Hoeveel mag de een méér verdienen dan de ander? Je zou ze naar een café moeten sturen Prof. Roscam Abbing over de ethiek van de inkomensverdeling vandaag Beroepings- werk voorlopii Trouw Kwartet ft -I TROUW/KWARTET ZATERDAG 26 MEI 1973 KERK T2, door Huub Elzerman GRONINGEN - Hoe groot mag het verschil in inkomen zijn? Hoeveel mag de een meer verdienen dan de ander? De ongelijkheid is voor sommige mensen een soort natuurlijk gegeven. Maar bij het leren kennen van bijvoorbeeld de toestanden in de derde wereld slaat de meesten toch wel de schrik om het hart. Tal van economen hebben in de afge lopen jaren geprobeerd te verklaren hoe de ongelijkheid in inkomen tot stand is gekomen, maar lang niet al len hebben zich uitgesproken over de meest wenselijke verdeling van de welvaart. Waar ligt de grens? Moet. ie dereen in principe een gelijk inkomen hebben of moet iedereen maar graai en wat er te graaien valt? Eigenlijk is het niet zo verwonderlijk dat de meeste economen hier hebben gezwe gen of dat zij zijn teruggevallen op een persoonlijk waarde-oordeel, want de vraag naar de meest wenselijke ver deling is geen economische, maar een ethische vraag. De moeilijkheid is al leen dat de meeste ethici met een wij ze boog om het probleem van de rechtvaardige inkomensverdeling zijn heen gelopen. Aan deze situatie is. al thans voor wat het Nederlandse taal gebied betreft een eind gekomen, nu een ethicus de moeite heeft genomen om zich voldoende in de economische wetenschap te verdiepen om tot een afgerond oordeel te komen over het hete hangijzer van de ongelijke verde ling van welvaart en welzijn. De Gro ninger ethicus prof. dr. P. J. Roscam Abbing komt met zijn boek 'Ethiek van de inkomensverdeling' als geroe pen. Hij zal weliswaar niet vermoed hebben dat hij na vijf jaar schrijven zijn pennevrucht op een hoogst actu eel moment op de markt zou brengen. Maar wie kon het bevroeden dat vak bonden en werkgevers zich juist nu na het heftigste na-oorlogse ar beidsconflict aan een studie over het inkomensbeleid zouden zetten? Het is waar dat prof. Roscam Abbing zich niet uitlaat over de technische uitwerking van een inkomenspolitiek, hij levert wel een principiële, funda mentele bijdrage over de vraag hoe de onverantwoorde ongelijkheid de wereld uitgeholpen kan worden. Zijn kernvraag is: hoe krijgen we een inkomensverdeling, die niet het ge volg is van het egoïstisch streven van iedere mens, maar van het streven naar sociale rechtvaardigheid? En daar moet onmiddellijk aan worden toegevoegd, dat de vraag naar de soci ale rechtvaardigheid vraagt om een totale benadering van wat misschien verdeelbaar is. Zoals gezegd niemand weet precies hoeveel iemand mag ver dienen of hoeveel méér dan een ander hij mag vergaren. In dit licht bezien is ook het loonconflict van de afgelo pen maanden hoogst merkwaardig. Vakbonden en werkgevers zijn achter af tot de conclusie gekomen, dat het beter is de zaak eens te bestuderen. 