Generaal won de volksgunst op Madagascar ftOL'iW/K.WAKl t.1 /,A1 iAW vu -Ü jbLi 19,"li bUiiEMLAND T9/K9 ERUAANSE REVOLUTIE OP KRUISPUNT ;t karakter van het militaire regime in Peru, dat in 1968 via een latsgreep aan de macht kwam, stelt niet alleen buitenlanders, maar |k talrijke Peruanen voor raadsels. Rechtse onderdanen van de mi- liren spreken zonder veel problemen over een linkse dictatuur, rijl linkse landgenoten de 'neo-kapitalistische' tendenzen in het kidige regeringsbeleid breed uitspinnen. De militaire machtheb- zelf wijzen er bij voortduring op, dat zij het traditionele kapi- iat! listische systeem zonder meer afwijzen, maar maken evenmin een Jheim van hun allergie voor alles wat naar communisme riekt. stei t .^e m ïekef ■en deze beide uitersten ligt een jede ruimte, die de militairen in stelt zich aan wisselende situa- s aan te passen en zonodig een zig- '-koers te volgen. Er zijn inderdaad ualistische tendenzen in het huidi- Peru aan te wijzen. Zo hebben de litaire machthebbers vooral op t platteland duidelijk bewezen, t het lot van de minst bedeelden n ter harte gaat. Verder hebben ze overheidsinvloed in het econo- sch leven aanzienlijk uitgebreid en twikkelden ze een kritische hou- 1 ig jegens het buitenlandse kapitaal. '3ch wordt er in Peru zeker niet op socialistisch maatschappij-type ge- 1 kt, want de militairen streven tege- 1 kertijd naar de uitbreiding van mo- !:Trne vormen van kapitalisme en versterking van de nationale on- ia|rnemersklasse. Een fraai voorbeeld de poging van de regering om in kader van de landbouwhervor- ig het onbeweeglijke kapitaal van ouderwetse grootgrondbezitters ar de moderne industrie-sector over hevelen. dacht, dat tegenwoordig zo'n vijftien procent van de winst sowieso via de arbeidersgemeenschappen in de be drijven wordt geherinvesteerd. Ook buitenlandse concerns, die. de mi litairen met hun nationalisaties van 'sleutel-bedrijven' en hun radicale uit latingen vérgaand van zich hadden vervreemd, zijn voor een deel terug gekeerd. Vooral in de veelbelovende oliesector. Momenteel hebben de mili tairen met twaalf olieconcerns con tracten afgesloten. Zij nemen in de oerwouden ten oosten van het An- des-gebergte de exploitatie en pro- duktie voor hun rekening en moeten vervolgens ongeveer vijftig procent van de olie afstaan aan het staatsbe drijf Petroperu. Olieleiding k ie 1 doi ïtei arwinkel er"in ze ideologische warwinkel werd ltate et minder, toen president Juan Ve- ico Alvarado onlangs in een inter- poel FERRY VERSTEEG IN LATIJNS AMERIKA 1 OV( BFS 1 B\v erkende, dat ook de 'katholieke ciale leer', die harmonie prefereert (linkse en rechtse) tegenstellingen •dele erJ* I inkapselen, aanzienlijke invoed 1eft op het Peruaanse experiment. ilangrijke hervormingen, die de mi- 8 airen doorvoerden wijzen inderdaad die richting. Zo zijn in alle onder- mingen in de industrie, de mijn- uw en de visserij zogenaamde 'ar- vo idersgemeenschappen' gevormd met t doel <je tegenstellingen tussen en_ «rkgevers en werknemers te over- n B uggen en beide groepen door ge- eenschappelijke rechten, plichten en langen aan elkaar te klinken. Zo at nu niet meer alle winst naar de litalisten, maar krijgt de arbeiders- leenschap er 25 procent van. On- 'eer tien procent van dit deel krij- de arbeiders direct in geld uitge- d, het overige deel krijgt de ar- lersgemeenschap in de vorm van idelen. Dit duurt voort tot de ge- ischap meestal na vijftien tot :ig jaar vijftig procent van de leien in handen heeft, vankelijk reageerden de onde'rne- rs zeer afwijzend op deze hervor- ng en kwamen de investeringen aktisch tot stilstand. Maar het