JRacen op zee: werk itien voor een voor zesting Wat zo'n zeezeiler zoal kan bezielen hip ten (42) voeten uit Fluitie moet van kunststof zijn Touw heet geen touw aan boord Ruim driehonderd mijl onder wedstrijdzeil Echt potlood en vlakgom worden in ere gehouden OUW/XWARTET VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1973 BINNENLAND T9/K11 301' Ger Lak lie als gastvarensgast verzeild raakt op een wedsti'ijdzeezeiljacht, ervaart dat hij met de eerste stap jn dek een wondere wereld betreedt. Hij komt in een kleine samenleving, gevormd door doorgaans zes iensen. Zij onderwerpen zich als groep vrijwillig aan straffe boordregels. Zowel des nachts als over ig is men bereid zich op welk uur dan ook in te zetten om tot de beste prestaties te komen. or twee races van samen drie hon- rd mijl voeren we in dit seizoen weg Breskens, een van de grootste Ne- ■landse jachthavens voor zeezeil- lepen waar ook tal van Belgische iten liggen afgemeerd. •zeilen is een sport die als kiik- rk voor de massa nauwelijks fn ïmerking komt. Uitslagen van wed- jden interesseren slechts weinig isen. De Hollander aan de helm- i op het zilte nat heeft er vrede Maar ergens in zijn zeemanshart lij terecht jaloers op de bevolking dat enorme Britse eiland, dat En- and heet. Daar heeft men grote be stelling voor 'yachting'. Her ma- the queen is 'Patron' van de pal Ocean Racing Club'. Haar m prijkt boven een indrukwekken- 'ij landgenoten die op alle wateren wereld het golvenspoor drukten, r geruststelling: het predikaat *ko- dijk' staat ook bij ons voor een >t aantal eerbiedwaardige zeilvere- ngen). 'En dan te bedenken', zegt historicus aan boord, 'dat Neder- de wieg was waarin de westeuro- wedstrijd zeilsport is gebakerd, tijds, in 1660 toen Karei de Twee- Ie troon besteeg, kreeg hij een ca- van de Amsterdammers. Een tterend jacht om mee te plezierva- Karel was zo weg van dit ge- ink, dat hij er een flottielje iep zelfde schepen) van op stapel zetten. Toen dat uitvoer moest ;en wie het hardst ging en zie- de 'yachting' was geboren', vedstrijdzeilen is geen aangelegen- vopr waaghalzen, maar voor ge- iters van avontuur en spanning, jaar, van begin maart kachel- an tol na m'dden oktober, woi- alleen al in Breskens zo'n twintig j gehouden. Imiralscup i jaar zijn weer de bemannin- van drie Nederlandse schepen gedrongen tot de wedstrijden, die _Jndelijk de winnaar de Admirals- opleveren. De races voor deze fel- »erde beker worden om de twee gehouden en in augustus beslist, (heiden optimisten zeggen dat de (■esse aan de wal toch iets begint te nemen. Zeker is dat Gerard ■stra. die in 1972 met zijn 21 me- acht 'Second Life' deelnam aan de isatlantic Single Handed Race unaal in de vier jaar gehouden), van V een groot aandeel in heeft ge- ïlijke ondanks zijn gebroken mast, die als een van de vijfentwintig deel- tijdig itrs uitschakelde. De naam Sir :is Chichester, de inmiddels over- ii zeezeiler die in 1960 deze voor !orp Uerst gehouden 'Ostar-race' won. in de Engelse historie evenzeer als die van Karei II, die precies ionderd jaar daarvoor met het rijdzeilen begon. deze beroemdheden zegt de Jaap Hozee de mensheid weinig jets. Dit is allerminst als onvrien- bedoeld jegens deze gastvrije 'naar eigenaar 'van de 'Bolero', is kwaliteiten als schipper apart en uitvoeriger zijn geschetst. Aan d heeft niemand een achternaam, I' jongens aan de wal heten in ijk van wind en water gewoon Tom, Klaas en Piet. Wat onze betreft, is het voor hem meer genoeg als we zonder overdrij- melden dat hij, zowel 