'Dat is inderdaad merkwaardig', geeft prof. Roscam Abbing toe, wanneer hij op ons verzoek een toelichting geeft op zijn zojuist verschenen boek. In zijn werkkamer, te midden van zijn vele al dan niet zelf geschreven boeken, praat de hoogleraar 'bijbelse godgeleerdheid, praktische godgeleerd heid met de daarbij vereiste oefenin gen en de christelijke zedenkunde' over de actuele sociaal-economische problemen, over de hoofdlijnen van zijn boek en over de overigens nog spaarzame kritiek die op zijn boei ende visie geleverd is. Prof. Roscam Abbing: 'Vooral met de kritiek van prof. Pen ben ik blij. Hij erkent in feite de logische opbouw eD Een sleutelbegrip in de visie van de Groninger ethicus prof. dr. P. J. Ros cam Abbing op een rechtvaardiger inkomensbeleid is zijn opvatting over de aard van het loon. Volgens de gangbare visie ziet men loon als betaling van een arbeidsprestatie. De werknemer levert arbeid en de werkgever geeft in ruil daarvoor geld. Het gaat dan om een ruil, ge lijk oversteken, eventueel contractu eel vastgelegd. Elk zorgt er dan ook voor een zo goed mogelijke ruil te doen. De arbeider verkoopt zijn ar beid zo duur mogelijk, de werkgever koopt diens arbeid zo goedkoop mo gelijk. Ook als elk van beide part ners niet zijn eigenbelang maximaal mag of wil nastreven, blijft toch de ruilidee allesbeheersend. Prof. Roscam Abbing noemt dat ethisch niet aanvaardbaar. Arbeid is niet gelijk aan koopwaar. De werk gever mag de arbeid niet zo zien, omdat hij dan alleen de arbeid en niet de arbeider aanziet, omdat hij dan de tussenmenselijke relatie ont kent en daardoor onmenselijk wordt Hij zou dan onbewogen ie mand op een hongerloon mogen la ten werken en mogen ontslaan zodra hem dat voordelig uitkomt. En de werknemer mag zijn arbeid al even min onder dit gezichtspunt bezien. Als het goed is, arbeidt hij niet slechts voor zichzelf (en eventueel voor zijn gezin), maar voor de ge meenschap (inclusief zichzelf en zijn gezin). Als de werknemer met zijn arbeid niet op het belang van de ge meenschap is ingesteld, negeert ook hij de tussenmenselijke relatie en wordt ook hij onmenselijk. In een ethisch ingestelde en geordende sa menleving arbeiden allen terwille van allen, en kunnen zodoende allen van de vruchten van die arbeid pro fiteren. In feite is de visie dat ar beid geen ruil is en dat het on rechtvaardig is om de economische waarde van iemands werk bij de loonbepaling te laten meespelen, het fundament van Roscam Abbing's 'E- thiek van de inkomensverdeling' Al zijn stellingen vloeien logisch voort uit deze grondstelling. 'Ethiek van de inkomensverdeling', door prof. dr. P. J. Roscam Abbing. Uitg. Kluwer te Deventer. 547 blz. Prijs 65,-. samenhang van mijn boek. Daar ben ik blij mee, omdat ethici er nu een maal snel op worden aangekeken te veel vanuit idealen te redeneren en niet met beide voeten op de grond te staan'. Denkt U dat het akkoord tussen de industriebonden en de industriële werkgevers een aanloop kan vormen voor een Inkomensherverdeling? Voo ral omdat nu ook de drie vakcentrales zich op het standpunt hebben gesteld dat de cao tot alle werknemers dient te worden uitgebreid en dat er vol gend jaar zo wel een minimum als een maximum in de prijscompensatie moet komen? 'Ik ben er van overtuigd dat de bon den met het stellen van dezeeisen streven naar afschaffing van onaan vaardbare en niet te verdedigen ver schillen in inkomen. Vooral de uit breiding van het cao-gebied ook al vallen de vrije beroepsoefenaren daar nog steeds buiten vind ik belang rijk. Op deze manier kan de greep van de overheid op de loonvorming worden verstevigd. Ik heb wel bezwaar tegen het kader waarbinnen het streven naar inko mensnivellering zich afspeelt. Werkge vers en werknemers staan als twee be langengroepen tegenover elkaar. De sterkste en dat wil zeggen degene met de grootste weerstandskas wint. Dat betekent dat er op het ge bied van de vrije