Olivier Messiaen, vogels en mystiek Mister Buffo werd verrukkelijk toneel Weill en Eisler gingen de mist in omponistenstudio liet esultaten horen )ansvirtuositeit van nsemble Louis Falso Bureaulade van Martin na veertig jaar geopend Het trio Fontanarosa stelde teleur Vandaag LW/KWARTET MA ANDAG 25 JUiNI 1973 KUNST T7/K9 Holland Festival '73 door Adr. Hager RIJSWIJK Het zou niet toege staan moeten zijn, dat een festival concert met het Nederlands Kamer koor en het NCRV Vocaal Ensemble in de over-akoestische Rijswijkse St. Bonifatiuskerk werd gegeven. Met alle waardering voor de bemiddeling van de plaatselijke culturele com missie, moet men stellen, dat het optreden van deze koren op centrale punten van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en zo mogelijk elders zou moeten plaats vinden. Niet alleen omdat men hier te doen heeft met de meest sublieme koren van Neder land, doch vooral ook omdat het programma een Messe van Frank Martin vermeldt. De bij deze uitvoering aanwezige 82- jarige, in Nederland wonende, Zwit serse componist zegt over deze in 1922 geschreven mis: 'Ik schreef dit werk zonder enige stimulans van buitenaf, geheel uit vrije wil en zon der enig eigenbelang. Ik verlangde er helemaal niet naar, dat het zou worden uitgevoerd. De mis is veer tig jaar in een la blijven liggen en werd in 1963 voor het eerst uitge voerd. Tot op heden heb ik het werk nog nooit gehoord. Laten wij hopen dat men in deze Mis, die een halve eeuw oud is, nog iets kan aan treffen van overtuiging, jeugd en lieflijkheid.' Geen ijdele hoop zoals bleek uit de waarlijk sublieme weergave door Marinus Voorberg en beide koren. Frank Martin is één van die compo nisten die te weinig aan het woord komen. Zijn oeuvre verdient meer algemene belangstelling, ook van on ze koren. Deze Mis, geschreven voor hij onder invloed kwam van Schönberg, is van een aangrijpende melodische schoonheid, zeer ingeto gen en overwegend gedragen van ka rakter, met een verfijnde klank kleur, die zo typerend is voor het werk van Martin. De dirigent van het Nederlands Ka merkoor, Hans van den Hombergh, bracht met beide koren in de half bezette kerk een spontane en leven dige uitvoering van 'Der Geist hilft unser' van Bach. Helaas liepen de verschillende stemmen door de na galm geheel ineen. In de fijnzinnig uitgevoerde psalm van Da Palestrina speelde de ruimte gelukkig de stem voering iets minder parten. Indruk wekkend was de weergave van 'Nachtwake' van Rachmaninow, een ode aan de componist die honderd jaar geleden werd geboren. Sfeervol le en harmonisch rijke muziek, ge schreven voor de religie van het Ou de Rusland en in die geest tot klin ken gebracht. door Adr. Hager DEN HAAG Patrice, Renaud en Frédérique Fontanarosa, twee broers en een zus, vormden in 1961, nadat zij met eerste prijzen het conserva torium van Parijs hadden verlaten, een trio. Zij volgden hun studie 'en semble-spel' bij Pierre Pasquier en later bij Joseph Calvet. Zij werden door de Holland Festi val-leiding uitgenodigd voor twee concerten: een Schubert-programma zaterdagavond in het Haagse Dili- gentia en zondag in het Concertge bouw te Amsterdam met werken van Leclair, Beethoven, Fauré en Ravel. De trio's nemen in het oeu vre van Schubert een kleine plaats in, niettemin zijn Opus 99 en 100 hoogtepunten. Schubert schreef bei de werken waarschijnlijk in 1827, en een jaar voor zijn dood. Hoewel zij stylistisch grote verwantschap verto nen, ademen zij toch een geheel ver schillende geest Beide trio's werden aangevuld