's nachts ooireiziger gekleed, ons als een melijke Arabier in zijn (drijven- ent heeft ontvangen en gelaafd. :eleurstelling te voorkomen: de p- rieur van rustig binnenhuisje veran- in een cabine waarin maanreizigers op gewichtloosheid worden ge test. Maar voor de man op de maiden trip (eerste reis), komt er geen zwe ven aan te pas in de ruimte, die het best vergelijkbaar is met een op hol geslagen caravan. Nu begrijpt hij waarom overal handgrepen zijn aange bracht. Het blijft voortdurend oppas sen. Elk stuk hout. elke hoek of punt van wat dan ook loert er op om zijn lichaam vernijnig en flink te raken. Zo brak vorig jaar een zeer ervaren man zijn kaak bij een onverwachte beweging. Net hield hij beide handen aan de rand van zijn zeilbroek, toen de golfslag van een tanker hem van bakboord (links) naar stuurboord (rechts) smakte. Opvallend is dat iedereen, zonder te vragen waarom, meteen doet wat de ander zegt. Men neemt van elkaar aan dat geen onnodige of onnutte dingen worden besproken. Overigens is de conversatie pittig genoeg en best aan te horen. Voorzichtigheid is een eer ste vereiste, aan glas heeft men een vreselijke hekel. Flessen worden dan ook zorgvuldig stukgeslagen en over de muur gezet (dwz. te water gela ten). Vlak vóór de start. Op een denkbeeldige lijn tussen twee punten. Bijvoorbeeld een rode ton in het water en een lichtinstallatie op de wal. Op vaste tijden klinkt een waarschuwingsschot en wordt een klassevlag gehesen, vervolgens Véld OP WSltGr knalt de laatste waarschuwing en gaat een wedstrijdvlag omhoog. En dan telt iedereen dobberend de laatste seconden tot het startsignaal. Na de laatste knal barst de bedrijvigheid los. Met tussenpozen vertrekken zo acht klassen van 16- 17,4 voet tot 33-70 voet. De Oostenrijkse puntentelling bepaalt wie zal winnen, dat is geen kwestie van alleen maar optellen. De ingewikkeldste berekeningen komen er aan te pas, scheepsjournalen kunnen worden opgevraagd en wijze mannen in protestcommissies hebben evenveel klussen als er klachten zijn. Bij wedstrijdzeilen ligt een veld van zo'n zeventig schepen ver uiteen. Bij lichtschepen en boeien ontmoeten zc elkaar weer. Soms passeren twee bo ten op nauwelijks een meter afstand, terwijl er In zeer wijde omtrek niets te zien is. Laconiek wordt een handje geheven en als de rompen nog net niet langs elkaar schuren, vraagt ie mand droog: 'Is dat schip niet te lang maatjes?' Een boei ronden of een lichtschip is vooral 's nachts bij mist een inspannende bezigheid. Bij onze wedstrijden maakten we mee, dat bin nen enkele minuten de windkracht bij Cork van drie tot zes k zeven toe nam. Juist tevoren hadden we het En gelse weerbericht (veel beter zei iemand dan ons 'bruine-bonen-bul- letin') gehoord en de lichte spinnaker omlaaggehaald om door een genua te vervangen. Zeker vijf andere schepen werden overvallen en allen verspeel den de enkele duizenden guldens kos tende doeken. De aandacht mag niet verslappen, een fog patch (dichte mistbank) in een vaarroute doet je dankbaar gedenken dat er een radar- reflector aan het achterstag hangt. Steeds moet de roerganger bedacht zijn op een wind-shift, een draaiing van de wind. Je kunt ook plotseling in een windstilte terecht komen, ter wijl de anderen verder varen. Het kan zelfs noodzakelijk zijn om het an ker uit te werpen, teneinde door de stroom niet te veel achteruit gezet te worden. Als de sigarenpeuk van de schipper driemaal langs brood komt, is de vaart er echt wel uit. Zo blijft de onberekenbare wind de beste