loonvorming zoals we die nu hebben in feite de wet van de. jungle heerst, er zit in die strijd een barbaars element. Nu kan naar mijn mening alleen de overheid dit bezwaar ondervangen. Haar komt de rol van eer' ik»- -.cheidsreehter toe en daarom mi»-' .an haar vooral op soci- aal-ecoimm n vlak groter macht wor den loeevkriiil Uiteraard zal een uit gekookte democratie de manier waar op de overheid van deze macht ge bruik maakt moeten controleren. Bij goede democratische verhoudingen hebben werkgevers en werknemers ook geen reden inmenging van de overheid af te wijzen, omdat ze den ken dat ze sterk staan, of bang zijn dat ze iets zullen verliezen. Ook de overheid zelf moet beseffen dat ze zich niet kan distanciëren van de loonvorming en de cao-onderhandelin gen, ze moet de machtstrijd tussen werkgevers en werknemers inperken en binnen het raam van de democra tie haar invloed doen gelden. Daarom pleit ik ook voor de terugkeer naar de geleide loonpolitiek, zoals die ook vlak na de oorlog heeft geleid tot een evenwichtige loonontwikkeling'. Inkomensverschillen zijn volgens u, behoudens enkele uitzonderingen, ethisch gezien verkeerd. Om welke uitzonderingen gaat het? 'Er zijn volgens mij drie argumenten waaraan je een verschil in inkomen kunt ontlenen. Dat zijn: extra inspan ning of ijver. Niemand zal bijvoor beeld betwisten dat overwerk als ex tra inspanning ook extra moet worden beloond. Vervolgens noem ik bezwa rende werkomstandigheden. Uitge sproken zwaar of onaangenaam werk kan extra worden betaald. Ten slotte moet er rekening worden gehouden met de behoefte. Dat kan een moei lijk punt zijn. Maar dat bijvoorbeeld de gezinsgrootte de behoefte aan meer inkomen vergroot zal toch iedereen erkennen. De kinderbijslag is van die erkenning een rechtstreeks gevolg. De veronderstelling dus dat ik, hoe wel uitgaand van een principiële ge lijkheid in inkomen, onder alle om standigheden een gelijk loon zou be pleiten, berust op een misverstand. Verschillen in inkomen zijn accepta bel'. Volgens de gangbare opvattingen zijn er wel meer argumenten om iemand een hoger loon te geven. 'Jawel, maar die opvattingen zijn over het algemeen ethisch onjuist. Ik vind het bijvoorbeeld niet acceptabel, dat iemand op basis van macht of traditie de hoogte van zijn eigen inkomen kan bepalen. Ook toevallige factoren zoals talent of begaafdheid vormen opzich- zelf geen reden voor het ontvangen van een hoog loon. Eerst wkpneer dat talent door veel extra inspanning (studie) is ontwikkeld, mag er sprake zijn van een extra beloning. Immers, op welke persoonlijke verdienste is begaafdheid terug te voeren? De be gaafde krijgt toch al veel extra, omdat het arbeidsvreugde kan putten uit het verantwoordelijke werk, dat hij al dan niet moeiteloos kan verrichten. Ik vraag me ook af of studenten zich meer inspannen dan hun leeftijdsge noten op het kantoor of in de fabriek. Het kan zijn dat ze soberder moéten leven, omdat ze nog niets verdienen. Maar dat is voor mij geen reden om academici zonder meer hoog te belo nen. Uitgebreid wetenschappelijk onder zoek zou moeten uitmaken hoe zwaar 'hogere' functies zijn. In ieder geval hoeven mensen die hoger op de maat schappelijke ladder staan niet automa tisch een hoger loon te hebben. Dat geldt ook voor mensen die zogenaamd verantwoordelijk werk verrichten. Wanneer verantwoordelijk werk ge paard gaat met extra inspanning, on dernemersrisico etc. kan er extra