IN Bü SINAI RAAK JE AAN DE BRON VAN JODENDOM EN CHRISTENDOM Joods denken reddende factor? 0 1 Vandaag;, Trouw Kwartet KOLi'Nv»v w KERK fUV door dr. N. J. van Eikema Hommes Schrijver dezer artikelen had dit voorjaar het ongekende voor recht tot tweemaal toe te toeven in de Sinaï met als doel een be zoek aan het wereldberoemde klooster Sancta Catliarina, waar in «le vorige eeuw de Duitse ge leerde en kenner van bijbel handschriften, Constantin Ti schendorf, de ontdekking van zijn leven deed. nl. de Codex Si- naïticus, die met de Codex a- ticanus tot vóór de vondsten bij Qurnran, tot de oudste bijbel handschriften behoorde Het is precies een halve eeuw geleden, dat ik als jong student in dc theologie voor het eerst hoorde van en las over de Codex Sinaïticus en geboeid werd door hel fascinerende verhaal, hoe Tischendorf in mei 1844 als door een wonder en juist op het nippertje daar in het beroemde klooster Sancta Ca- tharina, door Keizer Justinianus (6e eeuw) met vestingmuren omringd, het eerste fragment van deze beroemde Codex ontdekte en redde van een on herstelbare en radicale ondergang. Het fragment lag temidden van een hoop andere oude perkamenten in een grote mand. waarvan de inhoud aan de vlammen zou worden toevertrouwd, zoals reeds kort tevoren, naar dc schokkende bekentenis var. de bibliothecaris aan Tischendorf, tweemaal was gebeurd! Tischendorf is later nog tweemaal naar het Sancta Catliarina klooster gegaan en wel in de jaren 1853 en 1859. Terwijl het laatste sprankje hoop. dat hij nog ooit iets maar zou vinden van het fragment uit 1844. was gedoofd en hij reeds zijn Benoemen met hun dromedarissen bevel had gegeven zich reisvaardig te maken naar Cairo, valt hem dan op 7 februari 1859 geheel onverwacht van wat hij zelf heeft genoemd de 'parel van al zijn nasporingen' in de schoot: heel het oude testament en het nieuwe testament compleet in het Grieks met daaraan toegevoegd, de beroemde brief van Barnabas en een deel van de Herder van Hermas, twee zeer belangrijke geschriften uit de tijd van de zogenaamde apostolische vaders, de oudste schrijvers na de apostelen, van grote betekenis voor de geschiedenis van het oudste Christendom. Toen ik mij. een halve eeuw geleden als een padvinder, ja eigenlijk nog maar een welp. aan deze wereld van historische ontdekkingen overgaf, droomde ik van een bezoek aan dit beroemde klooster Sancta Catharina Wat ik toen droomde, is nu realiteit geworden. Ik was in het klooster aan de voet van de berg Sinaï. Ik doorleefde opnieuw de reizen en ontdekkingen van Tischendorf! Hoe is het reizen door de Sinaï gewijzigd sinds Tischendorf er voor ruim honderd jaar met zijn Bedoeïnen en pakezels doortrok in vermoeiende en uitputtende dagreizen! Sinds de zesdaagse oorlog in 1967 heeft üe staat Israël de Sinaï op een verbluffende wijze voor het toerisme opengelegd. Niet ver weg van het Catharinaklooster is een vliegveldje aangelegd, waar nu elke dag de Arki^ Israëls binnenlandse luchtlijn, vanuil Tel Aviv, via Eilat, vliegtuigen vol toeristen heenbrengt. Niet alleen christenen uit de hele wereld, maar vele joden uit de staat Israël en uit de 'verstrooiing' maken iedere dag deze trip door de Sinaï mee, want volgens een eeuwenoude traditie is het beroemde Catharinaklooster. gebouwd op de Catharinaberg (2602 m). waarvan de lagere voorhoogten en grenzen aan de Djebel Musa, dc Mozesberg (2224 m). Daar is God aan Mozes verschenen en openbaarde Hij aan zijn knecht de Tien Geboden. Daar zag Mozes de brandende braambos en hoorde hij de stem van God. Bestaan Nu nog kunnen de bezoekers