met een zelden gespeeld Notturno, dat uit hetzelfde jaar 1827 stamt. Op het gebied van de kamermuziek is men bij het Holland Festival tot nu toe niet gelukkig geweest Het Amati Ensemble was ronduit teleur stellend en de familie Fontanarosa maakte toch ook de keuze niet waar. Frédérique speelt qua inbreng bij haar beide broers de baas, met haar forse, keiharde aanslag en nadrukke lijke accenten overheerst en over stemt zij de violist en de cellist Dat heeft in de snelle delen tot gevolg, dat de broers er nog een schepje bo venop doen en met name violist Pa trice produceert dan een scherpe, weinig fraai afgewerkte toon. In de andantes wist men dan ook meer sfeer te bereiken, al miste men toch tederheid, romantiek, lyriek en per fecte afwerking. Vergelijkt men dit optreden met de kwaliteit van het Amsterdamse Gu- arneri Trio, dan vraagt men zich af, waarom deze musici niet de plaats van de Parijzenaars konden inne men, temeer daar Herman Krabbers één dezer dagen zijn vijftigste levens jaar bereikte. door R. N. Degens De Franse componist Olivier Messi aen (1908) aan wie in 1971 in Am sterdam de Erasmusprijs werd uitge reikt, was ter gelegenheid van het Holland Festival weer in ons land. Er worden diverse werken van hem in dit festival uitgevoerd. Zaterdaga vond zat hij als een van de ongeveer vijfhonderd toehoorders in de ver der lege grote zaal van het Amster damse Concertgebouw te luisteren hoe het Radio Filharmonisch Orkest drie werken uit drie verschillende scheppingsperioden van hem uit voerde; onder leiding van Jean Fournet die met Messiaens muziek goed vertrouwd is, en met medewer king o.a. van mevrouw Messiaen-Lo- riod, die vanaf haar jeugd de moei lijkste pianowerken van de fel-om- streden Messiaen met het (schijn baar) grootste gemak vertolkte. Deze avond was het 'La Reveil des Oi- seaux' waarvoor haar medewerking gevraagd was; terecht, want niemand als zij weet het vogelgekwinkeleer dat Messiaen in dit stuk voor piano en orkest transponeerde zo overtui gend in de solistische pianopartij voor te dragen als Yvonne Loriod. Niettemin blijft het een hachelijke zaak, deze hele klinkende volière zo te presenteren dat de toehoorders blijven geloven in de ongetwijfeld grote ernst waarmee Messiaen dit al lemaal opschreef en uitwerkte. Hij reist nl. de hele wereld door om het gezang der vogels in noten vast te leggen. Alle vogelsoorten van Frank rijk heeft hij al in zijn archief, en een groot deel van wat er in de bos sen van Brazilië, Japan en andere verre landen aan volgelgefluit te ho ren is, heeft hij ook vastgelegd. Een van zijn werken voor piano die uit dit ornithologisch speurwerk resul teerde, de de 'Vogelcatalogus' een stuk dat drie uren spelens beslaat. In 'Reveil des Oiseaux' worden de luisteraars op ongeveer twintig mi nuten gestileerde vogelgeluiden ver gast, met onder meer een solo van de nagtegaal als pianovadans, de steenuil door de soloviool, de draai - hals op de piano, de boomleeuwerik op de piccolo en de nachtzwaluw door de strijkers. De roep van de kneu en de lach van de groene specht ontbreken niet, en in een van de pianosoli tegen het eind van het stuk komen zang- en roepfrag- menten voor van groenling, pimpel mees, lijster, kanarie, zwarte zangvo gel, wielewaal, boomklever, winter koninkje, putter, spreeuw, bergflui,- ter, kraai en roodstaart. Misschien was er een ornitoloog in de zaal, die deze (en de vele andere) herkend heeft, en die daar zijn plezier in vond. Ik vond het als niet-vogelken- ner maar een vervelende