bere- Zo varen tientallen schepen in een race. De veelkleurige spinaker waait uit, om tijdens de nog kalme zee met zijn 200 m2 zoveel mogelijk wind te vangen. Maar ook bij ruwer weer staat, bij forse bries uit de goede hoek, dit bolgesneden dundoek omhoog. Zeilen wisselen in pikdonkere nacht gaat gewoon door. Alleen uiterst bekwame bemanningen kunnen dit (meester)werk klaren. keningen in de war sturen en blijft de spanning tot het laatste in de race. Helaas maakten we op de terugweg 's nachts een vergissing. De lege batte rijen van de richtingzoeker moesten worden vervangen, net in die tijd misten we een goede peiling. Bij het weer gereed maken van het toestel werd een onderdeel niet goed behan deld. Gevolg: twintig graden uit de koers. Het werd een uur later ge merkt, terug op koers bleek de stroom tegen te zijn die we anders mee hadden gehad. Nog een uur ver lies erbij, het werd sportief opgeno men. Harde werkers vol goede wil zijn niet volmaakt, wel bereid steeds op nieuw naar perfectie te streven. On derweg worden, indien zichtbaar, de mededingers goed in de gaten gehou den en ook bekritiseerd. Ze kunnen achter, boven, onder of voor liggen. Een schip recht vooruit varend wordt aangegeven als twaalf uur, iets links van de mast vijf voor twaalf, meer rechts van de mast tien over twaalf etc. Boeien Boeien in het water worden met de verrekijker nauwlettend bekeken. Men kan aan het zog precies zien hoe de stroom verloopt. Soms zie je 'stroom- naden' (lange witte schuimstrepen) over het water, op die plaats gaan de verschillende stromen langs elkaar. Ook tonnen zeggen veel op zee. We hoorden vragen: 'Heeft die rode een code?' Het antwoord 'verkering van Jan', betekende, dat zijn licht alleen maar aan en uit ging. Wedstrijdboten mogen uiteraard ook met een motor zijn uitgerust (wij hadden een in- bouwwegbrengertje van 16 pk Diesel). Wie genoodzaakt is, deze te gebrui ken. bijvoorbeeld bij 'man overboord' moet dit omstandig in een verklaring vermelden. Meren doe je in Engeland op de 'mooring' aan ankerboeien. Er komen meer marina's, ligplaatsen zoals wij die kennen. Onze mooring in Pin Mill aan de Orwell lag in een schitterend landschap, de secretary van haar yachtclub is zo Brits als de Big Ben. In Harwich gaat men vaak langszij lig gen van een zeeschip. Na eerst wel geïnformeerd te hebben wanneer het vertrekt, om 's nachts niet voor bij zondere verrassingen te komen. Vervelen op het water ls er geen mo ment bij. Iedereen zet zich volledig in, onze bemanning werd mede ge vormd door studenten in de psycholo gie die naast het beoefenen van de zielkunde de zeilkunst vermeerder den. Engelse Yvonne, weduwe van een commodore van de onderzeeboot- dienst, navigeerde. Krantekolommen prezen haar als een van de beste yachtswomen in the world en wie haar op een leeftijd waarop een politieagent wordt gepensioneerd hooggehakt een touwladder zag ne- Dit ziet de roerganger. Op de kajuit het kompas, links en rechts naast de in gang twee meters. De dieptemeter spreekt voor zich. Op de tweede kan men het aantal knopen zien, het aantal knopen vertelt de windkracht De wind kracht bepaalt welke zeilen worden gevoerd. De derde meter geeft in graden de windhoek aan. Hiermede wordt de stand van de zeilen geregeld. De snel heidsmeter in mijlen (1853 m) is belangrijk voor koers en plaatsbepaling. Dui delijk is te zien, hoe het grote voorzeil, de genua, het uitzicht naar lij van de wind af wegneemt. Bij druk verkeer is dan ook altijd de man die gedurig de zeilen in de gaten