loon worden gegeven. Maar wanneer dat niet het geval is moeten machts- en toevalselementen (natuurlijke be gaafdheid, kunde vaardigheid) worden uitgesloten als reden voor een hoger loon. Iemand die verantwoordelijk werk doet, wordt toch al extra beloond, om dat hij 'psychisch inkomen' heeft, dat wil zeggen dat hij geniet van zijn werk, van zijn verantwoordelijkheid, van zijn vrijheid. Dat is ook een vorm van inkomen. Je zou een soort pun tensysteem moeten ontwerpen, waarin je voor alle beroepen bezwarende en verlichtende omstandigheden tot uit drukking brengt. Via een dergelijk 'genormaliseerde loonclassificatie' zou je tot een meer reële inkomensverde ling kunnen komen. Tegen arbeidsloos inkomen uit winst, huur of pacht behoeft geen bezwaar te bestaan als het oorspronkelijke ver mogen maar met eigen inspanning, (ijver, soms risico) of offers (sparen) is vergaard. Inkomens uit erfenissen vind ik ethisch zeer dubieus. Overigens ben ik realist genoeg om te beseffen, dat je rekening moet hou den met het egoïsme van mensen. Dat er bijvoorbeeld een prikkel tot arbeid nodig is. Je kunt de bereidheid van carrièremakers om zich in te spannen in ruil voor méér inkomen (loon, sta tus, macht) niet wegdenken. Dat geldt ook voor de onderlinge concurrentie tussen de ondernemingen. Die concur rentie kan nodig zijn, maar ik heb er wel bezwaar tegen wanneer de winst in particuliere zakken verdwijnt. On- Prof. dr. P. J. Roscam Abbing dernemersrisico mag extra beloond worden, maar globaal moet de be drijfswinst ten goede komen van de gemeenschap. In mijn boek pleit ik voor staatsproductie met behoud van de goederenmarkt (concurrentie). Mochten de praktische bezwaren van een dergelijk systeem vanwege de gebrekkige ethische gezindheid van de producenten onoverkomelijk zijn dan kunnen er concessies worden ge- aan in de richting van de vrije onder nemingsgewijze productie. Ook hier bepleit ik dus verregaande overheids invloed'. Heb u zich beziggehouden met de vraag hoe groot het verschil in inko men in cijfers mag zijn? 'Nee, daar heb ik mij niet aan ge waagd. Prof. Tinbergen heeft eens ge zegd, dat globaal genomen de inko mensverschillen met de helft kunnen worden teruggebracht. Misschien is dat een aanwijzing'. Met name uw stelling dat het on rechtvaardig is om de economische waarde van iemand werk bij de loon bepaling te laten meespelen, zal kri tiek uitlokken. De meeste mensen zul len ook voor hun gevoel voor geld werken. 'Ik heb er geen moeite mee, wanneer iemand voor geld werkt. Laat hij zich maar inspannen, studeren, cursussen volgen. Hard werken, uit eigenbelang komt ook de gemeenschap ten goede. Ik vind niet, dat iemand met een schaars talent, dat hij op de arbeids markt duur kan verkopen, recht heeft op een hoog loon. Het is eerlijker het loon af te stemmen op de verrichte inspanning of op bezwarende werkom standigheden, dan op een toevallig© factor als schaarste op de arbeids markt. Arbeid is in mijn visie geen koopwaar. Ik geef toe dat het moeilijk praten is met iemand, die het ethisch, kwalijke niet inziet 'van het zich te koop moeten aanbieden op de arbeids markt!' Prof. Pen heeft uw grondstelling dat de principiële gelijkheid van de inkomens behoudens de genoemde uitzonderingen voortvloeit uit de opdracht *dat 'de mens hart behoort te hebben voor de medemens' aanvecht baar genoemd. Hij kan zich voorstel len dat iemand zegt: 'Ik heb zo veel hart voor mijn medemens, dat ik hem een inkomen gun dat klopt met het niveau van zijn werk! 