afge- pvarefcen jaar keerde het vertrouwen in winstmogelijkheden weer wat te- wat vorig jaar leidde tot een be- Stiiedigende industriële groei van ze- >isteri B procent. Daarbij moet worden be- Er wordt een olieleiding van negen honderd km aangelegd over de An des naar de kust en in 1976 moet de zaak gaan draaien. Om de buitenlan ders niet af te schrikken, krijgen de arbeidersgemeenschappen in hun on dernemingen pas ria zeer lange tijd vijftig procent van de aandelen in handen. In sommige gevallen pas na meer dan honderd jaar, als de grond stoffen zo goed als zeker zullen zijn uitgeput! Deze plooibaarheid is kenmerkend voor de Peruaanse militaire macht hebbers. Zij wordt toegejuicht door de technocraten, die er menen, dat een ontwikkelingsland als Peru het niet zonder buitenlandse kennis en kapitaal kan stellen, maar veraf schuwd door de.linkse groeperingen in het land. Zij wijzen niet ten on rechte op de paradox, dat de militai ren in 1968 juist de macht overnemen van president Belaunde, omdat deze weigerde het Amerikaanse olieconcern IPC te nationaliseren. Verder wordt in links-intellectuele- en vakbondskringen in toenemende mate stelling genomen tegen de arbeiders gemeenschappen, omdat deze de ar beiders er van proberen te doordrin gen, dat hun belangen nu gelijk lopen met die van de kapitalisten. 'Op die manier', aldus de bekende Peruaanse socioloog Anibal Quijano, 'wordt op slimme wijze hun klassebewustzijn in slaap gesust en wordt arbeidersdruk op korte of lange termijn vermeden'. Sinamos Een ander mikpunt van groeiend kri tiek van de Peruaanse linkerzijde is de twee jaar geleden opgerichte staats organisatie SINAMOS (Nationaal Systeem tot Steun aan de Sociale Mo bilisatie). Deze organisatie, waar nu al duizenden mensen werken, probeert energiek de grootste zwakte van het huidige Peruaanse systeem te onder vangen: de militairen bezitten tot nu toe geen georganiseerde basis in de massa van de bevolking, zodat ze in geval van nood slechts kunnen terug vallen op hun bajonetten. SINAMOS dat wordt geleid door de als progressief geldende generaal Leo- nidas Rodriguez, gaat er van uit, dat er tot dusver in Peru sprake is ge weest van een 'revolutie zonder echo', van een militaire ingreep van bovenaf met onvoldoende 'wortels in het volk*. De staatsorganisatie stelt zich daarom allereerst de mobilisering van de me- Peruaanse industrie-arbeiders en mijnwerkers hebben de afgelopen maanden fel geprotesteerd tegen de gestegen kosten van levensonderhoud en tegen pogingen van de rege ring hun vakbonden samen te voegen en onder staatscontrole te plaatsen. rendeels passieve Peruaanse bevolking ten doel. Volgens SINAMOS-woordvoerder Car los Deldago wil de organisatie geen nieuwe partij zijn, maar fungeren als een stimulerende 'tweede structuur', die overheidsdiensten en regeringsge trouwe organisaties moet stimuleren en die anti-regeringsgezinde instellin gen. zoals bepaalde politieke partijen en vakbonden, de wind uit de zeilen moet nemen. En juist op dit laatste punt ontston den vooral de afgelopen maanden ern stige spanningen. Vooral toen de mili taire regering via het SINAMOS pro beerde een aantal vakbonden samen te voegen en onder staatscontrole te plaatsen. In de zuidelijke mijnbouw- provincie Moquegua en in de steden Arequipa en Chimbote kwam het tot onlusten en tot stakingen, die met harde hand werden gebroken. Enkele honderden arbeiders werden ontsla gen en enkele stakingsleiders werden zelfs het land uitgezet. Olie op het vuur vormde de sterke stijging van de kosten van levenson derhoud, die merkwaardig genoeg in de hand werd gewerkt door 'El Nino', wat in het Spaans het onschuldige woord 'kind' aanduidt, maar in dit ge val een warme golfstroom uit de om streken van Midden-Amerika is, die vorig jaar bij uitzondering naar het zuiden trok en de koele plankton- en daarom visrijke Humbolt-stroom voor de Peruaanse kusten verdreef. De vis vangst moest praktisch volledig stop gezet worden, wat een exportverlies van enkele honderden miljoenen gul dens opleverde. 