de win
ning van nikkel worden uitgebreid.
Cuba bezit één van de rijkste voor
raden ter wereld van dit vrij zeldza
me metaal. Momenteel wordt er op
Cuba jaarlijks 36.000 ton nikkel ge
wonnen. De Russen bouwen nu een
nieuwe fabriek voor de verwerking
van nikkel, waardoor de produktie
in drie jaar kan worden verdubbeld.
Verdere Russische hulp zal waar
schijnlijk worden besproken tijdens
het bezoek, dat partijleider Leonid
Breznjew begin volgend jaar aan
Cuba zal brengen.
Op het buitenlandse politieke front
valt op, dat de blokkade van Cuba,
in het begin van de jaren zestig on
der sterke Amerikaanse druk inge
steld door de Organisatie van Ame
rikaanse staten (OAS), sterk afbrok
kelt door de golf van anti-imperialis-
me op het Latijnsamerikaanse conti
nent en door de grotere soeplesse
van de Cubaanse diplomatie. Cuba
heeft het afgelopen jaar met een
groot aantal Latijnsamerikaanse sta
ten de diplomatieke en handelsbe
trekkingen hersteld.
Maar de verhouding tussen Havana
en Washington is nog. altijd ijzig,
ook al deden vorig jaar geruchten
de ronde, dat Nixon na Peking en
Moskou ook Havana zou bezoeken.
Maar waarnemers verwachten geen
verbetering in de relaties tussen
beide landen, zolang Richard Nixon
het heft in handen heeft en de Ver
enigde Staten hun handelsembargo
jegens het suikereiland handhaven.
Claude Regin is correspondent van
het persbureau Reuter in Havana.