'Ik constateer dat in de huidige situa tie iemand vaak krijgt wat zijn arbeid economisch waard blijkt te zijn. Maar is dat aanvaardbaar? Ik maak hier een principiële keuze. Of je zegt je moet maar graaien wat er te graaien valt of je vindt dat de" mens hart moet hebben voor zijn medemens. Je vindt dat iedereen zijn eigen boontjes maar moet doppen, of je streeft naar sociale rechtvaardigheid. Uiteindelijk meen ik dat je je medemens in de kou laat staan, wanneer je hem, of zijn werk, louter en alleen pp de economi sche waarde bekijkt. Daarmee doe jé hem tekort. Wanneer iemand uitein delijk vindt 'dat je "geen-* hart 'Voóri de medemens behoeft té hebben; houdt de discussie op. Maar juist ter beteu geling van deze mentaliteit moet er een overheid zijn, die in billijkheid en eerlijkheid, toeziet op het sociale en economische gedrag van individue le mensen of ondernemingen. En zelfs al zou de overheid er in slagen om tot een rechtvaardige verdeling van wat er te verdelen valt, te komen, dan nog zal er gelegenheid genoeg overblijven om ruim van hart te zijn voor elkaar. Daarover hoeven we ons geen illusies te maken'. De geldzucht blijft de wortel van alle kwaad? 'Ja, ik vrees van wel. Ik moet óveri- "gens erkennen dat ik met een goed geweten in mijn boek niet nadruk kelijk naar het evangelie heb verwe zen. Om de dialoog zo breed mogelijk te houden heb ik mij beperkt tot al gemene ethische notities. Maar het zal elke christen duidelijk zijn dat een ethisch motief als: 'je moet hart heb ben voor je medemens' zich door het evangelie alleen maar laat versterken'. DE ONTMOETING Na de worsteling in de nacht vind ontmoeting van Jakob en Esau pl Ook hierbij ontziet de schrijver kob niet. Bij de rangschikking 1 duidelijk uit aan wie hij 't ir hecht. Tegenover de gevreesde b moeten vanwege het gevaar, vool staan de slavinn en en hun kindi en dan Lea en haar kinderen en slotte Rachel en Jozef. Mag een r zo met zijn naasten omgaan? goed. wat veel belangrijker is, nieuw treft 'ons de sympathieke v waarop de schrijver dit verhaal 1 tekent. Wat J.akob van die kapt is een illusie. Esau is anders, eei terst correct mens die zich ver] dert afvraagt: waarom al die maj gelen? Wat bedoel je, Jakob? Es? anders, hij hoeft die geschenken en neemt ze tenslotte aan om nie) beleefd te lijken. Zijn aanbod tol schermend begeleiden wordt afgj zen, ook de mannen die Jïïasu wit terlaten. Achterdocht tegenover j en al voorkomendheid. Een trek ons meer treft bij deze schrijver, denken aan de verbazing van de ningen als Abraham en Isaèk vrouwen zusters noemen. De 'h nen' zijn mensen, wil de schr zeggen. Moreel staan ze niet ten ter bij de aartsvader. We zijn gei te zeggen: integendeel, althan schildert het verhaal hen. Het ook geen moraalverhalen. De mai kob koopt in 't eind een stuk richt er een altaar op en offert noemt het altaar: De Goiï van 1 is God. Daar gaat het om. God is En Hij is vrij, vrij in zijn doen e ten, onnaspeurlijk. Zijn keuze niets te maken met deugden ol deugden. Zijn keuze dient persoo erkend en aanvaard te worden een beschaming en tot genezin Gaat niet over deugden enoni den. Daarover kunnen wij eind aan de.gang blijven. Maar gaa deze God, die in onbeschrijfelijk nade met mensen door de gesel1 nis trekt. En die mensen mee! hebben op zijn tocht. (Genesis 33, door A. J. Klei Op 15 en 16 juni houden de hervormde