'El Nino' bracht ook abnormale kli matologische toestanden in de Peru aanse kuststreken, wat een zekere schaarste aan en daardoor prijsstij gingen van agrarische produkten opleverde. Momenteel mag men van de regering bijvoorbeeld maar veer tien dagen per maand vlees nuttigen. Kip en voorzover aanwezig vis moeten de eetlust in de resterende weken stillen. 'El Nino' is inmiddels weer in noordelijke richting verdwe nen en de Peruaanse vissers en arbei ders van de onlangs genationaliseerde vismeelindustrie hopen in de herfst weer aan de slag te gaan, zodat de acute problemen op economisch ter rein spoedig geschiedenis kunnen worden. De politiek getinte problemen van de afgelopen maanden met arbeiders in de industrie en de mijnbouw kunnen zeker afbreuk doen aan het progres sieve beeld van Peru, maar zullen de Peruaanse militairen vooralsnog niet voor onoplosbare problemen plaatsen. Deze arbeiders mogen in landen als Chili en Argentinië de voornaamste machtsbasis vormen van een Allende en een Peron, in Peru blijven zij in de schaduw van de almachtige militai ren, die in de huidige situatie weinig onlustgevoelens blijken te produceren. Tevreden De meerderheid van de Peruaanse be volking, die in de agrarische sector werkt en heeft geprofiteerd van de grootscheepse landhervorming, ver toont evenmin veel neiging tot op standigheid. Dat wordt ook in de hand gewerkt door de omstandigheid, dat Peru nooit werkelijke democratie heeft gekend. Een groot deel van de bevolking bleef altijd uitgesloten van politieke invloed, omdat analfabeten geen stemrecht bezaten. Ook hadden de Peruanen minder krachtige politie ke en maatschappelijke organisaties dan de veel strijdbaarder Chileense zuiderburen. En voorzover, die orga nisaties nu bestaan, vormen ze voor de militairen geen reële bedreiging. Rechtse politieke partijen en organisa ties zijn ter ziele of leven een slui- mer-bestaan. Ter linkerzijde stellen de pro-Moskou communisten vast. dat de militairen slechts een 'burgerlijke re volutie' hebben ontketend. Maar zij zijn tezelfdertijd van oordeel, dat zo iets toch meehelpt om de weg naar het socialisme te effenen en werken daar om op bescheiden schaal samen met het regime. Andere linkse groeperin gen, zoals de Revolutionaire Voorhoe de. de Linkse Revolutionaire Bewe ging en de bijna traditioneel in vele fracties gespleten maoïsten be strijden de regeringspolitiek. Hetzelfde geldt voor veel studenten. Zij dreigen echter te blijven steken in een opgeschroefd radicalisme, dat wei nig raakpunten meer heeft met de werkelijkheid. Wie met de beste be doelingen de San Marcos-universiteit in Lima binnenstapt, wordt ontvangen met achterdocht en een agressief zwij gen. Nadat we hebben uitgelegd, dat onze contacten met grootkapitaal en CIA nooit optimaal waren, volgt een moeizame aanloop tot discussie. 'Deze Peruaanse junta is burgerlijk, pro-im perialistisch en reformistisch', aldus een student. Een vriend voegt daar aan toe: 'Een duidelijk geval van neo- fascisme'. Maar Fidel Castro heeft de militairen toch geprezen? 