houdt, mede met de uitkijk belast alles veel i verslag dus van een race, wel fcaar wij hopen wat boeiende op- |ing van zaken die bij zo'n wed en het zeezeilen in het alge- een rol spelen. beginnen: alles op een zeejacht Jyaal. Een spinnaker er zijn Iuitvoeringen: licht, midden en voorradig alleen al is meer [esmaal de complete zwaarste tui- die onze eigen trouwe, polyester Jnzeiler voert, namelijk 20 m2. Jajuit is. het best vergelijkbaar Jen woonwagen, de zij- en onder zijn vol kastjes en laden, i duizend en één benodigdheden Jndergebracht. Van alles moet in i voorraad aanwezig zijn, omdat feowel bij licht als bij duisternis ludig niet mis mèg tasten. Jendeks zijn vier vaste kooien zitslaapbanken, waarop men Jerstag gaan gekleed in broek en sak méé van koers verwisselt, ten einde niet gegarandeerd met de vloer kennis te maken. Zoiets went snel, het klinkt wat vreemd maar is logisch: een goede navigator kan aan de hand van zijn vele gegevens vrij nauwkeurig berekenen dat over onge veer twee uur het commando: klaar om te wenden ree! zal worden ge geven. Ook verschaft de zeelucht ze kerheid voor een goede sluimer op de grond of on de zeilen in het voor onder. Om mee te nemen De beste raadgevers staan, naast de bekende stuurlui, aan de wal. 'Je komt groen, bruin of helemaal niet terug', zeggen ze voor het wegvaren. Ze duwen nog snel wat pillen tegen zeeziekte in je hand. Dat medische ongemak is echter het best te voorko men door je goed te kleden en stevig te eten. En mee te werken pluser niet aan te denken. Enkele regels, be vattende de zaken die een aspirant- zeezeiler als bagage mee moet voeren, mogen niet onvermeld blijven. Een plunjebaai en een weekendtas moeten beslist gevuld zijn met: zonnebril. sokken, verschoning, zaklantaarn, slaapzak, laarzen, zwemvest, boot schoenen, oliegoed, tandenspullen, kauwgom, zeep, handdoeken, peper munt, zonnebrandzaken, zakdoeken en minstens vier truien. Voorts met het eigen apotheekje: asperine, maagta bletten, stoppillen, zeeziektepillen en pleisters. Beroepshalve vonden blocno te en balpunt alsmede het fototoestel ook een plaatsje. Nóóit vergeten een plastic zak om de weggeborgen slaap zak in te doen Het nut daarvan wordt bewezen als een kletsnatte bemanning van vocht druipende zeilen door het kajuitluik mikt. Normaal rechtop staan doe je prac- tisch niet tijdens de tocht. Zelfs de man die zorgt voor de hap, vervaar digd op het cardanisch opgehangen kooktoestel, hangt vaak in een veilig heidsriem zijn bezigheden te verrich ten. Dank zij de vinding van meneer Cardanus (binnenkort 400 jaar gele den overleden) blijven de pannen in slingerrekken gevat en overige attributen, in alle richtingen meedraai end, keurig horizontaal hangen. Binnen enkele seconden kan het inte- Zelfspot is de wedstrijdzeiler niet vreemd. Vaart een toerzeiler bij windkracht zes vele mijlen uit de kust aan de stand van de zeilen ziet hij zo dat het geen mededinger is dan mompelt hij verge noegd: 'Kijk, dat is nu een gewone idioot' Wijkt een Belgische concurrent opval lend van de koers af en men vraagt zich af waarom toch eigenlijk, dan zegt een scheepskomiek: 'Niks aan de hand jongens, de patat is op De eigenaar-schipper is allerminst een individualistisch ingestelde persoon lijkheid. Solozeden tijdens een race bestaat eenvoudig niet. Het is niet ge makkelijk uit te leggen wat zo'n jachtbezitter tot zijn kostbare, drij vende hobby drijft. Hij schuift grote sommen jaarlijks af de afschrijving valt het meest mee voor liggelden, verzekeringen, inschrijvingen