en de gereformeer de synode in de Utrechtse Lu- kaskerk een gemeenschappelij ke vergadering. Grote gebeur tenissen werpen hun schaduw vooruit en jawel hoor. er is al een parmantig rapport versche nen waarin een hervormde en een gereformeerde dominee uitgebreid hun zegje doen over het 'Samen op weg'-zijn van hun kerken. Niemand hoeft benauwd te zijn dat het bij dit stuk zal blijven. Zonder enige twijfel komen er rapporten óver dat rapport. Gewapend met een tas vol papieren en een hoofd vol denkbeelden trekken de synodeleden straks naar Utrecht om daar toespra ken af te steken en naar andermans toespraken te luisteren (want daar komt het synodale bedrijf op neer). En als zijzelf niet aan het woord zijn, is daar nog een hele batterij van rapporteurs en adviseurs, die het eveneens als hun taak kunnen beschouwen toespraken af te steken en naar toespraken te luisteren. Praten die mensen eigenlijk wel eens met elkaar? Nauwelijks. Onder de koffie poetsen ze hun toespraak wat op en onder 't eten betreuren ze dat ze hem nog niet méér opge poetst hebben Je zou al die eer waarde zusters en broeders eigenlijk eerst een dagje naar een café moe ten sturen. Dat valt heel goed te re gelen. Niets vermoedend arriveren de syno deleden bij de Lukaskerk in Utrecht Bi; de ingang staan, vrien delijk wuivend, de beide voorzitters: dominee Jörg en dominee Kruys- wijk Ze houden het gezelschap te- gen: goeie morgen, zuster, broe der ja. geeft u die tas maar hier, die bergen wij vandaag voor u op, die hebt u niet nodig. Neenee, u hoeft de kerk niet in. Onze gemeen schappelijke computer heeft u in drie groepen verdeeld. In rechtsen, linksen en mensen van het midden. Zij die bij hun stukken een oranje naamkaartje vonden, moeten zich daar even opstellen, dat zijn de mensen van rechts. De middengroep heeft een groen naamkaartje gekre gen och, wilt u ginds gaan staan? En het rode naamkaartje was voor goed geraden de linker vleugel. Als die zich nu bij elkaar vorgt op deze plek ja, mooi zo. Nu is het de bedoeling dat iedere groep naar een Utrechts café of restaurant gaat om met elkaar te praten. Wat zegt u? Allicht, verte ringen maken még. aan 't eind van de middag zitten hier mensen van de generale financiële- raad om uw onkostennota's uit te betalen. U hoeft niet op een glaasje te kijken. ten«.loite collecteren we niet voor niks out Ie instandhouding van de openbare e?-dienst, nietwaar? En wat daarna gebeurt? Och. mensen, dat r;o:i wc morgen dan wel weer We oi 'M \-m met de mensen van het iini.i i,' raamkaartje mee. Het zijn aan n mde kant confessio nelen en gereformeerde bonders en bij de gereformeerden zijn het con- fess.onele beraders en verontrusten. Ze kiezen een etablissement, waar van de eigenaar niet op een perzisch tapijtje meer of minder heeft geke ken en waarin kelim-stoelen er- ver trouwenwekkend uitzien. Behaaglijk zakt het gezelschap neer, je zit hier rustig en de keuken moet goed zijn. De eenstemmigheid is groot, wan neer iemand eerst om de menukaar ten wil vragen. Ja, laat maar es kij ken, ober. Want weet je, als je nu niet meteen reserveert voor de maaltijd, vind je straks de hond in de pot, waar of niet! Zo gaat dat, want de rechtsen veronachtzamen de spijze die vergaat geenszins. Ze zul len van den buik hun god niet ma ken, maar aan de andere kant moet je ook oppassen dat je niet in 't vaar water van de werkheiligheid komt. Dat is geregeld en thans schikt men zich tot