in het klooster een boomstruik zien, waar eens de brandende braambos zou hebben gestaan. De huidige 'kinderen Israëls' en niet alleen zij, kijken daar wat sceptisch tegen aan. Wat joden en christenen hier in de Sinaï verbindt is het besef, dat volgens een gewijde, eeuwenoude traditie de openbaring van God tot Mozes is gekomen en dat de bouw van het klooster gestalte en uitdrukking heeft willen geven aan deze gewijde traditie. Zeker, het behoort tot de 'verlichting' van onze tijd met zijn keihard atheïsme en de 'God-is-dood-theologie', dat men alle openbaring als naïeve achterlijkheid uitbant. Zo zijn er schrandere koppen, die beweren, dat een sluwe Mozes zich achter een God heeft verschanst, die helemaal niet bestaat, om aan het volk, dat hij aanvoerde, grondregels van individuele en sociale hygiëne in te stampen. Er is één feit, dat geen verlichte atheïstische interpretatie uit onze tijd kan loochenen: HET BESTAAN DER TIEN GEBODEN! Traditie Mozesberg Eeuwenlang heef'c men gedacht, dat de monniken van het Catharinaklooster de traditie van de Mozesberg in het leven zouden hebben geroepen. Het omgekeerde staat nu vast. Deze monniken zijn niet geweest de scheppers van de Mozesbergtraditie, maar het klooster heeft veeleer zijn ontstaan te danken aan een reeds lang bestaande gewijde traditie, die de Mozesberg noemde en vele pelgrims naar de Sinaï trok. Vast staat, dat reeds ongeveer in het jaaar 400 (dat is dus een 150 jaar voor de bouw van het Catharinaklooster!) velen naar de berg Sinaï of Horeb (de dubbele benaming van de Godsberg is nog altijd een onopgeloste zaak) trokken. Reisverslag uit ca. 400 In 1884 deed men in een Italiaans klooster een verrassende ontdekking en wel van een reisbeschrijving van een voorname non uit Galicië. die ongeveer rond het jaar 400 een pelgrimage maakte naar de Mozesberg. Zij heeft daarvan een beeldend en uitvoerig verslag voor haar medezusters gemaakt, in het toenmalig volkslatijn. Zo vertelt zij daarin, dat op do plaats van het braambos vele kluizen van heremieten stonden. Tevens vertelt zij. dat er een kerk stond met een tuin er voor en dat daarin het braambos was. Of dit de kerk was,'door de moeder van keizer Constatijn, Helena gebouwd, is niet zeker. Wel zal ze aan Maria gewijd zijn geweest. Mystieke theologie in de oude kerk zal al vroeg het brandend braambos, dat niet verteerde als een symbool van Maria, wier maagdelijkheid niet verteerde ondanks haar moederschap. De non Aetheria bewijst in haar reisverslag dat zij een goede vertelster is. Zo beschrijft zij met welbehagen en geestdrift, hoe zij omringd door kluizenaars en gesterkt door hun voorbedes, de Godsberg bestijgt. Uit het verhaal van de non Aetheria blijkt, dat er rondom het jaar 400 in de bergwereld van de Sinaï reeds een soort 'broederschap des gemenen levens' van kluizenaars bestond. Voor deze kluizenaarskolonie is dan een 150 jaar later een ommuurd klooster gebouwd, dat tevens de functie had van een militair bolwerk, hetgeen nop duidelijk te zien is. Justinianus als bouwer Wij weten niet precies, wanneer het klooster met de geweldige vestingmuren is gebouwd. De huidige bezoeker leest nu boven de ingang van de poort een Inscriptie in het Grieks en Arabisch van de volgende inhoud: 'Dit heilige klooster van de berg Sinaï, waarop God tot Mozes sprak, werd gebouwd door de vrome keizer Justinianus lot zijn en tot die van zijn gemalin Theodora eeuwige gedachtenis en hij stelde in het jaar 6C21 na Adam in het jaar 527 n. Chr. een abt met de naam Doulas aan. Deze inscripties stammen uit de 12e eeuw. Het