aangele genheid, waarin ik alleen bewonde ring heb opgebracht voor de uitvoe renden en vooral voor Yvonne Lori od, die dit allemaal uit het hoofd had geleerd. Dit Vogelontwaken werd in 1953 ge schreven. In 1960 voltooide Messiaen een orkestwerk waarin hij zijn vo gelgeluiden met een frappant klank voorstellingsvermogen functioneel heeft verwerkt. Hij noemde het 'Chronochromie' omdat het op een systematische ordening van klank en tijdstructuren is gebouwd. Een van die wonderlijke hoogtepunten in het zeer omvangrijke oeuvre van Messi aen dat door een verbazingwekkende afwisseling (en soms ook vermen ging) van genialiteit, naieviteit en banaliteit, zowel afkeer als bewonde ring wekt. Als voorbeeld van zijn volstrekt on afhankelijke scheppingskracht kan zijn orkestwerk 'l'Ascension' uit 1933 gelden; een werk waarin de He melvaart op zeer persoonlijke wijze muzikaal wordt ervaren, en dat, on danks veel suikerzoete klank-devotie, de toen 25-jarige(!) componist al wel als een uitzonderlijk begaafde verklanker van strikt persoonlijke mystiek-religieuze ervaringen deed kennen. Het was deze avond het eer ste stuk van het programma en on danks wat mislukkingen bij de bla zers in het eerste deel, stond het wat uitvoering betreft op het hoge peil dat het gehele concert door ge handhaafd bleef. Messiaen zelf was er kennelijk ook mee ingenomen, gezien de vele handdrukken en om helzingen die hij na afloop op het podium kwam uitdelen. door Ber Hulsing AMSTERDAM Holland Festival bracht ons, vrijdagavond voor het eerst in de Amsterdamse Stads schouwburg, met Mistero Buffo ver rukkelijk toneel, zuiver en overgege ven gespeeld, eenvoudig maar ver rassend geregisseerd, mooi en grap pig en tragisch ook, met simpele ontroeringen en hard aankomende kritiek. En nieuw- van vorm hoewel die al eeuwen oud is. Mistero Buffo was, in de Middeleeu wen, het Italiaanse grappige myste riespel op de kerkpleinen, het volks theater met bijbelse verhalen en an dere parabelen, zoals het volk ze vertelde, bezong en begreep, werelds en zonder heiligheid, maar daar wel tegenin, omdat de kerk, de paus, de liturgie zo ver afstonden van de da gelijkse werkelijkheid der armen, die van onderdrukking en lijden op deze wereld niet werden verlost, en in die vertoningen menselijk, nuch ter, met twijfel of humor vaak, hun eigen lot en de streken van de machthebbers herkenden. Dario Fo, die dit Mistero Buffo sa menstelde, en al wel twintig stuk ken schreef, werkt in Italië met een eigen politiek volkstheater. Arturo Corso die het regisseerde voor de Koninklijke Schouwburg te Antwer pen, werkte van '63 af met Dario Fo samen. De spelers hebben, sinds eind vorig Jaar zo'n internationaal succes, dat zij een zelfstandige groep hebben gevormd. Zij werken als groep voorbeeldig sa men in de eenvoudige, dansende, be wegingen bij, mooi gezongen, oude liederen over de, simpel verbeelde, arbeid op het land, in de mijnen en de fabrieken, over vreugde, feesten, verdriet, en vooral ook, tegen het einde, over verzet en vrijheid en het zichzelf verlossen. Zij spelen de wre de moord op de onnozele kinderen, de als een vertoning geziene opwek king van Lazarus, het laatste avond maal met een toneelbeeld als een schilderij, de tragi-komische parabel van de lamme en de blinde, en een ontroerend tragische, wrange kruisi ging, met het moederlijke leed van Maria, de onverschilligheid der sol daten, en het wanhopige commen taar van de Zot, die het zot vindt omdat hij voorspelt hoe dit offer zal misbruikt worden door de