voor wedstrijden, onderhoud en nog veel meer. Zes mannen zijn nodig om tijdens licht en duisternis de vaart er in te houden. Vijf helpers dus, vaak stu denten die niet betaald worden voor eerste zeiltocht op zee maakten we met de Bolero', een lichtblauw schip, dat zijn naam ont- l aan een vurige Spaanse dans. Van dit wedstrijdschip is slechts één exemplaar gebouwd. Met zijn van 12.80 meter heeft het menige race gewonnen. cn later gebouwde schepen klasse eisen nu veelal de eer- laatsen op, maar het varen in dit I blijft een geweldige gewaarwor- Ook volstrekte leken in water land zal het toch wel iets zeggen t vaartuig, in volle actie zeilend, i weken geleden nog het omslag bekend Engels 'yachting' brift haalde. Itbrief lan de lengte van oen schip ook ^ten (feet) uitdrukken. Een voet pig cm, 12.80 meter komt neer veer 42 voet. Het schip is 3.50 |eed, is goedgekeurd voor wed- i en alle bijzonderheden staan Jld in een meetbrief. Dit schrij- tevat naast lengte, breedte en ;en zo ontstellend veel cijfers, ezen dal zelfs een accoun- r koude rillingen van krijgt. De Eis 16 meier hoog, de diepgang lagt 2.10 in. Het schip weegt in I 8 ton, iu feite is dit 4500 kg, een portie lood (ballast) van 3500 kg zorgt ervoor dat het vaartuig ook on der de meest ongunstige omstandighe den niet omslaat. Er zijn, met reserve mee, twintig zei len aan boord voor alle soorten weer: fokken, genua's, tussenzcilen, grootzei len en spinnakers. Ze worden door mankracht bediend via de schoten met lieren, zeven stuks. Enkele maten van deze voorhanden zijnde doeken: het grootzeil is slechts 30 m2, een ge nua 56 m2 (een genua is een grote fok, die tot achter de mast doorloopt) en de spinnaker (prachtig gekleurde, weinig wegende stukken nylon van zo ongeveer 130 m2). Om even een kijk je in de kostenkeuken te werpen: lie ren bijvoorbeeld kunnen tussen 40 en 2000 gulden kosten, spinnakers van 2400 gulden per stuk zijn goedkoop te noemen. De navigatie is een hoofdstuk apart. De Bolero telt drie kompassen, eigen lijk vier. Een op de kajuit, een op de kaartentafel (per seizoen wordt voor wedstrijden zo'n 300 gulden aan kaar ten uitgegeven), een op de radiorich- tingzoeker en de kleinste, die men in een handig instrumentje gebouwd om de nek draagt en op punten in de di recte of verre omgeving richt. In een kleine ruimte goochelt de na vigator met passer en meetlat en houdt hij hel echte ouderwetse pol- lood met vlakgom in ere. Hij beziet de slroomatlas, de handboeken (Chan nel cn Doverstrcetpilots o.a.), maakt kruispeilingen en gegist bestek, luis tert en kijkt naar licht-, bel- en brul boeien, vult het logboek in en doet nog véél meer dingen om tot op me ters nauwkeurig de koers te bepalen. Een duif aan boord is geen zeldzaam verschijnsel. Door slecht weer over vallen, strijken ze oververmoeid neer. Water en rijstkorrels doen niet lang na de noodlanding de oogjes van de dofste doffer weer glinsteren. Tijdens het bezoek wordt wel angstvallig er voor gewaakt, dat deze pientere rich tingzoekers niet de zeilen van hun visitekaartje voorzien hun inspanningen en ook om de geweldige sport graag in de kosten van onderhoud bijdragen. De ware wedstrijdzeiler is eens als kind meegegaan in het 'kinderwagen bakkie' op De Kaag, constant in zwemvest aanwezig geweest op het IJsselmeer en tenslotte loopt hij de wachten mee op de Noordzee. Om de vier uur werken en rusten. 