vermelde is historisch onmogelijk In het jaar 527 werd Justinianus pas keizer. Vele historici stellen het bouwjaar van het klooster in het jaar 557. In elk geval moet het gebouwd zijn tussen 548 (sterfjaar van keizerin Theodora) en 565. Men heeft nl. twee e:t voto's ontdekt op de oorspronkelijke dekbalken van de kloosterkerk. De ene met de inscriptie: 'Tot heil van onze vrome keizer Justinianus'. De andere luidt: 'Tot aandenken en voor de zielerust van onze gestorven keizerin Theodora'. De keizerin stierf in het jaar 548. Het klooster is in elk geval dus gebouwd tussen de jaren 548-565. Al diende het meteen tot woon- en wijkplaats van de kluizenaars, primair was het door Justinianus bedoeld als een militaire vesting, waarin de keizer de zogenaamde limitanci de grensgarnizoenstroepen legerde tegen de door hem onderworpen Saracenen, zoals Prokopius, van Caecarea, Byzantijns historicus en tijdgenoot van Justinianus. die o.a. een werk schreef over de bouwwerken van de keizer, ons verhaalt. Heilige Catharina Een weelderige fantasie rond de antithese tussen christelijke ingetogenheid en heidens liberalisme heeft haar verwekt en gevoed. Catharina. een heilige maagd uit voorname kring in Alexandrië. zou keizer Maximianus of Maxentius openlijk vermaand hebben om zijn liederlijke levenswandel. Niet tegen haar geleerdheid en zedelijke ernst opgewassen, ontbood de keizer vijftig geleerden om met Catharina te disputeren. In stee van haar te verslaan, werden deze vijftig wijze mannen door de overtuigingskracht van Catharina alle tot bekering gebracht. De keizer in woede ontstoken, veroordeelde de vijftig wijze mannen tot de brandstapel. De heilige door dr. C. Rijnsdorp Prof. dr. J. M. Hasselaar (geb. 1917) volgde in 1971 Van Ru- Ier als hoogleraar aan de Rijks universiteit te Utrecht op. Hij was reeds diens medewerker geweest. Hasselaar (is kri tisch) bewonderaar en kenner van het werk van Eugen Ro- sentock-Huessy 1888-1973), een veelzijdig Joods denker, die in oktober 1933 naar' de Verenigde Staten uitweek en ook daar als hoogleraar werk zaam is geweest. Uit dankbaarheid voor de verdie ping die Hasselaar door het denken van Rosenstock voor de eigen theo logische arbeid heeft ervaren, heeft hij een tamelijk uitvoerige studie aan deze 'veelzins onbegrepen en daarom vergeten denker' gewijd. Het boek heet Inleiding tót het den ken van E. Rosenstock-lliiessy; het is uitgegeven bij Ten Have N.V. Baarn met steun van dc Nederland se Organisatie voor Zuiver Weten schappelijk Onderzoek (ZWO) te 's- Gravenhage, Het telt 291 dichtbe drukte bladzijden en kost f 18.90. Prof. Hasselaar hoopt dat jonge the ologen zich intensief met Rosenstock zullen gaan bezighouden. De theolo gie heeft al geruime tijd te maken gekregen met psychokgie en ziet zich de laatste jaren ook geconfron teerd met de sociologie. Rosenstock heeft zich ingezet voor een integra tie van psychologie en sociologie binnen dc theologie. Als gelovig chris ten uit het oude volk staat hij dicht bij de geest van de bijbel als Joods boek en is hij minder afhankelijk van de westerse theologie. In die zelfde lijn ligt zijn onafhankelijke opstelling ten aanzien van het wes terse geleerde specialisme en de uni versiteiten zoals die zich in de wes terse wereld hebben ontwikkeld. In de beide wereldoorlogen die de kracht hadden van wereldrevoluties hebben de Duitse universiteiten naar Rosenstocks mening gefaald. Ze zijn vakscholen gewrrden in dienst van het bestaande en zijn belangen. De grote afwezige daar is.... Paulus. d.w.z. betreurd wordt, het verloren gaan van een