eeuwen heen. Die Zot, Charles Cornette. is een prachtige commedia-dell'arte-achtige komiek, rad van tong, kostelijk van mimiek, in het verhaal van zijn ge boorte, in zijn ontmoeting met de Dood in een herberg, of als een ca- ricatuur van de zwaar met goud en edelstenen behangen paus Bonifaci- us, die de arme Jezus al niet meer erkent. Hilde Uitterlinden is een ontroerende Maria en eerder ook een treffend waanzinnig geworden vrouw uit Bethlehem na de moord op de kinderen. Jan Decleir en Gil Lagay goed in de dwaas-trieste scène van de kreupele en de blinde, vallen ook op als soldaten of kaartspelers. Anne Chappuis als Magdalena, Emmy Leemans als Anna, Marie- Frangoise de krachtige zangeres, Walter Coomans als Christus, zij staanallen soms persoonlijk in het spel, dat toch voornamelijk een ge heel van allen is. Bijeengehouden door een eensgezinde opvatting en een geweldige regie van Arturo Cor so, die niet meer nodig heeft dan mensen, bewegingen; stemmen, een voudige lichteffekten, wat stoelen en tafels die op vele manieren opge bouwd kunnen worden, voor alles te gebruiken stokken en wat doeken. Daar bouwt hij dan de wonderen en gewone gebeurtenissen, een bruiloft, een oorlogsmonument, een slacht- veld of Golgotha mee. Het decor en de kostuums simpele dracht van landarbeiders zijn ontworpen door Michette Noorbergen, de zang wordt begeleid door gitaar, viool, ac cordeon, onder leiding van Wannes Vandevelde, en de zuid-nederlandse vertaling is van Lode Verstraete. De opvoering had een verdiend jui chend succes van de niet eens volle schouwburg. Amsterdam Stadsschouwburg - 20.15 uur: Louis Falco Dance Company; Theater Carré - 20.15 uur: Ned. Operastich ting 'Aida'; De Brakke Grond 20.30 uur: Eva Peron. Den Haag Kon. Schouwburg - 20.15 uur: Miste ro Buffo; Ned. Congresgebouw - 20.30 uur: Concertgebouworkest o.l.v. Josef Krips Rotterdam Schouwburg - 20.15 uur: Een zekere Vincent door Jac Kort AMSTERDAM De mening, dat kunst en politiek niets met elkaar van doen hadden, heeft opgeld ge daan, tot Hitier ons met de neus op zijn 'Kulturkammer' drukte. Wie daarna volhardde in zijn vrijblijven de opvatting, kon niet langer voor integer worden gehouden. Kurt Weill en Hans Eisler, beiden omstreeks de eeuwwisseling gebo ren. hadden reeds in de twintiger Jaren hun politieke keus gemaakt en wel naar uiterst links. Ze schreven revolutionaire muziek met teksten (van Brecht e.a.), maar ook zonder. Ze hadden bovendien de moed, de grenzen tussen de grote en de klei ne K aan hun laars te lappen. Door hun was dit bedoeld: als een werk zaam agitatiemiddel en niet zuiver ludiek, zoals bij Ives en Satie. De muziekwereld stond afwijzend, het Nazi-dom noemde hun werk 'ont aard' en verbood het. HALVE EEUW het Nederlands publiek is nu na een halve eeuw op twee plaatsen in ons land weer met hun werk in ken nis gebracht: vrijdagnacht in !De Brakke Grond' in Amsterdam, zater dag in het Haagse HOT-theater, in een concert van het Ned. Blazers Ensemble o.l.v. Otto Ketting en met medewerking van Marjan Kweksil- ber, sopraan. Dat het merendeel van de werken nog niet eerder in ons land was uitgevoerd, is evenzeer te rug te voeren op de tot voor kort bestaande aversie in zekere kringen, als het feit dat dit concert in een volle zaal plaatsvond een aanwijzing is van de veranderende inzichten. Hier mag dus gesproken worden van een zeer belangrijk artistiek initia tief, een internationaal festival waardig. Het was daarom dubbel jammer, dat aan de realisatie en de presentatie zo ongeveer