'Castro is een lakei van Moskou en bovendien nog een kleine bourgeois'. Discussie gesloten. Daar komt nog bij, dat veel jonge linkse intellectuelen onderdak hebben gevonden bij het SINAMOS, ondanks de kritiek, die deze staatsorganisatie juist in linkse kring weet te oogsten. Kortom, Peruaanse militairen hoeven zich op korte termijn geen ernstige zorgen te maken over hun positie. Toch bevat de sociale onrust van de afgelopen maanden in bepaalde arbei derskringen een duidelijke waarschu wing. Of deze oppositie zich zal uit breiden, hangt natuurlijk af van de toekomstige regeringspolitiek. In de regering bestaat en linkervleu gel geleid door de radicale minister van mijnbouw Fernandez Maldonado, die ijvert voor een consequente voort zetting van de hervormingsprogram ma's. De meer behoudende vleugel in de militaire regering, aangevoerd door de invloedrijke nieuwe premier Mercado Jarrin, zou meer voorzichtig heid willen betrachten en zich vooral willen richten op het veiligstellen van de nu bereikte resultaten. Velasco President Juan Velasco Alvarado is nog steeds de sterke man, die beide vleugels verbindt en die bij de massa van de bevolking behoorlijk populair is. Maar hij kampt met een slechte ge zondheid en in maart moest een van zijn benen worden afgezet wegens sto ringen in de bloedsomloop. Vorige maand hervatte hij zijn funktie en werd bij die gelegenheid op de Plaza de Armas toegejuicht door één van de grootste mensenmenigten uit de Peru aanse geschiedenis. Maar volgens naaste medewerkers van de president is zijn kwaal chronisch en geven zijn artsen hem op z'n best nog drie tot vijf jaar op h euw gouv< ïun manne van wege Rog gisten geva bijka beh groep destij d. jrden ot ten 0 pese hevi van d< edaan Limasi ie led n bran poli uit. het c< van ond fde igde genera die :e supi een nerikai ie 'BI oe rsey 'hantonj sis La» voorsfl stel zatj door H. van Beek Madagascar telt achttien ethnische groepen, die onderling sterk verschillen maar waarvan taal en cultuur een onmiskenbare een heid vormen. De grote maatschappelijke scheidslijn loopt tussen de centrale hoogvlakte (Merina en Betsileo) en de kustgebieden (de Betsimisaraka aan de oostkust, de Tsimihety in het noorden en het westen, Antandroy in het zuiden) Het centrale hoogland is in ontwikke ling aanzienlijk vooruit op de kust streken. De Merina, die de overheer sende bevolkingsgroep vormen, be heersen zowel het ambtenarenappa raat als een deel van de handel. Hun taal, waarvan de aan de kust gesproken dialecten vaak sterk af wijken, gaat door voor het 'alge meen beschaafd' Malagasy. In som mige gebieden hebben zij de kust letterlijk gekoloniseerd. De economi sche en culturele ongelijkheden zijn een bron van voortdurende spannin gen die de eenheid van de natie in gevaar brengen.- Voor veel kustbewo ners is de uitschakeling van Tsirana- na een Tsimihety niets anders dan een poging van de Merina zich van het gezag meester te maken, met behulp van het leger dat gro tendeels onder hun controle staat (generaal Ramanantsoa is een typi sche Merina-aristocraat). Met de bedoeling een botsing tussen de kuststreek en het hoogland van Madagascar te voorkomen heeft ge neraal Ramanantsoa een regering van militairen en technocraten ge vormd, die representatief is voor de diverse ethnische groeperingen. Om dezelfde reden hield hij Tsiranana aan als staatshoofd en dwong hem pas af te treden door een referen dum dat op 8 oktober vorig jaar is gehouden en waarbij de functie van president van de republiek werd af geschaft, evenals trouwens het parle ment. Met datzelfde referendum won hij een massief vertrouwensvo tum 96 pet. van de stemmen voor een vijf-jarig programma van 'nationale wederopbouw'. Ondanks het vooropgezette a-politieke karak ter van zijn regering kreeg hij