visie op de toekomst en op de geschiedenis. Als de maat schappij opnieuw moet worden op gebouwd. dan kan geen groep, geen klasse en geen vakwetenschap alléén iets volbrengen. Want het is de toekomst die Rosen stocks leven en denken geheel in be slag neemt. Vóór alles wil hij daar bij dienen. Zijn blik is steeds ge richt op iiet gemeenschappelijke, zo wel in de wetenschap als in het da gelijks leven. Zo komt hij tot zijn eigen vorm van sociologie. Want één der gespecialiseerde groep, één fa culteit kan aan de nood der tijden niet het hoofd bieden, maar is veel eer zelf een uitdrukking van die nood. Hasselaar zegt: 'Rosenstock wordt doodgezwegen, cmdat hij weten schappelijk. b.v. als historicus en so cioloog, niet te plaatsen is' (17). Het is ook mcoilijk te oordelen over ie mand die theoloog, socioloog, taalfi losoof en cultuurhistoricus in één persoon is en boven eigen gedachten ontwikkelt over de pedagogiek. De renaissance kende het ideaal van de alzijdige mens. waaraan b.v. Leonar do da Vinei tot op grote hoogte be antwoordde. Bij de ontwikkeling van dc afzonderlijke wetenschappen kon dat univcisalitcits-ideaal geen stand houden. De romantiek bood een schijnoplos sing door hot inschakelen van de ge niale intuïtie, wat ook het ontwer pen van grote filosofische systemen in de hand werkte. In dit klimaat kan men b.v. denken aan Goethe, bij ons een beetje aan Bilderdijk, aan Hegel en Schopenhauer, aan wie. bij elk op eigen wijze, een tota liteit voor ogen stond. De opbloei van de afzonderlijke wetenschappen in de negentiende eeuw heeft dit ro mantisch gekleurde ideaal verbro ken. De totaliteitsvisie ging verlo ren. Nietzsche als cultuurfilosoof heeft ernaar gegrepen en is er, mis schien niet causaal maar toch feite lijk, aan te gronde gegaan. Kuyper stichtte zijn Vrije Universiteit op basis van een neo-calvinistische tota liteitsvisie. Karl Barth ontwierp een indrukwekkende gedachtenbouw in zijn Dogmatiek. Maar na de ver schrikkingen van de tweede wereld oorlog lijkt de mogelijkheid van een totaliteitsvisie buiten bereik te zijn geraakt. Daarom is ook de uni versiteit als instelling in de crisis gekomen. Misschien moet men dit zien als een op dood spoor geraakt zijn van de eenzijdige westerse cul tuur. Op dit punt gekomen, her-ontdekt men het Jodendom en het Joodse denken als een mogelijk reddende factor. Het gesprek met Israël is al gaande en kan niet meer worden gestuit. Voor kerk en samenleving krijgt het voortbestaan van de Jood se natie (ik laat de STAAT Israël hier buiten beschouwing) een verras sende betekenis. God kan culturen sparen én vernieuwen door en mis schien ook ter wille van zijn oude bondsvolk. Ons dpnken is over- Eugen Rosenstock-Huessy wegend los makend, het bunnen ver bindend. En dan gaat hei in de eer ste plaats niet om instemming met wat denkers als Buber, Rosenzweig en Rosenstock hebben geschreven, maar om de ontmoeting met een an dere manier van denken en zijn. om een herscholing van de westerse geest, die tot eigen schade eeuwen lang tegenover de Joden het con flictmodel heeft gehanteerd. Aanvankelijk was ik van plan het belangrijke derde hoofdstuk dat over revolutie gaat, in het kort na te vertellen, Maar deze 67 compact geschreven bladzijden zijn zélf al een samenvatting, die in geen 670 woorden weer te geven is. Men moet e/ eenvoudig van afzien wat dan ook te cxerperen. Bovendien is de an dachtige lectuur van dit boek een begin en alles behalve een einde. Extra belangrijk, is hier dat Rosen stock een gelovig christen is ge weest. Dit heeft heel zijn denken en handelen doortrokken. Zozeer zelfs dat hij zich afvraagt, hoe er in Duitsland neg een levende kerk kan zijn, nu die geen Joden meer tegen over zich vindt. 