alles ontbrak en het concert (tenminste in Amsterdam) de mist in ging. Om enige dingen te noemen: de spelers van het Ned. Blazers Ensemble, in deze weken zwaar belast door andere plichten, hadden zich duidelijk onvoldoende voorbereid. Ik heb ze nog niet eer der zo hard, ruw en ongenuanceerd aan de gang gehoord als ditmaal. Di rigent Otto Ketting deed niets meer dan met driftige gebaren de maat slaan. De zangeres, Marjan Kweksilber, heeft een aardige stem, maar verge leken met Lotte Lenja en Gisela May, de beide grote vertolksters in dit genre, was haar voordracht vol strekt onvoldoende aan zeggings kracht, dictie en mimiek. Het pro test noch de provocatie, sterkste punten van deze kunst, kwamen bij haar tot hun recht. KLUNGELIG En daarnaast nog zoveel klungelige bijzaken. Er moesten (natuurlijk!) dia's worden geprojecteerd. Anders is zoiets tegenwoordig niet echt. Maar een gevolg was wel, dat je de mensen met een aansteker benijdde, want alleen zij wisten de titel van het volgende stuk. Het programma bevatte wel enige verhandelingen over Weill en Eis ler, maar de uitermate belangrijke teksten, stonden er niet in. Projec tie moest uitkomst brengen, maar die was voor 99 procent onleesbaar! Dan heb ik het nog niet eens over de figuur die zelfs tijdens het musi ceren mt microfoonhengels aan het experimenteren was. Initiatief: geweldig goed. Uitwer king: beschamend slecht ,lei r R. N. Degens gebo oor g bei M mg is -*>r< ii< Ss Vi :esp ie rin; ndei de van pl leid del t bi itspi ie 2CHT Dat er vrijdagavond dirigenten na elkaar' voor het 'its Symfonie Orkest stonden, i het concert in de Tivoli-zaal, liet omdat men nu eens extra .voor het Holland Festival wil- !l tpakken. Maar dit concert was fsluiting van de Utrechtse com- en-studio 1973, waarin, zoals e voorgaande jaren ook al het was, jonge componisten de ge leid krijgen een nieuw orkest- onder leiding van Paul Hup- in te studeren. Tijdens dat in- |iiren is eer een nauw contact de componisten en de orkest waarmee vooral de componis- el ervaring opdoen, it bijzonder goed initiatief van it dadt ook terdege vruchten Pt. Want wat de 21-jarige Pe il Wagemans in zijn Symfonie 3 liet horen, getuigde van een 8 van de mogelijkheden van pmfonie-orkest die duidelijk op ij eel hi it praktische ervaring berustte. Het is een somber-romantisch getint werk stuk, met veel bewogen exclamaties, sterk emotionele contrasten en typisch jeugdige behoefte aan het grote dramatische gebaar. Maar daarbij een proeve van onmisken baar talent. Dit stuk werd gediri geerd door Paul Hupperts, die ver der in dit concert van Nederlandse muziek ook de 'Zes Adagio's' van Willem Pijper (1940) en de 'Passa- caglia en Cort-ge' (1930) van Mat- thijs Vermeulen voor zijn rekening nam. Willem Frederik Bon (1940) heeft al vrij veel composities op zijn naam staan: hij ontplooit zich ook als een goed dirigent en wordt in september assistent-dirigent bij het Concertgebouworkest. Hij leidde het U.S.O. deze avond in een uitvoering van zijn Prelude voor orkest 'circe', een poëtisch, fijn genuanceerd stuk muziek met veel gevoel voor klank kleur gecomponeerd. Hij is een van de weinige jonge Nederlandse com ponisten die met een gevoelig oor het klinkende resultaat van hun schrijfwerk controleren, en daarbij kennelijk een wat 'ouderwetse' es thetiek als maatstaf nemen. Het minst gerijpt, maar zeker veel belovend, leek mij het werkstuk van Walter Hekster (1937) getiteld 'Fa cets for orchestra', waarin op be paalde onderdelen het initiatief aan de uitvoerende