het gesprek. Wat ik zeggen wou, broeder, jullie hebben nou wel een groot woord over professor Smits bij ons, maar wat doen jullie met die Kuitert? Toch ook niks an ders dan mooi weer spelen? Hoofden buigen naar elkaar, ik vang woorden op: horizontalismege tuigenis doperse mijdingbe vindelijke predikingDat loopt hier wel, concludeer ik tevreden. We gaan nu naar de mensen van het groene naamkaartje. De midden groep dus. Die heeft zich in een bruin café genesteld. Sommigen leu nen achteloos tegen de bar, anderen hangen geroutineerd op een knik. Aha, deze lieden weten dat ze niet van de wereld zijn, maar wel in de wereld. n dat laatste willen ze we ten. Luchtig vliegen de woorden heen en weer, maar reken maar dat er ernst achter zit Heldere kijkers verraden hoe de wereld voor de wakkere middenmoot is open ge gaan: mondiale problematiek, weet je wel. Een voorzichtig bastaard- vloekje in de orde van grootte van potverdrie kruidt de conversatie. Ke rel. pik er nou eentje van mij. Langzamerhand breekt het betere werk door en daar gaan we weer: prioriteiten schaalvergroting operationeelVergenoegd ga ik verder, het zit hier wel goed. De mensen van het rode naamkaart je treffen we aan rondom formicata- feltjes in een snackbar. Hé, wat is dit? De mensen kijken elkaar achter hun flesje Spa-water beteuterd aan. Jij links? Hoe komen ze er bij, je stemt notabene WD zeg je zelf... Ja, maar ik sta als vrijzinnig te boek en dan ben je in onze kerk links, ook al moet je niks van die rooie mannetjes hebben en ik kan je verzekeren dat ik er niks van hebben moet. Overigens waarom zit hij hier bij links? Als ik je zo hoor praten, leun je op z'n minst tegen de confessionelen aan. Wat zeg je? Omdat ze je eens met een spandoek op straat hebben zien lopen? Nou, dan is jouw linksigheid de mijne niet... Enfin, zo gaat dat in de snackbar. Woorden als strukturen en omturnen, waarvan ik dacht dat ze me om de oren zouden vliegen, komen niet van de grond. De com puter is .liet goed geprogrammeerd. Je hebt immers twee soorten link sen. Mensen dn niet alles van en in de bijbel geloven maar wèl in huur- libera!'satie, en mensen die veel ge loven enne Oost-Duitsland zo'n lekker sober land vinden. Wacht, er kan nog een derde soort zijn, ie mand die kerkelijk èn politiek links is, zoiets als een vrijzinnig Den Uyl- mannetje. Ik vraag me af, of een computer déér uit komt. Dit laatste lijkt me het enige vlekje te zijn op mijn mooie plan voor de 15e juni. Maar ik denk dat er die dag gewoon gerapporteerd, geadvi seerd, geamendeerd en gereleveerd zal worden. Dat gebeurt intussen al sinds 1955. Ik herinner me nog dat. toen in Leeuwarden op de gerefor meerde synode gedebatteerd werd over de verhouding tot de hervorm de kerk. De hervormde synode was in die jaren nog niet publiek, daar kan ik dus geen verhaal over hou den. In Leeuwarden was het zo dat de broeders een afvaardiging naar eikaars synode niet zagen zitten. Het valt nog verkeerd, zei de Kamper professor Herman Ridderbos, over een paar jaar gebeurt het geruisloos. Hij had gelijk. Midden in de jaren zestig zat dominee De Ru op De blije werelt van de synodale voor- aanzittingen te genieten en hij zei aardige dingen over de acte van af scheiding of wederkeer. Inmiddels was ook de hervormde synode van perstafeltjes voorzien en kon je do minee Kunst op Hydepark tegenko men. En sindsdien is er geen houën aan. Aan de hervormd-gereformeer- de contacten