'Welke taak het zich afzonderende jodendom nog heeft in de door Christus voor het gehele menselijke geslacht gestichte tijdrekening - dat is in Rosenstocks denken een groot probleem. Maar géén probleem voor hem is de over tuiging: zonder joden geen ware kerk en geen authentiek christen dom (13). Krasse woorden die in ons gemoed een diepe kras achterla ten. 11 wc NOG GROTERE HONGER rk re Het rode-oren verhaal van Jij0t di Tamar in genesis 38 is een st duidelijk in de geschiedenisscl. Z m Catharina werd in de gevangenis opgesloten. Al haar bezoekers kwamen tot bekering. Tenslotte werd ze ter dood veroordeeld. Ze zou door een afschuwelijk martelwerktuig van twee in tegengestelde richtingen draaiende en van zwaarden voorziene wielen, omgebracht worden. Engelen grepen in, zodat het martelinstrument in plaats van Catharina, de beul doodde. Toen werd ze onthoofd. Voor haar sten-en had ze God gebeden, dat haar lichaam onvindbaar zou worden gemaakt. Weer grepen engelen in, die haar lichaam naar de hoogste top van de Sinaï droegen, die toen de naam kreeg van Djebel Catharina. Met de engelen vlogen hele koppels patrijzen mee, voor wie God ^en bron liet ontspringen op de berg, die nog water geeft, de patrijaenbron. Al dit wonderbare gebeuren rondom Catharina vond plaats in de aanvang van de 4de eeuw, rond het aftreden van keizer Diocletianus, (305), de laatste vervolger der christenen. Eeuwen later vonden vrome monniken het nog gave lichaam van de heilige martelares. Engelen hadden al die eeuwen aan hoofd en voeteneinde van haar baar gestaan. Zo werd de heilige Catharina onontkoombaar de schutspatrones van het beroemde klooster, door keizer Justinianus met vestingmuren omringd. Op haar naamfeest 8 december, worden ieder jaar in plechtige processie nog resterende gebeenten van de heilige Catliarina in schrijnen bewaard, door het booster gedragen. Islam Op de top, die ii5 meter boven het klooster ligt, staan een kerkje en een kleine moskee broederlijk naast elkaar. De deurposten van de moskee zijn zwart van geronnen bloed, afkomstig van schapen en geiten, geofferd aan de aartsvader Mozes. Eenmaal per jaar beklommen de bedoeïnen de berg. Dan is hij geheel voor hen alleen. Het is de grote dag van uitbundigheid en erotische extase, wan de bedoeïnen geloven, dat de op de Mozesberg verwekte kinderen geboren zullen worden met de gave der voorspelling. Ook het klooster werd spoedig voor de Islam een heilige plaats. Bedoeïnen geloven, dat Mozes zelf op Gods bevel het klooster heeft gebouwd. De huidige bezoeker ziet een document mei handafdruk van Mohammed, waarin deze het klooster zijn bescherming toezegt. Dit is een fclsificatie, welke naar het oordeel van geleerden stamt van een pseudo- profeet, een 400 jaar later. Vast staat, dat de Islam van meetaf de Godsberg vereerde. Zo zweert Mohamed in de 95ste Soera van de Koran bij de Berg. Daar heet het: 'In de naam van Allah, de albarmhartige. Bij de vijg en de olijfboom en bij de berg Sinaï'. Wereldberoemd werd het klooster door de ikonen van Tischendorf. Daarover nog nader. Jozef, waarover het nu telkeni ingeschoven is. Het is één vfr verhalen die in onze censuur viit woord Gods is waarschijnlijk3*1*-* kans gemaakt zou hebben. WÓ* mar gedraagt zich als een prostf Juda 'gaat vreemd', ook al is j00g dat moment ongehuwd. Plet vo, speelt een rol in de vraag naar e opvolging voor de oude sheik, rop j Ruben is afgevallen vanwege ?dienj faire met Bilha. In de geschfc do< van Dina spelen Simeon en L^n_ j rol die hen voor deze opvolgingen» schikt maken. Juda is 'aan de jh j; Dit kan een reden zijn voor dat w senschuiven in de tora, de onl Toe zing. Maar waarin worden we <Jis ee derwezen? Juda verwekt bij een en anitische vrouw drie zonen. Deiteert heet Er, trouwt met Tamar enfkgrc omdat hij het misnoegen van dj stri; opwekte. Waarmee wordt verzïste Onan zal haar nu volgens jjalloz moeten huwen, maar ziet er gete g( doende voordeel in. De Heeri (Dl ook hem. Het wordt hachelijk, fcewel da nu zijn jongste zoon aan Taffiriun ven? Hij stuurt haar terug. Miep) Kanaanitische kan het milieu flvikk aartsvaderlijke familie niet vejleg 1 Heeft zij gehoord van een geht^®f 1 n Kolnftn ,.nn aan' aflonic ei i ïplet le belofte, van een' erfenis dii dan een erfenis is? In ieder get leidt ze haar schoonvader als di maal weduwnaar geworden ia** zich op te sieren en zich als eef aan te stellen. Ze bedingt de pr een geitebokje en Juda moet l_i.( gelring als pand achter laten. F" K' gelring brengt later aan het li<jBK-F Juda de vader is van het kind c™* bij haar verwekt heeft. Het r ®r zelfs een tweeling. Opnieuw eej™ ling. De geschiedenis der n® schijnt dit model te hebben. Ai?*"* Kain, Jakob en Ezau. hier: Per®"' doorbreker en Zera, die eigenlij"® 't eerst liet zien en daarom eer. draad om zijn hand kreeg. Di verzwijgt dit wonderlijk verhaa|ere Waarom? Kijk, het gaat i njwor< hoofdstukken om Jozef. Zijn vehan lopen uit op de stilling van de de hongersnood. Maar de vertelleenoi het niet nalaten om ons even tejdse roepen. Het gaat om meer. HeUr li om een nog grotere honger eret ai die gestild zal worden in de lilden Juda, Perez, Hezron Jozef, <h zit van Maria, uit wie Jezus gebo:0(jre die Christus genoemd wordt. ge(je 1,3 (Genesis 38). 1 en aag Beroepingswerk p NED. HERVORMDE KERK t m Aangenomen naar Katwijk air zt Rijn: E. K. Teygeler te Markeds bedankte voor 's Gravenpolder, Idee! kenskerke, en Baarland (toez.).^^ Bedankt voor Benschop, Strer"" (toez.) en Werkendam (toez.):>vf I van Slooten te Nijkerk. t11 GEREF. KERKEN Aangenomen naar Utrecht Zui B Kroenemeijer te Leiden. CHR. GEREF. KERKEN Beroepen te Utrecht Noord: I Beek te IJmuiden.- GEREF. GEM. IN NED. f i Bedankt voor Terneuzen: M. vaik te Opheusden. isvi De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courajj^ Nieuwe Leidse CouranL^ Dordts Dagblad zie Uitgaven van r*e B V. De Christelijke Pen^; Jim Dagelijks bestuur: B. Bol. De^f Haag. d'. E Bleumink, Paters31^ wolcie: mr. G. C. van Dan Nootdorp; W. A. Fibbe, Ro^" terdam. J. Lanser, UtrechL drs J W de Pous. Den Haatttl J Smallenbroek, Wassenaaj, Overige I meen bestuur: sterdam; den; Th dr J. Donner. Den Haag; J van Eibergen, Schaarsbergeifaf, mr K ven Houten, Wagenimm gen; ds. O. T. Hylkema, BilLjjj hoven: Jac. Huijsen, Delft mevrouw M C. E. Kloostei man-Fortgens. Voorschotel- mevrouw J. G. Kraayevelife Wouters. HeerhugowaarqGf prol. dr. G. N. Lammen! j Maarden: ds. F. H. Land^je' man, Den Haag; H. de Moor; Rijnsburg; H. Oltevanger, Bu'u. tenpost; mr. dr J Ozingi lunteren; H. H. Wemmers Den Haag; drs. R. Zijlstr^ Oosterland (Zld Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: J. Tamminga. Hoofdkantoor B.V. Df Christelijke Pers: N.Z Voorburgwal 276 - 280 Adam. Postbus 859 Telefoon 020-22 03 83 Postgiro: 26 92 74. Bank Ned. Midd. Bank (rek.nr 69 73 60 768). Gem.girj X 500. k Het Sancta Catharina Klooster op de Sinaï. Jonge Israëliërs genieten van het uitzicht vanaf de Sinaï.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2