de steun van alle politieke partijen, be halve van de PSD, de oude regerings partij onder president Tsiranana. Remmingen Sindsdien voert >de nieuwe regering een beleid op ministens vier fronten tegelijk: onafhankelijke buitenlandse politiek, hervorming van het regio nale bestuur, onderwijsvernieuwing en economische zelfstandigheid. De onderwijsvernieuwing is een direct uitvloeisel van de schoolstaking in 1972. Het bereiken van het doel te komen tot een aan het land aange past onderwijs in de eigen taal en toegankelijk voor iedereen, wordt belemmerd door gebrek aan kader, leermiddelen en gebouwen. Boven dien geven de kustbewoners de voorkeur aan het Frans als onder wijstaal, zolang het dominerende Malagasy van dc Merina, de invloed rijkste bevolkingsgroep op Madagas car, geen plaats toekent aan hun ei gen dialecten. In de economische sector zijn tot nu toe een aantal drastische maatrege len genomen om de overheidsuitga ven te beperken en het wegvloeien van privé-kapitaal naar het buiten land tegen te gaan. De belasting druk voor de minst bedeelden is aanzienlijk verminderd en er staat een programma van wegenbouw op stapel dat beoogt grote gebieden te ontsluiten en tegelijk maximaal werk te verschaffen. Maar beslissin gen om belangrijke sectoren zoals energie en in- en uitvoer te nationa liseren blijven uit. Generaal Ramanantsoa heeft sinds hij aan de macht is bij herhaling ge zegd, dat zijn regering de dialoog met het volk wil. Die moet vorm krijgen in twee zogenaamde volksra- Generaal Ramanantsoa: de man die weigerde er op in te hakken kreeg grote volmachten van het volk. den. één voor het onderwijs en één voer de ontwikkeling van de natio nale economie. Deze instellingen. die het parlement moeten vervan gen, maar alleen een raadgevende functie hebben, zullen gevormd worden als de nieuwe territoriale struktuur is doorgevoerd, intussen is de binnenlandse situatie verre van rustig. In december vorig jaar is Tamatave, de belangrijkste havenstad, het toneel geweest van hevige rellen, gericht tegen de Meri na, die met duizenden naar de hoofdstad zijn gevlucht. In februari van dit jaar hebben zich soortgelijke taferelen herhaald, zij het minder ernstig, in Diego-Suarez en Majunga. De betogers eisten de handhaving van de oude banden met Frankrijk, zongen de Marseillaise en droegen de Franse vlag. Het was duidelijk dat zowel Tsiranana als de oud-mi- nister van binnenlandse zaken, Re- sampa, probeerdèn het heft weer in handen te krijgen. Zij werden in Frankrijk gesteund door de promi nenten van het onvervalste neo-kolo- nialisme, die nauw samenwerkten met grote maatschappijen op Mada gascar. Deze maatschappijen, die de scheepvaart, de handel, de banken en de energie-sector beheersen, kun nen naar believen een taktiek van economische verstikking toepassen en daarmee de regering grote moei lijkheden bezorgen. In grete delen van het land begon al gebrek te heersen aan noodzakelijke produk ten als petroleum, benzine, zout en rijst, het hoofdvoedsel. Inmiddels heeft het succes dat gene raal Ramanantsoa heeft gehad bij de onderhandelingen met Parijs hem het morele gezag gegeven om effec tief te kunnen optreden tegen zijn binnenlandse vijanden. Zij vormen niet de grootste bedreiging van de hervormingen. De beslissende vraag is of de nationale élite, waarvan de meerderheid het huidige bewind steunt, bereid zal zijn z'n voorrech ten op te geven in ruil voor een ontwikkeling die het hele land ten goede komt. Toen op maandag 15 mei vorig jaar de betogende menigte het paleis van de president naderde, belde de mi nister van binnenlandse zaken de kerkelijke autoriteiten