bedoel ik. Niet dat her vormden en gereformeerden elkaar stuk voor stuk in de armen vliegen, of dat ze allemaal branden van ver langen om in één kerk te zitten (nog onlangs gaf de gereformeerde bond te kennen dat een eventuele komst van de gereformeerden geen verrij king voor de hervormde kerk zou betekenen). Maar de ontwikkelingen in en buiten de kerk drijven her vormden en gereformeerden steeds meer naar elkaar toe. Niet opzette lijk of vanwege allerlei rapporten, maar op een organische manier. Dat is al heel wat. Ik zou willen dat iedereen die wat met 'Samen op weg' te maken heeft, het radioge sprek gehoord had van NCRV's Wim Jansen met de al genoemde professor Ridderbos. De hoogleraar attendeerde op dit, wat ik nu maar noem, organisch naar elkaar toe groeien. maar hij meende dat een fusie van beide kerken vooralsnog meer narigheid dan genoegen zou opleveren (de omschrijving is van mij), vooral plaatselijk. Dat zal waar wezen. Ik weet uit m'n jeugd van een gereformeerd gezin, waarvan de kindertjes dolblij waren dat ze niet hervormd waren, omdat het her vormde dienstmeisje altijd drie kwartier langer in de kerk moest zitten. Toch noemde professor Rid derbos verleden week in het Gere formeerd Weekblad de komende ge meenschappelijke synodevergadering een historische gebeurtenis. Hij deed dit 'in alle nuchterheid' (dat had hij er niet zo speciaal bij hoe ven zetten, dat wisten we zo wel). Hij sprak daarmee zijn radioverhaal niet tegen, want je moet Alles in de goede proporties zien: plaatselijk ge harrewar dat je de nek kan breken èn de synodale dus niet vrijblijven de ontmoeting, op 15 en 16 juni. Ik hoop nu maar dat de zusters en broeders in de Lukaskerk (ik laat het café nu maar. zwemmen) niet blijven hangen aan de uiterlijke te kenen van een rapport, hoe zinnig ook, of van een amendement, hoe spits ook. GEREF. KERKEN Beroepen te Sneek voor de ms naire dienst in Brazilië) F. L. Sc wijk te Groningen-NO., die dir roep heeft aangenomen. li Aangenomen naar Luttelgeestd Ovcrecm,' kand. te Kampen. x VRIJE EVANG. GEMEENTEN .d Beroepen te Utrecht-C.: M. Vips Vleuten (als secretaris bij de 3' 'van de Zending der NKHK te O! geest): REMONSTR. BROEDERSCHAP i Overleden: W. Mackenzie (84) tei sterdam; stond te Brielle (N Zwammerdam, Alkmaar, Utrechj Amsterdam. OUD GERF. GEM. IN NED. Beroepen te Kampen: J. Schii| hoek, lerend ouderling aldaar. CHR. GEREF. KERK Afscheid van Franeker: H. van 1 gen, beroepen te Utrecht-centr ADVERTENTIE Uit het meinummer: Rothuizen en Vorster kerk?, dr. J. J. Buskes .Amerika is niet belani in Europa, dr. A. L. standse Durven we na Vietnam] iets hopen?, prof. dr.: Strijd Christenen aan de-V.U. aan de verkeerde kant, M guerite Isaacs De zondag een zr. Marta Dijcks School ds dood, pers ij Jezelf en je situatie 1ij verstaan, mevr. G. vanb Akker r Vormingswerk is ook f alles, Eimert Pruim A dm. Maandblad VOORLCm Uitgave Kok/Meinema. Poa? 38, Delft, 18,90 p.j. (studéh f 12,70). Néém/geef een ab<P ment. Al was het voorlópig t een jaar. Of vraag proefnoh De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer. Hoofdredactie: J, Tamminga, Hoofdkantoor B.V. De Christelijke Pers: N.Z. Voorburgwal 276 - 280, A'dam. Postbus 859. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: ït Ned. MIdd. Bank (rek.nr. ,d 69 73 60 768). Gem.giro X 500. in ondag?, jeks o.s.a. iii id, drs. A. SP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1973 | | pagina 2