orkestmusici wordt overgelaten. Het stuk kreeg onder leiding van de componist een goed klinkende uitvoering die, naar men mag aannemen, met de bedoelingen van de maker overeenstemde. Jam mer dat er voor dit originele en in structieve festivalconcert zo weinig publieke belangstelling was; er zaten nauwelijks honderd mensen in de '.aal. v k egeg Uien f or Hans W. Ledeboer irin TERDAM De Louis Falco ndece Company uit New York doet twee programma's mee aan het een land Festival en wie iets weet on- de achtergrond van Falco, wist an te voren dat daarin interes- de- e dingen konden worden ver- ht. Falco is nog geen dertig jaar lij staat al meer dan tien jaar op leze Amerikaanse balletpodia, nog is begonnen bij Jose Limon, ook r. hij weet drommels goed wie irie a Sokolow, Alwin Nikolais, Tay- en Cunningham zijn. En hij ver t in de moderne Amerikaanse dui istijl een virtuositeit gebracht, Dei expressieviteit en ook nog een al artistieke componenten, die vaiin tot dusverre niet mogelijk no| len achten. elings heeft Nederland al eerder hem te maken gehad: hij heeft del: het Nederlands Dans-Theater i diele choreografieën gemaakt, die •vol aandacht hebben getrokken. Er ge beloften voor verdere samen- laarping met het Nederlands Dans- ool ter, zodat we in de toekomst va- een van hem en zijn dansers zullen' 1974n. Geen wonder dat de Rotter- Diése Schouwburg, waar Falco vrij- eropvond met zijn eerste programma t hi kwam, mudvol was. Dat eerste pro gramma werd zaterdag in de Konink lijke Schouwburg in Den Haag ge geven en zondag in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Vanavond brengt Falco zijn tweede programma naar de Amsterdamse Stadsschouwburg. BOEIEND Onmiddellijk vallen al bij het ope ningsballet rust-Giacometti Sculp ture Garden van Jennifer Muller de boeiende bewegingen en de vaardigheid van de dansers op. De corontwerper William Katz heeft zich tot het uiterste minimum be perkt en er is al direct tussen chore ografe en publiek de spanning van het meeleven met haar werk. Men voelt hoe Jennifer Muller de zaak uitprobeert, aan het experimenteren is. Zo van: 'Als ik zo'n danslichaam eens die of die beweging laat ma ken, wat gaat er dan gebeuren?' Misschien maakt daardoor dit eerste ballet een niet helemaal uitgewerkte indruk. Eerder een spel met bewe ging, dan een gebruik van die bewe ging om daarmee ergens uitdruk king aan te geven. Soms is dat geëx- perimenteer wat te ver uitgespon nen, gaat de zaak te lang duren, waardoor de spanning verslapt. Als of Jennifer Muller moeite had met haar slotaccoorden. Het tweede ballet, The Sleepers, is van Falco zelf. Hierin is de bewe ging duidelijk middel, en nu komt eerst recht naar voren wat Falco al lemaal met beweging kan doen en ook over welk eeri hoog peil van dansvaardigheid en artistiek vermo gen zijn dansers moeten beschikken. The Sleepers bevat veel humor van een nogal zwarte soort, zo van 'Who's afraid of Virginia Woolf?' Ten slotte, Caviar, eveneens van Louis Falco. Een luguber haaien- feest en ook een geraffineerd spel van de dansers met hun eigen lede maten. Falco eist het uiterste van zijn dansers en zijn werk toont de ontwikkeling welke het Amerikaanse ballet volgde na het volledig verla ten van de academische stijl. De Amerikaanse stijl is volwassen, rij ker aan uitdrukkingsgamma gewor den. En zeker niet eenvoudiger dan het academische ballet. Zij eist ten minste bij Falco wellicht meer aan soepelheid en lichaamsbe- heersing.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 9