op, die op dat moment vergaderden, met het wanhopige verzoek iets te doen. Hij dacht dat naar de stem van de kerk meer geluisterd zcu worden dan naar de zijne. Dit voorval is teke nend voor de invloedrijke rol van de kerken op Madagascar, niet al leen door hun aanhang (ruim één derde van de bevolking, gelijk ver deeld over katholieken en protestan ten), maar ook door het gezag dat de Malagasiër zijn geestelijke leiders toekent. Twee kerken Zowel de rooms katholieke als de grootste protestantse kerk (Kerk van Jezus Christus op Madagascar) hebben geen geheim gemaakt van hun instemming met de mei-bewe ging en hun steun aan het nieuwe bewind. Maar dat betekent aller minst dat ze onderling ook overeen stemmen. Rooms katholieke groepen hebben uiterst aktief deelgenomen aan massabijeenkomsten die vooraf gingen aan het nationaal congres, in een poging een beslissende invloed op de beweging te krijgen. Nadat ze daarin slechts zeer ten dele geslaagd waren, werpen ze zich nu op als de verdedigers van de kustbevolking, on der wie de rooms katholieken beter zijn vertegenwoordigd dan de pro testanten. De protestanten hebben zich even min afzijdig gehouden, maar zonder de indruk te geven als pressiegroep op te treden. De grootste protestant se kerk heeft verschillende malen kanselboodschappen uit doen gaan, waarin vooral de nadruk gelegd werd op de verantwoordelijkheid van de christen als volwassen staats burger. Alleen tijdens het referen dum nam deze kerk stelling en riep de leden op ja te stemmen tegen het nieuwe bewind. Een nederlaag van de regering zou tot nieuwe en waar schijnlijk bloedige onlusten hebben geleid. Sinds de rellen in Tamatave en el ders aan de kust verdenken steeds meer protestanten de katholieken ervan een dubbel spel te spelen. De achtergrond van dit wantrouwen is de cude vrees voor een machtspoli tiek bedrijvende rooms katholieke kerk, iets waaraan men slechte her inneringen heeft uit de koloniale tijd. De protestantse kerken zijn voor standers van een strikt neutrale overheid. Dat het hun ernst is, bleek uit de synodebesluiten van de kerk van Jezus Christus op Madagas car en de Lutherse kerk waarin zij zich bereid verklaarden hun uitge breide scholenwerk in het kader van de onderwijsvernieuwing over te dragen aan de staat. De rooms ka tholieke bisschoppen hebben zich te gen deze nationalisering van de con fessionele scholen uitgesproken. Van nationalisering is overigens voorlo pig geen sprake, want de overheid kan de kosten niet opbrengen. Zelfkritiek De synodevergadering van de Kerk van Jezus Christus op Madagascar die in juli 1972 werd gehouden, is van het begin tot het eind begeleid door een aktie-groep, die het de 200 afgevaardigden onmogelijk heeft ge maakt de kerkelijke zaken op de ou de voet te behandelen. Een groep jongeren diende een rapport in waarin kort en bondig werd gezegd dat de kerk ontrouw was geworden aan haar roeping. Het gevolg was dat het thema van de synode: 'Een kerk, levend voor de anderen', een bron werd van inspiratie. De schok van de revolutie die de Malagasiërs in beweging heeft ge bracht, heeft ook de kerken geraakt. Zij zijn gaan inzien, dat ze zich al te lang geïdentificeerd hebben met de élite en de bezittende klasse' en dat de kloof tussen rijk en arm dwars door hun eigen gelederen loopt. De eerste stap op weg naar een nieuw en geloofwaardig getuige nis, is gezet. Dit is het laatste van drie artikelen over de veranderingen van de laat ste Jaren op Madagascar. De schrij ver is secretaris van de synode van de 'Kerk van Jezus Christus op Ma dagascar*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 9