'Wie zich niet moe voelt, heeft niet hard genoeg gewerkt', zegt de schip per. Werk is er altijd. Er moet door lopend iemand aan de helmstok staan, die feilloos op de meters en het kom pas reageert. De tweede man beloert de zeilen. Vaak ligt hij languit op het voordek en gebaart naar de derde man, die even de kaartentafel heeft verlaten om aan de lieren te draaien. Eén zoveelste slag aan de handle trekt de schoot snaarstrak en de schuit met nog bekwamer spoed voort. Ondertussen moet er gegeten worden, opgeruimd, zeilen gewisseld, zaken gedroogd en bovenal genavi geerd. Tijdens mooi en lelijk weer, op alle uren in het etmaal is er een fi guur actief met onder (veel) meer een koptelefoon, richtingzoeker en peilantenne. Kameraadschap aan boord wordt nog in de meest ware zin beleefd. De wacht die 'af' is, kan elk moment aan dek worden geroepen. Maar protesten worden niet gehoord. Zeezeilers lopen vrijwillig in een tredmolen, die niet ophoudt in rad tempo te draaien. Zij tellen in tegenstelling tot vrijwel elke andere liefhebberij forse be dragen neer om ontberingen te lijden. Als een normaal mens in bed ligt, staan zij in koele herfst- en voor jaarsnachten in oliegoed met wanten aan en ijsmutsen op, aan het roer te kleumen. Zij eten in de warme maan den op de meest ongelegen ogenblik ken zoveel snert, bonen en worst naast de gebakken eieren met spek (super-stereo-sputterend), dat zij al die kost in de winter niet meer kun nen luchten of zien. Kilometers brood gaan er altijd in. De man die worst op een haspel uitvindt, voorspellen zij het miljonairschap binnen een jaar. Kortom: wedstrijd zeezeilers zijn vrij willige -nachtwakers, die graag veel zware arbeid op hun ronde ontmoe ten. 'Wij zijn', vertrouwde een ver slaafde mij toe 'wateralpinisten die niet op één enkele top maar op élke golfhoogte de voldoening van bergbe- klimmerssmaken!' Er bestaan catalogussen, waarin grote handelsmaatschappen ve le duizenden scheeps- en water- sportartikelen hebben opgeno men. Een daarvan zal immer on misbaar blijven: het touw. Wie aan boord roept: 'pas op dat touwtje' of 'geef dat stukkie es an', geeft blijk uit nog onver sneden landrottenhout te zijn vervaardigd. Ongeacht of het van pure manillahennep (vezel van een banaanboom, die op de Philippijnen en de Atolukken voorkomt) of sterke kunststof is vervaardigd. Elk los stuk touw heet op een schip een 'end'. De zeilen worden gehesen met de vallen (fokkeval en zeilsval), de zeilen worden bediend met de schoten (fokkeschoot en groot- schoot). Het anker zit vast aan de ketting of tros, de meertou wen noemt men landvasten. Val len en schoten noemt men sa men het lopend (bewegend) want. Dit lopend want wordt geleid door katrollen (in vak taal: vallen en schoten worden door blokken en lei-ogen ge schoren). men, zal beamen dat de Duitser die in september met haar rond de we reld gaat zeilen een voortreffelijk ge zelschap krijgt. Dikke mensen zeilen ook uitmuntend. Eén van ons groepje moest twintig kilo afvallen en behou dens de Engelse ponden die hij uitgaf, raakte hij ook verscheidene Hollandse kwijt. Zeezeilen is een sensatie. Voortbewo gen worden door de adem van de na tuur over watermassa's, die dan weer vriend en dan weer vijand zijn. Insla pen in een kooi bij het geluid van duizend afvoerpijpen, die tegelijk een tropische regenbui uit evenzoveel dak goten voeren Omgaan met mensen die geen lange tenen hebben en ook korte nagels, teneinde een vliesdun zeil niet te beschadigen. Die nog wel de traditionele blazer dragen, maar de witte zeilpetten aan de Duitsers en kapiteins van rondvaartboten overla ten. Voor iedereen Zeezeilen is een voortdurende kracht meting met de elementen, een sport die steeds meer mensen trekt. Geluk kig is er een grote troost voor minder kapitaalkrachtigen. Iedereen die zijn verantwoording kent voor schip en opvarenden, kan alles in het klein na volgen en langzaam opbouwen. De cij fers in de sector watersport springen omhoog. Enkele weken terug opende prinses Beatrix een nieuwe haven in Brouwershaven. In vijf jaar tijd is het vaarbezoek aan Friesland verdrie voudigd. Tal van gemeenten in me rengebieden moeten maatregelen tref fen om de ontspanningzoeker, van hengelaar tot Kaagkruiserkapitein, zijn spoil naar genoegen te laten be leven. Zeer ver vooruitziende lieden, voorzien van omvangrijke dossiers, schatten dat in het jaar 2000 zo'n 870.000 pleziervaartuigen de mensheid in ons vaderland verstrooiing zullen bieden. Voorlopig is het dus 'recht zo die gaat'. En als elke booteigenaar zich het vakmanschap van de zeezeiler eigen maakt en immer veiligheid voorop stelt, kan het commando 'volle kracht vooruit' op Nederlands water- sportgebied met een zeer gerust hart worden gegeven. Als het even kan wordt de gelegenheid benut om natte kleding, oliegoed cn zwemvesten alsmede de zeilen, aan de giek en overal op dek te drogen. Een zeer noodzakelijke bezigheid, zout water heeft nog altijd de nare eigenschap vocht aan te trekken. Het is niet ongewoon als men in de doucheruimte bij een jachthaven iemand volledig gekleed onder de straal ziet staan. Men ontwaart dan echt niet een overpreuts persoon, de zeiler ontzilt zich slechts. Veiligheid gaat aan boord voor alles. Eén hand voor je zelf, één voor het schip. Wedstrijdzeilers moeten nauwkeu rig kennis nemen van een boekje met gegevens, omvattende mini mum uitrusting en accommodatie- normen, vallende onder de interna tionale bijzondere bepalingen en aangevuld met bepalingen van het Kon. Ned. Watersport Verbond. Twaalf bladzijden vol kleine let ters die wijzen op de verantwoor delijkheid van de eigenaar. Hij moet zich naar beste weten ervan overtuigd hebben, dat zijn jacht volledig is uitgerust en zeewaardig is. En bemand is met een beman ning die lichamelijk in staat is om slecht weer te doorstaan. Hij moet overtuigd zijn van de degelijkheid van de romp, rondhouten, versta- ging. zeilen en overige uitrusting. Hij dient te controleren dat alle veiligheidsuitrusting op de juiste wijze wordt onderhouden en ge stuwd en dat iedereen weet waar Jeze 'is gebogen en hoe deze op zee «vordt gebruikt. Zeegaande wed- Jtrijdjachten moeten zelfoprich- tend zijn, sterk gebouwd en water dicht, in staat overkomende zeeën en platslaan te weerstaan. Voor geval van nood heeft een zee zeiljacht voor minstens honderd gulden vuurwerk aan boord. Bij dekwerk draagt men zo nodig zwemvesten, zo ook 's nachts 'bok- ketuig' met een verende haak (musketon), die aan de reling kan worden bevestigd. De reddingsboei is zo opgehangen dat zij direct naar een ook door de stroming snel afdrijvende drenkeling kan worden geworpen, compleet met markeerlicht. Deze lichten gaan branden bij de aanraking met zout water, een goed instrument kan het twee tot vijf uur uithouden en op een afstand van twee zeemijlen zichtbaar zijn. Aan de boei zit een fluit, die volgens de wedstrijdvoor schriften niet van metaal mag zijn. Waarom is wel duidelijk. Voor vertrek moeten lijsten met namen van de bemanningsleden en hun telefoonnummers worden ingele verd. Brandblussers, lenspompen en reddingvlot moeten steeds voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 11